Een charmezanger, die goed in de markt ligt Geen glazen op het orgel zetten, A.U.B PETRUS PAULUS RUBENS. 1871-1M0 Vlaamse barokschilder en diplomaat Pieter Paul Rubens zijn stempel op de Vlaamse schilderkunst gedrukt. Als zoon van een Antwerpse schepen, die wegens zijn protestantse geloof de stad moest ontvluchten, kwam hij in het Duitse Siegen ter wereld. Na de dood van zijn vader nam zijn moeder haar kinderen in 1589 mee terug naar Antwerpen. Rubens ging in de leer bij de landschapsschilder Tobias Verhaecht. In 1598 mocht hij zich als meester in het St. Lucasgilde laten inschrijven. Twee jaar later vertrok hij met zijn broer Philips naar Italië, waar hij aan het hof van de hertog van Mantua als hofschilder werd aangesteld. Ook in Venetië en Rome bekwaamde hij zich in de schilderkunst. De Italiaanse schilderkunst beïnvloedde zijn werk sterk. In totaal zijn er ongeveer 2.000 schilderijen van Rubens bekend, waarvan 600 geheel door hemzelf zijn vervaardigd en de rest met de hulp van ingehuurde schilders. In 1608 vestigde Rubens zich voorgoed in Antwerpen. Her en der in deze 'Rubens-stad' zijn werken van hem te bewonderen. Helaas zijn bij een brand in 1718 de door Rubens vervaardigde plafondschilderingen van de St. Carrolus Barromaeuskerk verloren gevaan. Maar in de St Jacobskerk, waar Rubens begraven ligt, zijn nog schilderijen van zijn hand te bezichtigen. Amai! Dit is dus Ertvelde. Zó diep weggedoken in het Vlaamse land dat alleen ^detailleerde wegenkaarten het bestaan ervan aangeven. Een kerk met een plein ervoor, jen hoofdstraat, hier en daar een zijweg. Huisje, boompje, beestje, een verdwaalde auto en de onvermijdelijke 'staminee' op de hoek. „En dan wilden ze me laten blijven, 'ginter.' Voor aan de film te komen, voor movie-star. Ze wilden mij van alles geven." selaere, d'n woensdag in Knok- ke, d'n donderdag in Oudenaer- de en d'n vrijdag in Blankenber- ge. Dat was hard werken, ja. Maar deze markten heb ik aan iemand overgelaten. Nu doet ik allemaal het binnenland: Zelza- te, Ertvelde, Eeklo. De dag moet nog komen dat ik tegen m'n zin naar de markt ga. De dag moet nog komen dat het me zwaar valt op te treden. Zo is het leven van Eddy Wally." Begonia's Hij houdt het allemaal vol, om dat hij zich topfit voelt. En om dat Wally van de markt houdt en van zijn publiek. „Hier", zegt de Charmezanger, „de buik is nog net zo plat als in z'n aller- charmantste jaren. Ik kan nog in al mijne kostumen van vroe ger. Ik ben 62 jaar, maar nie mand geeft me dat. Ik rook nie en ik drink nie. Ik ga niet zeg gen: ik wil op het podium ster ven. Maar het is niets voor mij om pijprokend achter de bego nia's te gaan zitten. De show moet er zijn." Sinds jaar en dag laat Eddy Wal ly zich annonceren als The Voice of Europe. Pretentieus mis schien, maar zijn stem reikt waarachtig verder dan Ertvelde. De taalgrens is voor hem als Vlaming geen drempel, ook de Walen willen hem kennen. „Ik zing ook in het Frans. De Walen noemen me de tweede Tino Rossi. En ik heb toch ook in Pa rijs opgetreden voor zesduizend mensen. Dat is toch ene teken dat de Franstaligen Eddy Wally willen." Hij heeft lang op z'n erkenning als zanger moeten wachten. Zijn naam vestigde hij in 1962 met het schone lied Chérie. En hoe! Binnen drie maanden wa ren er honderdduizend singles van verkocht. Eddy Wally kreeg een gouden plaat, een platina plaat, hij veroverde Vlaanderen en naar eigen zeggen de wereld. „Ik ben laat ontdekt. Maar beter laat o/nooit. De grootste con tacten leg ik op de markt. En daar ook verdien ik mijn con tracten. Ik was in 1973 in Roe- selaere. Kwam er een vrouw naar me toe. Ze zegt: mister Wally, you speak English? Ik zeg: yes, a litte bag. Zegt ze, mister Wally, ik wil u in Amerika zien optreden, dat is te zeggen in Ca nada. Ik zeg: O my God! Moet ge nagaan: als kind droomde ik al van Amerika. Na dat contact met die mevrouw heb ik gans Canada doorkruist. Ze had eer der al platen en cassettes van me meegenomen, begrijpt ge. En ze wieren ginter enthousiast over m'n stem." Zo kwam het er zelfs van dat Eddy Wally werd uitgenodigd om in Chicago te komen zin gen. „Jezus nog aan toe, Chi cago", klinkt het hemels. „En ik las het met m'n eigen ogen, het stond er echt: mister Wally, you 're welcome. Aaaah, onge looflijk. Ik was in New York, ik kan zo de comment laten zien. En ik heb gezongen in Las Ve gas. Voor Vlaamse emigranten? Nee toch zeker, op een party voor Amerikanen. Ik stond in een programma met The Four Freshmen Magnifiek. En dan wilden ze me laten blijven, gin ter. Voor aan de film te komen, voor movie-star. Ze wilden mij van alles geven. Ik mocht ko men bij de costumier van Elvis Presley. Die wilde mij pakken aanpassen. En die zei ook: mis ter Wally, blijft u, ge zult het zien, you wordt hier a big star. You see what the people like in the United States of America. You bent business-man en you bent singer. Maar ik heb het ge laten hè, voor de familie." Sinatra Zijn tournee door Amerika heeft kennelijk indruk gemaakt op beroemdheden. Zo maakte hij, zo vertelt onze Charmezanger uit Ertvelde, kennis met de ac teur Gregory Peck. Die zijn ge voelens van diep respect uitte voor de vocale en showy capaci teiten van Eddy Wally. En sinds zijn bezoek aan de States kent The Voice of Europe ook The Voice. „Ik ken hem en Sinatra kent mij. Hij zei eens in een in terview op televisie: I remember mister Wally from Belgium. Eddy Wally raakt op dreef, nu. Hij, jongen van eenvoudige komaf uit het vlakke Vlaamse land, trad in 1979 op voorspraak van het Russische ambassade personeel in Brussel op in het toen nog immense Sovjet-rijk. Moskou, Leningrad, Kiev, Sverdlovsk. In zijn gezelschap verkeerde onder meer Elton John. En laat Wally de Russen plat krijgen met Nederlandstali ge liedjes... Weg waren ze daar van hem. En onlangs deed hij China aan. Met dank aan een goed in China ingevoerde ma dam, die hem op de markt ver telde dat zij de kroon op het werk van Eddy Wally wilde zet ten. The Voice of Europe in Azië. „O, my God", had de Charme zanger slechts kunnen uitbren gen. Nou, het was genieten in het rijk van Deng Xiaoping. Zijn legendarische hit Chérie is op nieuw uitgebracht. In het Chi- c nees. Een sinoloog uit Gent heeft de tekst voor hem uitge schreven. „Foenesisch. En het ging perfect. Hoor maar: Pam- paupee, paupeei nitsji- watsjotangotsoewela-ai." Taalgevoel kan Wally niet ont zegd worden. „Ik ben een self made-man. Het praten in En gels en Frans heb ik me, op een paar cursussen na, zelf aange leerd op de markt. En ik heb het ver gebracht in m'n leven. Alles zelf uit de grond gestampt. In een roddelblad stond dat Eddy Wally failliet is. Pure jaloezie, niets van waar. De zaak hier, al les is van ons eigen. Ik heb nog Alsof gordijnen opzij gaan en op het podium opeens de grote diva verschijnt waarop iedereen hongerig heeft zitten wachten. Een gejuich barst los als de eerste tonen, van orgel Decap door café Beveren marcheren. Een muur van geluid maakt al het verstaanbare onverstaanbaar. DOOR JOHN SCHOORL Decap zuigt, klettert, piept en slaat er op los als een fanfare orkest dat na jaren zwijgen ein delijk leeg mag lopen. Het geel groene orakel laat Een traan in m'n bieren bestormt De heuvel tjes van Erïka. Het is maar een doordeweekse avond in café Beveren in Ant werpen. Maar de kroeg vlakbij de Schelde zit vol met mensen •die de hoogmis van orgel Decap bijwonen. En als na twee num mers de bekkens zwijgen en de ultra-moderne jukebox de heu pen van Elvis laat spreken, is het net alsof iedereen even bij komt van een sprintje heu velopwaarts en het nu tijd is om een pintje te scoren. De poppe tjes zijn even niet meer aan het dansen te krijgen. Al sinds 3 november 1937 staat in café Beveren deze wonder baarlijke verschijning. In die ja ren bouwde de familie Decap voor vele kroegen zo'n altaar van pijpen. En nog steeds wor den moderne versies gemaakt. Na de oorlog stroopten Ameri kanen Antwerpse kroegen af en kochten Decaps baringen op. De toenmalige uitbater van café Beveren wilde er niet aan hij verdronk zichzelf liever in De Schelde dan dat hij het orgel verkocht. Zo'n honderd meter verderop in café Atlas staat ook een Decap. met deze hier net een opgeka lefaterd, mismaakt wezen. Want zoals in Beveren... zo worden ze niet meer gemaakt, zo'n schat kist vol onzichtbare muzikan ten. Deze loopt nog op lucht druk en is bijna helemaal origineel. Het enige dat in de jaren veran derde, was de onderkant. Maar da's een verhaal op zich. In de boze jaren dat De Schelde nog weieens overliep, stond in het café het water tot aan de bar. Het arme orgel verzoop bijna, kraakte van verdriet en donder de naar voren als John Wayne die na een regen van kogels ziph nog even staande houdt om vervolgens ter aarde te storten. Na deze dramatische val, brach ten de gebroeders Decap een groengekleurde verhoging aan en werd het orgel als het ware beeldvullend en volumptueuzer dan ooit. „Ah, voor hen van boven", zegt Beveren-houder Michiel Van Damme, „heeft het ook nog voordelen. Want als het orgel staat te trillen en zij boven lig gen te wippen, dan hoeven ze niet eens meer te bewegen." Het is middag in café Beveren en de oude mannetjes en het personeel van het voormalige schipperscafé gieren het uit. Die Michiel toch... Het orgel is stil, de 380 pijpen zwijgen en de 38 het rad achter het muziekwerk. De compressor zit in de kelder. Geen glazen op het orgel zetten. AUB, is te lezen. Mocht een op drift geraakte kroegtijger in zijn oneindige waanzin toch beslui ten aan het orgel te zitten, dan zwaait er wat. Wat? Nou, dat weet Michiel ook niet, want nie mand haalt het in zijn hoofd. Aan de wand hangt het groene kastje dat in verbinding staat met Decap. Mik er 20 Belgische frankskes in en twee nummers lang is het orgel van de gulle ge ver. „Voor niets speelt-ie niet", zegt Michiel en laat duim en wijsvinger over elkaar heen schuiven als teken dat geld nog steeds de wereld en het orgel draaiende houdt. „Je kan het orgel ook niet regelen. Harder of zachter bestaat niet. Decap is altijd dezelfde. Da's maar goed ook. Een zacht spelend orgel, da's zot. Da's net zoiets als een pintje zonder schuim." Uit alle hoeken van de wereld komen mensen dit Vlaams we- reldwonderaanschouwen. Want als je in Antwerpen bent en je hebt orgel Decap niet ge zien, zo schrijft een gidsje voor, dan moet je voor de rest van je leven strafregels schrijven. Van Damme: „Ach, ik mag het niet zeggen, maar ik word soms helemaal knots van dat ding. Ik weet precies welk nummer er komt. Maar er zijn luitjes, m'n vaste jongens die elke dag ko men, die altijd even het orgel willen horen. Dat moet, vinden ze." Een oude man in wiens haar meer vet te vinden is dan in een willekeurig frietkot, trekt zijn wenkbrauwen omhoog als teken dat meneer de patron de waarheid spreekt. Gut en hoeveel mensen al niet het orgel mee wilden nemen. Van Damme houdt het niet meer bij. Het hoogtste bod het draaiorgelmuseum in Utrecht, die voor meer dan een half miljoen gulden Antwerps monument wilde meenemen. NEE. NOOIT. ONMOGELIJK. Van Damme peinst er niet over. Decap is de roos op zijn hoed. Hij kijkt naar het orgel alsof hij zich excuseert voor het gesprek, alsof hij bang is dat het van slag raakt. „Ik voel liefde voor den orgel. Het orgel heeft een goed hart. Anders zou-ie nooit zo schoon kunnen spelen." Aan de tap van café Beveren wordt schunnig gelachen om Michiels woorden. Connie Francis zingt haar versie van High Noon, na dat het orgel even daarvoor met Twee ogen zo blauwde man met het vette haar liet smelten. „Een mooi menselijk geluid van menselijke liedjes." Den orgel een mens? Menselijke trekjes? Wablief? Wat volgt is een laat-twintigste-eeuwse ver handeling over het geslacht van den orgel: is deze oude schoon heid nou een mannetje of een vrouwtje? Aan de bar bespreken de deskundigen deze kwestie. Het orgel zwijgt een geel-groene glimlach. Michiel: „Het is een man, hij heeft toch 380 pijpen. Vrouw met bril: „Nee, het is een vrouwke, want je stopt wat in een spleet en dan komt er geluid uit. De stadsgids die hier met tperisten komt, zegt toch ook al tijd: 'mensen, gooi even een muntje in het muzikale spleetje'. Nou dan.. Man met rossig haar: ,J\ls we bij u een muntje in uwer spleetje doen. Speelt ge dan ook?" Vrouw met bril: „Jazeker. Dan speel ik een heel mooi melodie tje." Michiel: „Ach, we zijn er weer. Altijd die seks. Laat het orgel het maar niet horen. Volgens de encyclopedie moe ten hier achtduizend zielen wo nen. Maar de wijsheid van na slagwerken kent blijkbaar z'n grenzen. Geen letter over Eddy Wally, toch de enige man van de wereld in Ertvelde. Voorwaar een ernstige omissie, want voor hem komen in de weekends van heinde en ver bussenvol fans naar de Achterstraat. „Ik geef shows, prachtige shows. Ik heb een goe repertoi re. Ik kom op in mooie mantels. Ik doe charmezang. Ik kan bo lero zingen, ik kan walsen zin gen. Ik ben ook sterk in tango's. Ik heb fans van drie tot negen tig. De mensen houden van mij. Ollanders ook. Ze komen naar hier van Amsterdam en Rotter dam. Alle dagen krijg ik bloe men bezorgd. Leuk, leuk, leuk." De neonletters op de gevel van zijn feestzaal werken anime rend op het netvlies. EDDY WALLY SHOW-LAS VEGAS-PA- R1S. Mondainiteit in een boe- rengat. Ei) inderdaad, Eddy Wally is wijd en zijd gekend. Onder meer als de Charmezan ger. En letterlijk van vele mark ten thuis. Overdag vent hij op markten lederwaren uit, 's avonds verzorgt hij als show man het grand spectacle. Geas sisteerd door vrouw en dochter. De ganse dag is Wally op de been. Hij maalt er niet om. „Vroeger maakte ik nog langere dagen. Ik stond dikwijls 's nachts om drie uur nog te zingen en om vijf uur moest ik dan al weer naar de markt. Het heeft nog geweest dat ik d'n enen broek verwisselde voor d'n andere, &an kwam ik m'n bed niet eens te zien. Ik heb eerst in een klein wagentje gereden, la ter in een camion. D'n maandag stond ik op de markt in Blan- kenberge, d'n dinsdag in Roe- nooit zo veel contracten afge sloten. En ik ben rijk in de zin een goede stem en een goed ge zicht te hebben. Ik heb nooit ie mand nagebootst, want Eddy Wally heeft als marktkoopman en als showman zijn eigen stijl. Ze zeggen weieens: Eddy Wally is een dromer, maar Eddy Wal- ly's dromen komen toch alle maal uit." PIETER PAUL RUBENS (1577-1640) Tot in de 18de eeuw heeft de I sinds 3 november 1937 staat in café Beveren deze wonderbaarlijke verschijning. De mensen houden van mij. Ollan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 37