Een beeld van baksteen Kunstwereld geschokt door aanslag Feilloos vakmanschap bij Nederlands Danstheater 1 Spectaculaire Blok Steel Kouwenaar kan ook warm en ontroerend zijn Cultuur Kunst Overdonderend concert 7RIJDAG 25 NOVEMBER 1994 -kunstenaar Rob Scliolte na operatie buiten levensgevaar JWSTERDAM ANP/GPD partnj De Nederlandse kunstwereld is 10 uur|iep geschokt door de aanslag |p Rob Scholte. Nadat de 36-ja- Jge beeldend kunstenaar gis- termorgen in Amsterdam zwaar jewond raakte toen een explo- f in zijn auto ontplofte, waren sen in het VU-ziekenhuis gis- it 21.oèrmiddag gedwongen diens leide onderbenen te ampute- ten. Scholte verkeert inmiddels Tuiten levensgevaar. I De aanslag op de auto van Jcholte had plaats in het hartje jan De jordaan waar hij zijn Klassjtelier heeft. De kunstenaars en fijn 24-jarige echtgenote Micky ïoogendijk hadden enkele -15.0()onderden meters met de auto fgelegd, toen er (vermoedelijk) 0 uur en granaat explodeerde onder end va e bestuurdersplaats. Mevrouw v cholte raakte nauwelijks ge- e bezoi 'ond en haalde haar zwaarge- 'onde man uit hun donker- lauwe BMW voordat die zou itbranden. De Amsterdamse olitie sluit een afrekening in et drugsmilieu niet uit. i Bij de Beroepsverening Beel- jend Kunstenaars (BBK) zijn 7.00 tientallen telefoontjes binnen gekomen van kunstenaars die hun zorg en afschuw uitspreken over de moordaanslag. Woord voerder Nico Klous: „De meeste bellers vragen zich af wat ze moeten doen, maar daar heb ben we natuurlijk geen pasklaar antwoord op. Zoiets gruwelijks is naar mijn weten nog nooit gebeurd. Er worden natuurlijk wel eens kunstwerken vernield omdat mensen het niet eens zijn met de kunstenaar, maar dit is ongelooflijk." Scholte was door zijn opvat tingen en wat excentrieke le venswijze nogal, omstreden in kunstkringen. Scholte zag zich zelf als zakenman. ,,Ik wilde Scholte als een soort handels merk in de kunst introduceren", zei hij daar eens over. ,,Ik ben een bedrijf." Hij werd door ve len 'uiterst arrogant' genoemd. De BBK-woordvoerder betwij felt echter dat jalousie de métier het motief is achter de aanslag. ,,Ik zag hem wel eens bij officië le gelegenheden maar ik geloof niet dat hij erg 'gehaat' was. Bo vendien zijn er meer mensen die omstreden werken publice ren. Het is natuurlijk heel ex treem om daarom maar iemand op te. blazen." De kunstschilder woont zowel in Amsterdam, Tenerife, als Brussel. Het Stedelijk heeft vier a vijf werken van Scholte in de vaste collectie. In 1990 expo seerde hij daar in verband met de tentoonstelling 'Energiën'. Scholte is een kunstenaar die gebruik maakt van bestaand materiaal. Beelden van bij voor beeld reclame of tekeningen maakt hij tot een nieuw geheel, onder meer met behulp van zijn Apple paintbox computer. Daarbij wordt soms (humoris tisch) commentaar geleverd op de kunstwereld, zoals een schil derij van een mechanisch schil derende clown. Scholte exposeerde in de ja ren tachtig in alternatieve gale ries van het Amsterdamse kraakcircuit en verwierf daar mee zijn bekendheid. Later ex poseerde hij onder meer in ga lerie Bardamu in New York, Museum Boymans-Van Beu- ningen in Rotterdam, het Stede lijk Museum en Fodor in Am sterdam. Onlangs was nog werk ii 27 J BAANDERS jrstelling: Kylién/Lightfoot-programma door Nederlands istheater 1Gezien: 17/11 AT&T Danstheater Den Kaag. Nog te zien 29,30/11 AT&T Danstheater, daarna tournee. iri Kylién en Paul Lightfoot, van wie werk te zien in het nieuwe programma van het Nederlands |i)ans Theater, passen goed bij elkaar. De nog jon- choreograaf Lightfoot, van wie 'Softly, as I lea- you' in première ging, vertoont duidelijk in- loed van Kylian en hij laat zien zijn bewegings- ïateriaal niet minder veelzijdig uit te kunnen 'erken dan zijn grote voorbeeld. 'Softly, as I leave heeft iets van een wonderlijk verhaal, zonder igische lijn. Uitgangspunt vormt een aantal kis- :n van verschillende omvang en met de open zij- e naar het publiek. Hieruit komen de dansers en anseressen te voorschijn en werken in solo's en uetten allemaal een eigen karakter en een eigen 'erhaal' uit. zien een danseres die in de kist blijft en dra- latische gebaren maakt. Het gebonk met haar li- i en haar hoofd tegen de kistwanden wordt ;e iter grappig weerspiegeld door twee dansers die elmen dragen en elkaar een vrolijke kopstoot Cerkopen. Zij zijn speelse soldaten in ondergoed, en licht dansend, spelend met fluitjes en hier daar herinnerend aan oude comedy-films. lun goedmoedige stoerheid wordt mooi gecon- :asteerd door een expressief dromerige solo van volgende danser, die later met een danseres en duet aangaat en dan een.aandoenlijke onbe- da[ RECENSIE MAARTEN BAANDERS orstelling: 'Dark horses' door Blok ,Jteel. Gezien. 24/11 LAKtheater Nog te zi 125/11 LAKtheater 20.30 u. 3ark horses' is na 'Angelless' je tweede voorstelling waarin •lok Steel de zeven hoofd- onden als uitgangspunt heb- ien gekozen. Ook deze keer lebben ze dit gegeven tot een kleurrijke, onderhoudende oorstelling uitgewerkt. Er een losse, ontspannen feer en toch worden de gege- lie aan het begin geïntro- uceerd worden hecht en con sequent uitgewerkt. De voor telling begint met de lijzige be- 'egingen van een danseres die i een tafel hangt en rolt. Een eede danseres trekt allerlei leurige kleren over elkaar heen Dan betreedt een danser e toneelvloer met een stapel driftig om zich heen gooit. Het vierde personage is een danse res die dromerig van een hart van ijs eet. Hierna volgt een col lage-achtige opzet, waarin via fantasierijke associaties en speelse vondsten met deze ge gevens verder gewerkt wordt. Kenmerkend 1s dat de dans een paar keer helemaal losgela ten wordt en plaatsmaakt voor act-achtige scènes, waarin ver volgens weer aanleidingen lig gen tot nieuwe dansbewegin gen. Het contrast van zulke scè nes met de vaak heftige, gym nastische, vechtsportachtige be wegingen is groot. Daardoor ontstaat een ontspannen, ko misch" effect. Blok Steel werken graag met spelletjesachtige scènes. Er wordt over de tafel gekropen om van stoelen te ruilen. Er zijn passages waarin de dansers el kaar plagend achterna zitten, el- van Scholte te zien in het Leidse Centrum Beeldende Kunst. In 1988 werd hij als enige Neder landse kunstenaar uitgenodigd voor de vijfjaarlijkse Documen- ta in het Duitse Kassei. De kroon op zijn werk tot nu toe is een negenhonderd vier kante meter grote wandschilde ring in de replica van Huis ten Bosch in het Nagasaki Holland Village in Japan. Het werk aan dp schildering nam zeker drie jaar in beslag. Het ging om de grootste opdracht waaraan een hedendaags Nederlands kunste naar werkte. Het project kostte zeker 10 miljoen gulden. Terwijl hij nog volop bezig was aan dit megaproject, kondigde Scholte aan dat hij zich ook in de mode wilde storten. Behalve beeldend kunstenaar is Scholte sinds mei 1993 ook docent in de beelden de kunst aan de universiteit van Kassei. Aanvankelijk maakte de poli tiewoordvoerder in Amsterdam bekend dat het bij de aanslag zou handelen om een afreke ning in het drugsmilieu. Later werd die mededeling ingetrok ken. Rob Scholte: excentrieke levenswijze. RECENSIE LIDY VAN DEF Orkest van het Oosten, o.l. Onderling. Gehoord: 23/11 hoorzaal, Leiden. De liefhebber van het schallend koper, het slagwerk van pauken tot triangel, het uitgebreide woud van strijkers, kortom van het orkest uit de romantische periode, kwam eergisteravond goed aan z'n trekken. Zo'n spektakel, in de meest eerbiedi ge zin van het woord, bevredigt slechts in een zaal met een per fecte akoestiek, daar heb je dus de Leidse Stadsgehoorzaal voor nodig in zijn authentieke staat: het zou heel aardig geweest zijn als er een echte 'hoor'commis- sie had gezeten om deze vloed golf aan decibellen te horen zin gen, men zou zich nog wel eens bedenken om deze akoestiek te verprutsen of in te dammen. De ouverture uit het blijspel 'die Meistersinger von Ntirn- berg' (1867) van Wagner had het Orkest van het Oosten ken nelijk nodig om zich voor te be reiden op het tweede cellocon cert van Sjostakovitsj, waar ook de hoorn een niet geringe rol in speelt. Cellist Pieter Wispelwey legde in het Largo nog niet dat gloeiende vuur en die tragische hartstocht aan de dag die soms legi bij de eerste klanken al opge roepen worden. Pas in het tweede en derde deel kreeg Wispelwey de geest. Zijn toon werd warmer, z'n interpretatie heviger en z'n techniek virtuo- ïrrassend waren de grote trasten in het derde deel Al- stto, met zijn keur aan the- s die steeds worden gemar keerd door zo'n zoet wiegend motief. Wispelwey liet zijn cello indrukwekkend mooi uitzingen, eenzaam en hoegenaamd al leen overblijvend, bijgestaan door wat onverwacht tere gelui den uit de slagwerksectie. De volle omvang van Sjostakovitsj' tragiek werd hier uitgebeeld. En toen kreeg de dirigent Thomas Sanderling de hoogte in de 8ste symfonie van Dvorak, met een opzwepend Allegro con brio, een smeltend Adagio waar de ruisende, schitterend homo geen spelende violen opvallend mooi kleurden met het grote koper in één fluwelen klank. Tot slot een overdonderend Allegro ma non troppo, geschreven met een rijke melodische fantasie, een vurig temperament, grote zin voor ritmiek, die Sanderling bijna niet meer in toom hield: handen en voeten kwam hij te kort om alle secties afzonderlijk Boekje en tentoonstelling over Leidse bouwkunst tussen de twee wereldoorlogen holpenheid uitdrukt. Ook zien we een solist met de soepele bewegingen en de expressiviteit van een klassieke pantomime-speler, de behaaglijke bewegingen van een danseres die aarzelt of ze haar hemd zal uittrekken of niet; en een duet vol mèlancholie, passie, confrontatie en berusting. Liet slot vertoont een danseres die eenzaam danst tussen het ritueel van een groep dansers en zich ten slotte achter de kisten terugtrekt. Behalve mooie bewegingen zijn het talloze kleine, dikwijls humoristische vondsten die 'Sofüy as I leave you' tot een onderhoudend verhaal maken. Van Kylién worden drie oude werken uitge voerd, die voor dit programma met een paar attri buten (wijde jurken op wieltjes en floretten) van een grappige rode draad zijn voorzien. 'No more play', 'Petite mort' en 'Seghs Tanze' zijn alledrie formidabele hoogtepunten. Vooral de eerste twee geven mij het gevoel dat mijn pen niet opkan te gen wat er op het toneel gebeurt. Het is briljant wat voor rijkdom aan bewegingen en expressie Kylian ontvouwt bij de sobere muziek van Weber en Mozart. Snelheid, concentratie op de li chaamshouding, prachtig gecombineerde licha men., het trekt allemaal in een meeslepend geheel aan ons oog voorbij. Het laatste stuk is ook op muziek van Mozart gemaakt, maar deze keer overheerst de humor. De sfeer doet denken aan de zonderlinge, koddige Mozart-figuur, zoals die ook te zien is in de,film 'Amadeus'. Bij al die grap pige passages zou je bijna over het hoofd zien dat ook deze dans met een feilloze vakkundigheid is uitgevoerd. Leiden telt veel opmerkelijke gebouwen. Monumenten uit de zestiende of zeventiende eeuw worden door ieder een wel bewonderd. Maar ook gebouwen uit de jaren twintig en dertig kunnen op steeds meer waardering re kenen. De 'jonge' monumenten weerspiegelen de uit eenlopende ontwikkelingen die de architectuur in deze jaren kenmerkte. Hoe waardevol ze ook zijn, en hoe groot de verwantschap tussen de bouwwerken uit deze periode soms is, van een eigen stijl, een echte 'Leidse School' is geen sprake. Wel waren er architecten die in deze tijd duidelijk hun stempel op de stad hebben ge drukt. Het decoratief gebruik van baksteen is het meest herkenbare element van de bouwkunst uit die tijd. op een zelfde leest geschoeid. De tuinstadwijkgedachte voerde de boventoon: kleinschalige woonwijken met een landelijk karakter. De buurt ten oosten van de Herenstraat, Tuinstad- wijk geheten, en de wijk De Kooi zijn hier voorbeelden van. Het decoratief gebruik van baksteen, stenen die op ver schillende wijze in de muur werden gemetseld, zijn een her kenbaar element van de bouw kunst in die buurten. De wo ningcomplexen die architect H.J. Jesse bouwde in De Kooi vallen daarnaast op dooi; de hoeken die werden opgesierd door torentjes en gedraaide ko lommen, alsof hij elke arbeider zijn eigen paleisje wilde geven. Opvallend zijn ook de nieuwe kerken en scholen die tussen de woningbouw werden neergezet. Heel bijzonder, voor sommige kerkgangers zelfs schokkend modern, was bijvoorbeeld de Zuiderkerk aan de Lammen- schansweg. Het werd door som migen beschouwd als het be langrijkste voorbeeld van het Nieuwe Bouwen in Nederland. In 1984 werd het kerkgebouw door brand verwoest en niet lang daarna gesloopt. snappen. De tafel wordt gedekt, waarna de borden worden ge bruikt voor een gestileerd ge vecht en later voor een stunt achtig spel, dat dan weer uit loopt in een spannende groeps- dans met mooi in elkaar grij pende bewegingen, waarbij borden worden doorgegeven en overgegooid. Tussen alle buitelingen en snelle bewegingen is er dan ook nog plaats voor verstilde passa ges, zoals een solo waarin Suzy Blok hartstochtelijke bewegin gen maakt onder een druppe lend hart van smeltend ijs, en een ontroerend, gepassioneerd duet, waarin uiterst beheerste, trage bewegingen met een mooie emotionele mimiek wor den uitgevoerd. 'Dark horses' maakt door de spannende, spectaculaire bewegingen grote indruk en staat door de vrolijke, ongedwongen sfeer dicht bij het Over de Leidse bouwkunst tus sen 1918 en 1939 verschijnt de ze week een boekje. De schrijf ster, studente kunstgeschiede nis Marieke Hillen, ging aan vankelijk op zoek naar Leidse gebouwen die verwantschap vertonen met de Amsterdamse School. Al gauw kwam ze er achter dat het te geforceerd was om op gebouwen in deze stad het etiket 'Amsterdamse School' te plakken. De Grote Havenbrug en het voormalige politiebureau aan de Zonneveldstraat zijn de weinige voorbeelden in Leiden van deze bouwstijl. Tijdens haar onderzoek stuit te Marieke Hillen op de archie ven van twee Leidse architecten en die van andere architecten die tussen de twee wereldoorlo gen, het interbellum, in Leiden actief zijn geweest. Dit werd uit eindelijk de leidraad voor haar boekje: „Een blik op de Leidse bouwkunst uit de jaren twintig en dertig zonder die in de grote stromingen van de architectuur te willen persen", aldus Marieke Hillen. Het archiefmateriaal vormt ook de basis voor de tentoon stelling die vanaf zaterdag is te zien. De foto's en tekeningen van Leidse bouwkunst worden getoond in een passende omge ving: het voormalige gebouw van het Leidsch Dagblad aan de Witte Singel 1, ontworpen door W.M. Dudok en absoluut één van de sprekendste voorbeel den van de architectuur uit de periode waarover het boekje gaat. Schokkend De architectuur tussen de twee wereldoorlogen blijkt het ge zicht van Leiden ingrijpend te hebben gewijzigd. Niet alleen breidde de stad in alle wind richtingen flink uit, ook de oude gebouwen in de binnenstad kregen nieuwe buren die soms heel opvallend waren. De opzet van de buitenwijken was, ondanks grote verschillen, Stadhuis Er werd niet alleen door wo ningbouwverenigingen ge bouwd, maar ook door particu lieren. Een opmerkelijk voor beeld daarvan zijn vier wonin gen aan de Roomburgerweg, een ontwerp van Job Hansen, voor wie De Stijl, in 1917 door Theo van Doesburg in Leiden opgericht, een belangrijke in spiratiebron was. Van internationaal belang was het Van Nelle-gebouw, ont worpen door Brinkman en Van der Vlugt, aan de Aalmarkt. Het werd in 1976 gesloopt. Opmer kelijk is ook het pand aan de Breestraat 52, waarin momen teel de NBBS is gehuisvest.. De architect, H. Lamberts, maakte net als Brinkman en Van der Vlugt gebruik van nieuwe tech- Het voormalige politiebui nieken (een staalskelet) en ma terialen. De Leidse architectenbureaus Van der Laan en Buurman kre gen beide veel opdrachten in het interbellum. Bernard Buur man bouwde veel voor de wo ningbouwvereniging Werk manswoningen en voor Leidse bedrijven, terwijl Jan van der Laan vooral opdrachten kreeg uit katholieke Hing. Slechts één keer kruisten ze eikaars pad, toen aan beiden werd gevraagd Zonneveldstraat: het gebouw is voortdurend in beweging. een ontwerp voor een nieuw Leids stadhuis te maken. Het ontwerp van de architect C.J. Blaauw werd uiteindelijk uitge voerd. Het is ongetwijfeld het meest besproken bouwwerk dat tijdens het interbellum is uitge voerd. 'Een beeld van baksteen' is de vierde publikatie in de reeks 'Leids Verleden' die tot stand komt door de samenwerking tussen het stagecoördinaat Letteren van de Rijksuniversi teit Leiden en de Dienst Bou wen en Wonen van de gemeen te Leiden. Het boekje is te koop bij alle Leidse boekhan dels, het VVV en aan de balies van het Stadhuis en Stads- bouwhuis. De tentoonstelling is in de weekeinden geopend, op 26 en 27 november, en op 3 en 4, 10 en II en 17 en I» de cember van 10.00 tot 16.00 uur in het gebouw van het Leidsch Dagblad aan de Witte Singel 1 Gehoord: 24/11, Sociëteit De Burcht, Leiden. Kouwenaar, dat is reuze moeilijk. Er be staat een Kouwenaar-leesclub, en de zegslieden verzekeren mij dat ook zij, vier afgestudeerde Neerlandici, er lang niet altijd chocola van kunnen maken. Ongenaakbaar, dat is het beste woord. Hij tracht de werkelijkheid te tonen door haar uit te kleden, al het overtollige eraf te schrapen. Zelf zegt hij dat zijn gedich ten net als foto's zijn: „Gestolde momen ten van het verleden die aanwezig zijn het is de werkelijkheid niet, al lijkt het er wel verdacht veel op. Kouwenaar maakt beelden van de werkelijkheid, maar brouwt al doende een nieuwe, die van de lezer het nodige vergt. In De Burcht las Gerrit Kouwenaar wat meer aangeklede, verhalende gedichten voor. Maar ook die waren slechts met moeite te volgen. Dit keer had de inhoud geen schuld, maar was Fet eerder te wij ten aan de geringe reikwijdte van zijn stem, vaak ook nog gehinderd door zak doek, hand of misschien wel zijn snor. Kouwenaar opende met gedichten, waarin hij het wezen van de dichtkunst tracht te vangen waaronder 'gedacht', waarin hij zijn poëtische filosofie ogen- bijna je hond je huid is bijna je huis je vorm is bijna je worm je gedicht is bij na wat je gedacht had'. Wat het meest opvalt is dat Kouwe naar in het informatieve gesprek met Xandra Schutte ook warm en ontroerend kan zijn. Zo vertelt hij over een uil die in zijn tweede huisje in Frankrijk de hon gerdood gestorven is. Het beest is door de schoorsteen gevallen en kan er niet meer uit. Een ravage in de kamer, gebro ken glaswerk, besmeurde en gevallen boeken. En in de slaapkamer ligt de uil met gespreide vleugels tegen het bed. In zijn verhaal is de doodsnood van die uil voelbaar. Maar het gedicht dat Kouwe naar naar aanleiding van dit dramaatje dood van de uil naast de gewone op- ruimbezigheden die nodig zijn om een huis weer bewoonbaar te maken. En dat maakt het net een slagje te afstandelijk. Een gedicht dat wel raakt, ook geba seerd op de werkelijkheid, is de derde 'heldenzang'. Het is het verhaal van Amaat Burssens, broer van de dichter Gaston, over een maat die gesneuveld is in de loopgraven van 14-18. Hoe hij deze met diens vader herbegroef in de achter tuin en de gesprekken die na die begra fenis gevoerd werden. Het verzwijgen van 'de luizen, de hoeren en hoe wij huishielden als slagers'. En over hoe het rottende vlees van zijn vriend geleek op het lauw-warme vlees van de borsten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 27