ZATE R DAGS BIJVOEGSE L Heimwee naar de oude DDR ri ZATERDAG 5 NOVEMBER 1994 Woensdag (9 november) is het vijf jaar geleden dat de Berlijnse Muur werd geopend. De 'val' van de Muur is misschien wel de belangrijkste gebeurtenis sinds de Tweede Wereldoorlog. Het betekende in feite het einde van het communisme. De euforie in Duitsland was groot. Ook in Finsterwalde, een kleine industriestad in de toenmalige DDR. Sindsdien is er veel veranderd. Hoop is bij veel mensen omgeslagen in wanhoop. Bericht uiteen stad, waai de straten nog steeds vernoemd zijn naar Karl Marx en Friedrich Engels. Finsterwalde, vijfjaar na de val van de Muur Een deel van de Berlijnse Muur staat nog overeind. Internationaal wordt het aangeduid als 'East-Side Gallery'. Uit de hele wereld hebben zich daar na 'de val' velen kunstzinnig op uitgeleefd. foto reuter fabrizio bensch die de privatisering van de staatsbedrijven regelt, red.) verkocht aan een paar Zuidafri kanen. Die kregen vervolgens ongeveer 20 miljoen subsidie 'om arbeidsplaatsen te ga randeren'. En wat deden de schurken? Ze streken de subsidie op, lieten de zaak vervol gens op de fles gaan, ontmantelden de ma chines en verscheepten ze naar Zuid-Afrika. En dus konden de meeste arbeiders dag met hun handje tegen hun baan zeggen." Taak Burgemeester Johannes Wohmann bestuurt zijn gemeente vanuit het kasteel. Hij is af komstig uit de oppositiebeweging het Nieu we Forum en nu lid van de liberale FDP, een van de kleinste partijen in de stad. Normaal gesproken zou een van de grote partijen, de sociaaldemocratische SPD of de christende mocratische CDU, de burgemeester leveren. Maar die zagen van dit voorrecht af. Woh mann deed het goed, zeiden ze. Volgens een andere - waarschijnlijk realistischer - verkla ring wilden ze zich niet vertillen aan een klus waar geen eer aan te behalen valt. De wederopbouw van de economie is zijn belangrijkste taak, zegt hij. Daar hangt alles van af, de werkgelegenheid en dus de sociale stabiliteit. „Het wordt natuurlijk nooit meer als vroe ger, toen iedereen verzekerd was van een baan. Het probleem is: waar vinden we de in vesteerders? Vroeger was Finsterwalde hoofdstad van de regio, dat is aantrekkelijk voor potentiële investeerders. Ze zitten dicht bij het vuur, kunnen makkelijker opereren. Die status hebben we verloren. Dat was een grote klap voor ons. Het betekende dat we een andere weg moeten bewandelen. We moeten het economisch centrum van het ge bied zien te worden. Dat kan door de positie van de middenstand - dat is per slot van re kening de grootste werkverschaffer - te ver sterken. Daar hebben we de stad voor, met een naar verhouding groot en goed toegan kelijk centrum. Verder heb ik hoge verwach tingen van het 'energiepark' dat hier ge bouwd wordt." Het is als wegwijzer voor de toekomst niet veel en sommigen verwijten de burgemeester dan ook dat hij geen 'concept' heeft om de economie weer op poten te zetten. „En zon der concept geen investeerders en zonder in vesteerders geen perspectief voor de bevol king", zegt Baerbel Thomas, die sinds twee jaar met succes een fabriek voor luierbroek- jes heeft en samenwerkt met een bedrijf in Enschede. „Maar", haast ze zich te zeggen, „dat is niet alleen de schuld van de burge meester. Als investeerders niet willen komen, kun je ze niet dwingen." Spanningen Hoge werkloosheid, magere vooruitzichten, dat is vaak het recept voor onbeheersbare so ciale spanningen. In Hoyerswerda, dat he melsbreed 50 kilometer van Finsterwalde verwijderd is en vergelijkbare problemen heeft, ontlaadden deze spanningen zich in een explosie van haat en geweld tegen de Vietnamese gastarbeiders. „Finsterwalde is daaraan ontsnapt. Er zijn wat schermutselingën geweest tussen neo nazi's en 'chaoten' en een enkeling wil nog wel eens een hakenkruis op een muur kal ken, maar ernstige incidenten hebben zich niet voorgedaan", zegt Wohmann. „Niet om dat hier een beter soort mensen zou wonen, maar omdat we geen grote concentraties van vreemdelingen hebben. Waakzaamheid blijft dus geboden." Zelf geeft hij het goede voorbeeld. In een boekje over de geschiedenis van Finsterwal de dat hij de bezoeker meegeeft, staat een tekst over een joodse koopman 'die tijdens ERVANNUIJSENBURG* e dagen van de hoop', U noemen de inwoners Finsterwalde ir lige DDR het laatste weekend van augustus. Drie dagen lang leefden ze in een roes. Ze zongen, lachten, dronken en luisterden naar de bijna 40 koren die uit heel Duitsland, t Tsjechië en Litouwen naar het tweejaarlijkse festival (dat de stad beroemd heeft gemaakt) waren gekomen. 1 feest dat nu al legendarisch is. Minstens 60.000 bezoekers waren er, zegt de r dan 100.000, zeker weten, zegt de ander. Het is alsof ze naast de omvang zo ook de allure van het festijn proberen aan te ge- „We hadden op de markt en in de hoofd straat zes podia gebouwd", zegt onderwijzer Richard Reichelt, muzikaal leider van het koor Einigkeit. „Daar traden tot laat in de avond de koren op. Iedereen die er bij wilde i, was welkom. Niemand mocht zich bui gesloten voelen. We hebben daarom geen entree geheven. Als je wilde, kon je een bijdrage geven. Maar de bedoeling was: een volksfeest; dus ook voor degenen die geen geld hebben. De opening was een grootse gebeurtenis. Alle koren uit de stad stonden bij en op de trap van het stadhuis, en zongen het Lied van Finsterwalde, ons 'volkslied'. Het hele markt plein vol mensen. Het was heel stil. Je kon de als het ware voelen. Een gevoel van: 'We laten ons niet kisten'. 'Al de ellende die we de afgelopen jaren hebben doorgemaakt, zal ons niet klein krijgen'. Dat was heel bijzonder. Het gaf iedereen weer moed. En dat was waarschijnlijk nog belang rijker dan het feest zelf." Dat was toen. Nu, ruim twee maanden la ter, is het festival vooral een mooie herinne ring. De programma's vergelen in het archief. De lijsten met de namen van de sponsors die nog twee maanden als reusachtige oorkon den aan de gevel van het stadhuis hadden gehangen, zijn vorige week weg gehaald. De vlekken van de eieren waarmee een woeden de menigte een paar jaar geleden de leider van de communistische Partij voor het De mocratisch Socialisme (PDS), Gregor Gysi, had bekogeld, zijn daardoor weer zichtbaar geworden. „Die vlekken zijn niet weg te poet sen", zou burgemeester Wohmann later zeg gen. Net zo min als het feit dat de toen ver guisde PDS bij de laatste verkiezingen 20 procent van de stemmen heeft gehaald en de derde partij in Finsterwalde is geworden, zo had hij daaraan toe kunnen voegen. Werkloosheid Finsterwalde is een kleine industriestad met ongeveer 23.000 inwoners in de oostelijke deelstaat Brandenburg, halverwege Berlijn en Dresden. Het is geen stad waarvoor je om rijdt. De bezienswaardigheden zijn op de vin gers van één hand te tellen. Een kasteel, dat in de tweede helft van de 16de eeuw is ge bouwd, een kerk uit de zelfde tijd en een stadhuis dat uit 1739 stamt. Het marktplein is onlangs gerestaureerd en biedt dankzij het stadhuis en fraai Jugendstil-huis een aanblik die je bijna voornaam zou kunnen noemen. Het is niet genoeg om van Finsterwalde een toeristische attractie te maken, die geld en banen oplevert. Want dat is de werkelijk heid die de inwoners van de stad tijdens die drie dagen in augustus probeerden te verge ten: de werkloosheid, waardoor'naar schat ting 50 procent van de beroepsbevolking bui ten spel is gezet en die als een onzichtbare i staat: Aan de ene de Kristallnacht (pogrom in 1938, red.) roem loos ten onder is gegaan'. Dat vond Woh mann te makkelijk en dus plakt hij in elk boek de correctie, dat 'koopman Gallinger met zijn familie tot de talloze onschuldige slachtoffers van het nationaal-socialisme en het racisme in Duitsland behoren'. Door een bijzonder wrange speling van het lot zijn bijna 74 procent van de geregistreer de werklozen vrouwen. Net als de mannen waren zij gewend aan een volledige dagtaak op de werkvloer, of in de winkel; en net als de mannen zijn velen in een 'zwart gat' gevallen. Maar er is een groot verschil: de meeste vrou wen berusten minder makkelijk in hun situa tie als de mannen. „Ze zijn aktiever, weer baarder, maar dat waren ze in de DDR-tijd ook al", zegt psychologe Silvia Geide. Er zijn in Finsterwalde een paar projecten die werklozen aan een tijdelijke baan helpen. Bij de meeste wordt zelden een man aange troffen. „Pas als ze het helemaal niet meer zien zitten, melden ze zich bij ons", zegt Re- gina Meissner, al jaren werkloos en leidster van een door haar opgericht werklozencen- Fietsenproject Het aardigste project vindt plaats in een oude fabrieksloods even buiten de stad. Daar ma ken 24 vrouwen van oude onderdelen, vaak niet meer dan schroot, nieuwe fietsen. „Niemand heeft ons verteld hoe we dat moeten doen", zegt Brunhilde Schultz. „We zijn er zelf achter gekomen door oude fietsen uit elkaar te halen." De fietsen mogen ze niet verkopen omdat dat oneerlijke concurrentie zou betekenen tegenover de 'erkende rijwiel handel'. Daarom hebben Brunhilde en haar collega's een nieuw revolutionair idee be dacht. De roze gespoten fietsen worden op strategische punten in de stad gestald, zodat niemand zonder vervoer hoeft te zitten. „We kunnen alleen maar hopen dat ze niet gejat worden", zegt ze, als haar verteld wordt dat een soortgelijk plan in Amsterdam bijna 30 jaar geleden sneuvelde, omdat hebzucht ster ker bleek dan idealisme. Maar al deze goedbedoelde projecten, pro gramma's en al dan niet tijdelijke banenplan nen, kunnen niet voorkomen dat Finsterwal de een gespleten samenleving is geworden. De scheidslijn loopt tussen de betrekkelijk kleine groep (voornamelijk ondernemers) die beeft geprofiteerd van de omwenteling van '89, en degenen - vaak werklozen, maar zij niet alleen - die in hun verwachtingen teleur gesteld zijn. Opvallend is het vaak ruw geformuleerde gebrek aan sympathie bij de 'winnaars' voor de 'verliezers' die 'alleen maar jammeren en hun kans niet hebben gegrepen'. In bet an dere kamp voeren jaloezie en afgunst steeds schriller de boventoon, vooral wanneer de succesvolle zakenman van nu de opportunis tische partijbons van toen was. De balans Onder de verliezers neemt, soms onbewust, de heimwee naar de oude DDR toe. In hel centrum van Regina Meissner maakt een groep van 20 vrouwen de balans van vijf jaar hereniging op. Niemand wil de klok terug draaien, zeggen ze vrijwel allemaal. „We hoe- ven niet meer bang te zijn voor wat we zeg- gen; we kunnen op reis gaan wanneer wij dat willen." Maar ook: „Wat hebben we daaraan als we geen geld hebben? De criminaliteit is erger geworden. Je kunt 's avonds niet meer over straat. Het sociale systeem was vroeger beter. Vroeger hadden we allemaal een baan." De enigen die zich onverbloemd tevreden tonen, zijn de bejaarden. Zij voelen zich 'rijk', omdat hun pensioenen de afgelopen jaren bijna tot het Westduitse niveau zijn opge krikt. „Mijn moeder is verleden jaar drie we ken naar Griekenland geweest", zegt een vrouw. „Dat was sinds de lagere school haar hartewens." Bij haar en andere 40-ers en 50-ers, over heerst het gevoel dat ze niet meer mee tellen; afgedankt zijn. „Als ik jonger was geweest, was ik hier al lang weggegaan", zegt Regina Meissner. Christine Toepfer (19) heeft verle den week haar daad bij deze woorden ge voegd, zoals veel jongeren dat al eerder had den gedaan. Christine is naar Koblenz ge gaan 'om iets in het hotelvak te leren'. „Ik zou liever hier blijven. Hier wonen mijn moe der en vrienden, en in het westen worden we vaak behandeld als gastarbeiders. Maar ik heb geen andere keus." In een zaaltje aan de rand van de stad houdt het koor 'Einigkeit' zoals elke donder dagavond de stembanden soepel door ander half uur onder leiding van Richard Reichelt het repertoire door te nemen. Dertig mannen zingen vol overgave klassiekers als het Trommelied', het 'Wanderlied' en het 'Schot se bardenlied'. „We repeteren voor de elfde van de elfde, carnavalsavond", had Reichelt gezegd. Twee dagen eerder, woensdag 9 november, is het vijf jaar geleden dat de Muur viel en een einde kwam aan een dictatuur die 40 jaar heeft geduurd. Op die dag staan voor Einigkeit geen fees telijkheden op het programma.... Het kasteel van Finsterwalde. Van hieruit bestuurt burgemeester Wohmann de gemeente. foto cpd richard edincer Burgemeester Wohmann (rechts) op straat aangeklampt door een inwoner van Finsterwalde. foto cpd richard edincer nen in de industrie nog maar een krappe 1000 over. De textiel-fabriek, waar vrijwel uit sluitend vrouwen werkten, is volledig wegge vaagd. De schroevenfabriek had 1800 man in dienst,'nu nog 120. De meubelfabriek had 1200 goed geschoolde werknemers, de fa briekshal staat nu leeg. Het is een verhaal dat met een deprimerende regelmaat van bijna elk bedrijf verteld kan worden. Het is ook een verhaal met soms criminele wendingen. Die bedrijven zouden niet alleen in de kapitalistische concurrentieslag ten on der zijn gegaan, zo is in de kroeg vaak horen. Sommigen zouden 'bewust kapot zijn ge maakt'. „Het is inderdaad niet allemaal even kos her, wat er toen is gebeurd", beaamt een on dernemer. Hij wil zelfs in een Nederlandse krant niet met naam genoemd worden, „om dat je nooit kunt weten wie het leest." „De privatisering van de schroevenfabriek bij voorbeeld is een ten hemel schreiend schan daal. Die werd voor het symbolisch bedrag van één mark door de Treuhand (de instantie kant degenen met werk, aan de andere kant de werldozen. „En het is een muur die met de dag hoger lijkt te worden", zegt Silvia Gei de, een psychologe en psyschotherapeute met een groeiende praktijk. Dat is een realiteit die niemand in novem ber '89 had kunnen bevroeden. Toen in die hectische herfst het regime van partijleider Honecker na de vreedzame revolutie door de verkalkte knieën ging, leek Finsterwalde een stralende toekomst tegemoet te gaan. De stad had een grote industriële traditie. Ze had vijf grote staatsbedrijven binnen haar grenzen die tot de paradepaarden in hun sector werden gerekend. De meubel-, textiel en metaal-fabrieken van Finsterwalde produ ceerden vrijwel uitsluitend voor de export, in de DDR een onbetwistbaar teken van kwali teit. De werknemers waren vaklui, die - dat was de algemene verwachting - zich ook on der de nieuwe omstandigheden staande zou den kunnen houden. Die verwachting is niet uitgekomen. Bin nen een paar jaar waren er van de 9000 ba jfcifP1* -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 31