De vergeten bombardementen
ZATERDAG 3 DECEMBER 1994
Z Ji
De eerste vier oorlogsjaren
was Leiden 'onbeschadigd'
doorgekomen. Tot 10 en 11
december 1944. Bij drie
Engelse bombardementen,
gericht op vernietiging van
Duitse overslagplaatsen
van V-2 raketten, werden
de Kooi en het
Stationskwartier zwaar
getrojfen. Er vielen meer
dan vijftig doden,
honderden mensen
raakten gewond en
honderden gezinnen
werden dakloos. Zondag
11 december is er voor het
eersteen herdenking van
deze bombardementen.
December 1944. Leiden is in die
pe rouw. Drie Engelse bombar
dementen van Duitse V-2 op
slagplaatsen (bij het hoofdstation en het
Spoortje aan de Herensingel) zijn faliekant
mislukt en hierbij zijn vele slachtoffers geval-
len. Veel Leidenaars zijn een familielid kwijt:
in eerste instantie wordt officieel bekendge
maakt dat er 46 doden te betreuren zijp, La-
I ter loopt dit aantal op tot 54, omdat mensen
I aan hun verwondingen bezwijken of pas vele
j 'maanden na dato worden gevonden. Als ze al
I worden gevonden.
Bij het verdriet om dit verlies komt dan ook
/nog de teleurstelling over het resultaat van de
j/aanvallen. Bijna een hele wijk is verwoest,
;.;rond Haverzaklaan en Heinsiusstraat, en de
V-2-dreiging blijft onverminderd bestaan.
Juist om die dreiging weg te nemen, waren
de Engelse luchtaanvallen ingezet. Dank zij
die wapens immers konden de Duitsers de
oorlog nog bijna winnen.
8 September 1944. In een villawijk van Was
senaar klinken twee zware slagen. Boven de
boomkruinen verheffen zich twee giganti
sche projectielen, die met duizelingwekken
de vaart door de lucht zoeven. Enkele minu
ten later bereiken ze hun doel: Engeland. Een
van de raketten slaat in Londen een grote
krater: meer dan zestig huizen worden ver
nield. De ander komt terecht in een bos bui
ten de stad. De V-2, de verbeterde uitgave
van de V-l die sinds juni '44 in de strijd is ge
worpen, heeft officieel zijn intrede gedaan in
de geschiedenis.
De geallieerde wereld reageert ontzet. Met
deze V-2, oftewel Vergeltungswaffe-2, hebben
de Duitsers een ijzersterk wapen geïntrodu
ceerd. Door zijn immense snelheid en de
hoogte waarop hij vliegt, is de V-2 niet uit te
schakelen door jachtvliegtuigen en afweerge
schut en de Duitsers zijn vast van plan om
Engeland met hun Vergeltungswaffe op de
knieën te krijgen. Er is slechts één manier om
het wapen te bestrijden: via vernietiging aan
de grond. Zo ontstaat vanaf 8 september
1944 een nieuwe luchtoorlog; bestrijding van
de V-2 door het bombarderen van produktie-
centra, lanceerplaatsen, aanvoerlijnen en op
slagplaatsen.
Op aanwijzingen van het Nederlands Ver
zet voert de RAF (de Britse Royal Air Force)
enkele dagen na de eerste lancering bombar
dementen uit op de lanceerlocatie. Tever
geefs, want de installaties zijn door de Duit
sers al weer verplaatst. Speciaal voor het ver
voer én de lancering van de V-2 is een zoge
naamde Meillerwagen ontworpen, een trailer
met een eenvoudige hefinstallatie waarmee
de raket in afvuurstand kan worden gebracht.
Zo is de V-2 zeer mobiel en overal in te zet
ten, zoals de geallieerden tot hun frustratie
ondervinden.
Daarbij komt dat de locatie tot een uur
voor lancering onbekend blijft, 's Nachts
worden de raketten per trein van Duitsland
naar Nederland vervoerd. Ze blijven een dag
staan op een overslagplaats en worden 's
avonds met de Meillerwagen naar de lan-
ceerplaats vervoerd. Een uur na aankomst
zijn de raketten klaar voor lancering. Er zijn
dagen dat er veertien V-2's worden afgevuurd
richting Londen. Volgens officiële Britse mel
dingen vallen er als gevolg van de inslagen
2.724 doden en 6.467 zwaar gewonden.
Duindigt
Aangezien het beperkte bereik van de V-2 het
onmogelijk maakt de lanceringen vanuit
Duitsland te verrichten, heeft de bevelhebber
over de V-2's, de S.S. Gruppenführer en luite
nant-generaal dr. ir. Hans Kammler, veror
donneerd dat lanceerplaatsen géïhstalleerd
moeten worden in en rond Wassenaar: onder
meer op landgoed Duindigt en in het Haag-
sche Bos. Meestal goed verborgen onder
dicht geboomte, onzichtbaar voor fotover-
kennings-vliegtuigen en ook nog vaak vlakbij
behuizing. De Duitsers gokken er op dat om
bombarderen, wederom lukt dat niet. Wel is
het opnieuw raak in het Stationskwartier en
de Haverzakbuurt en vallen er bommen op
de Rijn- en Schiekade. De slachtoffers vallen
nu ook onder de toegestroomde burgers. Ook
een van de piloten, Flying Lieutenant Oden,
komt om het leven: zijn vliegtuig wordt door
afweergeschut neergeschoten.
De volgende dag, 12 december, werken vé
le tientallen mannen als bezetenen om hét
puin te ruimen, in de hoop nog mensen te
kunnen redden. Tientallen slachtoffers wor
den geborgen. Ondertussen gonst het van de
berichten dat de Engelsen nög een aanval
zullen wagen. Vele gezinnen pakken hun
spullen en vertrekken in paniek.
In Engeland is inderdaad besloten nog
maals een aanval te wagen; de doelen móe
ten worden geraakt. Ditmaal wordt de aanval
's avonds uitgevoerd. Om 21.10 uur komen
veertien Mosquito's (squadrons"No. 487 en
No. 21, met als thuisbasis Thorney Island)
boven Leiden aan. Het weer is inmiddels
weer zo slecht geworden dat de vliegers fak
kels moeten uitwerpen om iets te zien. Ze
kunnen de opslagplaatsen niet vinden en ke
ren met hun bommen terug naar Engeland.
Tekeningen
Jan van Zijp krijgt vlak na deze bombarde
menten vanuit het verzet het verzoek teke
ningen van V-2 opslagplaatsen mee te smok
kelen naar oost-Nederland. Van Zijp: „Die te
keningen heb ik heel klein opgevouwen en
verstopt onder de binnenzolen van mijn
schoenen. In de Betuwe zouden contactper
sonen de tekeningen verder doorspelen naar
het zuiden. Maar bij Zaltbommel raakte ik
verzeild in een razzia en met zo'n dertig an
dere mannen werd ik in een schuur gedre
ven. Alles werd ons afgenomen, tot een kam
metje en een potlood toe. Maar aan die
schoenen dachten ze natuurlijk niet. Toen
het donker werd, bleek ik de deur zo open te
kunnen stoten en met drie man zijn we ont
snapt. Terug in Leiden had ik de tekeningen
nog in mijn schoenen. Die heb ik toen maar
weer terug gegeven aan het verzet."
Leiden krijgt ook later nog een paar keer te
maken met bombardementen. Op 22 januari
1945 vallen Typhoons (wederom onder lei
ding van Gillam) spoorbruggen aan ten noor
den en ten westen van Leiden. Vanuit Enge
land wordt opgetogen gereageerd. De schade
is echter gering.
De volgende dag mislukt een bombarde
ment op de spoorbrug over de Nieuwe Vaart.
Bij een nieuwe aanval op deze brug, op 3 fe
bruari, vallen een dode en enkele gewonden.
Pas bij een derde aanval, op 6 februari, wordt
de brug geraakt. Diezelfde dag wordt ook ge
probeerd de spoorwegbrug bij de Vink te
bombarderen, maar ook dat mislukt. Er val
len zes doden. Tachtig gezinnen worden
dakloos.
De V-2 lanceringen blijven doorgaan
veelal vanuit het Haagsche Bos. Daarop moet
dan ook een zware aanval komen, zo wordt
in Londen besloten. Een onervaren officies*
geeft echter de verkeerde coördinaten doof
en de bommen vallen niet in het Haagschfr
Bos, maar op het Bezuidenhout. Er valled'
minstens 520 doden. Net zoals eerder in Lei
den, is ook dit drama terug te voeren op het
feit dat een stad door de Duitsers als 'dek
king' werd gebruikt voor opslag of lancering
van de V-2.
Op 26 en 27 maart 1945 klinken de laatste
explosies. De eenheden van Montgomery
rukken op en alle Duitse speciale troepen
moeten hun biezen pakken. Ze vertrekken op
29 maart, na hun hele voorraad te hebben
opgeblazen. Wat de Britse luchtmacht niet is
gelukt, hebben de grondtroepen bereikt.
Over de V-2 en de bombardementen wordt
in Leiden niet vaak meer gepraat, druk als de
inwoners het hebben met de wederopbouw.
Pas nu, na vijftig jaar, is er voor het eerst een
herdenking.
Volgende week deel 2:
'In een half uur was hij grijs'.
De toren van de Leidsche Duinwater Maatschappij staat na de bombardementen als een van de weinige gebouwen nog overeind. Op
de achtergrond het station en de schoorsteen van het Academisch Ziekenhuis.
Uitzicht op de Stationsweg, vanaf de houten voetgangersbrug, die brug spottend de 'Brug der Zuchten' werd genoemd. Café-restaurant Zomerzorg, na de oorlog geheel her
bouwd, moest als gevolg van de spoorwegwerken vanaf 1949 alsnog wijken. foto uit leiden in bewogen jaren
Leiden herdenkt mislukte Engelse aanval
volgende week voor het eerst
die reden grootscheepse luchtaanvallen zul
len uitblijven. De bevolking ondervindt voor
alsnog dan ook meer last van de V-2's dan
van de geallieerden. De raketten vallen na
melijk nogal eens terug. „Als we "de knal van
een afgevuurde V-2 hoorden, hielden we de
adem in en telden we tot acht", herinnert
zich een Hagenaar. „Was er dan niets ge
beurd, dan wisten we dat de lancering was
gelukt en de raket boven zee was."
Toch komt vanuit het verzet het verzoek
aan de geallieerden af te zien van luchtaan
vallen op de lanceerinstallaties. Daarbij wor
den steeds burgereigendommen geraakt en
de installaties kunnen bovendien gemakke
lijk worden gerepareerd. Het verzet geeft het
advies om de aanvoerwegen aan te vallen. De
RAF probeert nadien de spoorverbindingen
te bombarderen waarlangs het materieel
westelijk Nederland bereikt. Verschillende
stationsemplacementen in heel Nederland
krijgen te maken met een geallieerd bombar
dement. Onder de Nederlandse burgers val
len veel slachtoffers. En de treinen met raket
ten en hun brandstof blijven maar aanrollen.
Kolen
Vanuit het Nederlandse verzet wordt doorge
geven dat in Leiden meerdere V-2 overslag
plaatsen te vinden zijn; zowel bij het hoofd
station als bij 't Spoortje, een stationnetje aan
de Herensingel, 't Spoortje was oorspronke
lijk in gebruik als station voor de Haarlem
mermeerspoorlijn. Daarna werd het gebruikt
voor vervoer van kolen. Tijdens de hon
gerwinter werd hier vaak gezocht naar stuk
jes kool. Volgens een buurtbewoonster wer
den de raketten daar 's nachts gebracht. „Ze
stonden op het terrein, afgedekt in platte wa
gons. Overdag bleven ze staan, waarna ze de
volgende nacht op vrachtwagens werden
Vervolgens worden de raketten via Haar
lemmerstraat, Breestraat, Noordeinde, Haag-
weg, Leidseweg, Voorschoten en de Papen-
laan naar Wassenaar gebracht. Fietsenhan
delaar Jan van Zijp, destijds woonachtig in de
Haarlemmerstraat: „Op een avond waar
schijnlijk eind november hoorden wij her
rie op straat. We deden de lichten uit, scho
ven de gordijnen open en zagen een grote
trailer voorbij komen met daarop een hele
grote raket. Je zag dat het raketten waren, ze
waren niet afgedekt. Daarna kwamen er
praktisch elke avond wel een paar voorbij."
Ook bij het Leidse hoofdstation zijn meer
dere opslagplaatsen. Tegenover het station,
bijvoorbeeld, waar dan nog Van Gend en
Loos is gevestigd, 's Nachts komen daar V-2's
aan. Net zoals op het Van Gend en Loos-ter-
rein achter de Ambachtsschool aan de Haag-
weg en op het rangeerterrein pal voor het
station zelf.
An van der Meel woont in die tijd in de
Rijnzichtstraat. „Aan het eind van de straat
had je de lijn Den Haag-Leiden. De V2's
stonden ook wel bij die lijn, maar meestal
stonden ze hier pal voor de deur. Daar was
een plek waar normaal paarden en koeien
werden gelost. De raketten lagen daar op wa
gons, die af en aan reden."
De opslagplaatsen liggen verspreid in de
stad, met in de zeer directe nabijheid behui
zing en niet te vergeten het Academisch
Ziekenhuis, pal aan de andere kant van het
station. Geneesheer-directeur dr. Maas en de
Leidse stationschef doen hierover bij de be
velvoerend officier hun beklag. De officier
weigert echter zijn rakettreinen van het 'Zie-
kenhuisspoor' weg te halen.
Weinig mensen in Leiden weten dat er op
slagplaatsen in de stad zijn. An van der Meel:
„Wat veel angst inboezemde, waren de En
gelse vliegtuigen die 's nachts kwamen.
Vanuit de vliegtuigen zag je de lichten, zoe
kend naar de V-2's, die voor ons huis ston
den. Op een gegeven moment was het zo ge
vaarlijk dat de hele straat werd geëvacueerd.
Er was wel degelijk angst voor een bombar
dement."
De toenmalige Leidse wethouder M.G. Ver-
wey schrijft in het boekje Leiden in de bezet
tingstijddal de geallieerden weet hadden van
de opslag van het 'geheime V-2 wapen'. „Het
lag dus voor de hand dat te zijner tijd deze
los- en transportplaatsen het doelwit van de
geallieerde luchtmacht zouden worden."
Verweij laat een rampenplan ontwerpen,
voor het geval er een bombardement zou ko-
Typhoon
Dat komt er ook. Ten slotte. In de winter van
'44 is het weer bar en boos. Niet alleen de be
volking lijdt eronder, ook de geallieerde vlie
gers kunnen er weinig mee. Door kou, regen
en sneeuw worden veel door de RAF geplan
de luchtoperaties afgelast. In december stij
gen elke dag vliegtuigen op om 'raket-doelen'
bij Den Haag aan te vallen. Maar elke dag
moeten ze voortijdig terugkeren omdat er
door het dikke wolkendek niets te zien is.
Op zondag 10 december is het weer op
nieuw niet optimaal, maar wel beter. Vier
Spitfires van de '12e Group No. 229 Squadron
van de '2nd Tactical Airforce' stijgen om
08.15 uur op van de Engelse basis Swanning-
ton. De vliegers hebben opdracht gekregen
de opslagplaats bij 't Spoortje in Leiden te
bombarderen. Om ongeveer half tien ver
schijnen de toestellen boven de stad. Door
een gat in de wolken duiken de vliegers van
11.000 naar 4.000 voet. De Duitsers reageren
meteen met afweergeschut. De vliegers laten
hun bommen los en zijn om 9.55 uur weer
terug op de thuisbasis, maar ze zijn er niet in
geslaagd de opslagplaats te raken. De bom
men komen neer in het Kooikwartier, vooral
op de hoek van de Sophiastraat en de
Alexanderstraat. Hier vallen meer dan tien
slachtoffers.
In Engeland wordt geschrokken gerea
geerd. Er waren die maanden al te veel mis
lukte aanvallen geweest. Daarom wordt be
sloten kolonel Denys Gillam in te schakelen.
Gillam's voorgaande successen hadden hem
28 jaar oud de bijnaam Kill'em Gillam
opgeleverd. Hij had de leiding over de nr. 146
Wing gestationeerd in Deurne bij Antwer
pen. Deze Wing bestond uit de Squadrons nr.
257 en 263 met elk acht Typhoons. Zo'n Ty
phoon, een eenmans-jachtbommenwerper,
kon pijlsnel duiken om vrijwel vanaf dak
hoogte te opereren.
Op maandag 11 december stijgen de Ty
phoons op met de opdracht de opslagplaat
sen bij het hoofdstation aan te vallen. Net na
het middaguur duiken de vliegtuigen op bo
ven het Leidse station. Ook hier wordt gerea
geerd met intensief afweergeschut. De vlie
gers laten hun bommen los, wat volgt is een
drama. De bommen vallen vele tientallen
meters van de doelen. Aan de stadszijde,
want het Academisch Ziekenhuis mag zeker
niet worden geraakt. Nu vallen ze op de Sta
tionsweg en in de Haverzakbuurt. Huizen
storten in en vele bewoners komen om het
leven of raken gewond.
Een van de vliegtuigen is getroffen en de
vlieger moet wegens olie-lekkage zijn Ty
phoon per parachute verlaten. Hij landt in de
buurt van Tilburg en is 's avonds weer pre
sent in Deurne. Omdat één squadron meldt
'geen treffers te hebben waargenomen',
wordt besloten nog diezelfde middag terug te
keren voor een nieuwe aanval. Daartoe stij
gen de toestellen op om 15.35 uur.
Intussen is in het Stationskwartier de hulp
verlening op gang gekomen. Velen die er fa
milie hebben wonen, spoeden zich naar het
rampgebied, dat overigens meteen wordt af
gezet. In de directe omgeving is dan ook een
groot aantal mensen aanwezig, als rond vier
uur in de middag de vliegtuigen voor de
tweede keer boven de stad verschijnen. We
derom proberen ze de opslagplaatsen te
De Stationsweg ter hoogte van restaurant Eigenzorg. In een van de panden zat de boekhandel van Erisberg. Bij de
bombardementen op 11 december werd het winkeltje weggevaagd. foto's b.b.m. jansen