'Bezuinigingen ramp
voor De Lakenhal'
Digitale jongleurs bij Ars
Amsterdam krijgt Pianola Museum
Cultuur&Kunst
CHTERGROND
Olie tappen in Leiden
Musical over Porter
VRIJDAG 21 OKTOBER 1994
CHEF ANNEMIEK RUYGROK, 071 -356471PLV.-CHEF JAN R
Benoït bij Van Paddenburgh
leiden» Bij antiquariaat Van Paddenburgh zijn vanaf morgen
schilderijen te zien van Benoit van Innis. De Belgische cartoonist
tekent onder meer voor Vrij Nederland, HP/De Tijd en Esquire.
De tentoonstelling duurt tot 24 december. De bezoekuren van
Van Paddenburgh aan de Diefsteeg 14 zijn: dinsdag tot en is te
bezoeken van dinsdag t/m vrijdag 13-18.00 uur, donderdag 19-
21.00 uur en zaterdag van 12-17.00 uur.
Eenmalig optreden The Prodigy
utrecht» The Prodigy geeft op vrijdag 23 december een eenma
lig concert in de Central Studio's in Utrecht. De band komt met
een nog onbekend voorprogramma plus deejays naar de
Domstad. De voorverkoop begint morgen op de bekende adres-
Gitaristen gezocht voor masterclass
katwijk» K&O Katwijk is op zoek naar amateurgitaristen met mi
nimaal 3 jaar leservaring voor een masterclass op 10 december.
Docenten zijn Juun Voorhoeve en Erik Otte die als Nederlands
Gitaar Duo bekendheid genieten. De deelnemers studeren een
aantal stukken in die ze 's avonds ten gehore brengen tijdens het
concert van hun leermeesters. De masterclass is van 14.00 uur
tot 18.00 uur in de muziekschool aan de Zeeweg 123. Gegadig
den kunnen zich voor 20 november melden bij de heer C. Ko-
revaar van de K&O muzieksectie. Hij is na 19.00 bereikbaar op
telefoonnummer 01718-71707.
Bomschuiten weg voor 25.000 gulden
Amsterdam Het schilderij van de 19e eeuwse schilder J.H.B.
Koekkoek van visserslieden bij aangemeerde bomschuiten bij
Katwijk heeft gistermiddag op een veiling van Christie's in Am
sterdam 25.300 gulden opgebracht. De koper is een niet nader
bij naam genoemde Nederlandse kunsthandelaar. Het veiling
huis had Koekkoek schilderij getaxeerd op 10.000 a 15.000 gul
den. Dat heeft Christie's bekend gemaakt.
Nederlander dirigeert Parijse Opera
parus De Nederlandse dirigent Hubert Soudant is gekozen als
vervanger van de ontslagen Amerikaan Myung-whun Chung om
leiding te geven aan een uitvoering van 'De Verdoemenis van
Faust' door de Parijse Opera. Soudant zal van 9 februari tot 5
maart tien voorstellingen van Berlioz' opera dirigeren. Chung
raakte bij de Opera in conflict met de directie. Die bekortte zijn
contract met drie jaar, bevroor zijn salaris en liet hem buiten be
langrijke beleidsbeslissingen. Chung bracht de zaak voor de
rechter en kreeg een aanzienlijke gouden handdruk.
Filmer Bondartsjoek overleden
moskou De Russische cineast en acteur Sergej Bondartsjoek,
die een Oscar ontving voor de monumentale verfilming van Tol-
stojs epos 'Oorlog en Vrede', is gisteren op 74-jarige leeftijd in
Moskou overleden. Dit meldde het persbureau Itar-Tass. De in
1920 geboren regisseur speelde zelf de rol van Pierre Bezoechov
in 'Oorlog en Vrede' (1965-1967). Bekende andere films 'Het lot
van een man' (1959), waarin Bondartsjoek de hoofdrol speelt, en
'Waterloo' (1970) waarin Rod Steiger als Napoleon optreedt. Zijn
laatste werk was 'Boris Godoenov' (1986) een historisch drama
naar de roman van Poesjkin in een co-produktie met Frankrijk
en Italië.
Prins Bernhardfonds prijzen uitgereikt
amsterdam Prins Bernhard heeft gisteren in de Oude Kerk in
Amsterdam de zes prijzen van het Prins Bernhard Fonds uitge
reikt. De winnaars zijn Wim T. Schippers (David Röell Prijs),
Henry Kammer (Martinus Nijhoff Prijs), het Veenkoloniaal Mu
seum in Veendam (Museum Prijs), Peter Smids (Muziek Prijs),
dr. N. van Sas (Prijs voor de Geesteswetenschappen) en het
team van het VARA-programma Vroege Vogels (Prijs voor Na
tuurbehoud). Aan elke prijs is een bedrag van een ton verbon
den waarvan de laureaten een kwart vrij mogen besteden. De
rest gaat in overleg met het fonds naar één of meer projecten op
het werkterrein.
Stedelijk museum mogelijk gedwongen twee dagen per week te sluiten
leiden «jan rusdam
Directeur Bolten van het Stedelijk Museum De Lakenhal
noemt de aantijgingen van wethouder Walenkamp over
de teruglopende bezoekcijfers van het museum ongenu
anceerd en voorbarig. Ze geeft toe dat het bezoekersaan
tal over de eerste negen maanden van dit jaar een dra
matische terugval laat zien, maar is ervan overtuigd dat
de achteruitgang in het laatste kwartaal wordt ingelopen.
den we het museum misschien
wel even moeten sluiten."
„Tentoonstellingen brengen
gewoonlijk een piek in de be
zoekcijfers teweeg. Maar tot 1
september hebben we nog geen
grote tentoonstelling gehad. En
dan is ook landelijk nog sprake
van een daling in het museum-
bezoek. Ook daar krijgen we
een tik van mee. Als ik dat alles
overzie valt het mij nog heel erg
mee hoe De Lakenhal het er in
de afgelopen maanden heeft af
gebracht," aldus de museumdi
recteur.
„Ik vind het ongenuanceerd
op op grond van de cijfers tot 1
september al conclusies te trek
ken, temeer daar we bezig zijn
geweest met activiteiten die er
op gericht zijn om de bezoekcij
fers structureel omhoog te krij
gen."
Tot 1 september trok het muse
um slechts 18.605 bezoekers. In
1993 waren het er meer dan
34.000, over het hele jaar. In
1992 bereikte De Lakenhal zelfs
het op één na hoogste record in
haar bestaan: ruim 50.000 be
zoekers, maar dat was met de
grote Rembrandt en Lievens-
tentoonstelling. Alleen in 1926
bezochten nog meer mensen
De Lakenhal (ruim 56.000). Ge
middeld trekt het stedelijk mu
seum de laatste jaren zo'n 30 a
35.000 bezoekers.
Volgens Bolten is de terugval
in de eerste 9 maanden van dit
heel goed te verklaren. „We
hebben een zeldzaam warme
zomer achter de rug, dat zie je
terug in een spectaculaire da
ling van de bezoekersaantallen
in juni en juli. Het museum
heeft bovendien een aantal
maanden in de steigers gestaan
voor een ingrijpende renovatie.
Dat heeft de toegankelijkheid
zeer belemmerd. Eigenlijk had-
Budget
Bolten verwacht het jaar af te
kunnen sluiten met een bezoe
kersaantal gelijk aan dat van vo
rige jaren. De expositie van Vi
vien ne Westwood (te zien tot 24
oktober) heeft vorige en deze
maand al veel bezoekers getrok
ken en de echte grote tentoon
stelling van dit jaar moet nog
beginnen: 'Leids Goed' over de
geschiedenis van de Leidse tex
tielnijverheid (te zien vanaf 5
november). De grote piek in het
bezoek moet dus nog komen.
Misschien dat we iets minder
mensen trekken dan vorig jaar,
maar het zal zeker geen drama
tisch verschil zijn."
De museumdirecteur laat
slechts schoorvoetend blijken
teleurgesteld te zijn over het
dreigement van Walenkamp
om, na alle inspanningen om
het stedelijk museum op te sto
ten in de vaart der volkeren, af
gestraft te worden met een be
zuiniging. „Het personeelsbe
stand en het budget van De La
kenhal is nu al minimaal. We
hebben een part-time publici
teitsmedewerker en een ten
toonstellingsbudget van 50.000
gulden. Alle grote tentoonstel
lingen worden nu al gefinan
cierd door sponsors. De Rem-
brandttentoonstelling heeft 5
ton gekost, de grote land
schapstentoonstelling van vorig
jaar 4,5 ton. Daar heeft de ge
meente niets aan bijgedragen.
Maar je krijgt geen sponsor zo
gek om structureel een half mil
joen aan een museum te ge
ven."
Verder beknibbelen op het
budget van De Lakenhal zou
een ramp zijn," meent Bolten.
„Ik zie geen andere mogelijk
heid dan het museum dan nog
maar een dag te sluiten. Maar,
dat zal de bezoekcijfers zeker
niet ten goede komen."
Bolten verwijt Walenkamp
„korte termijn-denken." We
streven er naar het stedelijk
museum aan een nieuw, fris
imago te helpen en het bezoe
kersaantal op te schroeven naar
50.000 per jaar. Zoiets lukt niet
van de ene op de andere dag.
Dat vergt tijd. Zeker zolang men
er niet in slaagt Leiden op de
kaart te zetten van de grote toe-
ristenstroom," aldus speelt Bol
ten de bal terug naar het ge
meentebestuur.
amsterdam anp
Het eerste Pianola Museum
opent op 30 oktober in de Jor-
daan. Met 35 instrumenten en
ruim 10.000 muziekrollen bezit
het museum de grootste Neder
landse collectie op dit gebied.
Het Museum van Speelldok tot
Pierement in Utrecht heeft wel
een aantal exemplaren, maar
die verzameling is veel kleiner,
zegt Fokke Baarda, bestuurslid
van het particuliere muziekmu-
seum.
De collectie werd de afgelo
pen twintig jaar bijeengebracht
door Theo de Boer en Kasper
Janse. Begin vorig jaar wisten ze
de hand te leggen op een pand
aan de Westerstraat dat tot mu
seum kon worden ingericht. De
verbouwing is nog niet geheel
klaar, erkent Baarda, maar toch
kan het publiek er eind deze
maand terecht. Voor geld is het
museum afhankelijk van dona
teurs en subsidies. Verscheide
ne fondsen, maar ook de ge
meente Amsterdam zijn bena
derd voor een financiële bijdra
ge-
In de grote benedenzaal staan
enkele instrumenten opgesteld.
Op het eerste gezicht lijken het
gewone vleugels waar een soort
doos met een stofzuigerslang
onder staat. Maar nadat Baarda
de muziekrollen aanbrengt,
speelt een onzichtbare pianist
een stuk van Chopin. De toet
sen bewegen, het pedaal wordt
bediend. Afgezien van de vleu
gels, met een vakterm repro-
duktiepiano genoemd, staan er
ook instrumenten die een pia
nist zelf moeten bedienen met
trappedalen. Dat zijn de piano
la's. Bij die halfautomaten zijn
alleen de tonen in de muziekrol
voorgeprogrammeerd. Voor de
rest is de musicus zelf verant
woordelijk. Vanaf 1900 tot on
geveer 1935 zijn er honderddui
zenden pianola's en reproduk-
tiepiano's gemaakt, vertelt
Baarda. Daarvan staan er in Ne
derland nog een paar honderd
bij mensen thuis. Vooral de rij
ken kochten de zelfspelende
machines. Goedkoop waren ze
niet. Een reproduktiepiano
kostte destijds al gauw 2.500
gulden, nu ongeveer een halve
ton. Veel instrumenten verdwe
nen met de komst van de radio.
De instrumenten uit het mu
seum zijn ook op het concert
podium te zien en te horen. Pia
nist Polo de Haas geeft op 19
november een concert in de
Beurs van Berlage in Amster
dam. De Steinway-vleugel met
een Weltemechaniek (1920) uit
het museum „speelt" Chopin
en Mahler.
4
I door: Hans Croiset
Nederlands Toneel kan zonder tomaten
Achterom kijken bij het toneel
is een hachelijke onderne
ming: toneel is immers al ver
dwenen wanneer het laatste
woord gezegd is en de lichten
doven. In de herinnering van
bezoekers blijft de voorstelling
nog wat hangen; in het beste
geval blijft hij naspoken, da
gen lang soms, wanneer de be
zoeker wezenlijk geraakt is.
Achterom kijken is ook daarom
zo hachelijk, omdat iedereen
naar iets anders achterom kijkt,
met als gevolg dat er
verschillende beelden ontstaan
die tezamen een voorstelling
vormen die nooit heeft
plaatsgevonden. Hooguit wordt
door de herinnering van een
ander, door een boek, een
voorstellingsverslag, je eigen
herinnering weer wat aangescherpt.
Toch is het voor het toneel zelf, voor zijn
medewerkers, van groot belang dat nabij en ver
theaterverleden geregeld aan onderzoeken
worden onderworpen. Zo florissant is het immers
met ons historisch besef niet gesteld. Slechts af en
toe verschijnen er bijzondere publicaties over ons
toneel van vroeger, zoals ter gelegenheid van het
honderdjarig bestaan van de Stadsschouwburg in
Amsterdam, 'Rozen en Tomaten' genaamd.
Precies op tijd, want er is dezer dagen vooral in
journalistieke kringen sprake van nerveuze
vliegenafvangerij, nu de vijfentwintigjarige
herdenking van Aktie Tomaat nadert. Welnu, dit
boekwerk zet veel gebeurtenissen op een
interessant subjectieve wijze op een rij en in een
historische context.
'Rozen en Tomaten'. Dat tweede zelfstandige
naamwoord uit de titel, dat inmiddels
enkelvoudig en in combinatie met het woord
'aktie' de Dikke van Dale heeft bereikt, verwijst
naar de laatste theatergebeurtenis van nationale
omvang. Ik meldde het al: de geschiedenis van
het vaderlandse theater geniet niet onze
koesterende belangstelling, noch die van de
artiesten, noch die van de geleerde weters aan de
kant. Daarom is het verbazingwekkend, ja zelfs
verwarrend, dat 'meil' zich gedwongen voelt dit
gebeuren keer op keer op te halen, op te blazen,
en elk lustrum ervan bij wijze van spreken na te
proeven. Waarom die niet aflatende aandacht
voor Tomaat? Willen we op die manier het
huidige toneelleven van een legitimatie voorzien?
Er zit iets wreeds in, iets goedkoops eigenlijk, dat
altijd maar terugkomen op zoiets sensationeels
als die tomatensmijterij. „Zouden er nu weer
Hans Croiset. archieffoto gpd
tomaten moeten worden
gegooid?", wordt me
leldcerbekkig gevraagd. „Wat
heeft die moordende actie nu
eigenlijk opgeleverd?", de
interviewer hoopt dat ik me
verspreek. „Was het oude,
naoorlogse bestel niet vanzelf
aan zijn einde gekomen?" De
inhoudelijk verstandigste vraag
die mij de afgelopen weken
bereikte: „Zou de terecht
veelgeprezen pluriformiteit er
ook zonder tomaten zijn
gekomen?"
Ik denk dat we tomaten hadden
kunnen missen. Had om te
ontstaan het Werktheater
bijvoorbeeld de Aktie Tomaat
nodig? Nee. Minister Klompé gaf
er immers al veel eerder blijk
van de tijdgeest op eigen kracht
en inzicht te begrijpen doordat zij deze nieuwe
toneelformatie vanzelfsprekend een subsidie
zonder speelverplichting toekende. In 1970!
Ook zonder die armzalige de acteur kwetsende
tomaten had het toneel zich vernieuwd. Dat was
immers onontkoombaar. Maar het was te
verkiezen geweest dat dat aan het toneel zelf
overgelaten was; dat had spelplezier van acteurs
gespaard en publiek in de schouwburg gehouden.
Dit publiek bleef nu geschrokken jarenlang weg.
Bovendien zaten we dan nu niet opgescheept met
het eindeloze gezever over de verleden tijd.
Het 'gewone' theaterbezoekende publiek hield
toen niet van tomaten en nu nog niet. Komt het
bijvoorbeeld tot een publieksopstand of tot maar
één ingezonden brief omdat Toneelgroep
Amsterdam te kennen heeft gegeven de
Stadsschouwburg te willen verlaten om elders te
gaan spelen? Natuurlijk niet. Pas wanneer er na
enkele seizoenen iets bijzonders uit zo'n
revolutionaire opstelling blijkt te groeien, dan zal
'het' publiek zich kunnen uitspreken: door
massaal de Westergasfabriek te bezoeken. Daar
waren en zijn geen tomaten voor nodig.
De toneelgroep Amsterdam heeft, in tegenstelling
tot de Nederlandse Comedie indertijd, het heft in
eigen handen kunnen nemen. Wanneer een
vernieuwing uit het toneel zelf voortkomt, volgt
het publiek misschien aarzelend, maar
uiteindelijk altijd. Wanneer die vernieuwing
afgedwongen wordt door tomaten, raakt het
publiek uit koers richting buis.
Hans Croiset is acteur en regisseur en voormalig
artistiek directeur van Toneelgroep Theater, Het
Publiekstheater en Het Nationale Toneel.
leiden De kalender van 1995 verbeeldt Leiden in
de jaren vijftig. Fotograaf N. van der Horst zocht
voor de kalender dertien (twaalf maanden plus de
omslag) mooie prenten uit zijn archief, dat overi
gens 750.000 negatieven bevat. De foto hierboven
dateert uit 1948. Een meisje haalt in de Sint Ja-
cobsgracht (op de achtergrond het Nationaal Na
tuurhistorisch Museum) een kannetje olie bij de
petroleumboer.
Bij alle twaalf foto's heeft de heer Hooidonk bij
schriften gemaakt. De kalenders zijn voorde prijs
van 14,95 gulden verkrijgbaar in de drie winkels
van Van der Horst (Doezastraat, Vijf Meiplein en
Diamantplein) en in de meeste boekenwinkels in
Leiden.
Van der Horst maakte alle foto's zelf. De 75-jari-
ge geboren en getogen Leidenaar opende in 1941
zijn eerste fotozaak op het Levendaal. Later, in
1947, verhuisde hij naar de Doezastraat. In de ja
ren vijftig maakt Van der Horst veel foto's voor de
Nieuwe Leidsche Courant.
foto n. van der horst
hilversum anp
Willem Nijholt speelt hoofdrol
kend zijn zoals All of you, I get a
kick out of you, I've got you un
der my skin, Let's do it, What is
this thing called love?
Het verhaal speelt zich af aan
de hand van de herinneringen
die Porter met zijn bediende
ophaalt. Er is veel vrolijks (hij
was hét fuifnummer van Parijs,
ging om met mensen als He
mingway en Picasso), maar ook
tragiek, zoals het ongeluk eind
jaren dertig toen Porter door
een val van zijn paard beide be
nen verbrijzelde.
Aandacht is er ook voor zijn
homoseksuele leven dat zich in
het verborgene afspeelde. Hij
was getrouwd met het toenma
lig beroemde fotomodel Linda
Lee Thomas. Zijn eerste grote
musicalsucces is Anything Goes
(1934). Zijn laatste Broad-
wayhits had hij met Can-Can
(1953). Zijn laatste filmsucces
High Society (1956), leverde de
wereldhit True love op.
Half november beginnen de au
dities voor een nieuwe musical
over het leven van de Ameri
kaanse liedjesschrijver Cole
Porter (1891-1964). Willem Nij
holt speelt Porter. Gerrie van
der Klei zijn vrouw, en Bram
Bart de bediende. Jos Thie doet
de regie. De musical You're The
Top gaat op 15 april 1995 in de
Stadsschouwburg in Haarlem in
première. Daarna volgt een
toernee langs veertig theaters.
American Songbook Produc
tions in Hilversum is verant
woordelijk voor de musical. Pie-
ter van de Waterbeemd, één
van de schrijvers van de televi
sieserie Het Pleidooi, schreef
het script. De musical bestaat
voor zestig procent uit muziek.
Van de duizenden liedjes die
Porter schreef zijn er zeker hon
derd bij het grote publiek be-
beeldende kunst
recensie onno schilstra
Expositie. 'Computerkunst', werk van
Ruud Aarbodem, Martin Bergwerff, Paul
Kuitert, Lita - Will '90. Te zien: Ars Aemula
Naturae, Pieterskerkgracht 9, Leiden, t/m
4/11, vr-zo 13-16, di en do 10-12 uur.
Al in de tijd dat computers nog
onbetaalbare en voor gewone
stervelingen onbegrijpelijke ap
paraten waren, bestonden er
mensen die de artistieke moge
lijkheden van de nieuwe tech
nologie onderzochten: muzi
kanten, schrijvers, architecten
en ook een handjevol beeldend
kunstenaars. Peter Struycken bij
voorbeeld verrichtte grensver
leggend werk op het gebied van
de vormgeving.
Omdat de drempel voor com
putergebruik zo hoog was en de
resultaten zulke grote inspan
ningen vergden, werd in die da
gen heel effectief het kaf van het
koren gescheiden: alleen de
mensen die echt iets te melden
hadden, zetten door. Nu de
computer alledaags is geworden
en je geen whizkid meer hoeft
te zijn om zo'n ding te bedie
nen, heeft ook de middelmaat
toegang gekregen tot de com-
putervormgeving. En dus ver
schijnen her en der de exposi
ties van personen, die zichzelf
afficheren als 'computerkunste
naar'.
Computerkunstenaar, alleen
dat woord al. Het klinkt naar
zure oprispingen en wekt asso
ciaties met derderangs variété.
En dat is dan ook 'precies wat
het leeuwedeel van alle zoge
naamde 'computerkunst' in de
praktijk inhoudt: oppervlakkig
entertainment, uitgevoerd door
matige goochelaars.
Ook kunstenaarsvereniging
Ars Aemula Naturae heeft maar
eens een tentoonstelling van
'computerkunst' georganiseerd.
Dezer dagen siert het werk van
rijf digitale jongleurs de wan
den van het gebouw aan de Pie
terskerkgracht.
Zo is er Martin Bergwerff. Hij
maakt van die typische compu
ter-graphics, heus niet onaardig
om te zien, fleurig en decoratief
zelfs, maar waar gaat bet nou
eigenlijk over? Wat wil ermee
gezegd zijn, meer dan dat je
dergelijke plaatjes kunt maken
met een computer? Bergwerffs
collega Ruud Aarbodem komt al
niet veel verder. Hij streelt het
oog met wat psychedelische be
werkingen van softsex-plaatjes,
waarbij je denkt: reuze leuk,
maar wat dan nog?
Het duo 'Lita - Will '90' (Lita
van der Kaay en J. Will E. Pas)
legt hardporno-plaatjes op de
scanner, en haalt die vervolgens
door wat beeldfiltertjes. Heel ar
tistiek allemaal, maar helaas is
de platte beeldkracht van de
porno vele malen groter dan de
eventuele subtiliteit van de fo
tomanipulatie.
Hetzelfde geldt voor de com
puter-animaties van Paul Kui
tert. In technisch opzicht best
de moeite van het bekijken
waard, maar waarom weet zo
iemand nou niets anders te ver
tonen dan wat vettige, geile
flauwekul? Onder het motto 'Er
is een tiet van komen...' (jawel)
knetteren de blote borsten, ver
gezeld van schuine versjes door
het beeld. Niets op tegen, alleen
stelt deze nadrukkelijk als 'art'
gepresenteerde 'computer
kunst' inhoudelijk dus weinig,
nee, niks voor.
Iemand met een schilderkist
en een ezel is nog geen kunste
naar. Dat is niet anders voor ie
mand die een computerpro
gramma kan bedienen.
Stedelijk museum restaureert
negen schilderijen van Breitner
amsterdam anp
Het Stedelijk Museum in Am
sterdam heeft negen schilde
rijen van de Amsterdamse
impressionist George Hendrik
Breitner (1857-1923) geres
taureerd. De doeken maken
deel uit van de collectie van
het Stedelijk. In totaal heeft
het museum dertig schilderij
en in bezit.
De negen werken zijn spe
ciaal gerestaureerd voor de
overzichtstentoonstelling van
het werk van Breitner, die op
19 november van start gaat.
Het is.voor het eerst sinds
1947 dat het Stedelijk Muse
um een retrospectieve ten
toonstelling aan Breitner
wijdt. De presentatie duurt
tot 5 februari.
Er zullen tachtig schilderij
en, vijftig tekeningen en
aquarellen en rijentwintig fo
to's te zien zijn. Het meeste
werk is afkomstig uit Neder
landse musea. Er zijn echter
ook tekeningen en schilderij
en uit particuliere collecties
en buitenlandse musea, die
nooit of nauwelijks te zien
zijn. Het overzicht beslaat de
periode tussen 1879 en 1915.
Er zijn stadgezichten,
(zelOportretten, interieurs
met wouwen in kimono,
naakten, bloemstillevens, sol
daten- en huzarenstukken.
Breitner vormde samen
met Willem Witsen en Isaac
Israëls de kern van een groep
schilders die later de Amster
damse impressionisten wer
den genoemd. Kenmerkend
voor die kunstenaars was hun
voorliefde voor het stadsle
ven.
Breitner trok in 1886 van
Den Haag naar Amsterdam.
Hij wilde „schilder van het
volk" zijn. Gewapend met een
stuk papier, potlood en came
ra zwierf hij door de stad om
het dagelijkse leven vast te
leggen; de bedrijvigheid van
de arbeiders met hun trek
paarden in bouwputten, het
drukke straatbeeld met paar-
detrams, koetsjes en hand- en
sleperskarren, dienstmeisjes
met witte schorten. Het wa
ren de jaren waarin explosief
werd gebouwd. Nieuwe
woonwijken werden uit de
grond gestampt. Monumen
tale gebouwen als het Rijks
museum (1883), het Centraal
Station (1889) en het Stedelijk
Museum (1895), verrezen. Te
rug in het atelier werkte hij
aan de hand van schetsen en
foto's zijn indrukken vaak uit
tot monumentale doeken.
Fotografie was voor Breit
ner, net als voor andere schil
ders van zijn tijd, een hulp
middel bij het schilderen. Er
zijn zo'n tweeduizend nega
tieven en honderden originele
foto's bewaard gebleven. Zijn
schilderijen zijn nooit een
exacte weergave van een foto
of tekening, maar een vrije in
terpretatie.