ZATE
R
BIJVOEGSE
L
DAG
S
>TT
ZATERDAG 3 DECEMBER 1994
Vrouwen met kinderen drommen samen in een ziekenhuis in Bhopal, tot ze, soms pas na uren, aan de beurt zijn voor een
MCGIRKonderzoek, een recept voor medicijnen en het noodzakelijke briefje waarmee ze kunnen aantonen dat ze als slachtoffer
the independent van de giframp niet voor behandeling hoeven te betalen. foto reuter kamal kishore
Bhopal verdient beter. Nadat een
wolk gifgas zich als een deken over
deze Indiase stad vouwde, zijn
volgens officiële cijfers vijfduizend
mensen aan de gevolgen overleden.
Er zijn tienduizenden lijders aan
chronische bronchitis, hartkwalen,
tuberculose en andere
longaandoeningen. Tien jaar na de
ramp zijn de inwoners nog steeds
het slachtoffervan corruptie,
bureaucratie en hebzucht.
Hij heeft een ernstige vorm van astma en kan niet eens
de brug bestijgen die over de perrons loopt. Een van
zijn kleinkinderen, kort na de ramp geboren, stierf aan
een longziekte. Zijn beide zonen hebben ademhalings
problemen en kunnen zich in geen baan handhaven.
Tegengif
Om 5 uur 's ochtends kregen dr. Chandra en zijn assis
tent, dr. Sathpathy, in het Medisch Ziekenhuis Gandhi
nog steeds de verzekering van Union Carbide dat het
gelekte gas niet giftig was, hoewel de lijken nu lagen
opgestapeld in 'het lijkenhuis. „We vroegen hen om
een tegengif', zegt Sathpathy grimmig. „We hebben
nooit antwoord gekregen van Union Carbide. Omdat
er geen tegengif was."
Het viel Chandra's team op dat het vlees van de lij
ken een rozige kleur had, wat normaal wijst op sporen
cyanide. Ter behandeling van een cyanidevergiftiging
wordt vaak natriumthiosulfaat gebruikt en de weten
schappers probeerden dit op verschillende slachtoffers
uit. Hun toestand verbeterde. „Ik weet niet waarom,
maar de bestuurders weigerden dat aan de patiënten
aan te bevelen", zegt Sathpathy. Hij vermoedt dat de
autoriteiten hebben willen verbergen dat de Indiase re
gering Union Carbide heeft toegestaan grote hoeveel
heden dodelijke cyanide op te slaan in een stad met
meer dan een miljoen inwoners.
Namens de slachtoffers vervolgde de Indiase rege
ring Union Carbide, met als eis 3,3 miljard dollar scha
devergoeding. Uiteindelijk troffen beide partijen in
1989 een schikking voor 470 miljoen.
Dit wekte de woede op van veel Indiërs. „Als een
ramp van dezelfde verschrikkelijke omvang in Europa
was gebeurd of bij een van de Union Carbide-fabrie-
ken in de VS, zou de schadevergoeding die het bedrijf
zou hebben betaald in de miljarden hebben gelopen",
aldus Khan, de activist.
Pas in februari 1992 werden, na aansporingen van
het Hooggerechtshof in Delhi, iri Bhopal de tribunalen
opgerecht die de zware taak kregen de slachtoffers te
identificeren en uit te betalen. Tot nu toe hebben
slechts 95.000 mensen schadevergoeding ontvangen,
meestal zeer nietige bedragen. Families krijgen gemid
deld 80.000 roepies (4400 gulden) voor een dode, de
gewonden krijgen ongeveer 15.000 roepies (825 gul
den). Khan: „Slechts eenzesde van de rente van wat
Union Carbide heeft betaald, is gebruikt. Het grootste
deel van het geld is onaangetast gebleven. Wij vragen
ons af: Waar is het gebleven?"
In een spijtbetuiging na de ramp beloofden de India*
se autoriteiten nieuwe ziekenhuizen te bouwen eri
werkopleidingscentra om ten minste tienduizend
slachtoffers aan een baan te helpen. Tien jaar later zijn
de ziekenhuizen nog steeds overbevolkt, een arts moet
tijdens een dienst van vier uur tweehonderd patiënten
onderzoeken. Het opleidingscentrum heeft nog geen
enkel slachtoffer van een baan voorzien.
Singh, de spoorwegbeambte, heeft zijn pogingen om
compensatie te krijgen opgegeven. „Al zou ik honderd
duizend roepies krijgen, dan zou ik eerst vijftigduizend
roepies aan smeergeld moeten betalen. Dat kan ik me
niet veroorloven. Ik heb niet zoveel geld."
Vorige maand heeft Union Carbide zijn aandeel van
50,9 pocent in zijn Indiase activiteiten voor 2.900 mil
joen roepies (160 miljoen gulden) aan een bedrijf in
Calcutta verkocht. Volgens deskundigen is dit slechts
een fractie van de werkelijke marktwaarde, maar de
Amerikaanse multinational heeft dat ervoor over om
eindelijk Bhopal de rug te kunnen toekeren. „Wij vin
den dat we in 1989 aan onze verplichtingen hebben
voldaan", zegt Bob Berzok, een woordvoerder van
Union Carbide in Connecticut. „Union Carbide", aldus
een andere .woordvoerder, „is een bedrif dat naar de
toekomst kijkt en dat de trauma' s van het verleden van
zich heeft afgeworpen."
Veel inwoners van Bhopal doen iedere dag weer mee
aan een protestdemonstratie tegen de Indiase regering
en Union Carbide. De fabriek is verlaten. Het bouw
werk van tanks, spiraalvormige buizen en pijpen ziet
eruit als het laboratorium van een idiote wetenschap
per.
VERTAUNG LUUTJE NIEMANTSVERDRIET
et was alsof de duivel ontsnapte",
I herinnert dr. Heerish Chandra zich
-M- de nacht van 2 december 1984. „Er
waren gaswolken van vijf meter breed die van binnen
fonkelden en doorschijnend waren. Ze dreven als vele
ballonnen naar beneden, stuiterden een beetje toen ze
op de straatlantaarns en de weg terecht kwkmen. Dui
zenden mensen renden weg, in doodsangst." Dr.
Chandra was getuige van een gaslek, dat het gevolg
was van de ergste door de mens veroorzaakte ramp
van deze eeuw. Zelfs nu nog, na tien jaar, is Bhopal in
India een kwijnende stad.
Die nacht hing Chandra, de belangrijkste patholoog
van Bhopal, aan de telefoon met de plaatselijke be
drijfsleiding van de fabriek van Union Carbide, in een
poging er achter te komen wat voor gas het precies
was. De leiding hield vol dat hef geen kwaad kon. „Zeg
de mensen maar dat ze hun gezicht wassen en dan is
er niets aan de hand", zeiden ze tegen Chandra. Maar
de volgende ochtend, toen hij bij de poort van het be
langrijkste ziekenhuis van Bhopal kwam, zag Chandra
iets heel anders. Een menigte in paniek geraakte, ster
vende mensen strompelde de heuvel op naar het zie
kenhuis. Chandra's blik viel op een man in de zieken-
huistuin. „Hij scheurde zijn kleren van zich af, er
kwam schuim uit zijn neus en mond, hij begon te
stuiptrekken en stierf', herinnert de dokter zich. In het
lijkenhuis lag al een tiental lichamen.
Tegen 11 uur 's ochtends hadden Chandra en zijn
team autopsie verricht op 350 lijken en die overal op
gestapeld, op de vloer van het laboratorium, in de gan
gen. Tegen 5 uur 's middags warén er meer dan dui
zend doden en nog meer in andere ziekenhuizen rond
Bhopal. „Het was een zee van dode lichamen", zegt
Chandra boos.
Het dodelijke gas was een chemische stof bekend
onder de naam methyl isocyanaat (MIC), dat wordt ge
bruikt voor de produktie van pesticiden. Is het een
maal ingeademd, dan sijpelt het gas van de longen via
het bloed naar naar hart, nieren en hersenen.
Meer dan een half miljoen mensen de halve stad
lijden aan chronische ziekten. Hun ogen, longen en
hart zijn aangetast door ten minste 22 giftige verbin
dingen die die nacht als een duivelse geest uit een che
mische opslagtank ontsnapten en een giftige sluier leg
den over Bhopal. Vandaag de dag hebben inwoners
van de buurten en sloppenwijken rond de fabriek van
Union Carbide een flinke kans dat ze aan kanker of
TBC lijden, een hartziekte hebben of blind zijn. Het
aantal miskramen en doodgeborenen is in Bhopal nog
steeds veel hoger dan in andere Indiase steden.
Het giftige gas heeft net zo onverbiddelijk zijn weg
gevonden door de infrastructuur van de stad als door
het lichaam van zijn menselijke slachtoffers. Zieken
huizen, welzijnsvoorzieningen en het hele bestuurlijke
apparaat werden uitgeschakeld. Bhopal, achthonderd
kilometer ten zuiden van Delhi, ooit beschouwd als
een van de mooiste steden van India, moet zich nog
herstellen. De ziekenhuizen en rechtbanken die medi
sche schadeclaims toewijzen zijn ingestort. De corrup
tie heeft zich als een tumor uitgezaaid en artsen, advo
caten en ambtenaren strijden met elkaar om iets van
de 470 miljoen dollar (achthonderd miljoen gulden) te
pakken te krijgen, die het Amerikaanse Union Carbide
via een schikking buiten de rechtbank om heeft be
taald.
In het Sjah-Aliziekenhuis, waar nog steeds dagelijks
driehonderd patiënten binnenkomen die lijden aan de
gevolgen van het gas, zijn niet voldoende bedden. Pa
tiënten, van wie sommigen bewusteloos, liggen op de
vuile vloer in de hal aan een intraveneus apparaat dat
aan het raam is bevestigd. Razia Nabih, een arme
vrouw die aan voortdurende hoestbuien en hoofdpij
nen lijdt, heeft vijf uur in de rij gestaan voor de dokter.
Hij heeft een recept uitgeschreven waarmee Razia naar
de ziekenhuisapotheek is gegaan. Als slachtoffer van
het gifgas heeft ze recht op gratis medicijnen, maar de
apotheker bekijkt de lange lijst met medicijnen die ze
nodig heeft en geeft haar slechts één pil. „Hij zei dat ik
de andere medicijnen zelf moest kopen", klaagt ze
mismoedig.
De rechtbanken zijn nog erger. De Indiase regering
heeft meer dan veertig welzijnstribunalen ingesteld
rond Bhopal, waar de rechters geacht worden de echte
schadeclaims van de duizenden valse claims te schei
den. De echte gifgasslachtoffers zouden een vergoe
ding krijgen, die kan oplopen tot 400.000 roepies
(22.000 gulden). Ik bracht eerT bezoek aan zo'n recht
bank en moest over stapels verbrand afval en omgeval
len telefoonbedrading klimmen om de ingang te berei
ken. Binnen liepen vijf keurig geklede klerken, die niets
deden: de president van het tribunaal was in augustus
overgeplaatst en drie maanden later was hij nog niet
vervangen.
Iedere rechtbank wordt geacht uitspraak te doen in
veertig gevallen per dag. Volgens dat criterium zijn al
leen al bij deze rechtbank 2.880 mensen, van wie er ve
len dagelijks pijn lijden en in armoede leven, het hun
rechtmatig toekomende geld misgelopen. Het is nog
erger. Algemeen wordt beweerd dat rechtbankmede
werkers smeergeld verwachten van een slachtoffer
voor een spoedige behandeling van hun zaak. Iemand
die weigert smeergeld te betalen, kan verwachten dat
de nieuwe datum van behandeling enkele jaren wordt
uitgesteld of op een mysterieuze wijze van de agenda
verdwijnt.
Abdul Jabbar Khan, een actievoerder, zegt: „De
meeste gifgasslachtoffers komen uit de sloppenwijken.
Ze kunnen niet schrijven, ze kunnen de papieren niet
lezen die de ambtenaren die smeergelden eisen hun in
de handen stoppen en waarmee ze hen van het ene
kantoor naar het andere sturen. Iedere dag voelen ze
zich een beetje zieker, een beetje zwakker door het gas.
Uiteindelijk geven ze het op of sterven ze. Duizenden
mensen in Bhopal zijn gestorven zonder een cent te
hebben gekregen.
Noodsysteem
Om half 11 op de avond van 2 december 1984 vergeet
een werknemer van Union Carbide na een normale
schoonmaakklus een klep met een metalen plaat vast
te zetten. Zonder deze veiligheidsplaat sijpelt water in
een grote tank met tonnen MIC, een chemische stof
die zo vluchtig en giftig is dat er in Europa niet meer
dan enkele liters tegelijkertijd van mag worden ge-
Alsof er peper in hun ogen werd gestrooid, zo trof het gifgas de bewoners van de sloppenwijken ii
Bhopal. archieffoto
Indiase stad Bhopal lijdt tien jaar
later nog onder giframp Union Carbide
maakt. De MIC-tank moet worden gekoeld, maar om
honderd gulden per maand te besparen, heeft de be
drijfsleiding het koelsysteem uitgeschakeld. Als reactie
op het lekkende water stijgt de temperatuur tot boven
de tweeduizend graden Celsius, waardoor de ijzeren
tank opbolt.
De torenhoge druk wordt kort na middernacht ont
dekt. Maar de in paniek geraakte nachtploeg denkt er
niet aan het MIC-gas af te tappen in een lege tank. Om
ongeveer 1 uur 's nachts beginnen de dodelijke gassen
door te branden. Geen van de drie noodsystemen
functioneert. Het waarschuwingssignaal klinkt niet
voor 2 uur 's nachts en tegen die tijd is het meeste gas
ontsnapt en ligt Bhopal onder een mantel van gif.
Habib Ali (55), bewaker bij de fabriek van Union
Carbide, had zijn dienst om half 11 's avonds beëin
digd en was de straat overgestoken naar zijn huis in
Shakti Nagar, een sloppenwijk. „Mijn ogen begonnen
te steken alsof iemand chilipoeder in het vuur had ge
gooid", herinnert Ali zich, een tengere man die zware
sigaretten rookt zodat hij zijn longen schoonhoest. „Ik
waste mijn ogen en keek naar buiten. Overal hing een
mist. Union Carbide heeft nooit gezegd dat het gas ge
vaarlijk was alleen dat het voor het doden van insek-
ten was." Hijgend en kokhalzend rende Ali de modder
wegen van de sloppenwijk af, op de deuren bonzend
en de mensen toeroepend dat ze moesten vluchten.
„Het gas was dik, als strengen katoen", zegt hij.
Door zijn buren'te waarschuwen heeft Ali tientallen,
zo niet honderden, levens gered. Maar hij bleef achter:
hij zocht als een waanzinnige naar zijn twee kleine
zoontjes die hij was kwijt geraakt in de giftige mist. Een
week lang maakte hij jacht op zijn kinderen in zie
kenhuizen, op spoorwegterreinen en tussen de rijen lij
ken die lagen te wachten om op de crematievuren te
worden gegooid. Uiteindelijk doken zijn zoons weer
op. Een familielid dat de ramp ontvluchtte had ze in
een bus geperst en ze waren gered. Habib Ali, een held
van die verschrikkelijke nacht, kreeg ernstige longpro
blemen. Hij ontving geen compensatie tot twee jaar
geleden, toen de regering met tijdelijke financiële hulp
kwam van tweehonderd roepies (elf gulden) per
maand.
Sein op veilig
Als een lange onzichtbare zweep, knalde het gas met al
zijn kracht neer op het treinstation van Bhopal. Spoor
wegbeambte H.P. Singh was er getuige van dat de Luc-
know-Bombay-expres langs het perron tot stilstand
kwam. „Ik moest plotseling hoesten en overgeven",
zegt hij. „Ik liep struikelend naar het station voor hulp.
Wat ik zag, was verschrikkelijk. De trein stond langs het
perron en de mensen kwamen in stromen uit de ra
men en deuren, in een poging om te vluchten. Zij stik
ten in de trein. Degenen die stierven waren degenen
die hun bagage naar buiten probeerden te krijgen.
Door hun hebzucht stierven ze daar, vlak naast hun
Tegen die tijd waren de mensen uit de sloppenwij
ken in de buurt van Union Carbide gevlucht. In de
hoop op een passerende trein te kunnen springen,
volgden ze de spoorbaan, maar het seinpersoneel op
het station van Bhopal was omgekomen in de giftige
walm, en zonder hun 'sein op veilig' reed geen enkele
trein. Singh zocht door de zee van vluchtende mensen
zijn weg naar zijn bungalow, net achter het perron. „Ik
viel steeds, duizelig. Met mijn twee zoons en dochter
schuilde ik in de badkamer. Allemaal hoestten we en
moesten we overgeven. Na een uur was mijn conditie
zo slecht, dat ik dacht dat ik zou sterven. Mijn hart
stond op barsten. Ik kwam de badkamer uit en begon
naar het perron te kruipen. Ik vergat iedereen en mijn
kinderen vergaten mij. Zij waren ook stervende. Ik zag
nauwelijks iets. Er kwamen nog steeds reizigers uit de
trein. Er lagen steeds meer dode lichamen op het per
ron. Kinderen, dames, dood naast hun baggage."
Singh zakte bewusteloos op het perron in elkaar. De
eerste hulpverleners die op het station van Bhopal
waar ten minste 350 mensen waren gestorven aan
kwamen, dachten dat hij dood was en lieten hem lig
gen. Gelukkig werd hij herkend door een vriend, die
zag dat hij nog ademde en hem naar een ambulance
droeg. Singh heeft nu longen als gescheurde vodden.