Feestelijk
geknars langs
Vlaamse kusl
De Ardenner heuvels in met een polderverzet
ru/2v\
Romeinen in België
263
U kent het type wel. Zo'n snoever die
alleen genoegen neemt met het beste van
het beste. Het duurste merk spprtschoenen
aan zijn voeten, de allernieuwste walkman
rond zijn oren en een auto waarmee hij
ruim afstand neemt van de massa.
DOOR THEO VAN DER KAAU
Iedereen wist dat de persoon in kwestie zich voor
deze uitspattingen van welvaart diep in de schul
den moest steken, want bekend was dat hij niet
bijzonder hoog op de loonlijst prijkte.
Met de vriendenkring werd besloten tot een
weekeinde fietsen in de Ardennen en hij sloot
zich daarbij sportief aan, pochend dat dit voor
hem. gezien zijn fiets, een peuleschil zou zijn. We
zetten ons schrap voor het exclusieve materiaal
dat we ongetwijfeld te zien zouden krijgen. Waar
de meesten van ons vrijdagavond aan de start
verschenen met een verveloze racefiets in de au
to, loodzwaar en tweedehands, werd het even stil
toen genoemd type zijn tweewieler tevoorschijn
haalde. Hagelnieuw, vederlicht en voorzien van
de jongste technieken op fietsgebied. Achteloos
liet hij nog vallen hoeveel duizenden guldens het
karretje hem wel niet gekost had.
Ervaren fietsers onder ons zagen in één oogop
slag dat het om uitstekend materiaal ging, maar
ze constateerden tevens dat onze vriend een de
tail van wezenlijk belang over het hoofd had ge
zien. Openlijk werd hier niets over gezegd, maar
gemompeld en gesmiespeld des te meer. 'Wacht
maar tot morgen' was de geheimzinnig gefluister
de boodschap.
De man in kwestie was niet alleen gek op dure
spullen, hij was daarbij flink eigenwijs en dat zou
hem deze keer lelijk opbreken. Hoe sleets onze
fietsen ook waren, van ervaren coureurs wisten
we dat één ding in de Ardennen in orde dient te
zijn: het verzet. Wij hadden ons huiswerk gedaan
en hoefden niet bang te zijn voor het heuvelland.
De eerste dag was het al gelijk fiink klimmen ge
blazen, de vriend met de dure fiets vanzelfspre
kend voorop. Niet dat we het gemakkelijk had
den. Vloekend en hijgend schakelden we terug tot
de kleinste versnelling en langzaam maar zeker
kropen we over de hellingen.
Toen zo'n beklimming wat langer duurde, ge
beurde er iets merkwaardigs. De afstand die onze
vriend tot het peloton hield, werd kleiner en klei
ner en enkelen wisten hem zelfs in te halen. In de
afdaling raasde hij ons met nijdige pedaaltrappen
weer voorbij en bij de volgende klim herhaalde
het spel zich. Uiteindelijk lukte het zelfs de zwak
ste broeders om hem in te halen. Zonder overdre
ven inspanning stuurden ze hun smoezelige kar
retjes langs het inmiddels stapvoets rijdende
smetteloze chroom. Met steeds roder wordend
hoofd beukte de berijder op de pedalen, die
steeds trager rondgingen, zonder noemenswaar
dig resultaat.
Bij de eerste koffiestop durfde de pocher nauwe
lijks bij ons te gaan zitten. Hij bleef gebogen over
zijn fiets staan, stilzwijgend zoekend naar verkla
ringen voor zijn trage en moeizame gang door de
Ardennen. Uiteindelijk besloot hij zijn banden
wat bij te pompen.
Dat had natuurlijk geen enkel effect. Op de hel
lingen die nog kwamen, kreeg hij het alleen maar
zwaarder. Het zweet droop in stralen van zijn ge
zicht, hij leek wel te barsten van inspanning,
maar hij gaf niet op.
Uiteindelijk hebben we het hem tijdens de lunch
pauze maar verteld, waarom hij het zo moeilijk
had en wij niet. Zijn fiets was voorzien van een
polderverzet. Er zaten tandwielen op die uitslui
tend geschikt zijn voor vlakke wegen met de wind
in de rug. Terugschakelen voor een helling had
op zijn fiets geen enkele zin, want er viel niets te-
rugte schakelen. De pedalen konden slechts in
zware versnellingen op en neer met reuzenkracht
en daar ontbrak het hem aan.
Inmiddels had hij zichzelf vrijwel opgeblazen en
was nauwelijks meer in staat een woord te wisse
len. 's Avonds hebben we hem niet gezien en
2ondag verscheen hij aan de start in zijn auto. Hij
zei wat meer van de omgeving te willen zien, voor
de afwisseling.
Pijp, gleufhoed en trenchcoat:
het zijn de onafscheidelijke
attributen van de bekendste
creatie van Georges Simenon.
De Waalse Belg schreef meer
dan 200 boeken onder op zijn
minst zeventien verschillende
namen. Psychologische
drama's, avonturenromans en
zelfs een toneelstuk. Zijn werk is
in 87 talen uitgegeven. Toch
leeft de naam van Simenon
maar in één man voort:
commissaris Jules Maigret.
Simenon begon zijn carrière als
journalist van de Gazette de
Liège. Zijn geboortestad Luik
verruilde hij in de jaren twintig
voor Parijs. Het eerste boek met
de morsige commissaris in de
hoofdrol verscheen in 1932.
Maigret werd een enorm succes.
Hij dook op in films en TV-series.
In Frankrijk kroop Jean Gabin in
zijn huid, Gino Servi vertolkte
hem in Italië en in Nederland is
het Jan Teulings nooit meer
gelukt de politieman van zich af
te schudden.
Simenons roem raakte aangetast
na een boek van Pierre
Assouline. De Fransman dook in
diens persoonlijke archieven en
concludeerde in zijn biografie
dat Simenon ook een aantal
antisemitische publicaties
schreef. In de Tweede
Wereldoorlog werkte Simenon
samen met een Duitse
filmmaatschappij. De familie
wees Assoullines beweringen
van de hand. Liever houdt zij het
beeld staande van de schrijver
die nu al een aantal generaties in
de greep houdt met zijn Maigret-
mysteries.
Voorbij Middelkerke ging het gebolder
langzaam over in gesuis. Potverdorie,
wat liep die tram hard. Tachtig kilometer
per uur zeker. Het was een stralende
herfstochtend. Buiten blikkerde de zee
als cellofaan in het schelle licht en langs
de vloedlijn stonden stille vissers in
overhemd naar hun hengels te turen.
DOOR ROB VAN DEN DOBBELSTEEN
GEORGESSIMENON
((1903-1989)
Knarsend naar de halte van De Haan, dat nog 'Coq sur Mer' heette in een tijd dat de 'haute volé' uit Bruxellt
zich in eigen land vermaakte.
De tram was comfortabeler, be
dacht hij terug lopend. „Komt u
uit Holland?", vroeg de conduc
teur toen hij instapte voor het
laatste, minst leuke rukje naar
Knokke. „Ja", antwoordde de
man een tikje verward, omdat
hij niet begreep waaraan dat te
merken viel. „Rijdt er bij u ook
zo'n tram langs de kust?", ver
volgde de conducteur. De mar
keek even om en zei: „Nee".
Om daar na een korte stilte me
spijtige stem aan toe te voegen
„Helaas niet."
Had-ie nu zichzelf maar achter
de spiegelende ruit kunnen zien
zitten. Genietend van dat on
verwachte moment waarop
plotseling alles op z'n plaats
schoof. „Het is hier schoon hé?
zei de man schuin tegenover
hem. Hij knikte en merkte dat
de betovering verbroken was.
De tram die De Panne met
Knokke verbindt, is spierwit.
Behalve als hij is geadopteerd
door Milka of een bedrijf dat
Trudo heet. Dan is-ie kakelbont
en schiet hij als een getatoeu-
eerde slang door dorpjes, ste
den, duintjes en polders. Het 67
kilometer lange traject legt hij af
in twee uur en twee minuten.
Echt mooi is de route zelden.
Een Babylon van flatgebouwen,
spichtige duintjes en beschil
derde muren waarachter snack
bars huizen met namen als
Friet Shop, Frietje Patat en
Frietdom. Maar toch...
De man hield van de Vlaamse
kust om haar sfeer, die hem
deed terugverlangen naar de
warme wereld van zijn jeugd.
Toen het op de Hollandse bou
levards nog naar zout rook en je
vanuit Alkmaar met de tram
naar het strand kon reizen. Zali
ger nagedachtenis. Eerst door
de wijde polder naar Bergen en
vandaar met een over de rails
roffelende locomotief, dwars
door de duinen naar Bergen
aan Zee. Bello, zoals het prach
tig gillende treintje werd ge
noemd, verdween: de langs 't
Belgische strand schommelen
de tram bleef.
„Maar het was wel op het nip
pertje", zegt Yvan Bellaert. Deze
Bellaert 'doet marketing' voor
de Vlaamse Vervoermaatschap
pij De Lijn en de tram is zijn
oogappel. Hij was erbij toen het
witte monster zich in het begin
van de jaren tachtig zieltogend
naar z'n einde leek te slepen.
Geen passagiers, geen rende
ment. De auto aan de macht.
Totdat er in een ultieme poging
nieuwe voertuigen werden aan
geschaft en er 's zomers op de
meeste haltes om de zeven mi
nuten kon worden ingestapt in
plaats van om het half uur. De
wederopstanding van een fees
telijk knarsend fenomeen met
in de maanden juli en augus
tus wel dertigduizend passa
giers per dag.
Die kunnen zag de man in
zijn dienstregeling in- en uit
stappen op zeventig haltes. Met
als mooiste die van De Haan,
dat nog Coq sur Mer heette in
een tijd dat de haute volé uit
Bruxelles zich in eigen land ver
maakte.
De man, die nu ruim een uur in
de tram had gezeten, stapte er
uit en maakte een rondje om
het wachthokje. Vertederende
Jugendsstil uit de Belle Époque,
met daar tegenover een restau
rant dat De Torre heette. Een
uithangbord beloofde 'alle goeie
dingen van het leven' zijnde
'Appelbeignets tot 20.00 uur'.
Een tram voor lekkerbekken,
bedacht de man. Eerder, in
Nieuwpoort, was hij door mid
del van een aanplakbiljet al uit
genodigd voor een 'fameus'
kopje frambozensoep.
De Haan, vond de man, had de
grandeur die de rest van de kust
miste. Hij wandelde licht van
hoofd en met een lied op de lip
pen langs welwaartswitte villa's,
dronk een Wiener mélange op
de Dijk en kuierde na een uurtje
tevreden terug naar het wacht
hokje. Daar nam hij de tram,
om even verderop na volop
te hebben genoten van het tot
de torens van het nevelige Brug
ge doorrollende landschap
opnieuw uit te stappen in Blan-
kenberge. Dat kende hij nog
van lang geleden. De nauwe,
enigszins oplopende straatjes
vlak achter de boulevard waren
nauwelijks veranderd; 'de lusti
ge vélodrome' bij de pier even
min. Nog steeds diezelfde
merkwaardig gevormde fietsen
waarmee over een klein houten
baantje met hoge bochten kon
worden gecirkeld. Ooit had hij
zich hier een bloedlip gevallen,
omdat dé kromme trappers on
der zijn voeten waren weg ge
slagen.
Germanen
^tav.eren
Noviodunum
o (Soissons)
Durocortorum
O(Reims)
gebied der Belgea
-^\ grens van België
G»
Toen de Romeinse heerser Ce-
asar in 57 voor Christus het ge
bied binnenviel dat wij nu Bel
gië noemen, trof hij nazaten
aan van Keltische en Germaan»
se stammen. In 51 voor Christus
hadden de Romeinen het hele
gebied onder controle. Zij lieten
landbouw, nijverheid, wegen en
steden als Tongeren en Aarlen
na.
In het midden van de derde
eeuw na Christus was België
een doorgangsgebied voor Ger
maanse en Frankische stam
men. Met de Frankische koloni
satie van Gallië wordt het ont
staan van de taalgrens in ver
band gebracht. Het land was
opgedeeld tussen Frankrijk
Francia Occidentalis) en Duits
land (Francia Orientalis). Van
die verbrokkeling maakten
grootgrondbezitters handig ge
bruik om eigen vorstendom
men te vestigen. Gouwgraven
Boudewijn I en II legden de ba
sis van het huidige vorstendom
Vlaanderen.
In 1384 werd de laatste graaf
van Vlaanderen, Lodewijk van
Male, opgevolgd door Filips de
Stoute. Het huwelijk van zijn
dochter Maria van Bourgondië
met Maximiliaan van Oostenrijk
bracht het gebied in het huis
van Habsburg. Door het huwe
lijk van Maximilaans zoon Filips
de Schone met Johanna yan
Aragon werden de Nederlanden
onderdeel van Spanje, de
machtigste monarchie van Eu
ropa. Filips' zoon Karei kreeg
zodoende Spanje en alle Oos
tenrijkse erflanden (dus ook de
Nederlanden) in handen. Hij
zorgde ervoor dat Antwerpen
uitgroeide tot de grootste han
delsplaats van Europa.
De opkomst van het protestan
tisme maakte een einde aan een
periode van voorspoed en geluk
en leidde in 1566 tot de Beel
denstorm. Om de schuldigen te
straffen verving Kareis zoon Fi
lips II landvoogdes Margareta
van Parma door de hertog van
Alva. Het verzet tegen de
Spaanse onderdrukking werd
onder meer geleid door Willem
van Oranje. Hij bracht een leger
op de been, maar was weinig
succesvol. Uiteindelijk konden
de rebellen zich alleen in het
waterrijke Holland en Zeeland
handhaven. De zuidelijke ge
westen hadden minder moeite
met de Spaanse overheersing.
Maar toen de Spaanse troepen
na de dood van Alva's opvolger
Requesens in 1576 aan het mui
ten sloegen, kwam ook daar de
ontevredenheid tot uiting.
In de jaren daarna kwam het tot
een scheuring tussen de zuide
lijke en noordelijke gewesten.
Het overwegend katholieke zui
den verzoende zich door de
Unie van Atrecht met Filips II,
terwijl Willem van Oranje door
de Unie van Utrecht de opstan
dige noordelijke gewesten vere
nigde met het doel de strijd
voort te zetten. Deze breuk leid
de in 1588 uiteindelijk tot het
uitroepen van de zelfstandige
Republiek der Verenigde Neder
landen.
In 1609 tekende Filips' schoon
zoon Albrecht van Oostenrijk
het Twaalfjarig Bestand. Hij had
van Filips de soevereiniteit over
de Nederlanden gekregen. Daar
Albrecht kinderloos stierf, wer
den de Zuidelijke Nederlanden
weer onderdeel van Spanje.
Meteen begon opnieuw de oor
log met het noorden, tot aan de
vrede van Munster in 1648.
Maar toen waren de Spaanse
Nederlanden al Zeeuwsch-
Vlaanderen, Noord-Brabant en
het Land van Overmaas kwijt
geraakt.
JOLANDA OUKES