Niemand houdt van Brussel Ook de Belgische economie splijt langs de taalgrens B HA De Belgische hoofdstad wordt alom verguisd. Niemand houdt van Brussel. De Vlaming vindt Brussel te Frans. De Waal vindt Brussel niet Frans genoeg. De in Brussel tewerkgestelde Eurocraat kampt regelmatig met heftige aanvallen van 'Brussel-depressie'. DOOR ALY KNOL De Duitstalige Belg heeft al he lemaal niets op met de stad. Voor hem is Aken het centrum van de wereld. Alleen de echte Brusselaars houden nog van Brussel, maarzij worden ieder jaar ouder en minder in getal. Het is geen toeval dat hét stan daardwerk over de stad Arm Brussel heet. Brussel is een stad van één mil- K joen inwoners, die uitgesmeerd zijn over negentien verschillen de gemeenten. Elk van die ge meenten heeft zijn eigen poli tieke kleur, zijn eigen beleid en niet zelden zijn eigen taalperi- kelen. Officieel is Brussel twee talig en daar wordt op aandoen lijke, maar soms ook krampach tige wijze aan vastgehouden. Daardoor ontaardt het leven in Brussel vaak in een dagelijks ge vecht tussen 'goedendag' en 'bonjour'. De kaart van de stad is een on doordringbare brij kleine letter tjes van Avenue Winston Churchill Laan, Place Guy d'Arezzo Plaats, Rue de l'In- dustrie Nijverheidsstraat, Schaarbeekse Haardlaan Rue du Foyer Schaerbeekois en Cen- tre/um. Vooreen uitsluitend Franstalige taxichauffeur met een uitsluitend Nederlandstali ge klant kan dat soms een nachtmerrie worden. Hoe moe ten ze erachter komen dat de Hooitijdstraat identiek is met de Rue de la Fenaison, de Akenkaai met de Quai des Péniches en de Lieveheersbeestjeslaan met de Avenue des Coccinelles? Zo zat een uitheemse taxichauf feur onlangs met een groot pro bleem. Waar bevond zich in vredesnaam de Verheyden- straat? Toen zijn klant hem er tenslotte naartoe had gediri geerd en hij het straatnaam bordje zag, wist hij het ineens. Daar stond het immers: Rue Isi doreVerheyden Straat. „Ziet u", legde hij uit, „deze straat heet Rue Isidore, dat is Frans voor Verheydenstraat! Wie slechts een weekeindje Brussel doet en alleen de ge baande paden van Grote Markt, Beenhouwersstraat en Zavel be treedt, kan zich moeilijk voor stellen dat sommigen een ware haat tegen de stad of, beter, te gen zijn bestuurders hebben ontwikkeld. De toerist slentert in de zomer gemoedelijk van terras naar ter ras. Laaft zich in de Mort Subite aan een Gueuze-bier of laat zich op het Sint-Katelijne-plein ver leiden door grote schalen mos- selen, oesters, alikruiken en kreeften, die kunstzinnig op een berg fijngehakt ijs zijn gerang schikt. De vissoep geurt en de garnalenkroket is knapperig. Aan de Louizalaan heb je zowel een zaak die in dlle soorten ka viaar is gespecialiseerd, als een winkel die voor spotprijzen tweedehands kleren verkoopt, die in perfecte staat verkeren. Ze zijn van Dior of Calvin Klein MANNEKE PIS (1142 of 1388-h Dm ka< De oudste en beroemdste D inwoner van België woont inFe' Brussel. Of Geraardsbergen, dL_ zou ook kunnen. Daar komt nj steeds niemand uit. Maar hi gaat in elk geval om dezelfd^ persoon: Manneke Pis, 55 centimeter groot. Aan het bekvechten over de vraag waar het échte Mannek staat, ligt een ontvoering in 17 ten grondslag. Engelse soldatt gingen er toen vandoor met H Manneke en bereikten Geraardsbergen met hem. Woedend over zoveel gebrel aan eerbied voor een national na bezit, nam de bevolking van Geraardsbergen het beeldje beslag en gaf het terug aan d Brusselaars, Daar nu begint d g slopende discussie. Is het origineel terug gegaan naar dfeij hoofdstad of was het een replica? In Geraardsbergen hebben ze het overleveringsverhaal met die k nobele daad al lang naar Fabeltjesland verwezen. 'Hetprii echte Manneke staat bij ons. Dat claimt Brussel ook. In elk geval: een van de twee is eer iut namaker. Maar: replica of niet, Mannek Pis is Brussel en omgekeerd, immers, daar geboren. Wanne precies, weet ook al niemand uit welke creatieve zwangerschap gebaard, is evenmin bekend. De oudste vi de vijf grote legendes gaat ten tot 1142, wat zou betekenen d Het Manneke 852 jaar is. De y autoriteiten houden een andei telling aan. In september 198 1 vierden ze zijn 600ste verjaard (Manneke Pis plaste toen wijn plaats van water), waardoor h4nb beeld thans officieel 606 jaar is Was het politieke paranoia, electoraal stuntwerk of een scherpe taxatie hoe de Vlaamse emancipatie via de omweg van het bedrijfsleven door Frankrijk wordt uitgehold? Feit is dat de Vlaamse minister-president Luc van den Brande met zijn oproep sleutelbedrijven uit Franse handen te houden twee jaar geleden een wel heel gevoelige snaar raakte. DOOR PETER DE VRIES Het vertrouwen van de internatio nale investeerders in de Belgische ondernemers gold tot voor kort als één van de belangrijkste troefkaar ten van een land waar de overheid failliet is en de traditionele industrie teloor is gegaan. Maar de Vlaamse vrees het 'slachtoffer te worden van geo-politieke ambities' zit diep. Voor gelovige marxisten is België een schitterend voorbeeld van hoe politieke macht meedeint op de golven van de economische ver houdingen. Het is immers nog niet zo heel erg lang geleden dat de Franstalige minderheid niet alleen in het staatsapparaat, maar ook in de bedrijven de dienst uitmaakte. Tussen Charleroi en Mons/Bergen, in 'le pays noir', lagen de schatrijke kolenmijnen van Wallonië. In de staal- en wapenindustrie van de 'vurige stede' Luik verdienden tien duizenden arbeiders een goedbe legde boterham. Samen met de al even Franstalige aristocratie, die de hele bancaire wereld in zijn greep had, heersten de Waalse industrië len over België. Vlaanderen was tot de Tweede YVereldoorlog slechts een achterlijk stukje platteland. Die verhoudingen zijn na de oorlog snel omvergeworpen. De Waalse in dustrie is volledig in elkaar gestort, de mijnen zijn gesloten en met hun torenhoge werkloosheid zijn Char leroi en Luik tot de armste streken van Europa gaan behoren. Vlaande ren daarentegen is economisch op gebloeid, vooral dankzij een nijvere middenstand, die van de kleine fa miliebedrijfjes de ruggegraat van de Belgische economie heeft gemaakt. De hoge scholing van de Vlaamse beroepsbevolking heeft daarnaast talloze buitenlandse high-tech be drijven, waaronder opmerkelijk veel Amerikaanse, aangetrokken. De economische revolutie heeft zijn politiek^pon?miagelater^^ger^^ over een zelfbewust Vlaanderen maken de Franstaligen niet langer politiek de dienst uit. De typisch Belgische 'wafelijzerpolitiek', waar bij elke overheidsinvestering in het éne gewest automatisch wordt ge compenseerd met een even grote bijdrage aan het andere landsge deelte, heeft de staatsschuld echter tot recordhoogte opgejaagd. Die schuld, twee keer zo groot als in Ne derland, hangt als een loden last om de nek van de Belgische overheid en maakt de nationale munt uiterst kwetsbaar voor internationale spe culatie. De economische recessie van de af gelopen jaren heeft de onderhuidse spanningen bij de Belgen opnieuw blootgelegd. De Vlaamse betaal meesters van België ervaren de aan lager wal geraakte Walen steeds va ker als profiteurs, die weigeren de peperdure sociale zekerheid te sa neren. Ook het bedrijfsleven heeft fors te lijden gehad onder de reces sie. In 1993 kromp de Belgische economie met 1.3 procent en na men de investeringen met tien pro cent af, zo blijkt uit het dit voorjaar gepubliceerde jaarverslag van de Nationale Bank. De export liep, door de internationale malaise en het hoge kostenpeil van de Belgi sche bedrijven, zware klappen op. In een jaar tijds gingen meer dan vijftigduizend banen verloren. De rooms-rode regering-Dehaene reageerde eind vorig jaar met een 'sociaal pact' op de dreigende voor uitzichten van een staatsfaillisse- ment en een werkloosheid die in 1997 naar 14,6 procent (635.000 mensen) zou oplopen. Het sociaal pact bevatte draconische maatrege len, zoals een verhoging van accijn zen op sigaretten en benzine, forse bezuinigingen en een loonstop voor drie jaar. Ondanks massale stakin- gen slaagde de regering erin de plannen aanvaard te krijgen. Nu ook de Belgische economie 'aan de beterhand' is, lijkt het ergste achter de rug. Maar ondertussen zetten een aantal trends gewoon door. De grote Amerikaanse inves teerders laten België links liggen en wijken uit naar andere Europese landen. De enige die nog wel be langstelling hebben voor Belgische ondernemingen, zijn Nederlandse en Franse investeerders. Blokker, Hema en C&A worden in de doorsnee Vlaamse winkelstraat langzamerhand vertrouwde ver schijnselen. Minder goed gaat het echter met de grote overnames. Verschillende Nederlandse banken, waaronder ABN/AMRO en ING, hebben de afgelopen jaren gepro beerd een Brusselse collega op te kopen. De KLM was lang in de race voor de overname van de noodlij dende luchtvaartmaatschappij Sa bena. De meeste van die fusies en participaties mislukten op het laatste moment. De calvinistische noordelingen stuitten op 'cultuur verschillen'. Sabena werd uiteinde lijk opgekocht door Air France. Vooral in de bancaire wereld, de verzekeringssector en de energiebe drijven hebben Franse onderne mingen zich door een bewuste stra tegie een ijzersterke positie verwor ven, zo blijkt uit een vertrouwelijk (Franstalig) rapport van het Belgi sche nationale ministerie van eco nomische zaken. Het is een beeld dat de Vlamingen dwars zit. Hun christendemocratische premier Luc van den Brande luidde in 1992 de alarmklok over de 'golf van overne mingen door buitenlandse bedrij ven'. „Het kan niet langer dat Vlaanderen en de Vlaamse econo mie het slachtoffer worden van de Franse geo-politieke ambities om België en Luxemburg in de Franse invloedssfeer op te nemen." Van den Brande pleitte voor een 'Vlaamse verankering', waarbij de eigen regionale investeringsmaat schappij als dam tegen de 'verfran sing' zou fungeren. De Waalse pers reageerde furieus, Vlaamse onder nemers haalden hun schouders op dat het hen niet uitmaakte „of de telefonie Belgisch of Chinees is, als het maar minder duur wordt". Het idee heeft dan ook nog nauwelijks handen en voeten gekregen. Maar de rekening van de taalstrijd is nog altijd niet volledig opgemaakt. De toerist slentert in de zomer gemoedelijk van terras naar terras. foto's hans van weel en meestal slechts eenmaal ge dragen door de een of andere verveelde diplomaten-me vrouw. De toerist denkt dan al gauw 'wat wil een mens nog meer' en keert tevreden huis waarts. De bewoners van Brussel, Euro- craten en aanverwanten inbe grepen, weten beter. Zij identifi ceren de Belgische hoofdstad met altijd kapotte wegen en trottoirs, huizenrijen die er als rotte gebitten bij staan, wijken die aan architectuur met Albert Speer-allures zijn opgeofferd en her en der in de stad vier, zes of nog meer rijstroken vol met stinkende, ronkend langs scheurende auto's. Jarenlang is het Brusselse stads bestuur door wanbeheer geken merkt. Waar anders dan in Brussel kon het gebeuren dat een Art Deco-huis, dat op de monumentenlijst stond, op een donkere vrijdagavond in één keer tegen de vlakte ging, dom weg omdat de burgemeester was gezwicht voor enkele nieuwbouw-wellustelingen met zeer waarschijnlijk een steekpenninkje of twee in de achterzak? „Bombardementen zijn Brussel in de twintigste eeuw bespaard gebleven", schreef publicist Geert van Istendael al in Arm Brussel „In vredestijd is het ver nietigingswerk achteraf uitge voerd, met een vakkundigheid welke die van de Luftwaffe diep in de schaduw stelt." Voor vele Brusselaars is er maar één schuldige voor de hoofdste delijke malaise en dat is Europa. Maar het gekke is dat de andere twee steden met grote Europese vestigingen, Straatsburg en Luxemburg, er florissant bij lig gen. Er is maar één conclusie mogelijk: de Brusselaar heeft gewoonweg een hoop van de el lende aan zichzelf en zijn geld zucht te wijten. Iedereen die ergens in Brussel een huis erft van een overleden oom, knapt het een beetje op, zet er een dure keuken in en verhuurt het voor twintig keer de normale huurprijs aan een Euro-ambtenaar. Is het huis niet meer te redden, dan wordt er de ramen en deuren dichtgespijkerd net zo lang gewacht, totdat zich een meestal Franse projectontwik kelaar meldt, die op die plek wel In de staal- en wapenindustrie van Luik verdienden tienduizenden arbeiders een goedbelegde boterham. Nu behoort de stad, met zijn torenhoge werkloosheid, tot de armste gebieden van Europa, foto hans van weel zwervers uit de Brusselse bin nenstad wilde weren door de I stadsbanken te verwijderen. Iac Na Demaret kwam de sodalis! Thielemans. Nu bestuurt, sim de gemeenteraadsverkiezing! van 9 oktober, ridder Fran.coi Xavier de Donnéa, een liberaa Brussel-Stad. Zijn bewind be looft eindelijk een andere poli tiek, mede omdat er Franstali groene 'Ecolo's' op ruimtelijk ordening en leefmilieu zitten, is al een 'onverbiddelijke bela ting op leegstand' aangekon digd. Verkrotting mag niet mt lonen. Bovendien mogen er voorlopig geen nieuwe hotels en kantoren meer worden ge bouwd. Het is de vraag of dez ingrepen op tijd komen voor wat nog resteert van het oudeL Brussel. een kantoor wil neerpoten. Geen enkele andere Europese stad telt per hoofd van de bevol king zoveel vierkante meters kantoorruimte als Brussel, maar een groot deel ervan staat per manent leeg. Alleen al tussen 1976 en 1982 werden in Brussel op deze ma nier zeshonderd waardevolle bouwwerken gesloopt, die op de officiële Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie stonden. Sindsdien is het tempo alleen nog maar hoger komen te liggen. De Leopoldswijk, waar 'Europa' zetelt, heeft in de afgelopen ja ren het hevigst te lijden gehad onder wanbestuur, maar Brus sel-Stad, het toeristische Cen- tre/um, is een goede tweede. Tegenover het Centraal Station rijzen momenteel nep-oude-ge- vels op, die naar volksverlakkerij rieken. Tegelijkertijd verpaupe ren en verkrotten echte mooie oude panden rond de Beurs op nog geen twee minuten lopen van de Grote Markt. In twee jaar tijds is Brussel-Stad zojuist aan zijn vierde burge meester begonnen. Nadat ja renlang Paul Vanden Boey- nants, ooit nog eens wegens fraude veroordeeld, de stad had bestuurd, kwam de socialist Brouhon. Deze overleed in '93 volgens ingewijden aan een overdaad aan recepties. Zijn op volger, de christen-democraat Demaret (een ex-bui ten wipper oftewel uitsmijter), moest op stappen, omdat hij te kritisch over de paus was geweest en de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 44