Luchtaanvallen halen niets uit, nul-komma-nul Feiten &Meningen Feestgevoel Namibië is verdwenen Les aan huis Rust op Dennendal was slechts bedrieglijke schijn DINSDAG 6 DECEMBER 1994 Het feestgevoel is, vier jaar na de onafhan kelijkheid, weg in Namibië. Veertig procent werkloosheid, stijgende criminaliteit, een schreeuwend tekort aan woningen, nauwe lijks buitenlandse investeringen: van de wonderen die mensen in 1990 verwachtten, kwam weinig terecht. Maar aan de andere kant: Namibië is vreedzaam. Het geldt als voorbeeld van ge slaagde nationale verzoening. Na jaren van door Zuid-Afrika opgelegde apartheid is de relatie tussen de vijf procent blanken en de rest van de bevolking opvallend goed. En met zijn onafhankelijke rechtssysteem en gegarandeerde persvrijheid is het een van de meest democratische landen van Afrika. „We worstelen, maar onze toekomst is stralend", zei president Sam Nujoma een paar weken geleden bij het begin van de campagne voor zijn herverkiezing. De eer ste vier jaar na de onafhankelijkheid heb ben volgens hem als leerproces gediend. Mensen zijn gaan begrijpen dat de weder opbouw tijd en moeite kost. Morgen en overmorgen kiezen de pak weg 700.000 stemgerechtigde Namibiërs een nieuwe president en een nieuw parle ment. Ondanks de niet uitgekomen ver wachtingen wordt Nujoma's South West Af rican People's Organisation (SWAPO), de voormalige bevrijdingsorganisatie, waar schijnlijk weer de grote winnaar. De enige serieuze concurrent, de Demo cratische Turnhalle Alliantie (DTA). hoopt natuurlijk dat SWAPO zetels verliest. „De mensen zijn teleurgesteld zegt organisa tie-secretaris Albert Tsuob. „Er is de afgelo pen jaren niets ontwikkeld. Er zijn geen nieuwe scholen, klinieken of wegen ge bouwd." De verzoeningspolitiek waar Na mibië zo om wordt geprezen, is volgens Tsuob vooral hel resultaat van de onder handelingen die zijn partij al in de jaren ze- ventig begon. De conservatieve DTA wordt door de SWAPO bekritiseerd vanwege haar apart heidsverleden. De partij ontstond in 1977, toen Namibië onder Zuidafrikaans bestuur feitelijk niet meer dan een provincie var het buurland was. De DI A 'wilde onafhankelijk heid, maar via vreedzame weg. Vooral het feit dat de partij onder Zuidafrikaans be wind tot 1983 een regering heeft geleid, wordt haar door radicalere krachten nog steeds kwalijk genomen. Tsuob heeft sombere verwachtingen als de SWAPO onverhoopt toch meer dan tweederde van de stemmen haalt. Dat is voldoende om eenzijdig de grondwet te wij zigen, en hoewel SWAPO daarover nooit praat, is de, DTA ervan overtuigd dat er plannen voor bestaan. „SWAPO wil af van de bepaling dat een president maximaal twee termijnen kan blijven zitten. Ze willen Nujoma levenslang president maken. Bo vendien willen ze de doodstraf weer invoe- Ellen Musialeva, lid van de SWAPO-lei- ding, noemt die beschuldigingen onzin. „Er bestaan geen plannen voor gi ondwetswijzi- ginjgen. En wal de doodstraf betreft: daar over wordt in onze organisatie niet ge praat." Ze geeft wel toe dal SWAPO herin voering van die straf zou overwegen „als de burgers die ons kiezen, daarom vragen". Musialeva erkent dat de afgelopen jaren sociaal en economisch minder hebben op geleverd dan in 1990 werd beloofd. Maar dat er helemaal niets gebeurd is, noemt ze volslagen onzin. „Er zijn wel degelijk nieu we scholen, nieuwe klinieken, nieuwe hui zen en nieuwe wegen. Vaak zijn er geen nieuwe gebouwen neergezet, dat is waar. Maar wat doet het er toe waar kinderen les krijgen? We hebben er in ieder geval voor gezorgd dat ze niet meer buiten onder een boom hoeven te zitten. Je moet niet verge ten dat er niets was toen de Zuid-Afrikanen weggingen." kaapstad runa hellinga correspondent Op mijn mid delbare school zat ook Gerda. paar klassen van i Amsterdam het gymnasium had doorlopen, kreeg ze een ernstige spierziekte en moest van school af. Haar ouders regelden bijlessen en Gerda haalde met negens en tienen haar staatsexamen HBS- A. Het lukte haar bovendien af te studeren als jurist, een pres tatie die het grootste respect verdient omdat haar ziekte chronisch bleek en geregeld zelfs haar spraakvermogen aan tastte. Dat de ouders in een kwijnende textielstad in de ja ren zestig nog zelf het heft in handen moesten nemen, is na tuurlijk niet verwonderlijk. In het jaarverslag van de Am sterdamse Stichting Onderwijs Aan Zieke Kinderen las ik echter dat onderwijshulp aan langdu rig zieke kinderen nog steeds niet overal is geregeld. Behalve in Noord- en Zuid-Holland heeft men zelfs nooit van thuis- onderwijs gehoord, constateert de stichting verontwaardigd. Uit de positieve resultaten blijkt dat daar nodig verandering in moet komen. Het bedankbriefje van de 5 VWO-scholier die een chemo- kuur moest ondergaan, is type rend voor de enthousiaste reac ties. Na afloop schreef hij: „Ik ben Daniël en ik ben ongeveer een halfjaar bijna niet naar school geweest wegens een ern stige ziekte. In het begin zag ik een beetje op tegen de thuis- school, maar naderhand vond ik het toch prettig. Sinds een paar weken ga ik weer naar school met bijna geen achter stand en ik haal goede cijfers dankzij de Stichting en ik wil jullie daarvoor allemaal bedan ken. P.S. Nogmaals bedankt voor alle hulp en hopelijk kun nen jullie nog lang met dit werk blijven doorgaan." In 1993 kregen 105 kinderen in Amsterdam thuis les. Het jaar verslag geeft met een stand van 74 leerlingen tot de zomerva kantie ook een voorlopige score over dit jaar. Net als in vorige jaren waren de meeste leerlin gen uit het basisonderwijs slachtoffer van een verkeerson geval. Nieuw is het stijgende aantal jonge scholieren dat eep orthopedische operatie moest ondergaan. Dat zijn vaak kindg- j ren van buitenlandse afkomst I met aangeboren afwijkingen en i misvormingen, aldus de stich ting. Het aantal brommeronge vallen onder leerlingen van het voortgezet onderwijs nam sterk af. Jongens blijken nogal eens het slachtoffer van ongelukken; op het voetbalveld terwijl ook de ziekte van Pfeiffer weer voor veel schoolverzuim zorgde. Het maakt de stichting niet uit welk schooltype een kind be zoekt, voor alle richtingen zijn leerkrachten beschikbaar. De hulp is gratis maar giften zijn naast de subsidie, hartelijk wel kom. Misschien gebeurt het al, maa£ het lijkt me een goed idee als dj? stichting het jaarverslag voort aan ook naar de afdelingen on derwijs van andere gemeenten stuurt. Dat zal op zijn minst een stimulans zijn eens na te den ken over de moeilijke positie van de Gerda's van de jaren ne gentig. amsterdam franqoise ledeboer WIM STEVENHAGEN 'Amerikaanse piloten kunnen Servische doelen niet vinden THE INDEPENDENT Amerikaanse luchtaanvallen kunnen onmogelijk een einde maken aan Servische aanvallen op moslimenclaves in Bosnië omdat de Amerikaanse bommenwerpers niet weten wat de Servische artillerie- en tankposities zijn. Dat zegt Daniel E- Moore jr., commandant van de Amerikaanse luchtmacht. In tegenspraak met de 'officiële Amerikaanse mening' dat al leen bombardementen een einde kunnen maken aan de grondaanvallen en het artillerievuur, zegt hij dat Amerikaanse vliegtuigen er eerder dit jaar bij voortduring niet in zijn geslaagd hun doelen te lokaliseren. Volgens Moore zal elke luchtactie boven Bosnisch-Servisch gebied tevergeefs zijn. De bommenwerpers kunnen de doelen niet vinden. foto archief Een F-16 vlieger stapt na een missie uit zijn cockpit. De Amerikaanse luchtmacht die is opgeleid om het Sovjet-leger te bestrijden „was niet effectief tegen een kleine, mobiele strijdmacht die tot onverwachte botsingen op het slagveld in staat was", aldus Moore. Bij een gelegen heid heeft een hele eenheid, die haar basis had op een vliegdekschip, verdacht Servisch artille rievuur niet kunnen lokaliseren. De militairen hadden dat een hele week lang geprobeerd. De analyse van Moore is gebaseerd op de ver richtingen van F-l8-vliegtuigen op het Ameri kaanse vliegdekschip Saratoga in de Adriati- sche Zee eerder dit jaar. Hij voerde het com mando op het schip. Met zijn zware kritiek steunt hij de Franse en Britse opvatting dat luchtaanvallen zonder ondersteunende grondtroepen een provocatie zijn waarmee de oprukkende Serviërs beslist niet worden te gengehouden. Volgens Moore, die eerder tactisch denkt dan politiek, is een belangrijk probleem dat het Amerikaansecommando-en-controlesysteem te ingewikkeld, te langzaam en te star is om de snel veranderende situatie op de grond aan te kunnen. Hij voegt eraan toe dat in Bosnië de overgrote meerderheid van de militaire doelen eerder kleine, beweeglijke doelen zijn dan gro te, onveranderlijke militaire terreinen. „Dat was iets heel anders dan waarvoor we waren opgeleid: uitgebreid geplande aanvallen van meerdere vliegtuigen op grotedoelwitten." Volgens commandant Moore was de Ameri kaanse luchtmacht bij voortduring niet in staat kleine, beweeglijke doelen op te sporen: „Dat werd al duidelijk tijdens Operatie Desert Storm, toen de Iraakse mobiele Scuds moesten wor den opgespoord en vernietigd. Daarna werd het nog eens gedemonstreerd tijdens het beleg van Gorazde en Sarajevo." Volgens hem kan een aanval alleen met succes worden uitgevoerd dus voordat de vijand zich weer verplaatst wanneer de individuele piloot onmiddellijk reageert in plaats van de informatie en bevelen van het hoofdkwartier af te wachten. Die komen namelijk onveran1 derlijkte laat. Zelfs enkele Amerikaanse officieren betwijfe len of massale luchtaanvallen zoals onlangs door Amerika voorgesteld werkelijk iets kunnen veranderen aan de militaire situatie in Bosnië. Voormalig luitenant-kolonel van de Amerikaanse marine David Evans, die vorige maand in een helikopter naar Bihac vloog, zegt: „Men kan een gewapende divisie in die heuvels verbergen, net zoals de Duitsers in 1940 in de Ardennen deden. Bovendien hangt in de vroege ochtend een dichte mist, die de grond volledig bedekt. Luchtaanvallen halen niets uit, nul-komma-nul." Volgens Evans kan het bombarderen van Bosnisch-Servische aanvoerroutes en bruggen onhandig voor ze zijn, maar ook niet meer dan dat. Voertuigen met vierwielaandrijving kun nen over hevig gebombardeerde wegen rijden en 155-mm-artillerie is gemakkelijk te ver plaatsen. Hij zegt: „Er is een zwaar legerkorps op de grond nodig om vrede af te dwingen twee of drie divisies met ondersteuning. Dat zijn 70.000 manschappen oftewel meer dan het dubbele dan de vredesmacht van generaal Rose." Er hebben binnen de Amerikaanse strijdkrach ten altijd grote meningsverschillen bestaan over de effectiviteit van luchtaanvallen, of ze nu strategisch of tactisch van aard waren. Tij dens de oorlog in Vietnam werd het aanzien van de luchtstrijdkrachten geschaad door hun onvermogen mét bombardementen de Vietna mese communisten uit te roeien, of hun aan voerroutes af te kappen. Maar dat prestige werd tijdens de Golfoorlog ruimschoots her steld. Uit analyses bleek echter dat Amerikaan se vliegtuigen en raketten effectief waren tegen onbeweeglijke doelwitten zoals Iraakse electri- citeitscentrales en olieraffinaderijen, maar ge woonlijk geen objecten konden raken die ver plaatst of gecamoufleerd konden worden. Piloten zeggen 90 lanceerinstallaties voor Iraakse Scud-raketten te hebben vernield, maar het echte cijfer bleek nul te zijn, aldus een rapport van de luchtmacht. Onderzoek naar 2.633 Iraakse tanks die waren vernietigd of achtergelaten, wees uit dat 'tussen de 10 en 20 procent was geraakt door geschut vanuit de lucht'. washington patrick cockburn vertaling: luutje niemantsverdriet Jubileumboek onthult crisis na crisis De rust die het centrum voor verstandelijk gehandicapten Dennendal in Den Dolder na een hevige conflictperiode in de beginjaren zeventig heeft uitge straald, is slechts bedrieglijke schijn geweest. Dit tot nu toe onbekende gegeven wordt ont huld in het jubileumboek 'Om het geluk van de zwakzinnigen', over 25 jaar Dennendal als zelf standige instelling. Intern kende de instelling vijf tien jaar lang ernstige twisten over het vinden van een juiste organisatievorm, zo blijkt uit het boek. Dennendal stond in het teken van spanningen, be langenstrijd en commissies. Dat alles zonder dat de buitenwe reld daar ook maar iets van ver- In het boek heeft Dennendal voor het eerst uitgebreid ope ning van zaken over de periode na de probleemjaren van 1969 tot 1974. Het jubileumboek is in opdracht van de directie ge schreven door de historici J. D- ankers en A\ van der Linden, verbonden aan de Rijksuniver siteit Utrecht. Begin jaren zeventig probeerde de toenmalige directeur Carel Muller de zorg voor de bewo ners van Dennendal te vermen selijken. Hij wilde af van het in die tijd gangbare ziekenhuis- model. Zijn idee was dat zoiets alleen viel te verwezenlijken door een verregaande democra tisering. Achteraf gezien, con cluderen de auteurs, waren de ideeën van Muller uitstekend, alleen probeerde hij ze op een weinig diplomatieke manier te verwezenlijken. Dat had een scheuring tot gevolg tussen be houdenden en hervormingsge- zinden. Muller trok aan het kortste eind. De ME verdreef op 3 juli 1974 Muller en aanhan gers uit het bezette Lorentz-pa- viljoen. Dennendal trok zich hierna vol ledig terug. De lawine aan pu bliciteit van de jaren ervoor had directie, medewerkers en vooral ouders danig kopschuw ge maakt. De buitenwereld ver nam niets meer van Dennendal. Vanaf 1974 raakte Dennendal vijftien jaar lang in de ban van een debat over de eigen organi satie. Die telde 'een rijk gescha keerde hoeveelheid overlegvor men'. „Het verlangen orde in die chaos te scheppen was een voorname oorzaak van het de bat", aldus de schrijvers. Een andere oorzaak was een interne competentiestrijd: Tussen ou ders, deskundigen en groepslei ding bleven ook na het conflict rond Muller spanningen be staan. Het verlangen naar orde leidde tot de oprichting in september 1977 van de Werkgroep Organi satiestructuur, die allereerst een onderzoek instelde naar de knelpunten. De medewerkers uit de verschillende beroeps groepen kwamen tot 'onthuts ende' bevindingen. Er bleek een enorme onvrede te bestaan. Er was onduidelijkheid over be voegdheden en functies en ge brek aan medezeggenschap. De oplossing die de werkgroep voorstelde, omschrijven Dan- kers en Van der Linden als 'revolutionair'. De verantwoor delijkheden moesten bij de ba sis komen te liggen; directeur, staf en deskundigen werden vrijwel volledig buitenspel ge zet. Er ontstond dan ook een duide lijke scheiding der geesten. Na een scherpe discussie tussen werkgroep en staf het was in tussen juni 1978 paste de werkgroep haar voorstellen aan. De directie kreeg daarin toch weer wat te zeggen, maar de lei dinggevenden vonden dat on voldoende. In 1980 kwam de staf met een compromis. De staf en de ge combineerde vergadering met paviljoenshoofden werden ver vangen door een Centraal Be leidsorgaan; de groepsleiding was daar niet in vertegenwoor digd. De directeur moest bij be langrijke beslissingen de in stemming krijgen van het Cen traal Beleidsorgaan. Dit idee leidde tot woede en veront waardiging bij de paviljoensra den. De staf kreeg een petitie aange boden waarin zijn handelwijze 'ondemocratisch' werd ge noemd. De ondernemingsraad ondersteunde dat. Met als ge volg een conflict tussen directie en medewerkers van Dennen dal. Ten einde raad werd in de zomer van 1980 een nieuwe werkgroep ingesteld met verte genwoordigers van staf, mede werkers en ouders. Twee jaar later bepaalde die Directeur Carel Muller kijkt toe bij de ontruiming van het Lorentz-pa- viljoen. archieffoto werkgroep dat een ander orga nisatiemodel 'al reorganiserend vorm moest krijgen'. Het boek: „De problemen werden op de lange baan geschoven, een klas sieke manoeuvre bij onover brugbare geschillen. Dit gebrek aan duidelijkheid leidde in 1983 tot de vorming van een volgende werkgroep. Die besloot de groepsleiding meer beslissingsbevoegdheden te geven. Samen met leidingge venden en deskundigen zou ze in een Centraal Beraad het be leid op Dennendal bepalen. De proef mislukte. Er was spra ke van onderling wantrouwen en de groepsleiding miste de noodzakelijke kennis om de ge volgen van beleidsbeslissingen te kunnen overzien. In 1988 volgde een interim manager de toenmalige direc teur op. J. Visser schrapte het Centraal Beraad en riep een kleine staf (directeur en drie sectorcoördinatoren) en een grote staf (medezeggenschaps raad) in het leven. Onmiddellijk leidde dat tot een nieuw con flict. De groepsleiding vond dat zij onvoldoende in de grote staf was vertegenwoordigd, terwijl de leidinggevenden juist von den dat er te veel groepsleiders in zaten. Uiteindelijk leidde dat verschil van mening tot een breuk tus sen de directie enerzijds en pa viljoenshoofden en oudervere niging anderzijds. „Dennendal was in een dubbele crisis te recht gekomen", aldus de au teurs. De samenwerking met Visser werd opgezegd. Op 1 de cember 1989 trad Van Veen aan als directeur. „Hij"is een echte troubleshooter die met een slag vaardig beleid de rust op Den nendal heeft hersteld", aldus het boek. den dolder jos van der meer 'Om het geluk van zwakzinni gen is een uitgave van de Stichting Dennendal in samen werking met Bruna. Prijs pa perback 19,90 gidden, gebon den 29,90. m hap v/w ögpER vezwM m HU fótlWWRS, e&)lM 6fl AfWe(te-f%uiE AJIELZ m pp&M AfiHEH 70U 0»WAR6f£N- [mjo? ie,bzoptri toch Alles ir /MM cw "CTMWAL AÏIEjtaemi A m vu-^ihpeku- r^v/ytioM juist! AS VIE FOOTB AflE&dEt&V HIER btmoE mEM KUMW0J fii m GfDEDE WEER VEJU^ Xl/VIR WIS»-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2