Naar een sociale zekerheid op maat Feiten &Meningen CVSE zoekt vrede steeds verder weg MAANDAG 5 DECEMBER 1994 152 In Washington en Moskou vonden het ze niet, in Brussel raakten ze het spoor helemaal bijster, en daarom zoekt het circus van hoogwaardig heidsbekleders op jacht naar de Heili ge Graal van de Europese Vrede het vandaag en morgen nog verder van huis. In Boedapest buigen meer dan vijftig regeringsleiders, onder wie de presidenten Jeltsin en Clinton, zich twee dagen lang over de vraag hoe ze beter kunnen samenwerken bij het blussen van brandhaarden als Bosnië en Nagorno-Karabach. Of ze het won dermiddel vinden, is hoogst twijfel achtig. De voorbereidingen hebben aangetoond dat het water tussen Rus sen en West-Europeanen nog heel diep is. Ze ontmoeten inmiddels bijna we kelijks: Christopher, Kozyrev, Van den Broek, Kinkel, Hurd en Juppé. Met brede glimlach poserend voor de foto suggereren de ministers van buiten landse zaken van de VS, Rusland en de Europese grootmachten telkens dat ze dikke vrinden zijn, eendrachtig wer kend aan een veiliger wereld. De werkelijkheid achter de diplo matieke schermen is iets anders. Daar woedt een ingewikkelde strijd om wie het voor het zeggen heeft in clubs als de Verenigde Naties en de NAVO, en hoe ver de NAVO en de Europese Unie zich naar het Oosten mogen uitbrei den. CVSF, éérst, luidt in dat debat het nieuwste adagium, bedacht door oud minister Kooijmans en zijn Duitse col lega Kinkel. Wié eerst? De CVSE, voluit de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Euro pa, waarvan alle landen tussen het Canadese Vancouver en het Russische Vladivostok deel uit maken. De orga nisatie lijdt al jaren een kwijnend be staan. Tijdens de Koude Oorlog was ze het toneel van fikse woordenwisselin gen tussen Oost en West over de men senrechten. Daarna nam de organisa tie de Nederlandse oud-minister Van der Stoel in dienst als bemiddelaar in etnische twisten als in de Baltische Staten. En voor de rest: niets. Dat moet veranderen. Nu het Warschaupact is verdwenen, gaapt in Oost-Europa een 'veiligheids vacuüm'. De Rus is er verdwenen, de NAVO (nog) niet gearriveerd. Geen en kele organisatie kan op tijd de alarm bel luiden als er ergens oorlogjes uit breken. De Verenigde Naties, zo heeft het Bosnische drama duidelijk ge maakt, zijn daarvoor ongeschikt. Daarom moet de CVSE uitgroeien tot een soort Europese veiligheidsraad. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een Europese Veilig heidsraad is immers niet compleet zonder de bevoegdheid blauwhelmen uit te sturen naar crisisgebieden. En de meeste crisisgebieden liggen juist binnen het voormalige Sovjetrijk, in landen als Armenië en Georgië. Déél een vredesmacht stationeren van 3.000 blauwhelmen uit bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk, Nederland en Rusland, vindt Moskou wel wat veel van het goede. Zeker als het niet zelf het commando mag voeren. Het Rode Leger heeft al half Oost- Europa moeten prijsgeven en de Sov jetunie ineen zien storten. De aanwe zigheid van westerse soldaten in de Kaukasus brengt de oude vijand wel erg dichtbij. Dat sentiment wordt me de gevoed door de sterke aandrang die Washington de laatste tijd toont om landen als Polen, Hongarije en Tsjechië te/.ijnertijd lid van de NAVO te maken. Het Westen, redeneert jelt sin, is bezig zijn invloedssfeer uit te breiden. Moskou heeft daarom een heel andere opvatting van wat de CV SE als Europese veiligheidsraad kan en mag doen. Rusland heeft er lang voor gepleit de NAVO officieel onder de paraplu van de CVSE te brengen. Het Westen wees dat af als een doorzichtige po ging het Atlantisch bondgenootschap machteloos te maken: hoe kunnen we ooit voor onze verdediging zorgen als we daarvoor meer dan 50 landen moeten raadplegen? Bovendien: waar haalt jeltsin het lef vandaan zich te bemoeien met onze veiligheid of die van de Polen? Moskou slaat sinds enige tijd op het diplomatieke front een iets andere toon aan. Een Europese veiligheids raad is best, maar dan moet ze Mos kou machtigen om op eigen houtje vrede te stichten in het al vier jaar fel omstreden Nagorno-Karabach. Dat gebied maakt immers deel uit van de voormalige Sovjetunie en behoort dus tot de Russische invloedssfeer. Uitgerekend op dat punt dreigt de CVSE-conferentie in Boedapest te mislukken. Als het Westen in de Kau kasus Moskou zijn gang laat gaan, er kent het de Russische invloedssfeer. Willen 'we' per se meedoen aan een vredesmacht, dan laadt het Westen de verdenking op zich de eigen macht te willen uitbreiden. Vijf jaar na het einde van de Koude Oorlog zijn de machtsblokken nog steeds niet verdwenen. En Bosnië? O ja, daarover zal veel worden gepraat in Boedapest. Maar aangezien nie mand een oplossing weet en niemand zich echt over de Balkan wil ontfer men, zal het wel bij woorden blijven. PETER DE VRIES Basisstelsel en solidariteit sluiten elkaar niet uit GAK-voorzitter en vakbondsbo bo Hil Peperkamp sloeg een paar weken geleden de spijker op zijn kop. De vakbonden moeten volgens hem niet langer proberen de gaten te stoppen, maar moeten aankoersen op een geheel nieuwe sociale ze kerheid. Solidariteit moet daar van de pijler blijven vormen, maar de individuele verant woordelijkheid moet daarin een veel grotere rol gaan spelen. De geestverwante PvdA is die draai langzaam aan het maken. Hel was partijleider Wim Kok zelf die vorige week in de Se naat meldde dat ook hij op ter mijn wel brood ziet in een ba sisstelsel in de sociale zeker heid, waarbij de overheid slechts een minimum garan deert. Opmerkelijk, want het was uitgerekend de PvdA die zich tijdens de formatie in alle mogelijke bochten wrong om het begrip basisstelsel uit het regeerakkoord te houden. Dat lukte, maar echte winst was dat niet. De Grote Kaalslag gaat de komende jaren immers ge woon door. Vorige week keurde de Kamer de in het regeerak koord opgenomen aanscherp ing van de WW-eisen goed, waardoor de komende jaren naar schatting 75.000 werklozen direct of na zeer korte tijd in de bijstand belanden. De WAO is door de veel strengere keurings eisen veranderd in een rokende puinhoop, zo toonde de Natio nale Commissie Chronisch Zie ken eerder dit jaar al aan met een klachtenlijn. Eén van de ve le schrijnende voorbeelden uit het rapport: een man van 30 jaar liep in 1989 bij een zwaar auto-ongeluk een blijvende her senbeschadiging op waardoor hij op het niveau van een 12-ja- rige functioneert. Hij was volle dig arbeidsongeschikt ver klaard, maar bij de herkeuring volgens de nieuwe regels werd hij volledig arbeidsgeschikt ver klaard. Want de man zou im mers, zo constateerde de keu ringsarts, best taartenspuiter kunnen worden. Met de vele andere weer goedgekeurde ar beidsongeschikten wacht hem eerst de WW en vervolgens een leven in de bijstand. Met de steeds verdere aan scherping van de regels wordt sluipend een ministelsel inge voerd dat nog verder gaat dan wat de WD voor ogen staat. De WD wil tenminste nog dat ie dereen zich kan bijverzekeren voor een uitkering boven dat sociaal minimum. In het huidi ge stelsel is dat onmogelijk, om dat een redelijke uitkering in theorie is verzekerd. Het is ook niet zo vreemd dat het bestuur van de ambtena renbond AbvaKabo dit voorjaar liet weten liever een ministelsel te hebben dan op deze manier door te modderen. Laat de overheid een sociaal minimum garanderen, dan regelen wij zelf de rest wel. stelde het AbvaKa- bo-bestuur. De leden staken daar een stokje voor, omdat vol gens hen dan de solidariteit ver dwijnt. Tijdens de bijverzeke- ringsslag vorig jaar voor het WAO-gat was immers gebleken dat de premies per beroeps groep enorm uiteen liepen. Voor superslechte risico's als de chronisch zieken moest uitein delijk zelfs een speciaal fonds komen om de bijverzekering voor hen betaalbaar te houden. Al hadden de leden daar op zichzelf gelijk in, ze vergaten daarbij dat de solidariteit door de afbraak van het huidige stel sel ook door de achterdeur ver dwijnt. De opgave voor de ko mende jaren is echter niet al leen om een nieuw stelsel te ontwikkelen waarin de solidari teit is gewaarborgd, maar om een stelsel te bouwen dat daar naast rekening houdt met de in dividualisering. de emancipatie en de blijvende werkloosheid, de drie belangrijkste maat schappelijke ontwikkelingen van de afgelopen tientallen ja- PARADOX De consequenties van die ont wikkelingen zijn paradoxaal: enerzijds kan de burger meer worden aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheid, maar tegelijkertijd is hij minder verantwoordelijk voor bijvoor beeld zijn werkloosheid. Een werkloze kan wel graag willen werken, in veel gevallen is er domweg geen baan voor hem. Die laatste constatering maakt kan een werkloze hoogleraar de bestbetaaldeplantsoenenschof- felaarvan Nederland worden, maar in de praktijk zal dat niet snel gebeuren. Die hoogleraar zal snel zijn uitgekeken op het onkruid en des te harder probe ren om weer aan de bak te ko men in een voor hem interes santere baan. Het nieuwe stelsel geeft daar mee drie prikkels om weer naar een baan te gaan zoeken: wie werkloos wordt, gaat er in inko men op achteruit (al maakt hij deels zelf uit hoeveel), hij moet voor dat geld werken en het zal in veel gevallen werk zijn dat geen eerste keus is. Daarmee activeert het stelsel afgewoge- ner dan het huidige, dat niet veel meer doet dan mensen na zo kort mogelijke tijd af te sche pen met een minimum-uitke ring. DUUR Hoeveel zo'n nieuw stelsel kost, valt van tevoren niet te zeggen. De kosten hangen immers af van de waag voor hoeveel geld mensen zich zullen bijverzeke ren en hoe de werkgelegenheid zich ontwikkelt. Een grove bere kening laat echter zien dat het in elk niet veel duurder zal zijn dan het huidige. Wel is het goed te bedenken dat een klassiek ministelsel al evenmin goedko- per is dan het huidige (behalve voor de 'goede risico's' die zich voor weinig geld kunnen bijver zekeren). Belangrijker is echter nog dat niet zozeer de kosten op zichzelf de betaalbaarheid bepalen, maar de bereidheid om die kosten op te brengen. Alle onderzoeken geven aan dat mensen geld over hebben voor een goede sociale zekerheid en solidariteit in de sociale zeker heid nog altijd een belangrijk goed vinden. En wie vindt dat hij ondanks alles te veel premie betaalt, kan bij een verlenging van zijn polis natuurlijk altijd besluiten zich lager te verzeke- Het ALW-stelsel is op één punt in elk geval goedkoper dan het huidige: de uitvoeringskosten. Geen overbodige luxe, want die zijn in Nederland relatief hoog. Het nieuwe stelsel kent immers maar één uitvoeringsorganisatie in plaats van de vele eigen ko ninkrijkjes van bedrijfsvereni gingen, arbeidsbureaus, het GAK, banenpool-organisaties, jeugdwerkgarantie-clubs, socia le diensten enzovoortsDe so ciale diensten blijyen wel apart bestaan, maar zullen ongeveer tweederde van hun cliënten, de langdurig werklozen (RWW'ers), overdragen aan de nieuwe soci ale verzekeraar. In hun bestand blijven hoofdzakelijk bijstands moeders over die niet hoeven te werken om hun kinderen fat soenlijk te kunnen opvoeden. Eén organisaties is niet alleen veel goedkoper omdat er veel dubbel werk verdwijnt, voor de klanten is het een groot voor deel dat ze maar met één in stantie te maken hebben in plaats van met de drie (bedrijfs vereniging, sociale dienst en ar beidsvoorziening) waar velen zich nu dienen te vervoegen. Samengevat heeft de ALW grote voordelen ten opzichte van zo wel het klassieke ministelsel als het huidige stelsel. De voorde len ten opzichte van het huidige stelsel zijn dat het mensen hun verantwoordelijkheid terug geeft, dat de ALW niemand met een minimumuitkering langs de kant zet die daar niet zélf voor heeft gekozen, en dat de ALW iedereen ook bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid be trokken houdt bij de maat schappij. Het grote voordeel ten opzichte van het klassieke ministelsel is dat bij de ALW de solidariteit behouden blijft. Door de com binatie met workfare biedt het stelsel bovendien in tegenstel ling tot het huidige stelsel en het klassieke ministelsel de ga rantie dat het (zorg)niveau in de samenleving op peil blijft. Nu worden tientallen miljarden aan uitkeringen besteed om mensen thuis te laten zitten, in het nieu we stelsel wordt dat geld ge bruikt voor gemeenschapstaken die nu bij gebrek aan geld blij- ven liggen. SJ AAK SMAKMAN (met dank aan Frans Nypels en Flip de Kam voor hun commen taar) De sociale zekerheid staat deze week weer in de schijnwerpers, als de Kamer zich buigt over de begroting van minister Melkert van sociale zaken en werkgelegenheid. Opnieuw zal duidelijk wor den dat na vijftien jaar korten, verder bezuinigen nog steeds het parool is. Het wordt tijd voor een ander stelsel, dat solidariteit combineert met eigen verantwoordelijkheid. Een verkenning van de (on) mogelijkheden van een sociaal ministelsel. Net ontslagen werknemers het onderscheid tussen de WW en de WAO in feite achterhaald. Dat berust er immers op dat werkloosheid tijdelijk en deels vrijwillig is, maar dat arbeidson geschiktheid daarentegen blij vend is en onvrijwillig. Het ligt zo bezien voor de hand om WAO, WW en RWW (de werk loosheidsuitkering op bijstands niveau die volgt op de WW), sa men te voegen in één Algemene Loondervingswet (ALW). Zo'n ALW sluit een grotere ei gen verantwoordelijkheid aller minst uit. Daar komt het basis stelsel om de hoek kijken: ieder een moet voor zichzelf beslui ten in hoeverre hij zich wil ver zekeren tegen het verlies van het arbeidsinkomen. Een verze kering tot het sociale minimum is daarbij voor iedereen ver plicht om te voorkomen dat mensen zich helemaal niet ver zekeren en in geval van nood een beroep op de bijstand doen. Zo zouden ze dan hun verant woordelijkheid in feite afwente len op de gemeenschap. Tege lijkertijd moet ook een plafond worden gesteld aan het te ver zekeren inkomen als prikkel om bij bijvoorbeeld werkloosheid ook een minder betaalde baan te accepteren. Net«als nu kan dat maximum worden gesteld op zeventig procent van het bruto-inkomen, waarbij het maximaal te verzekeren bedrag bijvoorbeeld 70.000 gulden per jaar is. Ojn te voorkomen dat iemand die zijn werkloosheid of ar beidsongeschiktheid ziet aan komen zich nog even snel (bij verzekert voor een hoge(re) uitkering, geldt de beperking dat na de introductie de polis slechts om de twee jaar kan worden bijgesteld. SOLIDARITEIT Maar nu de solidariteit, want dat is het stiefkind van het klas sieke basisstelsel zoals bijvoor beeld de WD wil. Daarbij moet iedereen zich particulier bijver zekeren. Omdat verzekeraars de premies afstemmen op de risi co's zit bij een particuliere bij verzekering de ambtenaar voor een dubbeltje op de eerste rang, terwijl de bouwvakker voor een tientje nog blij mag zijn met een staanplaats. Weg solidariteit. Dat bezwaar valt echter te on dervangen door het bovenmini- male deel niet particulier te la ten verzekeren, maar door een nieuw op te richten sociale-ver- zekeringsmaatschappij die ie dereen hetzelfde tarief in reke ning brengt. Wie in een gevaar lijk beroep werkt of een slechte gezondheid heeft, betaalt niet méér premie per duizend gul den verzekerd inkomen dan ie mand die in die opzichten beter af is. De eigen verantwoordelijkheid krijgt daarbij gestalte doordat de verzekering strikt individueel is. Dat heeft overigens ook een groot voordeel: iedereen kan een. verzekering op maat kiezen. Een tweeverdiener kan er reke ning mee houden dat er bij ont slag nog altijd een tweede inko men is. Een alleenverdiener zal zich om die reden juist voor een hoger bedrag verzekeren. Een alleenstaande zal zich allicht voor minder verzekeren dan ie mand met een gezin. En wie denkt dat hem nooit wat over komt, kan uiteraard besluiten zich slechts voor het verplichte minimum te verzekeren. Voor hem of haar is er in geval van rampspoed dan overigens ook niet meer dan het sociaal mini mum. WORKFARE De solidariteit krijgt ook omge keerd gestalte. De ALW-uitke- ring loopt in principe tot aan de pensionering, maar daar staat de plicht tegenover om te wer ken voor die uitkering, workfa re. Zo doen de uitkeringsont vangers wat terug voor de wer kenden die via de ALW-premies hun uitkeringen betalen. Aan de sociale verzekeringsmaatschap pij is een arbeidsbureau ver bonden dat dé ALW'er bernid- delt naar een betaalde baan of naar maatschappelijk nuttige arbeid en eventueel zorgt voor bij- of omscholing. Wie zonder goede reden werk of scholing weigert, krijgt een korting op zijn uitkering die kan oplopen tot het salaris dat hij met het aangeboden werk (of het salaris van de baan die door de scho ling binnen bereik komt) zou kunnen verdienen. In dit stelsel blijven (gedeelte lijk) arbeidsongeschikten niet langs de kant staan. Net als nu wordt gekeken naar wat ze nog kunnen, maar dat dient alleen om ze daadwerkelijk goed te kunnen bemiddelen naar een nieuwe werkkring en niet om hun uitkering te korten. De keu ring krijgt dan eindelijk het praktische karakter dat zo lang heeft ontbroken. Het spreekt voor zich dat wie echt niet meer kan werken, dat ook niet hoeft. Werken voor je uitkering heeft in het stelsel een zevenvoudige functie. De eerste is om mensen via een werkkring betrokken te houden bij de gemeenschap en zo een maatschappelijk isole ment te voorkomen. Een twee de functie is dat de uitkerings ontvangers hun arbeidsritme behouden en zo geschikt blijven voor de arbeidsmarkt. De derde functie is het voorkómen van de verveling die vrijwel onlosma kelijk met werkloosheid is ver bonden en vooral bij jongeren op termijn vaak leidt tot vanda lisme en andere vormen van (kleine) criminaliteit. De vierde functie is een effectief gebruik van de uitkeringsgelden, die im mers gaan dienen als financie ringsbron voor veel werk in de zorg, het milieu en toezicht dat nu blijft liggen bij gebrek aan geld. Een vijfde functie is dat daardoor het maatschappelijk draagvlak voor het stelsel in stand blijft: wie premie betaalt, ziet daar ook wat voor terug in de vorm van een een schonere en veiligere leefomgeving en een betere zorg voor bijvoor beeld ouderen. Een zesde func tie is het bestrijden van zwart werk. Enerzijds omdat workfare mogelijkheden biedt om werk dat nu zwart wordt gedaan veel goedkoper aan te bieden, an derzijds omdat iemand met een workfare-baan veel minder tijd heeft om zwart bij te klussen. Ten slotte functioneert workfare als een prikkel om zelf actief naar werk te zoeken. In theorie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2