Kleurenblindheid bij baby's
kan worden vastgesteld
Schadelijke schimmels in biobakken
Wetenschap
Hartkwalen
bij gezonde
mannen
Hamburgerziekte
bij kinderen
zeer gevaarlijk
VRIJDAG 2 DECEMBER 1994
9
Sneller herstel
liesbreuk na
kijkoperatie
De behandeling van een lies
breuk via een kijkoperatie levert
voor de patiënt een aanzienlijk
sneller herstel op dan de ge
bruikelijke operatie. Met de
kijktechniek is de patiënt na
drie dagen weer opgeknapt, ter
wijl dat bij de operatie zes we
ken in beslag neemt. Tot die
conclusies komt A. Gerritsen
van der Hoop nadat hij vanaf
1991 regelmatig deze operaties
heeft verricht. Op 14 december
promoveert hij op dit onder
werp aan de Universiteit
Utrecht.
In Nederland worden jaarlijks
15.000 mensen (voornamelijk
jongens en mannen) aan een
liesbreuk geopereerd. Een lies
breuk is geen echte breuk, maar
een zwakke plek in de
buikwand. Inwendige organen
(bijvoorbeeld een stuk darm)
kunnen daardoor „naar buiten"
worden geduwd. Om te voorko
men dat het orgaan bekneld
raakt in de opening, worden
liesbreuken in principe geope
reerd.
De techniek die Gerritsen van
der Hoop daarvoor gebruikt is
essentieel anders dan de ge
bruikelijke. In plaats van het gat
te hechten met hechtdraad,
brengt hij een kunststof matje
van 2 millimeter dikte in dat de
zwakke plek aan de binnenkant
van de buikholte afdekt. De pa
tiënt heeft na afloop geen last
van het matje dat in principe le
venslang blijft zitten.
Voor het inbrengen van het
matje hoeft de chirurg maar
drie kleine sneetjes te maken;
twee voor de operatie zelf en
één voor de camera. Dat levert
het snellere herstel op. Patiën
ten kunnen binnen drie dagen
weer aan het werk of hun dage
lijkse bezigheden hervatten.
Bijkomend voordeel is dat het
matje minder kans geeft op het
terugkeren van de liesbreuk aan
dezelfde kant. Bij de gebruikelij
ke operatietechniek is er een
kans van 15 procent dat de pa
tiënt na verloop van tijd op
nieuw moet worden geope
reerd. Bij patiënten die voor de
derde keer terugkomen is dat
zelfs 25 procent.
Gerritsen van der Hoop voert de
kijkoperaties sinds 1991 uit in
het Reinier de Graaf Gasthuis in
Delft. Inmiddels zijn zes zieken
huizen begonnen met een on
derzoek naar de resultaten op
lange termijn.
Een electrocardiogram, dat de
hartslag registreert, kan bij ge
zonde mannen een verhoogd ri
sico op een hartinfarct vaststel
len. Dat concludeert drs. J. Dek
ker op basis van een onderzoek
aan de Landbouwuniversiteit
Wageningen.
Dekker bestudeerde 4500 elec-
trocardiogrammen (ECG's) van
een groep van bijna 900 man
nen, waarvan een deel inmid
dels is overleden. Ze bekeek on
der meer de tijd die verstrijkt
tussen het begin van het sa
mentrekken van de hartkamers
tot het moment van volledige
rust. Als die tijd enkele dui
zendsten van een seconde lan
ger is dan het gemiddelde, stijgt
de kans op een hartinfarct, zo
ontdekte de promovenda.
Ruim 10 procent van de man-
nen van middelbare leeftijd tot
bijna 40 procent van de oude
ren vertoonde in het ECG ken
merken die een twee tot zes
maal zo grote kans op een hart
infarct bleken op te leveren. In
alle gevallen betrof het gezonde
mannen zonder hartklachten.
LEIDEN» BEN APELDOORN
Biologen en oogartsen
van de universiteit van
Aston in Midden-Enge-
land werken aan de
ontwikkeling van een
test om kleurenblind
heid bij mensen in een
vroeg stadium vast te
kunnen stellen. Daarbij
lag het accent op het
onderscheiden van
kleuren(patronen)
door pasgeborenen.
De grote moeilijkheid
hierbij is dat baby's pas
na twee maanden kleu
ren beginnen te onder
scheiden. En dan duurt
het dan nog een paar
jaar voordat ze hun vi
suele indrukken ook
daadwerkelijk èn dui
delijk onder woorden
kunnen brengen.
Om die reden kan, zelfs
met gericht onderzoek,
kleurenblindheid bij
op z'n vroegst pas in het vierde
of vijfde levensjaar worden ont
dekt. Het veel eerder vaststellen
van kleurenblindheid is belang
rijk omdat het van invloed kan
zijn op de verstandelijke ont
wikkeling van een kind.
Het onderzoek raakte in een
stroomversnelling door een op
merkelijke toevalligheid. Men
Bij toeval werd ontdekt dat de baby van de porfessor kleurenblind v
scheiden. Hij heeft in zijn
netvlies geen groengevoe-
lige kegeltjes. Ons onder
zoek toonde aan dat pas
geborenen weliswaar geen
kleuren kunnen onder
scheiden, maar wel pa-
troonveranderingen her
kennen. De hersenfunctie
geeft dat heel duidelijk
Kleurenblindheid is een
ongeneeslijke aandoening
van ons netvlies; het is
over-erfbaar via onze bei
de ouders maar het komt,
vreemd genoeg, bij man
nen veel vaker voor dan bij
vrouwen. Twee tot zes
procent van de mannen is
kleurenblindheid, terwijl
bij vrouwen het nog net
onder de één procent zit.
De meest voorkomende
vorm van kleurenblind
heid is het niet kunnen
onderscheiden van ver
schillen tussen rood, geel
en groen. Die kleuren ko-
was al een aantal maanden be
zig met het doen van kleuren-
tests bij zuigelingen door de
signalen op te vangen in de
hersendelen waar het gezichts
vermogen zetelt. Op een dag
vroeg de echtgenote van één
van de bij het onderzoek be
trokken oogspecialisten, pro
fessor Graham Harding, of ze
hun pasgeboren zoon even
mocht achterlaten bij het kraai
ende 'test-team'.
De professor zou de professor
niet zijn als hij zijn zoontje niet
meteen lid maakte van het
team beluierde proefkonijntjes.
"En vrijwel direct bleek dat hij
op bepaalde kleurkaarten rea
geerde, in tegenstelling tot de
rest," zegt Harding. "Dus was
de vraag of onze testmethode
fout was of dat mijn zoon kleu
renblind was."
Verdere experimenten met
Anthony, Hardings zoontje,
brachten aan het licht dat hij
inderdaad voor de rest van zijn
leven verstoken zou zijn van
het onderscheiden van groen.
"Helaas," aldus Harding, "kon
den we er niet omheen: Antho
ny reageerde te goed op de
groen/rode kleurkaarten die
baby's tot twee maanden oud
niet van elkaar kunnen onder-
bied; r
r als e
kan het niet be-
Voor deze erfelijke kwaal is
nog geen duidelijke oorzaak
gevonden. Met de staafjes-cel
len in ons netvlies kunnen we
licht en donker onderscheiden
en met de kegeltjes kleuren
(verschillen). Ergens in de ke
geltjes is er dus iets mis; een vi
tamine-gebrek? Wetenschap
pers gissen nog.
Wereldvermaard schimmelinstituut bevat grootste collectie
Het is wel het laatste wat je
verwacht in de lommerrijke
lanen van Baarn: een wereld
vermaard instituut boorde
vol schimmels. In dit rustieke
dorp in het Gooi heeft de af
korting CBS niets te maken
met statistiek, maar staat ze
voor Centraal Bureau voor
Schimmelcultures. „Ons. in
stituut bevat de oudste en
grootste verzameling levende
schimmels ter wereld", zegt
dr. Rob Samson, hoofd van
de Afdeling Dienstverlening
en Toegepast Onderzoek.
BAARN HENK HELLEMA
Het CBS, dat dit jaar 90 jaar be
staat, is een van de instituten
die vallen onder de Koninklijke
Nederlandse Akadeinie van We
tenschappen (KNAW). Behalve
in Baarn is het Centraal Bureau
voor Schimmelcultures ook nog.
gehuisvest in het Laboratorium
voor Microbiologie van
de TU Delft. Over enkele
jaren hopen beide vesti
gingen gezamenlijk naar
de Uithof in Utrecht te
kunnen verhuizen.
De huidige verzame
ling levende (of tot leven
te wekken) schimmels op
het CBS omvat zo'n
30.000 stammen. Daar
naast heeft het instituut
ook nog zo'n 4500 ver
schillende gisten (in
Delft) en 8000 soorten
bacteriën onder zijn hoe
de. Vanuit de hele wereld
worden nieuwe stam-
ten .regelmatig op
voedingsbodem worden
overgeënt - sommige elke zes
weken, andere om het half
jaar." Zo'n veertig jaar geleden
is het CBS overgegaan op een
methode die nauwelijks om on
derhoud vraagt - vriesdrogen.
„Met deze techniek worden de
micro-organismen onder va
cuüm gedroogd en ingevroren,
en in kleine glazen ampullen
bewaard bij -135 graden Celsi
us. De schimmel lijkt dan net
op melkpoeder."
Sinds een jaar of vijf worden
schimmels, gisten en bacteriën
op het instituut echter voorna
melijk ingevroren in rietjes en
bewaard in vloeibare stikstof bij
een temperatuur van -186 gra
den Celsius. Bij een rondgang
door het Baamse CBS wordt
duidelijk dat de nieuwe invries-
methoden niet alleen besparen
op arbeidskosten, maar ook op
ruimte.
Een verzameling van zo'n 8000
schimmels in reageerbuizen
neemt toch gauw een ruimte
van vier bij zes meter in beslag,
in rietjes in vloeibare stikstof
niet meer dan enkele stalen va
ten met een diameter van één
meter en een hoogte van ander
halve meter. Naar schatting ko
men er jaarlijks zo'n duizend
nieuwe stammen in de collectie
bij.
„Voor een deel zijn dit zoge
noemde patent-culturen. Mi
cro-organismen als schimmels,
gisten en bacteriën worden, ge
netisch iets veranderd, steeds
meer gebruikt in de moderne
biotechnologie. Op deze r
recombinant-DNA-si
kan patent worden aangevraagd
en deze kunnen op het CBS
voor een periode van 30 jaar
worden gedeponeerd.
Onbekende soorten
Naast het beheer van de collec
tie en onderzoek naar de beste
methoden om micro-organis
men te bewaren, houdt het CBS
zich voor een belangrijk deel
bezig met wetenschappelijk on
derzoek naar de classificatie en
soortvorming van schimmels en
gisten. Ze maakt daarbij gebruik
van (elektronen)microscopie
voor het zichtbaar maken van
de uiterlijke vorm, en van mole-
culair-biologische methoden.
„Dat onderzoek wordt steeds
belangrijker in het kader van
wereldwijde studies naar de di
versiteit." Aangenomen wordt
dat het aantal bekende schim
mels (zeventig- tot honderddui
zend) hooguit een vijfde is van
het aantal dat op de wereld te
vinden is. „Dat aantal wordt ge
schat op een half tot anderhalf
miljoen."
Het CBS kent nog een derde
poot, die van het toegepaste
schimmel-onderzoek. De Afde
ling Dienstverlening en Toege
past Onderzoek wordt regelma
tig om advies gevraagd ovér on
gewenste schimmelproblemen.
„De vragen die we krijgen, vari:
ëren van het identificeren van
schimmels, en of deze giftig zijn
Baam opgestuurd. Een
relatief klein deel van de
schimmelcollectie wordt
nog bewaard op een voe
dingsbodem in reageer
buizen.
Samson: „Dat is echter
een arbeidsintensieve
manier van bewaren. De
schimmelstammen moe-
of niet, tot het verzoek om een
onderzoek bij een bedrijf te
doen om een eind aan een on
gewenste schimmelinfectie te
maken."
De laatste jaren is de hulp van
het CBS onder meer ingeroepen
door champignonkwekers, bak
kerijen, kaasfabrieken, glastuin
ders en woningbouwverenigin
gen. „Wanneer we erachter zijn
gekomen om welke schimmel
het gaat, en wat de infectiebron
is, proberen we zijn groei-om-
standigheden zoveel mogelijk in
te perken".
Zorgelijk
Regelmatig krijgt Samsons afde
ling ook monsters opgestuurd
door ziekenhuizen en medisch
specialisten met de vraag of er
een schimmelinfectie in het
spel is, en zo ja om welke het
dan gaat. Samson zegt zich
gen te maken over de versprei
ding van schadelijke schimmels
via het GFT-afval in de biobak
ken.
„Via de GFT-compost ko
men de schadelijke schim
mels terug in onze tuinen er
onze huizen." Hij zegt
schrokken te zijn van de re
sultaten van een Deens
derzoek waaruit blijkt dat bij
mannen die biobakken op
halen, een duidelijke tc
me valt waar te nemen in
het aantal symptomen van
schimmelallergieën - zoals
huidafwijkingen, benauwd
heid en tranende ogen.
Toch moeten we van schim
mels niet alleen een beeld
krijgen als zijnde 'muf en
schadelijk', benadrukt
Samson. „Schimmels spelen
een niet te onderschatten rol
in de natuurlijke levenscy
clus van vele organismen.
En om een meer specifiek
voorbeeld te geven: schim
mels van het geslacht Peni-
cillium zijn de bron van de
eerste antibiotica en de
smaakmakers van Franse
kazen zoals camembert."
Een sterk vergrote opname van de schimmel penicillum Roqueforti.
Kleine kinderen, die niet goed doorbakken
rundergehakt eten, kunnen daar doodziek
van worden. De ziekte, die begint met bloe
derige diarree, kan zelfs tot ernstige nierbe
schadigingen of de dood lijden. Deze ziekte
staat bekend als de 'hamburgerziekte' of
HUS (hemolytisch uremisch syndroom).
Volgens drs. N. van de Kar, kinderarts in het
Academisch Ziekenhuis Nijmegen St. Rad
boud, krijgen in Nederland jaarlijks 35 tot
veertig kinderen HUS. Vijf tot 10 procent
van de kinderen overlijdt eraan, terwijl nog
eens 5 tot 10 procent ernstige nierbeschadi
gingen oploopt.
De hamburgerziekte treft vooral kinderen
onder de vijf jaar en komt in de zomer veel
meer voor dan in de winter. Tot 1983 was
het een raadsel wat de oorzaak was van de
mysterieuze ziekte, die kleine kinderen
plotseling kan treffen. Volgens Van de Kar
loopt het kind het „ene moment nog vrolijk
buiten, terwijl het het volgende moment
met buikpijn en dianee op de bank ligt en
doodziek is. Als de diarree bloederig is moe
ten ouders meteen de dokter inschakelen.
De huisarts moet bedacht zijn op IIUS,
want snel handelen kan levensreddend
zijn," aldus Van de Kar over zijn promotie
onderzoek.
In 1983 ontdekte een Canadese professor de
bacterie verocytotoxine (VTEC). Deze bac
terie, die voorkomt in rauw rundvlees, bleek
in Canada en de Verenigde Staten de ham
burgerziekte te veroorzaken. Merkwaardig
genoeg veroorzaakt een heel andere bacte
rie in India, waar geen rundvlees gegeten
wordt, dezelfde ziekte. Uit het onderzoek
van Van de Kar blijkt dat ook in West-Euro
pa VTEC verantwoordelijk is voor de ernsti
ge ziekte.
Van de Kar onderzocht 113 HUS-patiëntjes
in Nederland, België en Duitsland. Negentig
procent van de onderzochte kinderen bleek
een infectie met VTEC te hebben. De bacte
rie tast bij jonge kinderen direct de vaat-
wand van de nier aan, ontdekte Van de Kar.
Daardoor ontstaan bloedstolsels die de nier
definitief kapot kunnen maken. „Maar niet
elk kind dat besmet wordt krijgt de ham
burgerziekte," zegt Van de Kar, „want het is
gebleken dat de vaatwand van de nier daar
voor ontvangers moet hebben waaraan de
bacterie zich kan hechten."
Er bestaat nog geen geneesmiddel tegen de
ernstige ziekte. In Canada wordt geëxperi
menteerd met medicinale bolletjes, die de
getroffen kinderen moeten innemen. In die
bolletjes zitten receptoren, de ontvangers,
waaraan de bacterie zich hecht, zodat be
schadiging en verwoesting van de nieren
mogelijk voorkomen kunnen worden. Op
de afdeling Kindergeneeskunde van het
Radboudziekenhuis wordt de komende ja
ren nader onderzoek gedaan naar de exacte
werking van VTEC op de vaatwanden van
de nier.
Van de Kar: „Samen met het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne en
de Keuringsdienst van Waren in Zutphen
zal onderzoek gedaan worden naar het
vóórkomen van VTEC in de ontlasting van
runderen en pluimvee. Op basis van de re
sultaten van dat onderzoek zullen mogelijk
maatregelen genomen worden om de ziekte
uit te bannen."
Volgens Van de Kar kunnen kinderen en
volwassenen best hamburgers en runderge-
haktballen blijven eten, als het vlees maar
goed doorbakken is. Met name voor jonge
kinderen zijn halfrauwe hamburgers, zoals
ze bijvoorbeeld vaak van de barbecue ko
men, levensgevaarlijk.
Halfrauwe hamburgers v
vensgevaarlijk!