W ielerbede vaart in Vlaanderen 267 .;T- -V. ^r. Zo ligt de Kwaremont die thans beklommen wordt erbij. Kasseien en in de verte café-restaurant In 't Palet. De Oude Kwaremont heet deze heuvel in de officiële route-aanduiding. „Niet waar", zegt gepensioneerd veldwachter Robert Rogiers. „Het is gewoon Kwaremont. Dat 'Oude' hebben Belgische journalisten ver zonnen. FOTO PETER HEERKENS maal achteraan wordt gevonden. Een eenvoudige grafsteen: Karei van Wijnendöele. Met daarbij de toe voeging: Steyaert. Want zo heette hij eigenlijk. Van Wijnendaele was een pseudoniem, ontleend aan de naam van een gehucht bij zijn ge boorteplaats Torhout in West- Vlaanderen. We staan stil bij wielergeschiedenis. Bij een mythe. Bij Karei van Wijnen daele en de Ronde van Vlaanderen, een wedstrijd die als geen ander het wielrennen in België belichaamt. Een koers waaromheen wierook dampt en tranen de romantiek be vloeien. En niemand die een vinger achter het mirakel krijgt. In het boek (een klassieker) De Ron de van Vlaanderen, schrijft auteur Rik van Walleghem: „Peilen naar de ziel van de Ronde van Vlaanderen is zoals palingen vangen met blote handen. Vanwaar die uitstraling? We vroegen tientallen mensen naar de specifieke polsslag van de Ronde en hoe die te verklaren is. Maar een éénduidige, glasheldere verklaring is niet meteen voorhanden. Eén ding is zeker: het moet iets met goddelijkheid te maken hebben. In die zin, dat een evenement als de Ronde van Vlaanderen de mens confronteert met iets wat hij meestal niet is: een heerser, een mirakelman, een halfgod." Vast staat dat de reputatie van de Ronde leunt op de kracht van een televisieloos tijdperk, als gratis ver maak voor een arm volk dat zich wilde herkennen in het onverzette lijke van de coureur. Uit een artikel van Karei van Wij nendaele in 1940: „Met onze Ronde beogen wij twee din gen: onze menschen uit hun huis en in de wijde wereld roepen, en trekken uit de lusteloosheid van hun vervelend be staan. De leer ver konden dat de sport de spieren staalt en de wil versterkt." Het parkoers vol kui len en gaten, kassei en en hobDeipaden, verhief het fietsen tot Lijden. Vaak, heel vaak, onder barre weersomstandighe den: en nog. De Ronde van Vlaande ren heeft een ver bond met wat in het dialect heet 'storm in 't geluchte': grauw grijze hemel, slagregens, gierende windstoten, hagel. Allemaal genoeg om de Ronde te verheffen naar Gro te Hoogte. Onaantastbaar. Karei van Wijnendaele verdient hul de. Maar we zijn de bloemen verge ten. Als een geschenk uit de hemel, valt voor onze voeten een kastanje te pletter. We pulken de schil eraf en leggen de bruine vrucht op het glimmende marmer. Niet veel, voor zoveel verdiensten. We sussen ons met de wetenschap dat Karei van Wijnendaele altijd met weinig te vreden is geweest. Een relikwie De pelgrimage stuwt ons op naar MMMi van de Vlaamse Ardennen. Hier ligt het grootste relikwie van de Ronde van Vlaanderen opgeslagen; 2.550 meter lang, 118 meter hoog. De Kwaremont. Het is de oudste, meest gevreesde klim in de geschiedenis van de Ron de van Vlaanderen. Althans, toen er nog geen asfaltmachine overheen was gewalst. Uit die vervlogen tijd dateert aanschouwelijke berichtge ving over het gekreun en gewee klaag van coureurs, die hun kiezen kapot rammelden op een wegdek uit de prehistorie. In Het Nieuws bladvan 18 maart 1932: „Op den Kwaremont, waar hij in het hoofd peloton zat, overkwam Georges Ronsse erger: hij gleed uit, viel, plooide zijn stuur en had nog wat ander letsel aan zijn fiets. Hij her stelde zoo goed hij kon en sprong terug te peerde." Van 1913 tot 1929, zat de Kware mont als enige helling in het par koers van de Ron de. Berucht niet alleen vanwege een uit z'n ver band gerukte kas- seienstrookmet daarnaast een hobbelig fietspad opgetrokken uit zand en steen slag maar voor al ook door de voor een wieler- peloton geringe breedte. De Kwa remont, dat was al van verre knok ken en wringen om vooraan in de groep te komen. Om alzo kans te maken op het fietspad dat aan merkelijk meer perspectiefbood dan optrappen te gen de kasseien. Menige Ronde van Vlaanderen is op dit strategische punt beslist. Het fenomeen Kwaremont in die ja ren, kwam met daverende zinnen uit het schrijfgerei van Joris Jacobs. „Niemand geeft het sein, maar bij het naderen van Ronse en de Vlaamse heuvelen gaat er een mas sale, langgerekte siddering door de karavaan. Het is als een reusachtig monster dat zich steigerend verheft en plotseling met donderend geraas aan het hollen gaat. De Kwaremont is in het gezicht. De opwinding grijpt om zich heen. De renners rij den als gekken en in de volgerskara vaan ontstaat er steevast een begin van paniek. Iedereen schijnt in het kanten open. De renners hijgen en schreeuwen, de auto's proberen met scheurende banden en hels ge toeter een goed heenkomen te vin den, de koerscommissarissen han gen ver uit het dak van hun wagen en ondersteunen hun tekort schie tende verbale opmerkingen met woest vlaggegezwaai. De roes is over de Ronde gekomen..Zo gaat het ieder jaar opnieuw. De drieste, hallucinanteen meeslepende stormloop over de heuvelen is be gonnen." We draaien onze auto de Kware mont op en zijn ter heilige wieier- grond. Onteerde wielergrond, dat wel. Want: asfalt. Aan de na-oorlogse modernisering van de wegen bleek uiteindelijk ook geen ontkomen voor de gelouterde, geprezen, bejubelde en vaak ook door de coureurs vervloekte Kwaremont. Met uitzondering mis schien van de voor-en-tegens rond de Koppenberg (één en al woest steigerende kei), is er in België over een stuk wielerparkoers nooit zo'n nationale heisa ontstaan als rond de asfaltering van de Kwaremont in 1965. Gedreven door uiterste nood, stuurde Karei van Wijnendaeles zoon Willem die in de voetspo ren van zijn vader was getreden per krante-artikel een boodschap naar Boven. „Ons Heer, als ik u iets vragen mag, zorgt dan A.U.B. dat de Kwaremont nooit geasfalteerd wordt en dat de Oostvlaamse berg zolang de Ronde van Vlaanderen wordt verreden, mag blijven liggen zoals in het nabije verleden. Ons Heer, laat de Ronde de Ronde blij ven." We passeren café 't Konijntje ('Par king voorbehouden voor het cliën teel'), café d'Oude Hoeve, Art Cen ter Beukenhof en dat was het dan. Welk een ontluistering. Het bloed, zweet en tranen van generaties wielrenners, weggestopt onder strak zwart asfalt. Andermaal trekken we langs 't Konijntje, d'Oude Hoeve, en Beukenhof. Daarna nog eens. En nog eens. Wéér kunnen we Karei van Wijnendaele niet vinden... Dit keer gaat het ons om z'n stand beeld. Het werd in 1964 onthuld op dit wielerhistorische stuk weg, dat toen Knokt heette en in 1971 door de gemeente officieel werd omge doopt in Ronde van Vlaanderen- straat. Maar waar staat-ie nou?! „Daar", zegt de oude vrouw die we van het land hebben geplukt. Ze wijst naar enkele bochten verder. We weten er wederom te passeren zonder Karei van Wijnendaele opgemerkt te heb ben. Schaamte begint bezit van ons MüÉttÜiiiüte borstbeeld staat opgesteld. Schan de, stellen we deemoedig vast. Om vervolgens te besluiten dat we het ons niet hoeven aan te trekken, om dat de onthulling indertijd is ge schied zonder dat we erbij waren. De twee cafés kunnen geen uit komst bieden. Allebei gesloten van daag en tot ons verdriet niet als eni ge in de wijde omgeving. Een tot stoppen gedwongen fietsende boer legt de plek waar we Karei van Wij nendaele kunnen vinden uit in zo'n zwaar dialect, dat we weer bij 't Ko nijntje terug zijn voor we er erg in hebben. Eindelijk dan. Dankzij een man in stofjas te Berchem, daar waar de Kwaremont een demarrage vandaan ligt. Verwaarloosd perkje Het monument staat een paar me ter van de weg, in de omarming van coniferen. Daar verwacht je Karei van Wijnendaele toch niet?! Die ver wacht je op een puntige kassei, pal aan het parkoers, geknuffeld door iets ruigers dan coniferen. Zijn buste leunt tegen een muur van blokken steen die ruim twee meter hoog en vijf meter breed op rijst. Vanaf een sokkel kijkt Van Wij nendaele in brons gevat uit op een verwaarloosd perkje binnen de hem toebedeelde ruimte, een ge schenk van landheer baron Philippe Behaghel de Bueren. En verder weg: uitzicht op de Oude Kwaremont, die in het parkoers de nieuwe Kwa remont is. De Oude Kwaremont ligt aan de overkant van de N36 die Berchem verbindt met Ronse. Op genomen in het parkoers van de Ronde sinds 1974, maar niet geheel Uit de Belgische pers over de Ronde in staat de heroïek van de vroegere klim te doen vergeten. Hoe goed als sloper gebouwd ook. Twee meter breed slechts. Veel bochten. Eerst 600 meter asfalt, dan 1.600 meter kasseien, die zich geniepig omhoog slingeren tot voorbij het Kwarem- ontplein, een kunstenaarsdorp. Las tig koersen op dit traject, waarbij de renners als extra kwelling dan ook nog eens voorbij de uitdaging van een leuke kroeg moeten; het café restaurant van het kunstenaars dorp, dat dus niet voor niks In 't Pa let heet. „Ja, het is hier afzien voor de mannen", zegt de Palet-uitbater. Met uitzondering van de wedstrijd Gent-Wevelghem, ziet hij hier alle koersen van naam passeren: Om loop Het Volk, Kuurne-Brussel- Kuurne, de E3-Prijs. Hij houdt van wielrennen en vooral van suppor ters. Altijd dorst. Beneden, waar het verkeer tussen Berchem en Ronse raast, onthult gepensioneerd veldwachter Robert Rogiers die van 1955 tot 1991 ver antwoordelijk was voor de verkeers veiligheid van de Ronde van Vlaan deren in dit gebied: „Den Oude Kwaremont bestaat helemaal niet. 't Is gewoon Kwaremont. Dal 'Oude' hebben Belgische journalisten ver zonnen." Gelukkig. Eén echte oude Kware mont dus. We besluiten tot een ere- ronde langs Karei van Wijnendaele. In één keer goed nu. (Documentatie: De Ronde van Vlaanderen. Rik van Walleghem. Uitg: Pinguin Productions, Gent Het Nieuwsblad, Brussel.) Piet Van Nek valt plat in volle verbrokkeling die een gevolg is van de grondgestel ten is." Juist treedt de Lente in. Eene nieuwe Lente, en een nieuw geluid, zong des tijds dichter Gorter. Voor ons is het 't geluid der ronkende wielen, der snadde- rende fietsen over het krakende kiezel onder velobanden. Het is het zoete voois- je van het oude leven dat herkiemt met eeuwigjeugdigen lust... Het is de blijde hergeboorte van dien vroolijken, opmonterenden tijd van openluchtspel. „Palmenzondag, voor den eersten keer, geniet het voorrecht de Ronde van Vlaan deren te zien betwisten. Hiermede vieren we een triomfantelijken intocht In het Je ruzalem onzer sportverlangens. Hosannah. Heil u, o lente, met al uw goed en al uw vreugd." Buiten Oudenaarde kromt dus de Edelareberg zijn rug op, en deze is het die voor Felicien Vervaecke's pakske zou zorgen. We zien den jongen toch zoo lastig naar boven gaanheel het lichaam beweegt en sloddert van links naar rechts. „Magni putte het laatste greintje macht uit zijn vergaarbak om de kelk tot op de bo- Het borstbeeld van Karei van Wijnendaele in de Ronde van Vlaanderenstraat, waar de ge vreesde Kwaremont van vroe ger rust onder een laag asfalt. FOTO PETER HEERKENS I f* De Ronde van Vlaanderen. Een sportmonument, opgebouwd uit regen, sneeuw, gierende wind, modder, kasseienpaden, en het venijn van de Kwaremenont. Heroïek en romantiek samengebald tot een kracht, waar geen sportwedstrijd in België het van wint. En langs de lijn kijkt de geestelijke vader nog steeds toe: Karei van Wijnendaele, in brons gegoten aan de rand van het parkoers. Op wielerbedevaart in Vlaanderen. DOOR PETER HEERKENS EN FRANS NYPELS RAYMOND CEULEMANS (12 juli 1937-) Naast Eddy Merckx mag Raymond Ceulemans zich tot de bekendste sportieve Belgen van deze eeuw rekenen. Wat Merckx was op de fiets, is Ceulemans op het groene laken. Een veelvraat, waar het gaat om titels. De in Lier geboren Vlaamse biljarter heeft niet voor niets de bijnaam 'mister 100', hoewel hij die grens wat titels betreft al lang is gepasseerd, mdi Ceulemans heeft 136 individuele kampioenschappen op zijn naam staan. Hij werd 58 keer nummer 1 van België, 42 keer Europa's beste en 33 keer wereldkampioen. Raymond Ceulemans heeft vier kinderen van wie er twee in de voetsporen van hun vader zijn getreden. Zoon Kurt is eenmaal kampioen van België geweest. Hij won in de finale van zijn vader. Boze tongen beweren tot op de dag van vandaag, dat pa bewust verloor van zoonlief. Koen, de andere zoon, heeft een keer de beker van België gewonnen. Ceulemans senior is al sinds 1969 wereldkampioen libre (een van de op professioneel niveau beoefende biljartdisciplines). Op 25 november van dat jaar werd de wereldtitelstrijd in die discipline in het Oostenrijkse stadje Linz voor het laatst gehouden. Ceulemans heeft jaren in Grobbendonk gewoond. Hij is later naar Mechelen verhuisd. In die stad heeft hij inmiddels een groot biljartcentrum, dat luistert naar de naam'mister 100'. „Allez, ge blijft toch niet op de stoep staan zeker?!" Pastoor Stubbe is ge zegend met grote gastvrijheid. Hij herdert in het Oostvlaamse Sint Martens Latent over de Sint Marti- nus-kerk, die stadt waar in België een kerk behoort te staan. Bij de staminees dus. Schuin tegenover café Sint Martinus (Maes Pils), een regenpijp verder De Kunsthoeve (Primus bier). Naastebij het kerk hof. Daar hebben we drie rondjes lang tussen verweerd verzakte gra ven tevergeefs gezocht naar de laatste mstplaats van Karei van Wij nendaele. We zijn op wielerbede vaart. Opgejaagd door een bacil die maar niet los wil laten. Ooit stonden we samen, als sportjournalisten, op een Tour de France-col aan het graf van Arie den Hartogs aspiraties; gesneu veld als kopman van de Ford-ploeg. En we waren bij de dood van Tom my Simpson op de Mont Ventoux. Wielrennen is een vak van sterven. Van lijden. In dat verband heeft Ka- rel Van Wijnendaele hij naar wie we op zoek zijn de mooiste zin geschreven die ooit geschreven is: Wielrenners, zij zijn de dwangarbei ders van de weg. Maar waar ligt-ie nou? „Ik denk in de grond", zegt pastoor Stubbe. En zo zit de humor er die ochtend al vroeg in. Tegelijk echter: welk een domper. Hoe is het in Godsnaam mogelijk? Dat Stubbe dét niet weet, waar Karei van Wijnendaele js be graven! Karei van Wijnendaele: in 1913 oprichter van Belgiës mooiste wielermonument: de Ronde van Vlaanderen. Karei van Wijnendaele 1882-1961): journalist, wielerorga- nisator, ploegleider, manager. Op z'n 78ste volgde hij zijn 37ste Tour de France, kwam daar ziek van te rug en overleed enkele maanden la ter. Karei van Wijnendaele was de derailleur van het Vlaamse wielren nen. Het zadel van de Belgische sportjournalistiek. De toenmalige chef-sportredactie van Het Nieuwsblad, Joris Jacobs, eerde laatstgenoemde betekenis van Karei van Wijnendaele met de regel: 'Hij leerde, na Conscience, in de werkelijke zin van het woord zijn volk lezen'. Karei van Wijnendaele was een groot man. De pastoor moet maar eens goed te biecht bij het boek Latemsefiguren. Daar kan-ie het allemaal lezen op bladzijde 360. Karei van Wijnendae le: Grondlegger en pionier van de wielersport in Vlaanderen. Groot sportman, vakkundig inrichter van wielerwedstrijden en sportavonden, befaamd journalist en verdienstelijk Vlaming. Genoot slechts lager on derwijs, werd loopjongen bij een apotheker, koetsier in de hoofdstad, notarisklerk, en... wielrenper. Hij werd ridder in de Leopoldsorde en in de orde van Leopold II. Een Latemse wijk wordt naar hem ge noemd. „Allez", zegt de pastoor, „ik ga 's ef- kes voor u bellen met 't gemeente huis. Maar 't is nie gezegd dat we 't rap gaan weten. Ambtenaren, ge kent ze hé...?!" Wielergeschiedenis Op het tweede kerkhof dat Sint Martens Latem blijkt te hebben, inttlHnHUIIHIiiitfi Kasseien en een zandpad. De oude Kwaremont zoals-ie een legende werd. Een foto uit het i laatste jaar, 1965. Na deze Ronde van Vlaanderen (Jo de I Roo won) werd be- gonnen met asfalte ring. FOTO VUM UIT HET BOEK DE RONDE VAN VLAANDEREN &J|

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 39