Hoestdrank tegen schaamluis
ZATERDAG 22 OKTOBER 1994
u j)
isserij Nijssen bestond al in 1905. Het bedrijf aan de Zijlsingel werd door de weduwe Nijssen voor 200
Iden verkocht aan P J J van Remundt. Later werd die 'wasch- en strijkinrichting' onder de naam Wasserij
loitgedacht bekend in Koudekerk - hier poseert het personeel, bestaande uit drie familieleden nog voor het
ide' bedrijf. De inventaris bestond onder meer uit drie waskuipen, waarover een lange plank was gelegd,
iedere kuip stond een bakje groene zeep en lag een wasborstel.
Talloze textiel- en
conservenbedrijven die
het beeld van Leiden
bepaalden, vielen om
onder de hamerslagen
van de tijd. Maar er
zijn ook heel wat
ondernemingen die de
klappen overleefden.
De geschiedenis van
die monumenten van
een industrieel
verleden, is voor het
eerst beschreven en
gebundeld in het boek
'50 Leidsche Meesters
dat in november
verschijnt.
lanketbakkerij Snijers aan de Botermarkt. De zaak (met luchroom) is nu in handen van de zevende generatie.
Anekdotes troef bij Leidsche Meesters
Beeld uit 1900. Winkel van antiquair Van Ruiten aan het Kort Rapenburg hoek Boommarkt. (Foto's uit '50 Leidsch Meesters')
PAUL DE TOMBE
Anekdote over De Bontekoe, overi
gens een van de vreedzaamste ca
fe's van de stad, opgetekend in het
iboek over Leidse ondernemingen:
„Er zaten ook vaak mensen te kaarten in
het cafe'. Een tafeltje met vier mannen erom-
Iheen, die druk pratend ruzie hadden om wat
jer troef was bij het klaverjassen, was een be
kend gezicht. Soms liep het weieens hoog op.
Vooral wanneer er door bepaalde types om
veel geld werd gespeeld. Eén keer was er weer
zo'n ruzie toen één van die gasten heel hard
riep: 'Klaver is troef. Zijn medespelers zeiden
op hun beurt: 'Nee, ruiten is troef, kijk maar'.
Maar die ene hield bij hoog en bij laag vol dat
klaver troef was. 'Ome Toon heeft gezegd, kla
ver is troef, zei hij. De medespelers keken raar
op, want geen van de mannen heette Toon.
Wie was dat dan? Waarop de man uit zijn
binnenzak een pistool haalde: Dat is ome
Toon en klaver is troef.
uitvoering van het project. Aan het project is
een prijs verbonden voor. het bedrijf dat de
meeste betekenis heeft voor Leiden en die
zogenaamde Sleutel Award zal in de toe
komst vaker worden uitgereikt. Steeds op
grond van andere criteria. ,,Nu was dat leef
tijd, straks is dat misschien wie de beste re
clames maakt", aldus Ahsmann, die ook wat
dat betreft uit het boek kan citeren.
Uit het verhaal over Technisch Handelsbu
reau Van Duuren bijvoorbeeld, dat takel- en
hijsbenodigheden verkocht onder de naam
'Domme krachten' en daarmee als volgt ad
verteerde: Bij Van Duuren hebben ze volop
Domme Krachten'. Citaat uit het boek: „De
volgende dag kreeg men veel mensen die op
merkingen maakten in de trant van: 'Dat
hadden we altijd wel gedacht' of 'Dat wisten
we toch al jaren'.
Hoe dan ook, de beloning in de vorm van
een kunstwerk, moest zakenlieden stimule
ren in te schrijven voor de Sleutel Award-ver-
kiezing via een enquête-formulier. Dat was
samengesteld door de leden van de Junior
Kamer en werd verspreid onder de 450 be
drijven die voldeden aan de vestigings- en
leeftijdscriteria. Er kwamen 110 formulieren
terug. Opvallend daarbij was de hoge respons
(50 procent) vanuit het midden- en kleinbe
drijf en opmerkelijk was eveneens het hoge
percentage van bedrijven ouder dan 100 jaar
(meer dan een kwart) en ouder dan 75 jaar
iets minder dan de helft.
De antwoorden op de vragen leverden on
verwacht veel op. Cijfermatig en feitelijk.
Maar ook anekdotisch. Zoals het verhaal over
de weduwe Van Berge Henegouwen. Passage
uit het boek:
„In de Tweede Wereldoorlog verdacht de
bezetter haar ervan onderduikers te hebben
en er illegale praktijken op na te houden.
Daarom werd zij in de gevangenis gezet. Na
enige tijd kreeg zij een briljante ingeving. Ze
vroeg om een gunst, zij wilde graag haar viool
bij zich in de cel. In principe wilden de Duit
sers daar wel aan voldoen. Wat zij toen nog
niet wisten was dat de weduwe absoluut geen
noot kon spelen. Daar kwamen ze stiel achter.
Dag en nacht speelde de weduwe op haar
viool en sloopte zo menige Duitse zenuw. Na
twee dagen hebben ze haar van ellende maar
vrijgelaten."
Het bedrijf aan de Aalmarkt dat televisies, vi
deo- en hifi-apparatuur verkoopt en repa
reert, wist de aandacht van de klanten altijd
vast te houden. Het had de tijd mee en kreeg
in de jaren zestig wel een heel aparte uitstra
ling. Zo werd op 7 december 1966 de eerste
fragment uit de bundel 50
Leidsche Meesters, Leidse ondernemingen in
historisch perspectief. Geschreven op initiatief
van de Junior Kamer Leiden, een verzame
ling jeugdige ondernemers, die buiten het ei
gen werkgebied telkens andere projecten uit
voert, waarvan de opbrengst wordt bestemd
voor een goed doel. Motto van de wereldwij
de trainingsorganisatie, ooit opgericht in de
VS om jongeren een kans te geven in het be
drijfsleven: Learning by doing, oftewel Leren
door te doen. Die slogan bepaalt tegelijkertijd
de kracht en de zwakte van de aanpak bij het
samenstellen van het boek.
Het idee was leuk. Over heel veel bedrijven
die in Leiden zijn opgericht, ouder zijn dan
vijftig jaar en nog altijd hier te stede zijn ge
vestigd (de criteria die werden gehanteerd)
stond heel weinig te boek. Gat in de markt
dus, in een stad met een rijke historie op het
gebied van de wol-, textiel-, en metaalnijver
heid, de conservenindustrie en de grafische
bedrijfstak. De Junior Kamer sprong er in. In
terviews van de 35 'Kamerleden' met direct
betrokkenen in de ondernemingen leverden
authentiek materiaal op, vooral omdat er
soms nog contact was met de oprichters. Er
was in elk geval genoeg stof voor een boek.
Dat komt er dan ook, in een oplage van 2.500
exemplaren en in full color.
Inhoudelijk is de uitvoering wat minder.
Interviewen en schrijven blijven een vak
apart. Dat is te merken. De verhalen die door
'een afgestudeerde studente sociale geschie
denis van de Leidse universiteit in één stijl
zijn gegoten', bevatten niettemin aardige
herinneringen aan grote zaken en familiebe
drijfjes.
„Sommige daarvan worden zelfs vanaf het
ontstaan door een en dezelfde familie ge
leid", zegt Cees Ahsmann, contactpersoon
van de commissie die zich bezighield met de
voetbalwedstrijd die op TV in kleur te zien
was, Ajax-Liverpool (5-1), door veel Leide-
naars voor de etalage van de winkel gevolgd.
Het sluit naadloos aan bij een van de con
clusies van Ahsmann dat 'Leiden door onder
nemers als een goede vestigingsplaats wordt
gezien wegens de prettige omgang met de
bevolking. Minder positief scoren de afeet
mogelijkheden', weet hij echter ook als verte
genwoordiger van de commissie Sleutel
Award.
Die werkgroep kreeg bij de verwerking van
de enquête-resultaten van een professor van
de Universiteit van Amsterdam wel de des
kundige hulp die bij interviewen en schrijven
ontbrak. Opgesloten in de slogan van de Ju
nior Kamer (Leren door te doen) ligt dat de
leden veel in eigen hand houden. Op sommi
ge gebieden kan dat en het is de organisa
tie ook niet aan te rekenen dat sommige on
dernemingen die eigenlijk in het boek thuis
horen, niet reageerden. „We hebben ze daar
toe drie, vier keer de kans geboden. Doen ze
dat dan nog niet, dan, houdt het op", stelt
Ahsmann, zoon van een bakker uit Leiden en
zelf bakker in Amsterdam. „En een bakker is
geen interviewer en geen schrijver. We besef
fen dus dat we een paar krenten hebben la
ten liggen."
Er blijven er voldoende over, in de verha
len over allerlei ondernemingen die een ster
ke band met Leiden hebben en dat onder
strepen door de naam van de stad in de
naam mee te dragen of typisch Leidse activi
teiten te sponsoren. Van de markthandelaar
en de slager op de hoek, tot de drukker, de
bouwer, en de dumphandelaar ze trekken
in een bonte stoet door het boek van bijna
tweehonderd pagina's. Afgewisseld door al
gemene historische stukjes en brokken pro-
duktinformatie, presenteren de Leidsche
Meesters (het zijn er eigenlijk 53) zich op ge
heel eigen wijze.
En passant wordt daarbij veel duidelijk
over hoe het er in die tijd aan toeging bin
nen en buiten het bedrijf. Zoals in een ver
haal over het Leidsch Dagblad (opgericht
1860):
„Vele jaren werd door personeel van de
drukkerij van het LD Koppermaandag ge
vierd. Dat feest was oorspronkelijk een gilde-
feest en viel altijd op de maandag na Drieko
ningen. De zogenaamde bedrijfspot, waarin
onder andere de boetes en fooien zaten, werd
op de dag verdeeld. Boetes kon je bijvoorbeeld
krijgen als je te laat kwam of met collega's op
de vuist ging. Elk jaar deed de directie ook een
bijdrage in de pot. De meeste werknemers na
men het bedrag mee naar huis en lieten het
hele gezin ervan profiteren. Sommigen had
den het echter al opgemaakt voordat ze thuis
kwamen. Dat gebeurde meestal in de kroeg.
Het was trouwens gèen uitzondering als werk
nemers aan het einde van de week hun loon
'verdronken'. Een van de vrouwen pikte
dat niet meer. Zij stapte naar de directeur van
het Leidsch Dagblad en vroeg hem of zij
voortaan op zaterdag zelf het loon mocht ko
men ophalen. De directeur stemde daarmee
in. Dat leidde tot grote hilariteit onder het
personeel.
Sommige 'Meesters' hadden geen werkne
mers, maar wel aparte huisdieren. Zo was de
aap van opa Labruyère van de winkel aan
de Haarlemmerstraat heel bekend in Lei
den. Hij zat altijd in de schoenmakerij,
woonde in huis en zat voor op de fiets als
grootvader schoenen wegbracht. Af en toe
ging alleen het licht bij het beest wel eens uit:
dan klom hij in lantaarnpalen, draaide de
lampen uit en bekogelde daarmee vervolgens
voorbijgangers. Labruyère had een vaste re
kening bij de gemeente lopen om de schade
te vergoeden, veroorzaakt door zijn plaatse
lijke bezienswaardigheid.
Rijwielhandelaar Van Dam kreeg zelfs na
tionale bekendheid dankzij zijn papegaai. Er
kwam een compleet mediacircus op gang na
dat een inbreker het dier de nek had omge
draaid bij een nachtelijke 'ontmoeting' in de
werkplaats, waar Tourwinnaar Joop Zoete
melk z'n eerste karretje nog had aangeschaft.
'Joop de Ripper" kocht zijn racefiets overi
gens in de jaren dat je buurjongens nog om
een boodschap kon sturen. Naar de Zuider
apotheek aan de Lammenschansweg bijvoor
beeld, waar het voorkwam dat een ventje een
'hoestdrank' kwam halen en een envelop
overhandigde met een (anoniem) briefje van
iemand die om een middel tegen schaamluis
vroeg.
Het personeel van de Gebroeders De Jong
was de schaamte al heel vroeg voorbij, zoals
blijkt uit een anekdote van de personenver-
voerder (sinds 1887), uit de tijden van de stal
houderij:
„Goed getrainde paarden vonden altijd zelf
de weg naar huis als de koetsiers te diep in het
glaasje hadden gekeken en op het feest achter
bleven. Het kwam om die reden ook wel e
voor dat de koetsier de koets de volgende dag
tot stilstand bracht voor het stadhuis or
daar te constateren dat hij vergeten wa
bruidspaar op te halen.
In Leiden werd altijd wel wat meer gedron
ken dan alleen hoestdrank. Met of zonder
'ome Toon'.
De voorverkoop van het boek '50 Leidsche
Meesters, Leidse ondernemingen in histo
risch perspectief begint op 5 november bij
het Leidsch Dagblad. Via de lezersservice
wordt een tientje korting gegeven: met le
zersbon kost het boek 39,95 gulden in
plaats van 49,95.