IRT-enquête moet politie controleerbaar maken 'Die Maagdenhuisbezetters moeten niet zo zeuren' Feiten &Meningen Heel de mens VRIJDAG 18 NOVEMBER 1994 Vertrouwen tussen politie en politiek is weg De Nederlandse politie gaat met de billen bloot. Na het rumoerigste jaar uit de politiegeschiedenis worden de opsporings technieken onder de loep genomen in een parlementaire enquête. Met als voornaamste doel het ontwerpen van wettelijke kaders voor geheime operaties, zoals hasj-importerende informanten, inbraken door de politie in loodsen en woningen van verdachten, deals met criminelen en slecht controleerbare activiteiten van de criminele inlichtingendiensten (CID's). Hoe Miami Wee is, en vooral wordt, Nederland? En krijgt de politie nu de Zwarte Piet van een falend misdaadbeleid? De Amsterdamse korpschef Nordholt, hoofdofficier van justitie Vrakking en de leider van het Interregionaal Rechercheteam Noord-Holland Lith (vlnr), tijdens de hoorzitting over bepaalde opspo ringsmethoden in een XTC-zaak. foto archief Het verzet tegen de parlementaire enquête kwam uit de hoek-van Ivooral) dc.politie en.het openr baar ministerie. De WD maakte zich tot hun spreekbuis. Vee! te gevaarlijk, klonk het, want Feind hort mit; de georganiseerde misdaad krijgt via de bijna onvermijdelijke media-show een kijkje in de keuken van de tegenstander. Een recente opiniepeiling van het televisiepro gramma 2-Vandaag gaf de mening van de burger weer. Die blijkt allesbehalve tegen inbraken in woningen door de politie of tegen hasj-importe rende informanten. Ook afspraken met crimine len stuitten niet op weerstand. Aanpakken die gasten, met alle middelen! Toch komt de enquête De belangrijkste vraag werd de burger door het TV-programma dan ook niet voorgehouden: die nen dergelijke operaties te gebeuren met mede weten van het bevoegd gezag? De officier van jus titie, het openbaar ministerie, heeft immers een magistrale verantwoordelijkheid, niet alleen voor de vervolging maar ook voor de daaraan vooraf gaande opsporing. In een democratische samen leving dient het antwoord op de vraag of er con trole hoort te zijn volmondig 'ja' te luiden. Juist daar wringt de schoen, vindt politiek-Den Haag. Agenten braken in zonder dat de officier van justitie, leider van het onderzoek, dit wist. De man in toga wist ter rechtszitting ook niets af van .verzonnen processen-verbaal. En toestemming voor een specifieke telefoontap werd door de po litie gebruikt om met scanners hele zendtorens af te luisteren. De officier van justitie wist van niets: de man in toga stond plots in zijn hemd. De Amsterdams-Utrechtse IRT-affaire, de rel die de commotie over de opsporingstechnieken als een ongeleid projectiel lanceerde, bracht een misschien nóg groter probleem aan de opper vlakte. Binnen het openbaar ministerie verschil len officieren, van justitie, de hoofdofficier van justitie en hun hoogste baas. de procureur-gene raal, nogal eens van mening. Mocht een infor mant wel of niet onder toeziend oog van de poli tie tienduizenden kilo's softdrugs Nederland bin nenbrengen en op de markt laten komen? Het moment waarop dergelijke beslissingen slechts en alleen aan het openbaar ministerie en de politie konden worden overgelaten, is gepas seerd. Zoveel is sinds het losbarsten van de IRT- affaire wel duidelijk. Nu is de politiek, de wetge ver, aan zet. Waarbij men zich in die kringen ook achter de oren mag krabben. Want hoe goed is de democratische controle op het politiefunctione- ren de laatste jaren geweest? Feit is dat de relaties tussen de politie, het open baar ministerie en de politiek danig aan warmte hebben ingeboet. Recente kritiek van de Haagse korpschef Brand spreekt boekdelen. Brand, écht kwaad geworden, kapittelde namens zijn collega korpschefs de ministers van justitie en binnen landse zaken. Zij moeten volgens hem ophouden met openlijke kritiek op de politie. Die ergernis heeft een logische achtergrond: het Binnenhof heeft veel te laat ontdekt dat justitie in de strijd tegen de misdaad aan de verliezende hand raakt. Tegen het onbeperkte geld van de in ternationaal opererende georganiseerde crimine len stonden aanhoudende bezuinigingen op de lokale korpsen. De parlementaire enquête is zo vooral het resultaat van een schrikreactie: waar zijn de achtereenvolgende ministers van justitie en binnenlandse zaken mee bezig geweest? Heeft Den Haag niet geweldig zitten suffen boven de begrotingsstukken, terwijl de politie in de praktijk naar steeds ruwere methoden moest grijpen om het gevecht met de misdaad nog een beetje vol te houden? Brands woorden gaan verder, ze duiden op een vertrouwenscrisis tussen het gezag en de Neder landse politie. Waar ooit de combine Nordholt- Hessing-Brand-Wiarda-Straver-Van Heiten in amicaal-functionele onderonsjes de zaken met Den Haag regelde, heeft nu de onrust toegesla gen. Dat gevaar bedreigt op de achtergrond dan Studenten hebben het nu veel slechter Het is dat ze reist op een door het mi nisterie van onderwijs, cultuur en we tenschappen beschikbaar gestelde OV-jaarkaart, anders zouden de Ne derlandse Spoorwegen een gouden klant aan haar hebben. Kysia 1 lekster spoort van hot naar her. De 22-jarige studentenleidster is sinds juni voorzit ster van de Landelijke Studentenvak bond LSVb. Overal in het land bezoekt zij studentenmanifestaties, protestac ties, bezettingen en demonstraties, gericht tegen het beleid van onder wijsminister op herhaling. Jo Ritzen. Zelfheeft Kysia een jaartje pauze. Zij onderbrak haar studie maatschappij geschiedenis in Rotterdam om zich volledig op het vakbondswerk te stor ten. Het is een baan voor een jaar, met een vergoeding die overeenkomt met een studiebeurs. Politieke of bestuur lijke ambities heeft ze niet. Het liefst wil ze snel afstuderen en dan verder gaan in de wetenschap, of 'iets doen met film'. Ook de komende maanden zal de trein een plaats zijn waar ze ve le uren spendeert. „Bij m'n ouders thuis heb ik geleerd voor mijn mening uit te komen. Voor al mijn vader hield me dat altijd voor: zeggen wat je te zeggen hebt. Hij heeft ook gestudeerd. Hij beweert zelfs dat hij nog in het Maagdenhuis is ge weest, een half uur of zo Moe wordt Kysia Hekster van de ver wijten dat dq huidige actievoerders, in vergelijking met de jaren zestig, maar watjes zijn. Bij bezettingen van kruis punten verlenen de actievoerders be leefd voorrang als een auto passeren wil. Er is vrijwel geen klap gevallen, nog geen ruitje gesneuveld. De meeste acties spelen zich binnenshuis af, op de universiteiten en hogescholen zelf. „Het zijn typisch verwijten van men sen die in de jaren zestig studeerden en die zich nu met twee handen vast klampen aan hun mooie dik betaalde baan. Zo te horen waren ze allemaal van de partij bij de Maagdenhuis-be zetting in 1968. Nou. ik heb toevallig een lijst met namen van studenten die er écht bij waren. Misschien moet die lijst maar eens gepubliceerd worden. Wat iedereen vergeet is dat we in een totaal andere tijd leven. De studenten van toen werden niet in hun studie duur beperkt, er was geen tempo beurs, je hoefde geen haast te maken. Bovendien was er perspectief. Wie studeerde was verzekerd van een goe de baan. Ik ken nu al jongens en mei den die het halverwege hun studie op geven omdat ze de armoe zat zijn. Nog erger is dat sommige scholieren zelfs niet aan studeren willen denken omdat ze geen zin hebben in al dat gezeur. Ie moet een baantje nemen om behoorlijk te kunnen leven èn ook nog binnen vier jaar afstuderen. Dat is een van de grote tegenstrijdigheden in het regeringsbeleid, zowel onder Lub bers als nu, onder Kok. Sinds de invoering van de studiefinan ciering is de basisbeurs voor uitwo nende studenten gedaald van 620 naar 425 gulden. We hebben nu die beroemde tempo-beurs; wanneer je niet binnen een bepaalde tijd een aantal examens haalt stopt je beurs en moet je geld lenen. Nieuwe studenten krijgen te maken met de zogenoemde prestatiebeurs: je begint met lenen en alleen wie binnen de gestelde tijd vol- Kysia Hekster: Je moet een baantje nemen om behoorlijk te kunnen leven èn ook nog binnen vier jaar afstuderen. Dat is een van de grote tegenstrijdigheden in het regeringsbeleid." foto»cpd doende punten haalt krijgt alsnog een beurs. Wat ons ook dwarszit is dat de veran deringen elkaar zo snel opvolgen. Die tempobeurs bestaat nog maar net en hup er komt een prestatiebeurs. De Wet op de Studiefinanciering is al twintig keer veranderd, bijgesteld, aangepast en weet ik veel wat. De ko mende jaren wil Ritzen nog een mil jard bezuinigen op de studiefinancie ring. We zijn benieuwd wat hij nu ver der nog kan bedenken. Het wordt nu als normaal beschouwd dat studenten naast hun studie wer ken. Maar andere jongeren komen niet aan de bak. Die zitten werkloos thuis en moeten bij de Sociale Dienst hun hand ophouden. Een wezenlijke bezuiniging is het korten van studie beurzen daarom niet; het geld moet alleen door een ander departement worden opgebracht en komt bij een andere groep jongeren terecht. Al die maatregelen getuigen niet van een lange-termijnvisie. De ministers kijken alleen naar hun eigen winkeltje en bedenken plannen waarmee zij zich vier jaar kunnen handhaven. Ver der gaat het niet. Ik moet bekennen dat ik maar weinig heil zie in de poli tiek. Bij de laatste kamerverkiezingen heb ik nog op Groen Links gestemd maar eigenlijk alleen omdat een vriendin van me op de lijst stond. Als er nu verkiezingen zouden zijn, zou ik het echt niet weten. Misschien is de tijd wel rijp voor een jongerenpartij. In feite geloof ik niet in een onderscheid naar leeftijd, alle par tijen zouden zich met jongerenbeleid bezig moeten houden. Maar als ik het succes van die ouderenpartij zie sla ik aan het twijfelen, die groep wordt nu tenminste gehoord in de Tweede Ka mer." Kysia Hekster is moe. dat zie je zo als ze bij het onderwijsdebat in de Twee de Kamer zit. Het debat bestaat vooral uit interrupties. Over de studiefinan ciering wordt vrijwel geen woord ge zegd. Alleen de bezuinigingen voor de universiteiten zelf worden aangevallen dan wel verdedigd. „Maar over wat die bezuinigingen betekenen voor de kwaliteit van het onderwijs hoor je niemand," zegt Hekster pissig. Kysia Hekster pleit een dag later op het Amsterdamse Museumplein voor goed onderwijs en een leefbaar inko men. „De politiek moet investeren in kwaliteit en de toekomst van Neder land. Als Ritzen in maart zijn wets voorstel presenteert zullen wij er weer bij zijn. We gaan door!" Terwijl de de monstranten feestvieren, vertrekt Hekster weer snel naar Den Haag om in de Tweede Kamer het staartje van het onderwijsdebat nog mee te ma ken. ROTTERDAM PETER SLAVENBURG Denkwijzer Een aantal jaren geleden werd ik op een nacht met et 'racend' hart wakker, en mijn eerste angstige gedach was: nou gaat het gebeuren! In een flits zag ik mezelf m infarct en al aan de monitor in het ziekenhuis liggen, ve drietige gezinsleden om me heen en ergens verder vvt collega's die meewarig het hoofd schudden en tegen kaar zeiden: 'Tja, ik heb het altijd wel gedacht, het moe er een keer van komen.' Voor mij was het 't beeld van h ultieme falen, het definitieve echec. ook de parlementaire IRT-enquête: dat het uit draait op een late afrekening tussen de hoofdrol spelers uit het Amsterdamse drama. Natuurlijk heeft de Tweede Kamer het grootste gelijk van de wereld wanneer wordt gezegd dat de controleerbaarheid van het opsporingswerk van groot belang is. De basis van de Nederlandse rechtspraak, óók voor zware criminelen, is het principe van fair trial (eerlijk proces). Het bewijs dient 'netjes' geserveerd: duidelijk moet zijn hoe en waar het is verkregen. Veel van de gewraakte opsporingstechnieken vinden echter plaats in de zogeheten pro-actieve fase, het werk van de cri minele inlichtingendiensten. Daar woekert het van de contacten met criminelen, daar worden criminele organisaties in kaart gebracht waarmee uiteindelijk de recherche aan de slag gaat. De parlementaire enquête zal daarom niet alleen richtlijnen en wetten voor de opsporingstechnie ken moetert opleveren, maar evenzeer het CID- werk controleerbaarder moeten maken. Niet voor de burger, maar namens deze voor de officier van justitie. DEN HAAG PETER DE VRIES De volgende dag ging ik naar mijn huisarts en vroeg ik een verwijzing voor een consult bij een cardioloog. Ik was bereid het ergste te horen, en wilde het ei genlijk ook horen. Alsof het be richt dat er echt iets met mijn li chaam mis was, mij de gezochte definitieve rechtvaardiging zou geven - zowel in mijn eigen ogen als in die van anderen - dat ik in derdaad zo niet verder kon, dat ik moest afremmen, mijn levens ritme moest veranderen. Maar ik zou dan tenminste zelf de ver antwoordelijkheid voor die keuze niet op me hoeven nemen; een arts zou me het excuus, de vrij brief daarvoor uitreiken. Daarom was het minstens zozeer een te leurstelling als een geruststelling dat de cardioloog mij na een uit voerig onderzoek vertelde dat ik naar zijn oordeel kerngezond was. Nu lag de bal weer op mijn helft. Was ik weer met de verant woordelijkheid opgezadeld om mijn eigen mogelijkheden na te gaan om minder gestresst, min der gespannen, minder overac tief te leven. Op dat moment rea liseerde ik me voor het eerst echt goed waarom mensen die van hun arts te horen krijgen dat het 'psychisch' is, daar vaak heel boos over worden en zich niet serieus genomen voelen. De dia gnose 'psychisch' geeft je er voor je gevoel een verantwoordelijk heid bij die je niet kunt of niet wilt dragen, niet waar denkt te kunnen maken. Daarom draagt ze in eerste instantie hoogstens bij tot het vergroten van je ge voelens van waardeloosheid en wanhoop. Als je zelf niet in je mogelijkheden gelooft, als je niet weet hoe je inhoud moet geven aan de verantwoordelijkheid om je 'zelf beter te maken, als je ge looft dat je ziek- voelende li chaam zich aan jouw invloed onttrekt, gaat zo'n mededeling erin als Gods woord in een athe ïst. Je wilt gewoon niet geloven dat het alleen maar of your own doing is. En dat, zo werd mij per soonlijk steeds duidelijker, is tot op zekere hoogte terecht ook. Mogelijk was mijn periode van overspannenheid en gede primeerdheid om psychische re denen op gang gekomen, was ik lange tijd te druk, te actief ge weest; altijd maar bezig, van de vroege morgen tot de late avond. Maar toen die eenmaal op gang was gekomen, waren er in mijn lichaam bepaalde veranderingen opgetreden die de depressieve gevoelens in stand hielden, of er ger maakten. Ik was op een gege ven moment kwetsbaarder voor verkoudheden, voor infecties. Ik zweette meer. Ik had minder eet lust. Ik had veel minder energie. Ik kon me minder goed concen treren, ik onthield dingen slech ter. Die symptomen verslechter den op hun beurt mijn stemming en mijn kijk op mezelf, de wereld en de mensen om me heen. Maar er was nog een andere reden waarom ik steeds meer begon in te zien dat over spannenheid en depressiviteit niet alleen maar een psychisch bepaalde toestand is. Tijdens een familiereünie had ik een langdu rig gesprek met de jongste broer van mijn overleden vader. Deze oom, 76 jaar oud, vertelde hoe hij jTiijn vader had gekend als ie mand van hollen of stilstaan. Een man die maandenlang dag en nacht actief kon zijn. altijd maar werken en nog eens werken. En dan, opeens, van het een op het andere moment, was de pijp leeg. Dan begon een periode van overspannenheid en ontstem ming, waarin 'er geen land met je vader te bezeilen viel'. „Met je grootvader", voegde hij eraan toe, „mijn vader dus, was het van hetzelfde laken een pak." Nu, achteraf, herinner ik me in derdaad hoe wij als kinderen ge bukt konden gaan onder de drukkende sfeer in huis wanneer mijn vader in zo'n periode zat. Maar ik herinner me niets van de eraan voorafgaande perioden van overactiviteit, waarschijnlijk omdat we die als betrekkelijk normaal beschouwden, en om dat we mijn vader dan ook niet zagen. Hij was dan immers aan het werk. Het verhaal van mijn oom maak te me bewust van de mogelijk heid dat ik zelf gekenmerkt werd door een gedragspatroon - psy chologen noemen deze rusteloze karaktervorm wel cyclothymic - dat via genen, voorbeeldgedrag of via beide wegen door vorige generaties aan mij was doorge geven. Nadenkend over mijn vader het is nu eenmaal gemakke ker aan de hand van anderen b paalde eigenaardigheden bij je zelf te herkennen - begon ik oo te beseffen dat het een zekere wijsheid van het lichaam is om op een gegeven moment aan d noodrem te trekken wanneer h al te zeer wordt opgejaagd en g ëxploiteerd: stop, nu is het ge noeg! Zo bezien is depressie ee noodzakelijke en 'gezonde' vrij heidsbeperking die het lichaam oplegt aan het 'ik', dat zichzelf geen beperkingen weet op te le i gen, dat moeite heeft met zijn vrijheid, dat moeite heeft met 'nee' te zeggen. Mijn conclusie was dat ik voo de taak stond mezelf te lere eerder en vaker uit mezelf op d rem te gaan staan, wilde ik dit soort periodes in de toekomst voorkomen. Mijn conclusie wa ook dat het geen eenvoudig lee proces kon zijn, want ik moest feite de strijd aanbinden met e< gedragspatroon en een levenssi die niet alleen diep in mijn eige historie, levenshoudingen li chaam verankerd zaten, maar ook in dat van het geslacht waa uit ik was voortgekomen. Bovei dien is het een gedragspatroon dat in onze cultuur in sterke m; te gestimuleerd en beloond wordt. Zoals de beroemde Japa se schrijver Yukio Mishima ooit zei: „Je doodwerken is de i overal ter wereld geaccepteerde vorm van zelfmoord." Met dit voor ogen begon ik ook te begrijpen waarom de gezonc heidstechnieken, zoals ontspan nings- en meditatietechnieken die ik al een aantal jaren beoe fende, mij op den duur toch nie hadden beschermd - hoe hard het wetenschappelijk bewijs va de effectiviteit ervan ook is - te gen lichamelijke spannings klachten en gevoelens van mala- se en depressie. Ik had die me- thoden uitsluitend als technie ken toegepast. Ik had ze benut als een soort van brandblusapp raten voor wanneer de spannin te hoog opliep, en als trucs om door beter slapen en uitrusten nóg meer kilometers uit mezelf te kunnen persen. Daar is niets op tegen als het voor een korte tijd is waarin een bepaalde spanning of prestatie moet wor den neergezet. Maar als zulke technieken in feite worden ge bruikt omwille van het handha ven een levensstijl van steeds maar meer willen kunnen doen steeds meer produceren, steeds meer presteren, steeds verder perfectioneren, dan doen ze pei saldo de druk, de 'stress' waaroi der je leeft, niet afnemen, maar juist toenemen. Met behulp van de techniek stel je het moment waarop je echt 'stuk zit' mis schien wel uit, maar niet af. Ge leidelijk aan begon in mij het in zicht te dagen dat gezondheid niet alleen een kwestie is van geen ziektes of klachten hebben verstandig eten, regelmatig be wegen, regelmatig ontspannen en zeven tot acht uur slaap. Ge zondheid, zo werd me duidelijk, is nooit louter een kwestie van technieken. Sterker nog, het uitsluitend leu nen op technieken, of die nu me disch of psychologisch zijn, is onder bepaalde voorwaarden schadelijk voor de gezondheid. Van belang is dat ze deel uitma ken van een levenshouding die niet eenzijdig gericht is op activ teit en produktiviteit, maar die evenwichtig aandacht schenkt aan de vier belangrijke levensge bieden: werk, relaties, lichameli) ke en psychische gezondheid en spiritualiteit. Of zoals een Indias wijsheid het formuleert: 'Ieder een is een huis met vier kamers een lichamelijke, een mentale, een sociale en een spirituele. De meesten van ons zijn geneigd d< meeste tijd in een kamer te le ven, maar zolang we niet iedere dag ten minste één keer in iedei kamer komen, al was het alleen maar om hem te luchten, zijn geen heel mens.' RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2