'Ik voel vooral meelij met hem' y f* Damesroman vol ontboezemingei| Boeken Deelder dicht over alles Harberts Doezamand: Leids studente in 1955 9K«aI 1 j b° f. DONDERDAG 24 NOVEMBER 1994 Vader op zoon We liepen door de duinen Het was een uur of uier We zagen de ochtend gloren We waren verschrikkelijk hier Er werd geen woord gesproken De stilte was genoeg We werden opnieuw geboren We waren in korte broek M'n vaderen ik en m'n vader We wisten méér dan ooit dat wij dezelfde waren en die verandert nooit Op het eerste gezicht niet zo typisch Deelder, van wie je nu eenmaal veel R'dam, jazz, speed en ironisch vuurwerk ver wacht. Bij nader inzien Deelder ten voeten uit. Voor nostalgie veel te veel temperament, de facts of life als vanzelfsprekend heden in ongeduldige, bijtende zinnetjes. Marde heelmeester voor identiteitsziekten. WIM VEGT Jules Deelder, Renaissance, Gedichten '44-'94. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 42,50 (geb. 50,-). Victor Bockris beschrijft het leven van New Yorkse stadsclichter Lou Reed recensie wim vegt Jules Deelder. Renaissance. Gedichten '44-'94'. Uitgeverij De Bezige Bij. Amster dam, ƒ42,50 (geb. 50,-). Iedere schrijver wordt tegen woordig maar vijftig, ja zestig. Nu weer Jules Deelder, die zijn vijftigjarig bestaan opluistert met de verzamelbundel Renais sance. De ondertitel, Gedichten '44-'94, is een kwaliteitsgarantie: een dichter wordt als zodanig geboren. De eerste poëziepublicatie, Cloud 9 uit 1966, zette de toon. De nieuwe cyclus Renaissance sluit het bijna 600 pagina's tel lende boek af. Een dichter die nooit weg is geweest, voor de le zer die er zich op kan beroepen Deelder altijd meegerekend te hebben als het om poëzie ging. Het is bekend: Deelder is fe nomeen, artiest, performer. Kan z'n tekst zonder het mitrailleur- vuur van z'n voordracht? Wie hem ooit heeft bijgewoond, mist in dit massief-marmeren boek de toon, het verhevigd rit me, het spuwen van de woor den. Toch hoor je het er door heen, zoals bij Lucebert en Bud- dingh', wier stem en mimiek onnavolgbaar de tekst comple teren. Zoiets is verder niet uit te leggen. Kritiek op Deelders werk leidt dan ook tot niets. Er is een ge sloten circuit tussen vent en tekst, stem en woord, dynamiek en thematiek. Wat baat het de lezer op te sommen wat hij al wist: dat Deelder een Rotter dammer is, gefascineerd door jazz, film, stad, Sparta, leven, dood? Dat hij in zijn gedichten over de grootstad herinnert aan Paul van Ostayen, in de typo grafie zelfs? Dat hij een kame leon is, met tinten Campert, Barbarber, Buddingh'? Dat veel van zijn gedichten, ook buiten de bundel Euforismen, eigen aforismen zijn? Dat hij zelfs niet heeft geschroomd de uiterste meligheid, die van het 'humoristisch weekblad', te overstijgen in Op de deurknop na Een deel van zijn werk bevat een voorbeeldig archief van tijdsbeelden. Het Portret van Olivia de Havilland heeft prach tig materiaal over de jaren vijf tig. Change of the century boekt ongeveer alle personen en ver schijnselen in die 'op de mest vaalt der historie niet zouden misstaan', van de volledige va derlandse kritiek, via Ajax- en Feyenoordsupporters en barbe cues tot en met haptonomen en designspecialisten. Dit zijn ge dichten voor in de Vergeetboe ken van de volgende eeuw. Zoals enkele teksten van Deel der hun plaats in de traditie van deze eeuw al hebben bezet: Blues on tuesday, Beknopte topografie van Rijnmond. Natuurlijk is Deelders poëzie ook anti-poëzie, vernaggelt hij de Grote Poëzie in de ergste be tekenis van het woord. Maar met name in de laatste bundels, wordt het er bepaald niet min der poëtisch op. Dat betekent soms: minder typisch Deelder, wat erop wijst dat hij zich niet neerlegt bij meer van hetzelfde. Dat zo'n laatste bundel, van een vijftigja rige, Renaissance heet, is alweer stof genoeg voor een gedicht. Victor Bockris heeft als er varen 'sterrenbiograaf een duidelijke voorkeur voor onvervalste overlevers met een duister imago. Legde hij in een eerder boek Keith Richards onder de loep, nu praat hij honder duit over zijn jongste por tret van Lou Reed. Met een voornaam verschil: de war me gevoelens ontbreken dit keer. „Normaal krijg je als je je flink in iemand verdiept daarvoor vroeg of laat wel een bepaalde sym pathie. Je bent doorgaans twee jaar zo intensief met je onderwerp bezig dat je je soms bijna ermee vereen zelvigt. Maar met Lou Reed is die ervaring toch uitge bleven. Ik heb enorm veel respect voor hem als ar tiest, voor mij is hij de stadsdichter van New York. Met de mens achter de pu blieke persoon heb ik eer der zoiets als meelij, he laas." amsterdam louis du moulin Bockris, die in de jaren zeven tig als 'hoveling' bij Andy War hol zijn meest recente studie object van nabij heeft meege maakt, heeft zich nogal eens geërgerd aan Lou Reed. „Bij Ri chards werd ik juist zo getroffen door diens loyaliteit naar zowel zijn vrienden als naar de vrou wen in zijn leven. Reed kent die eigenschap helemaal niet. men sen die hem toch heel dierbaar waren is hij zo meedogenloos omgesprongen dat je wel een hekel aan hem moet krijgen." Zijn jeugdvriendin Shelley, die de inspiratie is geweest voor heel wat liedjes, heeft hij meer dere keren als een nukkig beest van zich afgeschud. Bob Quire, die als gitarist rond 1980 heel belangrijk voor hem was en de aardigste kerel is die je je kunt voorstellen, is eenzelfde behan deling ten deel gevallen. Zo kan ik nog wel even doorgaan." Een enorme angst voor af hankelijkheid is volgens Bockris in beide gevallen de voornaam ste oorzaak. „Voordat jij mij zult verraden, verraad ik jou, dat is zo'n beetje de gedachte achter dit onsympathieke gedrag. Goed praten wil ik het niet, maar ik kan wel begrijpen hoe Bockris: „Voordat jij mij verraadt, verraad ik jou. Dat is zo ongeveer de gedachte achter Reeds onsympathieke gedrag." foto bob verhulst/opd een rockartiest daartoe komt. Het heeft te maken met het ver werven van roem en rijkdom op jonge leeftijd in de wetenschap dat je daar in deze branche ook weer snel van beroofd kunt worden." Bockris besteedt weinig aan dacht aan de prille jeugd van Reed, zoon van een als Sidney Rabinowitz geboren belasting accountant en een voormalige schoonheidskoningin genaamd Toby Futterman. Zijn verkla ring: „Lou's jonge jaren zijn ge woon saai, just a standard middleclass upbringing on Long Island. Het wordt pas interes sant als hij op zijn twaalfde zijn homosexualiteit ontdekt. Daar vloeit ten slotte de elek troshocktherapie uit voort, de meest traumatische ervaring uit zijn leven en dus een ideaal mo ment om zijn levensverhaal mee te beginnen. Temeer daar over die periode maar heel wei nig bekend was." Ook van het juiste einde van dit over 416 pagina's uitge smeerde portret is Bockris ten volle overtuigd. „Was Lou na de rëunie van vorig jaar met de Velvet Undergroud doorgegaan, dan was het voor mij lastiger geweest om met dit boek op de proppen te komen. Maar nu hij alle banden met de andere le den weer heeft verbroken en bovendien tot ieders verrassing is gescheiden van zijn tweede vrouw Sylvia, heeft hij de cirkel opnieuw voltooid. Na onder meer dezelfde gevechten met John Cale - het andere kopstuk van Velvet Underground - als in 1968 zit hij weer in zijn eentje te spelen in zijn appartement. Een zekere geruststelling voor hem daarbij is wel dat hij inmiddels kan genieten van de erkenning als belangwekkende literaire rockmuzikant, die hij altijd heeft nagestreefd. Dat zal hem echt goed doen. Maar wat er nog met hem gebeuren zal, nie mand die het weet. Een mooier beeld om mee af te sluiten kun je niet bedenken, lijkt me," al dus Bockris. Victor Bockris, Lou Reed, de biografie. Uitgeverij De Kern. Winkelprijs 47,50 gulden. T. Coraghessan Boyle, De weg naar Welville. Roman over het kuuroord Battle Creek, waar rij ke dikke Amerikanen en zon derlingen zich onderwerpen aan het regime van John Harvey Kellogg, dieetgeleerde, en te genstander van drank en seks. Uitgeverij Contact, 55,00. Het magistrale vernuft. Jeugdherinneringen van o.m. H. Brandt Corstius, Remco Cam pert, Hella Haasse, Beatrijs Rit- sema en Frida Vogels, opgete kend voor Rudy Kousbroek ter gelegenheid van zijn 65e ver jaardag. Uitgeverij Meulenhoff, 29,90. Salman Rushdie, Oost west. Verhalen van Salman Rushdie. Uitgeverij Contact, 34,90. Herman van Veen, Lune. Een toneelspel in vier taferelen. Diep in de buik van de aarde wonen de vijf laatste dwergen, geverij De Prom, 24,90. Emma Brunt, De breinstorm. Over depressie en Proza. Hoe Brunt er weer helemaal boven op kwam dankzij het 'wonder middel' Prozac. Uitgeverij De Arbeiderspers, 25,00. Alberto Moravia, Romeinse verhalen. De beroemdste Itali aanse verhalen van deze eeuw, voor het eerst in het Nederlands vertaald. Ze verschenen in het Italiaans al in 1954, onder de ti tel Racconti romani. Uitgeverij Wereldbibliotheek, 49,50. Bharati Mukherjee, De mees ters .van de wereld. Roman van Indiaas-Amerikaanse schrijfster over twee vrouwen die in heel verschillende tijden en werel den leven: Beigh Masters woont in New England, V.S. in deze eeuw. Ze komt door haar werk op het spoor van Hannah Eas- ton, die eind 17e eeuw naar In dia vertrok. Uitg. Anthos, 36,90. Van dezelfde schrijfster verscheen tegelijkertijd Jasmijn, over een Hindoestaans meisje dat op haar zeventiende India ontvlucht en in Amerika veran dert in een moderne, vrijge vochten vrouw. Uitgeverij Dio- genes-Anthos, 16,90. Sire, dit is rock roll. De 100 )ONt beste Belgische songteksten iNFC om. Vaya Con Dios, Jo Lema[— en Raymond van het Groert woud. Samenstelling Kris f" Bruyne en Stijn Meuris. Uit]jconsi verij Dedalus, 29,90. Drug; Afd. I Candle Light. Veertien! °^Jr" bundel met romantische dichten van de luisteraars nq i4.'o Jan van Veens populaire radjAfd.j programma, dat afgelopj01^ maandag voor de duizend! keer werd gepresenteerd. LJitd 017; verij Mingus, 17,=. Tegelijk^ Al-Ar tijd is een Candle Light dubbj coho cd uitgebracht, waarop nui)tel mers van o.m. Simon Garfu kei, Kansas, George Michael |secr de Bangles. Columbia Record! 0f l* AA V\ te Welterusten Bundel slaaj 332' verwekkende verhalen van o.|EGEL Bordewijk, Annie M.G. SchmiBinn en Herman Pieter de Boer. li f"*! geverij Novella, 14,90. nacr Yvonne Keuls, Slepend huii Die" lijksgeluk Korte verhalen. 11YL' geverij Novella, 14,90. Raa( 919 Marianne Busser en Rj prat* Schroder, Geboortegedichtjj Pasklare gedichtjes boortekaartjes te ze verij Van Holkema dorf, 15,=. Uitjj 349 Ward inioi 141 Liefde, altijd de liefde, fi j'g^ grote liefdespoëzie uit de vil siac reldliteratuur, samengesta Alpt door Adriaan Morriën. Met va 1. te onbekende gedichten. Uitgevj rij Prometheus, 24,90. Frits Boer, Een gegeven 1 tie. Een 'volledig overzicht v de wereld van broers 1 sen', gebaseerd op wetenschap^ pelijke literatuur, klinische p blicaties en persoonlijk ring. Frits Boer is kinderpsyclj Kat ater. Uitgeverij Prometheus, 34,90. °ejt i Martine Yilmaz-Carton, H stic verhaal van Fatma. Martij Wei Carton, ooit Dolle Mina ^!c schrijfster van Het Groe Se" Boekje voor Meisjes (1967) le tel: sinds negen jaar in een kleij vrS boerengemeenschap in Turki ani Tegen deze achtergrond spe ^ec haar roman over de zelfmoo s°£ van een 16-jarig meisje. Uitf 75* verij de Kern, 29,=. Pro I Die Ronald Snijders, Surinaajt ^t» van de straat. Sranantongo I D®g strati. Een lexicon van z Surinaams, samengesteld do de musicus Snijders. Uitgeve l Prometheus, 19,90. Het Levensgenieters Let boek. Bekende en onbeken Nederlanders vertellen genot. Van in bad gaan tot h ren knippen tot katten lekker eten. Met recepten. U gever De Bijenkorf (alleen da te koop), 15,=. Debuutroman hinkt op twee gedachten recensie.jos damen Marijke Harberts, Doezamand. Uitgeve van Gennep, Amsterdam, 32,50. Wie kent Anja Meulenbelt nog? In de jaren zeventig las de ene helft van Nederland haar per soonlijk verslag De schaamte voorbij, waarin ze kond deed van haar allerindividueelste, vooral sexuele, emoties. Wie kent Joop ter Heul niet? Ze werd geschreven door Cissy van Marxveldt. Na De HBS-tijd van Joop ter Heul trouwde ze Joop van Deel-ter Heul) en kwam Joop en haar jongen. Een half miljoen Nederlandse meis jes leefden mee. Wie kent Annie Salomons nog? In 1907 beschreef ze in Een meisjesstudente het machtig in teressante studentenleven in Leiden, en vergat de romances van de studentes met hun Eduards en de Bruno's niet. Wie alle drie deze schrijfsters niet kent, kan het romandebuut van Marijke Harberts (1936) ko pen. Harberts beschrijft het Leidse studentenleven tussen 1955 en 1960, gezien door de ogen van Karin van Dam. Karin vindt 35 jaar na haar studie een schoenendoos op zolder. In die doos zit haar le ven in Leiden, samengevat in bqekjes die hoe toepasselijk piet strikjes bij elkaar worden gehouden. Het leven op de Ver eniging voor Vrouwelijke Stu denten in Leiden (WSL) wordt door Harberts uitgebreid be schreven. De ontgroening in de eerste hoofdstukken blijkt minder erg dan bij de heren. Lees er Boudewijn van Houten en Cees van de Pijl maar op na. Uiteraard betekent de ontgroe ning ook voor meisjes: kleine ren, "afzeiken en kraken van de persoonlijkheid. De gelouterde noviet is dan in een mooie mal geperst. Bij de hoofdpersoon in Doe zamand, Karin, lukt dat niet he lemaal: ze is een beetje anders. Op het eerste oog blijkt dat niet: ze studeert klassieke talen, woont aan de Witte Singel en bezoekt vaak het clubgebouw van de WSL (Rapenburg 65). Ze komt zelfs in bestuurtjes van de vereniging terecht. De couleur locale van die tijd weet Harberts met kleine details goed te schet sen: van gaskachels tot 'het vol komen huwelijk', van cocktail jurk tot muziek (Sidney Bechet). In de roman worden vriend jes langzaam belangrijk (Ro nald, Daan, Joost), En vriendin netjes (Heieen, Ineke, Anna), al is dat soms met gemengde ge voelens. Karin trouwt uiteinde lijk met Joost en gaat met hem naar Hengelo. In de kerk zingt de gemeente: „Leid mij met ge sloten ogen, naar het onbeken de land." Die laatste zin van het boek is mooi, zoals moois in is. Als geheel hinkt Doezamand echter te veel op twee gedach ten: de terugblik vanuit het he den en de beleving destijds sto ren elkaar.- Het best laat zich dat zien in een citaat (in een helaas wat onbeholpen stijl): „En het lint, wit-blauw met het insigne van de Novitiaats Commissie. Ze was er trots op geweest, symbool van succes in de WSL. Later, ten tijde van de vrouwen beweging, had ze zich ervoor geschaamd, want het betekende dat ze macht over vrouwen had uitgeoefend" (blz. 13). De cock tailjurk verandert in een tuin- pak; de naïeve inhoud blijft het zelfde. Wel mooi beschreven vond ik Karins twijfel over de identiteit van haar liefde, ook al levert dat soms tenentrekkende zinnen op als: „Zoals die middag herinner de ze zich de hele episode met Anna. Ze werd heen en weer ge slingerd tussen allerlei emoties. Ze voelde zich meegezogen in iets wat sterker was dan zij, maar waartegen ze zich ook in nerlijk verzette" (pag. 124). En een doezamandje, wat is een doezamand? In dit boek is het het symbool van het vrou- Rosita Steenbeeks liefde voor oudere Italianen Rapenburg 65, het clubgebouw v welijke studentje en de onbe zorgde ontdekkingstijd. Een mooi gekozen, truttig symbool. In werkelijkheid was het vol gens de achterflap „een rie ten mand die met plooirok en twinset tot het 'uniform' be hoorde van de vrouwelijke stu denten in Leiden in de jaren vijftig. In die doezamand lagen de collegedictaten, maar ook het halfje wit en de hamsnip pers voor de macaroni." Eet smakelijk. recensie alfred kossmann Rosita Steenbeek, De laatste vrouw. Uit geverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, Wat een merkwaardig boek! Ro sita Steenbeek gaf het de titel De laatste vrouw, en de onderti tel: Autobiografische roman. Zij vertelt over haar liefde voor drie mannen, alle drie veel ouder dan zijzelf, alle drie Italianen. De eerste die ter sprake komt en ter sprake blijft is Roberto, heel mooie psychiater-play boy op Sicilië, naar wie zij heen gaat om wat geld te verdienen en met wie zij een intense ver houding krijgt. Zij woont zelf in Rome. wil actrice en schrijfster worden en leert een beroemde heel oude schrijver kennen, Eduardo Pincrini. Eduardo gaat van haar houden, praat over de ernstigste onderwerpen met haar. reist met haar naar Neder land om zich door haar in het Rijksmuseum voor de televisie te laten interviewen, en zij ac cepteert dat hij haar zo nu en dan twee heel harde klappen op haar blote billen geeft. De derde man is al even we reldberoemd, de filmregisseur Marcello Leoni, zeventig jaar, dichter in hart en nieren, verlei der, erotomaan, die de bijslaap mijdt. Van hem houdt ze het meest. Hij houdt kennelijk ook van haar. Na de plotselinge dood van Eduardo trekt hij zich terug, bang voor haar verdriet. Eduardo Pincrini - Alberto Moravia. Marcello Leoni - Fede- rico Fellini. De schrijfster laat er geen twijfel over bestaan, en geeft hun terecht een andere naam. Zij heeft een academi sche studie voltooid (neerlandistiek), zij noemt haar boek met nadruk een 'roman', zij het een autobiografische. Het is. neem ik aan, haar be doeling zoveel mogelijk 'Wahr- heit' te bieden in een vorm die 'Dichtung' moet heten. Al die gesprekken behoren, neem ik aan, in essentie waar te zijn al is het verslag ervan mengsel van memorie en fictie. Toch lees je het boek alsof het over Moravia en Fellini gaat. Wie Roberto in Rosita Steenbeek mengt feiten en fictie in haar debuutroman De laatste werkelijkheid was of is? Mis schien ook een beroemdheid, maar van hem hebben we in Nederland niets v Rosita Steenbeek zelf is de dochter van heel intellectuele ouders, en vanaf haar kleuter tijd opgevoed met citaten uit de wereldliteratuur. Zij neemt aan dat haar voorkeur voor oude mannen samenhangt met haar binding aan haar vader. Met de mannen die zij portretteert heeft ze eigenzinnige relaties. Zo is de psychiater Roberto een jaloerse Siciliaan, een verwende met een onplezierig fami lieleven, die, half schertsend, beweert dat een vrouw een sla vin moet zijn. Rosita verzet zich, geniet van hem, van Sicilië, zo prachtig met de vulkaan vlakbij, en stelt tegenover Roberto's ra tionalisme enige esoterische ge dachten. Tegen het slot van de roman is hij duidelijk de minde re in de relatie, een bezorgde vaderlijke vriend. Moravia (nu ja, Eduardo), raakt steeds meer onder Rosi- ta's bekoring, en uit zijn gene genheid het liefst door haar be heerst te slaan. De vriendschap tussen de twee helpt hen bei den. En dan Fellini (nu ja, Mar- foto dick hoflandn cello), vindingrijk, heel lijk, een geestige charmeur n voorkeur voor droominterpret tie, Chinese wijsheid, fantasi en. Het portret van de grote gisseur is het meest geslaaj^ Al -i mijn smaak. Zijn virtuo teit, ook in de enscènering het dagelijkse, wordt zichtbaa En Rosita Steenbeek? schrijft onbeheerst, zij schu het banale, de glamour, kitsch niet, zij is vaak erg exalteerd, en je leest haar soms ontroerd, soms vervee soms vermaakt. Een bekenl nisroman? Een damesroma Allebei.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 22