'De zondag
is een
monument'
ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
7T"\
e zondag is een monument
W als rustige dag', bezweert
PvdA-Kamerlid Peter van
Heemst in de discussie over een nieuwe win
kelsluitingswet. Het is hem een lief ding
waard dat zo te houden. „Zeven dagen per
week die precies eender zijn, is een verschra
ling van de samenleving. Dat maakt ons ar
moediger. Een volstrekt normatieve opvat
ting, erkent Van Heemst volmondig. Maar
wel eentje die kan rekenen op de steun van
een Kamermeerderheid.
Zelfs D66-fractievoorzitter Gert-Jan
Wolffensperger toont zich een strijder tot be
houd van 'het eigen karakter' van de zondag.
„Er moet één dag per week zijn waarop we
gezamenlijk vrij hebben. Waarop we kunnen
voetballen of naar de kerk gaan. Een week
van zeven volstrekt gelijke dagen lijkt mij uit
het oogpunt van sociale samenhang niet ge
wenst."
Eigen koers
Als het over de zondagsluiting gaat, is Neder
land heel klein. Zijn er opeens weer ouder
wetse grenzen en is de internationale con
currentie ver weg. Nederland vaart een eigen
koers met de kerk, de kantine en de kinderen
als duidelijke bakens waartussen de zondag
wordt verdeeld.
Wie die bakens probeert te verschuiven,
kan rekenen op massieve weerstand. Zo ook
D66-minister Wijers (Economische Zaken)
die 'de winkeltijden fors wil verruimen'. Het
voorstel voor een nieuwe winkelsluitingswet
verwacht hij niet voor de jaarwisseling, maar
de discussie wordt reeds weken op hoge toon
Wijers is daarom uiterst behoedzaam als
hij zijn plannen toelicht. Eerst wordt de di
versiteit van de Nederlandse samenleving ge
schetst, de 'dynamiek van veranderende leef
patronen'. Vervolgens hoe slecht die patro
nen zich verdragen met de bestaande winkel
tijden. „De traditionele kostwinner met de
vrouw thuis voor de kinderen, is al lang niet
meer beeldbepalend", weet Wijers. Datzelfde
geldt voor het gezin dat op zondag twee keer
ter kerke gaat.
„Natuurlijk heb ik respect voor hen die dat
nog wel doen. Maar ik heb ook respect voor
mensen die er een andere leefstijl op na hou
den." Wijers zoekt daarom naar een winkel
sluitingswet die aan zoveel mogelijk wensen
tegemoet komt. Door de week betekent dat
winkels die veel later open blijven, met name
in de Randstad.
Maar de zondag is bij Wijers niet heilig.
„Mijn opzet kèn ertoe leiden dat in sommige
gemeenten de winkels op zondag open zijn,
in anderen niet. Mij valt het op dat als op dit
moment ergens de winkels op zondag open
zijn, het aantal parkeerplaatsen altijd te klein
is. Dat is een aanwijzing dat er bij mensen
een behoefte bestaat, die niet goed wordt ge
hoord in Den Haag."
Laatste eerbetoon
PvdA'er Van Heemst haalt de schouders op.
Hij sluit uit" dat de zondagsrust verdwijnt.
D66 en CDA denken er net zo over. „Natuur
lijk is winkelen op zondag leuk. Zelf ben ik
een notoire funshopper. Beetje kijken, niet
direct om iets te kopen. Heerlijk vind ik dat,
maar niet iedere zondag. Dan verdwijnt de
lol snel." Dat een deel van zijn eigen partij
Aan de zondagsrust wordt niet gemorreld dooreen nieuwe
winkelsluitingswet. De meubelboulevard krijgt er weliswaar een
straatje bij, maar daarmee is de grens bereikt. De politiek wil niet
verder, bezorgd als zij is over het welzijn van de burger. In het
haastige tijdperk van de elektronische snelweg blijjt de zondag
een keurig gemarkeerde vluchtheuvel.
Discussie rond een nieuwe winkelsluitingswet
Minister Wijers: op zoek naar een winkelsluitingswet die aan zoveel mogelijk wensen tegemoet
komt. FOTO CPD ROLAND DE BRUIN
daar anders over denkt, kan hem niet deren.
Zijn pleidooi voor de zondag als 'rustige
dag' kan rekenen op de steun van onder
meer partijgenoot Vreeman (kamerlid en te
vens partijvoorzitter). Het gaat de PvdA-stro-
ming die zij vertegenwoordigen er echter niet
om een dreigende winkelsleur te voorkomen.
Iedereen heeft immers de keuze de winkel te
laten voor wat hij is.
Nee, Van Heemst ziet de wettelijk gegaran
deerde vrije zondag als een laatste eerbetoon
aan het idee van de maakbaarheid van de sa
menleving. „In de zondag als gezamenlijke
rustdag weerspiegelt zich hoe de samenle
ving eruit hoort te zien. Niet de werkgever, de
winkelier om de hoek of die koopgrage
funshopper, maar de overheid moet dat vast
stellen."
Het directe belang van de consument, die
wil winkelen als hem dat uit komt, spoort
niet met de samenleving die Van Heemst
voor ogen staat. Daarin is rust geboden op
zondag, omdat er al stress genoeg bestaat. De
zondag biedt tijd voor gezamenlijke culture
le, sportieve en educatieve uitstapjes. „Het
lang-leve-de-lol-verhaal van Wijers, waarin
de consument Koning is, spreekt mij niet
aan. Ik ben blij dat premier Kok wat dat be
treft op de rem is gaan staan."
Dat neemt niet weg dat ook Van Heemst
beseft dat de zondag een deel van zijn bij
zondere karakter zal kwijtraken. „Dat voor
kom je niet, hoeft ook niet. Maar vergelijk het
met het Groene Hart, de stadstuin van de
Randstad. We hebben de afspraak gemaakt
dat hart groen te houden. Natuurlijk wordt er
op de randen beknibbeld, maar het feit dat
die afspraak er ligt, vereist dat we iedere keer
opnieuw de afweging maken. Zo zie ik de
zondag als de oase in de week."
Pleidooi
Het credo 'werk, werk, werk' van het paarse
kabinet verstilt dus op zondag. Des te door
dringender klinkt ze door de week. Economi
sche motieven voor ruimere winkeltijden
blijken dan bij uitstek doorslaggevend. De
maakbare samenleving wordt ingeruild voor
de samenleving die zichzelf maakt. De maat
schappij ten dienste van het individu. En wie
het daar niet in redt, heeft pech.
De lekkere trek van Van Heemst wordt on
middellijk gestild, erkent de PvdA'er. Heerlijk
dus die ruimere openingstijden, de groei van
de avondwinkels en de koopavond. Een pak
fruityoghurt, een reep chocolade; het zijn
luxewaren die de avondinkopende socialist
in zijn winkelmandje werpt. „Goed voor de
economie", grinnikt hij. „Zonder de ruimere
openingstijden koop ik dat niet."
Van Heemst pleit voor een tweede, eventu
eel een derde koopavond, en voor winkels
die ruim na zes uur open zijn. Geen enkel
probleem, de vakbonden beschikken over
voldoende macht om de kassier en schap-
penvuller te beschermen tegen al te excessie
ve werktijden.
Ook voor D66 is de vrije zondag blijkbaar
afdoende om de consumptiedrang van de
burger te beteugelen. De rest van de week
mag het best 'ietsjes meer zijn'. Wolffensper
ger: „Veranderde leefvormen en werktijden
dwingen tot nieuwe winkeltijden." D66 zoekt
daarom naar een 'optimum' waarin de nieu
we consument in staat is de koopwaar van de
steeds flexibeler economie af te nemen. Hoe
laat de winkelier dan zijn zaak dichtgooit,
kan Wolffensperger niet aangeven. ,,D66 is
bij uitstek een partij met brede vergezichten
naar de 21-ste eeuw", laat hij op ironische
toon weten.
Vrees
CDA-woordvoerder Smits ziet de discussie
met lede ogen aan. De uit de regeringsmacht
verstoten christendemocraten kijken mach
teloos toe hoe 'paars' het heilige huisje van
de winkeltijden en de negen-tot-vijf-maat-
schappij overhoop haalt. Smits vreest een 24-
uurs samenleving, waarin de mens volledig
ondergeschikt is aan de markt. Het grootka
pitaal van Albert Heijn en Etos is volgens
hem de drijvende kracht achter deze ont
wrichting van de samenleving.
Smits maakt zich zorgen over zijn nichtje
die werkt in een sportzaak. Zij stopt ermee,
heeft ze haar oom verzekerd, als de winkeltij
den veel ruimer worden. Ook de groenteboer
waar de CDA'er 's ochtends om acty uur zijn
bloemkool haalt, drukt op zijn gemoed. „Die
man begint om vijf uur in de ochtend en pas
half zeven 's avonds gaat de winkel dicht. Om
acht uur zit hij achter zijn bureau voor de ad
ministratie, ik kan dat vanuit mijn huis zien.
Dat gaat zes dagen per week door. Nog een
dag erbij of nog meer uren, is voor hem on
haalbaar."
De kleine hardwerkende middenstander
legt het loodje als 'paars' zijn zin krijgt,
meent Smits. De concurrentie dwingt de
winkelier immers mee te gaan op deze heillo
ze weg. „De overheid heeft de plicht die klei
ne zelfstandige te beschermen. Tegen de
concurrentie, tegen zichzelf. De overheid is
het schild voor de zwakkeren."
Dat miljoenen Nederlanders andere belan
gen hebben, schuift Smits terzijde. „Ook de
consument heeft behoefte aan een vast pa
troon van winkeltijden. De overheid moet
daarom ordenend optreden." Dat onderzoek
door de Consumentenbond en de Diensten
bond FNV juist aangeeft dat de consument
behoefte heeft aan ruimere winkeltijden,
brengt Smits niet vap zijn stuk. Een kwestie
van foutieve vraagstelling, luidt het oordeel.
Om zijn gelijk te staven, brengt de CDA'er
de experimenten met ruimere winkeltijden in
herinnering. „Een complete mislukking",
stelt hij vergenoegd vast. Zowel de consu
menten als de ondernemers lieten het afwe
ten. En als de experimenten wel succesvol
waren geweest, zou het CDA dan wel instem
men met de paarse plannen? Smits kijkt ver
schrikt op. „Nee, ik denk niet dat het ons
standpunt had gewijzigd."
De CDA'er rept aanvankelijk niet over de
zondag. Heeft het CDA daar dan geen me
ning over? Is de ontheiliging van de zondags
rust waar het kabinet op aanstuurt niet een
juweel van een onderwerp om mee te sco
ren? Aarzelend stelt Smits dat 'de zondag een
hoofdstuk apart is.' Erg belangrijk voor het
CDA „maar misschien zijn wij langzamer
hand een religieuze minderheid." Teveel de
nadruk op de zondagsheiliging leggen, zou
averrechts kunnen werken. „Mag ik mijn
principes hebben?", verzucht Smits. Hij kan
zich gelukkig prijzen met collega's als Van
Heemst en Wolffensperger, die met hem de
Dag des Heren in ere willen houden.
191
ZATERDAG 22 OKTOBER 1994
Zondagsrust in de
winkelstraat. Stevige
pleidooien om het zo
te houden, maar voor
minister Wijers is de
zondag niet heilig.
FOTO UNITED PHOTOS DE
BOER BABETTE STAPEL