1 Van het Groene woud en de twijfel Wordt het Neerpelt of Aerdenhout? België onafhankelijk It De fiscus is één van de grootste spookbeelden voor de Nederlandse ondernemer die zijn bedrijf wil verkopen. Hij heeft zijn hele leven hard gewerkt en zuinig geleefd om het er eindelijk eens van te nemen. En daar staat de belastinginspecteur die geld wil. Veel ondernemers verhuizen naar België om de fiscus te ontlopen. DOOR HANS VERBRAEKEN EN JAN SMIT (ANP) Over een periode van tien jaar kunnen de heffingen in Neder land oplopen tot zestig procent. Bij een transactie ter waarde van tien miljoen gulden is dat zes miljoen gulden. „Veel direc- teuren-grootaandeelhouderbe- zwijken onder de fiscale druk en gaan naar België", zegt R. Ha mers, fiscalist bij Coopers Ly- brand in Maastricht. Inmiddels wonen volgens voor zichtige schattingen zo'n hon derdduizend Nederlanders in Vlaanderen. Favoriet zijn de provincies Antwerpen (Essen, Brasschaat, Hoogstraten of Turnhout) en Limburg (Lom mei, Neerpelt en Lanaken). Ma kelaars melden nog steeds grote vraag uit Nederland naar een optrekje in België van acht ton en meer. Wat maakt België nu zo aan trekkelijk? België kent geen ver mogensbelasting; de vermogens staan er niet eens geregistreerd. In Nederland moet achthon derd gulden over elke ton ver mogen worden betaald. Ook springen de Belgen gemakkelij ker om met het schenkings recht, waardoor de latere suc cessierechten (belasting die erf genamen over hun erfenis moe ten betalen) sterk kunnen wor den beperkt. Tenslotte kan de Nederlandse ondernemer via België het 'aanmerkelijk-be- langtarief ontwijken. Dat is de belasting (van twintig procent) die op de opbrengst uit aande len wordt gelegd. Om deze hef fing te ontlopen, moet hij wel vijf jaar vóór verkoop van de aandelen naar België verhuizen. De ondernemer kan dan altijd directeur of commissaris blij ven. Hamers geeft een vereen voudigd praktijkvoorbeeld om de belastingdruk in Nederland en België te vergelijken. Het gaat daarbij om de effecten van emigratie na een periode van tien jaar. Een 62-jarige ex-ondernemer, met een beheer-BV (waarin de aandelen uit zijn vroegere on derneming zijn ondergebracht) en een pensioen van 100.000 gulden per jaar, verkoopt vijf jaar na zijn emigratie naar Bel gië de aandelen in zijn BV voor tien miljoen gulden. Hij belegt de opbrengst van de verkoop zodanig dat hij jaarlijks vijf pro cent rente krijgt. Nog eens vijf jaar later schenkt hij het hele vermogen aan zijn enige kind. Als hij in Nederland was blijven wonen, dan had hij in tien jaar in totaal zes miljoen gulden be lasting betaald. In België is deze ex-ondernemer 'slechts' 400.000 gulden kwijt, een verschil van ruim 5,5 miljoen gulden! Voor wie twee a drie miljoen gulden bezit, wordt het dus fis caal interessant om in België te gaan wonen. „Voor hen die daarboven zitten, wordt het ver schil tussen Nederland en Bel gië spectaculair aldus Hamers. Maar ook in Nederland kunnen vermogende particulieren op fiscaal nette wijze een goed le ven lijden, zegt vermogensadvi seur Nierop van Robeco. „Bel gië is alleen voor de angsthaas die louter geld vast zet in depo sito's. Koersresultaten zijn ook in Nederland onbelast. Genie ten staat toch veelal voorop en dat doe je meestal het beste in je vertrouwde omgeving." Al speelt hijzelf daarin een cruciale rol, van de Belgische muziekcultuur heeft Van het Groenewoud geen al te hoge dunk. „Wannes van de Velde. Willem Vermandere, dat zijn mannen met een eigen Vlaams geluid. Maar de culturele invloed van de Verenigde Staten en Engeland is zoveel groter. De start van Arno Hintjéns (ex-TC Matic, nu solo, OH) herinner ik mij als beschamend. Een would be cock ney-Engelsman. Een artiest in België die ik mateloos bewonder is Ka- magurka. Daar neem ik mijn petje voor af. Die is ook veel meer rock 'n roll dan al die figuren in jeans..." Kamagurka is humor. Absurde hu mor. Humor is ook een vast bestand deel in het werk van Van het Groene woud. „Als ik ze kan vermaken, des te beter. Maar ik wil niet te boek staan als iemand die een mop komt vertel len. De associatie met cabaret is snel gemaakt en dat vind ik als toeschou wer vaak veel te kneuterig. Daarente gen, ik zou niet graag hebben dat ze me Remco Campert afnemen. Maar leuk zijn, gekke bekken, dat hoeft niet. Freek de Jonge vond ik de clown. Nu is in Nederland een situatie ont staan waarin grof zijn vaak gelijk staat aan leuk zijn. Ik vind dat niét." Aimabel is hij. Charmant. Verlegen. Kolderiek of niet, zijn verhaal is in we zen altijd ernstig. „Maar ik houd het soms ook niet uit hoor, met dat ge voel van kommer en kwel. In de alge mene lijn weet ik dat ik een gelukkig mens hoor te zijn. Gelukkig met mijn vrouw, gelukkig met mijn manager, gelukkig met de muzikanten, met veel mensen die blij zijn met wat ik doe..." Dan staat hij op en trekt een onopval lend groen regenjasje aan. Het mutsje hupt op zijn schouders wanneer hij verdwijnt in druilerig Amsterdam. SOEURSOURIRE (1933-1985) Haar meisjesnaam Janine Deckers zal niemand wat zeggen. Haar artiestennaam Soeur Sourire des te meer. Als Zuster Glimlach werd zij in het begin van de jaren zestig wereldberoemd: een zingende zuster die met het ontwapenende Dominique nique nique zelfs de top van de Amerikaanse hitparade bereikte. En dat in een tijd, waarin Beatles en Rolling Stones geen concurrentie duldden. Aanvankelijk bleef haar zangtalent onopgemerkt in de stilte van het klooster van Fichermont, waar zij in 1959 intrad. Haar medezusters genoten zo van het engelachtige gezang dat zij naar een willekeurige grammofoonplatenzaak in Brussel stapten en vijfhonderd plaatjes lieten maken van de liedjes van zuster Gabriëlle, zoals zij in het klooster heette. Uiteindelijk zouden dat er vele miljoenen worden. Het gevolg was dat Soeur Sourire, die in het begin niet in het openbaar mocht optreden, het klooster na zeven jaar voor gezien hield. Veel vreugde heeft ze er niet aan beleefd. Ze werd constant belazerd. Van auteursrechten heeft ze nooit wat gezien. Tot ongeloof van de belastingontvanger van Wavre. Die zou Soeur Sourire en haar twaalf jaar jongere vriendin Annie Pecher in 1985 tot zelfmoord hebben gedreven. Niet dat hij voortdurend loopt te somberen, heus, nee. Maar soms bekruipt hem plots 'het verpletterend gevoel dat het niets voorstelt'. Aandacht en bewondering van het publiek niet waard. Eigenlijk wil hij elke avond beter spelen dan ooit tevoren. Maar dat lukt natuurlijk niet zo vaak. Daarom knaagt de twijfel. DOOR ONNO HAVERMANS De karakteristieke kinnebak rust in zijn handen. Raymond van het Groe newoud is de teleurstelling van de vo rige avond nog niet te boven. Al bleef de zaal minutenlang klappen, hij maakte zijn excuus. „Het ging nie." Wat niet wil zeggen dat de toeschou wer is bekocht. „Jimmy Hendriks is wel eens gestopt met spelen omdat het niet ging, maar daarvoor ben ik te beschaafd." Wat er dan misgaat? Hij weet het zelf niet goed. „Soms vind ik een nummer dat het kan opengooien, maar giste ren niet." Aarzeling. Peinzende blik. „De weemoed die ik in me draag, het gevoel dat een ander daar niets mee heeft." De twijfel. „Wat er van binnen zit, dat laat zich altijd raden. Het is ook niet belangrijk zolang het maar fantastisch wordt geserveerd. Reve bijvoorbeeld, doet dat fantastisch. Ik zoek altijd naar contrasten, met dwazigheid... Ben nog niet tevreden met wat we nu doen... Ik aarzel teveel. Ik zou willen dat het elke dag iets speciaals is en als dat niet zo is dan zit ik daarmee. Dan ga ik zitten prakkezeren op een door braak." Hij zal, zegt hij, nóóit weten wat het voor iemand in de zaal is. „Ik hoop dat het een overgetelijke avond is; warm, puur, geen nep. Soms heb ik het gevoel dat het eindapplaus weer geeft dat ze er werkelijk van genoten hebben... Ik wilde het applaus lange tijd uitsluiten. Nu voel ik me tussen de nummers door vaak radeloos. Je kunt niet weten in hoeverre het Pa vlov is de mensen klappen als je stopt met spelen en in hoeverre ze het echt mooi vinden. Hetzelfde denk ik als mensen me na afloop komen zeggen dat ze hebben genoten. Ik weet niks. Minder en minder." Zijn muzikanten, Vincent Pierins (bas), César Janssens (drums) en Ber- tus Borgers (sax), zijn een baken. „Ik speel met hen graag. Ze zorgen dat ik niet altijd afdrijf. Het zijn van die gas ten die intuïtief aanvoelen dat ik vast zit. Met hen werk ik intens, intenser dan ik gewend was. De ups en downs zijn ook intenser." Alles is ijdelheid, dreunt hij aan het begin van zijn nieuwe show De minis ter van ruimtelijke ordening, waarmee hij alweer enkele maanden toert, meestal door België. De gelijknamige CD met nieuwe liedjes en oude in een nieuw jasje ligt al een poosje in de winkel. „Ik heb een trouw publiek. Niet voor het vullen van sportpalei zen, maar wel voor culturele centra, vooral in Vlaanderen." Af en toe komt Nederland aan bod. Liefst Amsterdam, want daar voelt hij zich thuis. Geen wonder, want Am sterdamse ouders. „Ik ben tussen Hollanders groot gebracht. Me pas Vlaams gaan voelen door in het kiel zog van Johan Verminnen te gaan spelen in bruine café's. En door daar al die jaren te wonen natuurlijk. Maar wanneer ik in Amsterdam ben, loop ik over van nostalgie. Ik heb hier de eni ge twee mooie jaren van mijn jeugd doorgebracht." Niet dat hij uit Brugge wil verhuizen hoor. „Ik woon daar geweldig, maar ik voel telkens weer dat ik hier thuis hoor. Het type straatgesprek of in een café, dat is zo uniek. De verbeelding is hier aan de macht. In België zou ik Gent kiezen, dat heeft ook dat aspect: iedereen en alles loopt er door elkaar, de stad op zijn mooisf." Hij is inmiddels 44 en zal wel altijd 'een cocktail blijven', Vlaams en Ne derlands. „Als België en Nederland te gen elkaar spelen, zoals deze zomar op het wereldkampioenschap voetbal, vind ik het toch leuk dat België wint. Maar ik heb ook verschrikkelijk het Ajax-gevoel. Dat was in 1957/58, dat ik aan het handje van mijn oom voor het eerst naar het stadion ging. Die liefde is altijd gebleven." Hij is een man van contrasten. Muzi kale poëzie met een kwinkslag, afge wisseld met dampende rock 'n roll in onverbloemd Nederlands. „Met de ondeugendheid van Chuck Berry in gedachten ik spreek van 1972 is Maria ontstaan. Ze kan zo lekker lo pen..., dat had nog nooit iemand in het Nederlands geschreven. In het stadium van toen was het zo belang rijk... Het begeesterde me dag en nacht om het te maken." Het num mer staat, in een aan het theater aan gepaste versie, ook weer op de nieu we CD. België vierde zes jaar geleden zijn 150-jarige anafhankelijkheid. Maar al eerder was Bel gië zelfstandig, al duurde dat niet langer dan een jaar. Tijdens de Brabantse revolu tie, die was gericht tegen het beleid van Jo zef II en tegen de sluiting van behoudende kloosters, werden in 1789 onder leiding van de advocaat Hendrik van der Noot de Oos tenrijkse troepen verjaagd. Het gevolg was het uitroepen van de Verenigde Nederland se Staten; een statenbond van soevereine gewesten. Met, de Brabantse omwenteling was een einde gekomen aan 76 jaar Oos tenrijkse overheersing. De onafhankelijkheid was echter van korte duur. In 1790 kregen de Oostenrijkers zon der noemenswaardige tegenstand de touw tjes weer in handen. De statenbond was ten onder gegaan aan onderlinge verdeeldheid. Van der Noot vluchtte naar Noord-Neder land. In 1792 trokken de Fransen België binnen en bezetten het gebied. De hervormingen van de Franse revolutie werden ingevoerd en in 1795 werden de Belgische departe- tenrijk stond het gebied twee jaar later in een verdrag met Frankrijk af aan de Fran- Na het uitbreken van de Oostenrijks-Franse oorlog in 1799 trok veldheer Napoleon Bo naparte in 1814 België binnen. In datzelfde jaar werden zijn legers in de buurt van Wa terloo door Brits-Pruisische troepen die de kant van Oostenrijk hadden gekozen verslagen. Eind 1814 werden de Zuidelijke en Noorde lijke Nederlanden verenigd onder koning Willem I, met als doel de vorming van een krachtig bolwerk tegen het machtige Frank rijk. Al vanaf het begin van de eenwording tussen de Noordelijke en Zuidelijke Neder landen koesterde her katholieke en conser vatieve zuiden argwaan tegen koning Wil lem I. Onder invloed van de Franse juli-re- volutie braken in Brussel en omgeving ern stige rellen uit. Het Voorlopig Bewind van het opstandige zuiden riep vervolgens in 1830 de onafhan kelijkheid uit en kondige verkiezingen aan. De Xoordnederlandse troepen trokken zich mandant Chassé Antwerpen liet bombarde ren. Dit gebeurde nadat zuidelijke opstan delingen de lokale wapenstilstand hadden geschonden. Op 3 november 1830 kwam het nieuwe Congres voor het eerst bijeen, kwam een einde aan de revolutionaire fase en kon worden begonnen met de opbouw van het land. Willem I stuurde geen troepen meer, maar vestigde zijn hoop op de grote mo gendheden (Frankrijk, Engeland, Pruisen, Oostenrijk en Rusland). Op de conferentie in Londen werd de Belgische autonomie echter erkend. Willem I legde zich er bij neer. Pas na de in huldiging van Leopold 1, de eerste koning der Belgen, op 21 juli 1831, probeerde hij met militair vertoon zijn macht te herstel len. Deze zogenoemde Tiendaagse Veld tocht mislukte door Frans ingrijpen. In 1838 legde Willem I zich definitief neer bij de on afhankelijkheid van de voormalige Zuidelij ke Nederlanden en was het autonome Bel gië een feit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 41