'Het mes snijdt aan twee kanten' Het moet de fantasie prikkelen Kamerdebatten in de auto Het Gesprek van de Dag Klantenservice: naar The Clarks Slippen op de slangestoep -IS VRIJDAG 4 NOVEMBER 1994 WD-fractieleider Frits Bolke- stein wil een chauffeur met een academische opleiding. Geen jongen van de gestampte pot maar een kerel met wie hij na afloop van de kamerdebatten kan discussiëren over Nietzsche en Schopenhauer en die af en toe vast wat moeilijke stukken voor hem kan doornemen. Tja, wat moet je daarvan zeg gen? Ik dacht altijd dat politici chauffeurs wilden die hun mond hielden. Die netjes met hun vinger aan hun pet tikten en dan bromden: 'Moge, me neer!' Die af en toe in hun ach teruitkijkspiegeltje keken en daarin dan een man zagen zit ten die op weg naar de een of andere vergadering stukken aan het doornemen was. Ik heb eens een man gekend die is begonnen op trouwauto's, naderhand is overgestapt op lijkwagens en als chauffeur van een minister is geëindigd. Toen ik hem eens sprak en hem wat persoonlijke dingen over de mi nister probeerde te ontfutselen, zei hij: ,,Ik heb altijd met doden gereden. Nu ik een politicus rondrij, is er eigenlijk niks ver anderd. Ik heb hem nog nooit wat horen zeggen. Het was bij die doden eigenlijk gezelliger met zo'n bloemetje achterop." Toch is er wel wat voor Bolkes- teins idee te zeggen. De acade mici zijn er niet slecht mee af. Een werkloze academicus die afhankelijk is van de sociale dienst, loopt tegenwoordig de kans dat ze hem naar Limburg sturen om asperges te steken en nu kan hij misschien straks sa men met Bolkestein asperges in de botersaus gaan eten in res taurant De Bokkedoorns. De chauffeurs van het Leidse bedrijf De Jong willen er kenne lijk niks over kwijt. Ze zouden terugbellen voor een reactie, maar ho maar. Ik kan dat eigen lijk wel begrijpen. Misschien vrezen ze wel dat al die werklo ze academici straks hun baantje In de jaren der tig was het immers niet anders. Toen stonden de scheikundigen en advocaten als conducteur in de tram. Maar gelukkig, een chauffeur van de Eltax wil er wel wat over kwijt, zij het anoniem. „Ik vind het vanuit het oogpunt van Bol kestein een heel goed idee. Je hebt drukke en rustige momen ten tijdens het rijden en dan kun je best een gesprek voeren. En los van mijn politieke voor keur vind ik Bolkestein ook nog eens een sympathiek politicus. Ik mag hem wel. Ik zit in het laatste jaar van een studie be lastingen, maar ik zou zo teke nen voor die job. Jammer, ik had eigenlijk verwacht Bolke stein hier aan te treffen." Zo, de eerste sollicitatie is bin nen, heer Bolkestein. Adres en telefoonnummer van de Eltax- chauffeur zijn opvraagbaar bij de redactie. foto archief „Het was een idee dat eigenlijk zomaar bij me opkwam", aldus Jan Verbaan, eigenaar van vier videotheken in Leiden. Op vertoon van bet lid maatschapspasje dat doorgaans gebruikt wordt bij het huren van video's, kan deze maand een kaartje worden opgehaald voor zijn jubileum feest in het Antonius Clubhuis op vrijdagavond 2 december. Een heus klantenpartijtje derhalve waarvoor The Clarks zijn gecontracteerd. Precies tien jaar geleden startte Verbaan, naast zijn garage, zijn eerste videotheek nabij de toen malige spoorwegovergang De Vink. Later, van wege de verhoging en verdubbeling van het spoor tussen Leiden en Den Haag, kocht de NS Verbaan uit die zijn handel voortzette aan de Maresingel. Na diverse zakelijk omzwervingen opende Ver baan vier jaar geleden binnen enkele maanden nog twee videotheken aan de Korevaarstraat waarmee hij een felle concurrentiestrijd aanging met Videoland, Videotheek Levendaal en in mindere mate met Jumbo van Miep Brons. Dit jaar maakte Verbaan zijn kwartet winkels vol door op het Bevrijdingsplein in Zuid-West een nieuwe vestiging te openen. Najaren van stijgende omzetten is de markt voor de verhuur en tegenwoordig ook verkoop van speelfilms op video stabiel en er wordt zelfs een teruggang voorspeld. Steeds meer kanalen op tv en de komst van Filmnet zijn slechts twee redenen daarvoor. Voor Verbaan juist een reden om zijn zaken eens op een bijzondere manier naar buiten te brengen. Tijdens een videobeurs zag hij de band The Clarks optreden die covers spelen van hits uit de vijftiger en zestiger jaren. „Beatles, Stones, ik vond het perfect. Was zo onder de indruk dat ik dacht: die wil ik hebben voor een feest", aldus Verbaan. Die alleen nog een reden nodig had en die ook vond. Zodat voor alle klanten de komende maand kaartjes klaar liggen bij de uitleenbalies van de vier genoemde videotheken. „Ze kosten wel vijf gulden, maar voor dat luttele bedrag krijgt je wel twee consupties", voegt hij er eerlijksheids- halve nog aan toe. Verbaan schat dat hij de zevenhonderd kaarten die hij heeft laten drukken gemakkelijk kwijt raakt. „En als het aanslaat, doe ik het voortaan jaarlijks. Het is toch een aardige service voor de klanten, dacht ik zo." IOMAN LEEFMANS Deskundigen kiezen 'speelgoed van hel jaar' Sinterklaas zal het af en toe best moeilijk hebben, zo in de speel goedwinkel. Rekken vol speel goed staren hem aan. Ninten do's, Action men, Thunderbirds en dinosauriërs strijden om de aandacht van de goedheilig man. Maar wat als de Sint, voor de verandering, nu eens een stuk verantwoord speelgoed wil kopen? Dan is er voor hem de onafhan kelijke Stichting Goed Speel goed. Dit jaar hield ze voor de 21ste keer de verkiezing 'speel goed van het jaar'. Een deskun dige jury - van bezigheidsthera peute tot redactrice van Libelle - heeft uit stapels speelgoed weer het vemieuwendste, leer zaamste en veiligste gekozen. Of het nu voor baby's of school gaande kinderen is, de stichting heeft voor elk wat wils. De folder liegt er niet om. Van een Nijntje trekdraaimolen ('eenvoudige vormgeving en sprekende kleuren') tot de su- per-smart-start-computer ('he dendaags artikel'). Allemaal A. Weterings, de uit Noordwijk foto dick hocewoninc afkomstige voorzitter van de de stichting, legt uit wat dat in houdt. „Speelgoed is goed als het voor kinderen leuk is om mee te spelen. Het moet de fan tasie prikkelen. Speelgoed is ook zo belangrijk voor de ont wikkeling van het kind. De eer ste twee drie jaar leert het kind ontzettend veel. Daar ligt eigen lijk de basis. Ze gaan dingen herkennen. Een moeder die het kind oppakt als het huilt. Een vader die dat niet doet." De folder vindt zijn weg naar de speelgoedwinkels. En naar de kinderdagverblijven zou je ver wachten. Maar nee, dat valt te gen. Een medewerkster van De Draaimolen uit Leiden heeft zelfs nog nooit van 'het speel goed van het jaar' gehoord. De Nijntje trekdraaimolen zegt ie mand van De Grote Beer wel iets. „Die spreekt de kinderen erg aan. Maar ik durf niet te zeggen dat het winnende speel goed nou ook meteen het beste Maar A. Weterings kan het we ten. Hij zit al bijna 35 jaar in het vak. Hij heeft altijd een speel goedwinkel gehad. Tot vijf jaar geleden. Toen verkocht hij de zaak aan zijn zoon. Goed advies is volgens hem de sleutel van succes. „Klanten komen de zaak binnen en weten eigenlijk niet wat ze moeten kopen voor hun kleinkind dat morgen één jaar wordt. Dan moet je helpen iets goeds uit te zoeken." Nu gebruikt Weterings zijn er varing bij de Stichting Goed Speelgoed. Dit jaar is hij voor het eerst voorzitter. „Zo'n ver kiezing is een hoop werk. 's Morgens vroeg beginnen we. Al het ingezonden speelgoed staat op tafels. We bekijken elk stuk apart en kiezen daar dan de dingen uit waarvan we denken dat die in aanmerking komen voorde prijs." Elk jurylid maakt dan een rap portje van die geselecteerde speeltjes. Weterings: „Daarna is het gewoon vergelijken van wat elk jurylid vindt. We kijken dan naar 'nieuwe' produkten. Zo heeft in de categorie spellen en puzzels 'de moeilijkste puzzel ter wereld' gewonnen. Nou, een puzzel bestaat natuurlijk al lan ger. Het nieuwe van deze is dat de stukjes aan twee kanten be drukt zijn. Dat maakt het heel moeilijk", aldus Weterings. Hoewel er voor 'goed' speel goed gekozen is, bestaat er vol gens Weterings niet echt slecht speelgoed. „Niet sinds vorig jaar alles aan EG-normen moet vol doen. Soms zie je wel eens imi taties van Lego of van de Smur fen. Dan denk ik wel eens wat een slechte kwaliteit. Maar ver der, nee." Ook de spelcomputers waar ie dereen zo'n tien jaar geleden fel tegen was, worden nu zelfs ge waardeerd. Weterings: „Om dat te kunnen spelen'moeten kin deren heel alert zijn. Het heeft hun ontwikkeling jaren vooruit gezet. Als je ze hier in de winkel ook ziet spelen met de voor beelden die hier staan. Ze sprin gen en dansen als gekken om die computers heen." Goed speelgoed is wel duur. Soms is het winnend speelgoed zelfs duurder dan honderd gul den. „Maar je koopt dan wel iets wat het geld meer dan waard is", aldus de kenner. MARCO VAN PELT Het is een opmerkelijk appartementencomplex aan het begin van de Steven^hofdreef, de nieuwbouwwijk aan de zuidkant van Leiden. En daar hoorde dus een opmerkelijke stoep bij. Slangvormig haast is het heuvelachtige trottoir voor de in juni opgeleverde flat. Aan de rechterkant leidt het er echter toe dat je van de trottoirheuvel zo op het naastgelegen fietspad naar beneden kan glijden. Aan de lin kerkant is het net omgekeerd: daar liggen twee van de portieken juist in een 'dal'. Wie uit het dal klimt - dat is niet de bedoeling - bereikt het fietspad weer. Wie evenwel goed naar het ontwerp kijkt, ziet er toch wel een logica in: het opklimmende fiets pad dat voor de flat langs loopt is maatstaf voor het ontwerp geweest. Aan het einde gaat het trottoir de bocht om. Er zijn trappén om het hoogteverschil te overbruggen en je kunt er ook makkelijk aflopen. Bewoners denken heel wisselend over de stenen heuvelroute voor hun deur. „Ik vind het vrese lijk. Van de winter als het glad is en ijzelt, ga ik omlopen", zegt er een. „Heel erg mooi en apart, helemaal bij het gebouw passend. Maar er komt straks veel commentaar op", zegt een ander. „Daar kan je op wachten." „Niet eenvoudig om de bocht te nemen", zegt een bewoonsters. „Mijn zoontje zat vijf weken in een rolstoel en dan kon je moeilijk het portiek in draaien", zegt een bewoonster. Waar een an der weer tegenover zet: „Creatief, moet een slang voorstellen. Nee, helemaal geen proble men mee. Maar mischien komen die ér voor oudere mensen. Ik weet niet hoe de helling zich in de winter houdt." Ook wordt opgemerkt dat kinderen van de mo gelijkheid gebruik maken veel te fietsen en met skateboarden aan het werk zijn. „Ze scheuren zo langs." En ten slotte weet iemand dat zelfs de straatmakers zeiden dat ze 'na een jaar mis schien weer wat anders zouden verzinnen'. Architect S. Loomans, die het hele complex ont wierp, blijft nuchter onder alle kritiek. „Het zit hem niet in het ontwerp. Maar het hoogtever schil is daar een gegeven. Dat is in het zuiden van Nederland nog erger. En daar kun je net zo min iets aan veranderen als aan de stand van de zon. Het is ook een beetje onwennigheid." Volgens Loomans mogen de bewoners met dit plan nog van geluk spreken. „In een eerder sta dium was er sprake van beplanting in plaats van de stoep. Maar dan zou het overgebleven trot toir niet breed genoeg meer zijn." Dat is het nu wel, al loopt het dan grotendeels schuin af. „Maar op verzoek van de bewoners zijn er al in een vroeg stadium hekjes voor de portieken geplaatst. Hoe het van de winter moet, dat weet hij ook niet. Het hoogteverschil, dat lag er immers toch al. Een PTT-besteller is overigens niet ongeluk kig met het trottoir. „De bussen zitten hoog, dus ben ik blij met een hoge stoep." Minerva-studenten huiswerkklas Leiden-Noord Ze zaten bij elkaar, overdachten het wereldleed en vonden dat ze zelf met niet veel anders be zig waren dan een biertje drin ken. Vervolgens schreven ze wat Bosnië, maar zagen dat dat ook geen zoden aan de dijk zette. Dichter bij huis, daar moesten toch problemen op te lossen zijn. Toen zagen de Minervanen van dispuut Venster een adver tentie in het universiteitsblad Mare, waarin mensen werden gevraagd voor de bijlesdienst en de huiswerkklas in de Onder- wijswinkel in Leiden-Noord. „Het is erg leuk werk", zegt rechtenstudent Siep Wijsenbeek (20), één van de zes hulplera- Sinds dit voorjaar draaien Wij senbeek en zijn kornuiten tot volle tevredenheid mee. „Minerva? Wat komen die hier nu doen, dacht ik", lacht mede werkster Hans de Koomen van de Onderwijswinkel. „Ja, Hans keek wat vreemd op", beaamt Wijsenbeek met een lach. De Koomen: „Ik dacht Minerva, daar heb ik hele andere ervarin gen mee. Ik kan me nog herin neren dat de band tussen de Leidse burgerij en Minerva niet al te best was." Wijsenbeek zegt dat er in een tijd van 'tempo-norm en studie duurverkorting' eigenlijk geen plaats meer is voor vrijwilligers werk. Maar dit werk als begelei der - individueel of in de klas - voor leerlingen die het vaak moeilijk hebben met school werk, vindt hij leuk. „Ik leer er zelf ook zo waanzinnig veel van. Het mes snijdt aan twee kanten. Omgaan met mensen met een totaal andere sociaal-culturele achtergrond. Je wordt even met beide benen op de grond gezet. Je krijgt veel meer begrip van de situatie. Je weet hoe moeilijk het is, als je niet vanuit thuis ge- pushed wordt om te leren. Kijk, bij mij is van huis uit studie en school belangrijk zijn. Maar dat geldt typisch niet vooi iedereen." De Koomen beaamt dat: „Het ii een óud verhaal. Je hebt nu eenmaal gezinnen waar geen pen in huis is, of waar geen boeken zijn. Soms zelfs niet eens een telefoonboek." De gratis huiswerkbegeleiding wordt gedaan in de Driftstraat in de Kooi. De klas, die vijf jaar bestaat, is open voor iedereen. Minervaan Siep Wijssenbeek geeft gratis bijles in Leiden-noord: „Ik leer er zelf ook ontzettend veel v dat Maar volgens De Koomen zitten er merendeels allochtone meis jes in. Voor die groep is het ge subsidieerde projekt ook ooit opgezet. Het is bestemd voor leerlingen uit het voortgezet on derwijs, naast de hoogste klas sen van de basisschool. De klas draait vier keer in de week, 's middags van drie tot vijf uur. Er is nog capaciteit voor meer dan de 15 leerlingen die nu komen. „Maar belangrijk is ook het spreekuur tijdens de begeleiding, waarin leerlingen bijvoorbeeld met studiefinan cieringsformulieren en aller hande problemen naar je toe komen", vertelt De Koomen. De bijlesdienst - naar draag kracht betaald - maakt sinds kort deel uit van de Onderwijs winkel. Daarbij wordt er thuis individueel lesgegeven. „Vaak in één vak, maar het kan ook een heel mentoraat worden", vertelt De Koomen. „En dan kan het gaan om getrouwde vrouwen, maar ook om al lochtone ouders,die voor hun peuter Nederlandse les willen." Maar De Koomen benadrukt ook dat er een koppeling is tus sen de bijlesdienst en de huis werkklas, een wisselwerking. Er wordt regelmatig voor de bijles dienst geadverteerd. „Daarbij vermelden we ook de nationali teit van een leerling. Omdat stu denten bijvoorbeeld die louter theoretisch zijn geschoold, spe cifiek met een leerling uit een bepaald land willen kennisma ken." Gekke dingen heeft Siep in de huiswerkklas niet meegemaakt. „Of het zou de stof moeten zijn die ze soms opkrijgen. Zo moest pas iemand uit Groep acht Franse woorden uit de Neder lands-Franse tijd leren. Nou, die ben je zo weer vergeten. En er was een jongen die gooide thuis zijn rekenboeken naar buiten, die wilde geen huiswerk maken. Met hem en zijn broer zijn we zelf verhaaltjes gaan schrijven met tekeningen. Dat werkte wél prima." Als Wijsenbeek zelf iets niet foto hol vast/mark lamers weet, vraagt hij het op zijn beurt aan iemand anders, maar het is hem nog niet overkomen.J-Iet zijn niet alleen studenten, maar ook anderen die begeleiden. Mensen die in het onderwijs ge werkt hebben", verklaart De Koomen. Inmiddels heeft het initiatief van Wijsenbeek en de zijnen binnen hun vereniging Minerva weerklank gevonden. „Het vindt steun. Mensen vinden het heel mooi. Volgend jaar komen er van Minerva begeleiders bij, heb ik al gehoord."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 19