'Bezuinigingen ramp voor De Lakenhal' Digitale jongleurs bij Ars Amsterdam krijgt Pianola Museum Cultuur&Kunst CHTERGROND Olie tappen in Leiden Musical over Porter VRIJDAG 21 OKTOBER 1994 CHEF ANNEMIEK RUYGROK, 071 -356471PLV.-CHEF JAN R Benoït bij Van Paddenburgh leiden» Bij antiquariaat Van Paddenburgh zijn vanaf morgen schilderijen te zien van Benoit van Innis. De Belgische cartoonist tekent onder meer voor Vrij Nederland, HP/De Tijd en Esquire. De tentoonstelling duurt tot 24 december. De bezoekuren van Van Paddenburgh aan de Diefsteeg 14 zijn: dinsdag tot en is te bezoeken van dinsdag t/m vrijdag 13-18.00 uur, donderdag 19- 21.00 uur en zaterdag van 12-17.00 uur. Eenmalig optreden The Prodigy utrecht» The Prodigy geeft op vrijdag 23 december een eenma lig concert in de Central Studio's in Utrecht. De band komt met een nog onbekend voorprogramma plus deejays naar de Domstad. De voorverkoop begint morgen op de bekende adres- Gitaristen gezocht voor masterclass katwijk» K&O Katwijk is op zoek naar amateurgitaristen met mi nimaal 3 jaar leservaring voor een masterclass op 10 december. Docenten zijn Juun Voorhoeve en Erik Otte die als Nederlands Gitaar Duo bekendheid genieten. De deelnemers studeren een aantal stukken in die ze 's avonds ten gehore brengen tijdens het concert van hun leermeesters. De masterclass is van 14.00 uur tot 18.00 uur in de muziekschool aan de Zeeweg 123. Gegadig den kunnen zich voor 20 november melden bij de heer C. Ko- revaar van de K&O muzieksectie. Hij is na 19.00 bereikbaar op telefoonnummer 01718-71707. Bomschuiten weg voor 25.000 gulden Amsterdam Het schilderij van de 19e eeuwse schilder J.H.B. Koekkoek van visserslieden bij aangemeerde bomschuiten bij Katwijk heeft gistermiddag op een veiling van Christie's in Am sterdam 25.300 gulden opgebracht. De koper is een niet nader bij naam genoemde Nederlandse kunsthandelaar. Het veiling huis had Koekkoek schilderij getaxeerd op 10.000 a 15.000 gul den. Dat heeft Christie's bekend gemaakt. Nederlander dirigeert Parijse Opera parus De Nederlandse dirigent Hubert Soudant is gekozen als vervanger van de ontslagen Amerikaan Myung-whun Chung om leiding te geven aan een uitvoering van 'De Verdoemenis van Faust' door de Parijse Opera. Soudant zal van 9 februari tot 5 maart tien voorstellingen van Berlioz' opera dirigeren. Chung raakte bij de Opera in conflict met de directie. Die bekortte zijn contract met drie jaar, bevroor zijn salaris en liet hem buiten be langrijke beleidsbeslissingen. Chung bracht de zaak voor de rechter en kreeg een aanzienlijke gouden handdruk. Filmer Bondartsjoek overleden moskou De Russische cineast en acteur Sergej Bondartsjoek, die een Oscar ontving voor de monumentale verfilming van Tol- stojs epos 'Oorlog en Vrede', is gisteren op 74-jarige leeftijd in Moskou overleden. Dit meldde het persbureau Itar-Tass. De in 1920 geboren regisseur speelde zelf de rol van Pierre Bezoechov in 'Oorlog en Vrede' (1965-1967). Bekende andere films 'Het lot van een man' (1959), waarin Bondartsjoek de hoofdrol speelt, en 'Waterloo' (1970) waarin Rod Steiger als Napoleon optreedt. Zijn laatste werk was 'Boris Godoenov' (1986) een historisch drama naar de roman van Poesjkin in een co-produktie met Frankrijk en Italië. Prins Bernhardfonds prijzen uitgereikt amsterdam Prins Bernhard heeft gisteren in de Oude Kerk in Amsterdam de zes prijzen van het Prins Bernhard Fonds uitge reikt. De winnaars zijn Wim T. Schippers (David Röell Prijs), Henry Kammer (Martinus Nijhoff Prijs), het Veenkoloniaal Mu seum in Veendam (Museum Prijs), Peter Smids (Muziek Prijs), dr. N. van Sas (Prijs voor de Geesteswetenschappen) en het team van het VARA-programma Vroege Vogels (Prijs voor Na tuurbehoud). Aan elke prijs is een bedrag van een ton verbon den waarvan de laureaten een kwart vrij mogen besteden. De rest gaat in overleg met het fonds naar één of meer projecten op het werkterrein. Stedelijk museum mogelijk gedwongen twee dagen per week te sluiten leiden «jan rusdam Directeur Bolten van het Stedelijk Museum De Lakenhal noemt de aantijgingen van wethouder Walenkamp over de teruglopende bezoekcijfers van het museum ongenu anceerd en voorbarig. Ze geeft toe dat het bezoekersaan tal over de eerste negen maanden van dit jaar een dra matische terugval laat zien, maar is ervan overtuigd dat de achteruitgang in het laatste kwartaal wordt ingelopen. den we het museum misschien wel even moeten sluiten." „Tentoonstellingen brengen gewoonlijk een piek in de be zoekcijfers teweeg. Maar tot 1 september hebben we nog geen grote tentoonstelling gehad. En dan is ook landelijk nog sprake van een daling in het museum- bezoek. Ook daar krijgen we een tik van mee. Als ik dat alles overzie valt het mij nog heel erg mee hoe De Lakenhal het er in de afgelopen maanden heeft af gebracht," aldus de museumdi recteur. „Ik vind het ongenuanceerd op op grond van de cijfers tot 1 september al conclusies te trek ken, temeer daar we bezig zijn geweest met activiteiten die er op gericht zijn om de bezoekcij fers structureel omhoog te krij gen." Tot 1 september trok het muse um slechts 18.605 bezoekers. In 1993 waren het er meer dan 34.000, over het hele jaar. In 1992 bereikte De Lakenhal zelfs het op één na hoogste record in haar bestaan: ruim 50.000 be zoekers, maar dat was met de grote Rembrandt en Lievens- tentoonstelling. Alleen in 1926 bezochten nog meer mensen De Lakenhal (ruim 56.000). Ge middeld trekt het stedelijk mu seum de laatste jaren zo'n 30 a 35.000 bezoekers. Volgens Bolten is de terugval in de eerste 9 maanden van dit heel goed te verklaren. „We hebben een zeldzaam warme zomer achter de rug, dat zie je terug in een spectaculaire da ling van de bezoekersaantallen in juni en juli. Het museum heeft bovendien een aantal maanden in de steigers gestaan voor een ingrijpende renovatie. Dat heeft de toegankelijkheid zeer belemmerd. Eigenlijk had- Budget Bolten verwacht het jaar af te kunnen sluiten met een bezoe kersaantal gelijk aan dat van vo rige jaren. De expositie van Vi vien ne Westwood (te zien tot 24 oktober) heeft vorige en deze maand al veel bezoekers getrok ken en de echte grote tentoon stelling van dit jaar moet nog beginnen: 'Leids Goed' over de geschiedenis van de Leidse tex tielnijverheid (te zien vanaf 5 november). De grote piek in het bezoek moet dus nog komen. Misschien dat we iets minder mensen trekken dan vorig jaar, maar het zal zeker geen drama tisch verschil zijn." De museumdirecteur laat slechts schoorvoetend blijken teleurgesteld te zijn over het dreigement van Walenkamp om, na alle inspanningen om het stedelijk museum op te sto ten in de vaart der volkeren, af gestraft te worden met een be zuiniging. „Het personeelsbe stand en het budget van De La kenhal is nu al minimaal. We hebben een part-time publici teitsmedewerker en een ten toonstellingsbudget van 50.000 gulden. Alle grote tentoonstel lingen worden nu al gefinan cierd door sponsors. De Rem- brandttentoonstelling heeft 5 ton gekost, de grote land schapstentoonstelling van vorig jaar 4,5 ton. Daar heeft de ge meente niets aan bijgedragen. Maar je krijgt geen sponsor zo gek om structureel een half mil joen aan een museum te ge ven." Verder beknibbelen op het budget van De Lakenhal zou een ramp zijn," meent Bolten. „Ik zie geen andere mogelijk heid dan het museum dan nog maar een dag te sluiten. Maar, dat zal de bezoekcijfers zeker niet ten goede komen." Bolten verwijt Walenkamp „korte termijn-denken." We streven er naar het stedelijk museum aan een nieuw, fris imago te helpen en het bezoe kersaantal op te schroeven naar 50.000 per jaar. Zoiets lukt niet van de ene op de andere dag. Dat vergt tijd. Zeker zolang men er niet in slaagt Leiden op de kaart te zetten van de grote toe- ristenstroom," aldus speelt Bol ten de bal terug naar het ge meentebestuur. amsterdam anp Het eerste Pianola Museum opent op 30 oktober in de Jor- daan. Met 35 instrumenten en ruim 10.000 muziekrollen bezit het museum de grootste Neder landse collectie op dit gebied. Het Museum van Speelldok tot Pierement in Utrecht heeft wel een aantal exemplaren, maar die verzameling is veel kleiner, zegt Fokke Baarda, bestuurslid van het particuliere muziekmu- seum. De collectie werd de afgelo pen twintig jaar bijeengebracht door Theo de Boer en Kasper Janse. Begin vorig jaar wisten ze de hand te leggen op een pand aan de Westerstraat dat tot mu seum kon worden ingericht. De verbouwing is nog niet geheel klaar, erkent Baarda, maar toch kan het publiek er eind deze maand terecht. Voor geld is het museum afhankelijk van dona teurs en subsidies. Verscheide ne fondsen, maar ook de ge meente Amsterdam zijn bena derd voor een financiële bijdra ge- In de grote benedenzaal staan enkele instrumenten opgesteld. Op het eerste gezicht lijken het gewone vleugels waar een soort doos met een stofzuigerslang onder staat. Maar nadat Baarda de muziekrollen aanbrengt, speelt een onzichtbare pianist een stuk van Chopin. De toet sen bewegen, het pedaal wordt bediend. Afgezien van de vleu gels, met een vakterm repro- duktiepiano genoemd, staan er ook instrumenten die een pia nist zelf moeten bedienen met trappedalen. Dat zijn de piano la's. Bij die halfautomaten zijn alleen de tonen in de muziekrol voorgeprogrammeerd. Voor de rest is de musicus zelf verant woordelijk. Vanaf 1900 tot on geveer 1935 zijn er honderddui zenden pianola's en reproduk- tiepiano's gemaakt, vertelt Baarda. Daarvan staan er in Ne derland nog een paar honderd bij mensen thuis. Vooral de rij ken kochten de zelfspelende machines. Goedkoop waren ze niet. Een reproduktiepiano kostte destijds al gauw 2.500 gulden, nu ongeveer een halve ton. Veel instrumenten verdwe nen met de komst van de radio. De instrumenten uit het mu seum zijn ook op het concert podium te zien en te horen. Pia nist Polo de Haas geeft op 19 november een concert in de Beurs van Berlage in Amster dam. De Steinway-vleugel met een Weltemechaniek (1920) uit het museum „speelt" Chopin en Mahler. 4 I door: Hans Croiset Nederlands Toneel kan zonder tomaten Achterom kijken bij het toneel is een hachelijke onderne ming: toneel is immers al ver dwenen wanneer het laatste woord gezegd is en de lichten doven. In de herinnering van bezoekers blijft de voorstelling nog wat hangen; in het beste geval blijft hij naspoken, da gen lang soms, wanneer de be zoeker wezenlijk geraakt is. Achterom kijken is ook daarom zo hachelijk, omdat iedereen naar iets anders achterom kijkt, met als gevolg dat er verschillende beelden ontstaan die tezamen een voorstelling vormen die nooit heeft plaatsgevonden. Hooguit wordt door de herinnering van een ander, door een boek, een voorstellingsverslag, je eigen herinnering weer wat aangescherpt. Toch is het voor het toneel zelf, voor zijn medewerkers, van groot belang dat nabij en ver theaterverleden geregeld aan onderzoeken worden onderworpen. Zo florissant is het immers met ons historisch besef niet gesteld. Slechts af en toe verschijnen er bijzondere publicaties over ons toneel van vroeger, zoals ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Stadsschouwburg in Amsterdam, 'Rozen en Tomaten' genaamd. Precies op tijd, want er is dezer dagen vooral in journalistieke kringen sprake van nerveuze vliegenafvangerij, nu de vijfentwintigjarige herdenking van Aktie Tomaat nadert. Welnu, dit boekwerk zet veel gebeurtenissen op een interessant subjectieve wijze op een rij en in een historische context. 'Rozen en Tomaten'. Dat tweede zelfstandige naamwoord uit de titel, dat inmiddels enkelvoudig en in combinatie met het woord 'aktie' de Dikke van Dale heeft bereikt, verwijst naar de laatste theatergebeurtenis van nationale omvang. Ik meldde het al: de geschiedenis van het vaderlandse theater geniet niet onze koesterende belangstelling, noch die van de artiesten, noch die van de geleerde weters aan de kant. Daarom is het verbazingwekkend, ja zelfs verwarrend, dat 'meil' zich gedwongen voelt dit gebeuren keer op keer op te halen, op te blazen, en elk lustrum ervan bij wijze van spreken na te proeven. Waarom die niet aflatende aandacht voor Tomaat? Willen we op die manier het huidige toneelleven van een legitimatie voorzien? Er zit iets wreeds in, iets goedkoops eigenlijk, dat altijd maar terugkomen op zoiets sensationeels als die tomatensmijterij. „Zouden er nu weer Hans Croiset. archieffoto gpd tomaten moeten worden gegooid?", wordt me leldcerbekkig gevraagd. „Wat heeft die moordende actie nu eigenlijk opgeleverd?", de interviewer hoopt dat ik me verspreek. „Was het oude, naoorlogse bestel niet vanzelf aan zijn einde gekomen?" De inhoudelijk verstandigste vraag die mij de afgelopen weken bereikte: „Zou de terecht veelgeprezen pluriformiteit er ook zonder tomaten zijn gekomen?" Ik denk dat we tomaten hadden kunnen missen. Had om te ontstaan het Werktheater bijvoorbeeld de Aktie Tomaat nodig? Nee. Minister Klompé gaf er immers al veel eerder blijk van de tijdgeest op eigen kracht en inzicht te begrijpen doordat zij deze nieuwe toneelformatie vanzelfsprekend een subsidie zonder speelverplichting toekende. In 1970! Ook zonder die armzalige de acteur kwetsende tomaten had het toneel zich vernieuwd. Dat was immers onontkoombaar. Maar het was te verkiezen geweest dat dat aan het toneel zelf overgelaten was; dat had spelplezier van acteurs gespaard en publiek in de schouwburg gehouden. Dit publiek bleef nu geschrokken jarenlang weg. Bovendien zaten we dan nu niet opgescheept met het eindeloze gezever over de verleden tijd. Het 'gewone' theaterbezoekende publiek hield toen niet van tomaten en nu nog niet. Komt het bijvoorbeeld tot een publieksopstand of tot maar één ingezonden brief omdat Toneelgroep Amsterdam te kennen heeft gegeven de Stadsschouwburg te willen verlaten om elders te gaan spelen? Natuurlijk niet. Pas wanneer er na enkele seizoenen iets bijzonders uit zo'n revolutionaire opstelling blijkt te groeien, dan zal 'het' publiek zich kunnen uitspreken: door massaal de Westergasfabriek te bezoeken. Daar waren en zijn geen tomaten voor nodig. De toneelgroep Amsterdam heeft, in tegenstelling tot de Nederlandse Comedie indertijd, het heft in eigen handen kunnen nemen. Wanneer een vernieuwing uit het toneel zelf voortkomt, volgt het publiek misschien aarzelend, maar uiteindelijk altijd. Wanneer die vernieuwing afgedwongen wordt door tomaten, raakt het publiek uit koers richting buis. Hans Croiset is acteur en regisseur en voormalig artistiek directeur van Toneelgroep Theater, Het Publiekstheater en Het Nationale Toneel. leiden De kalender van 1995 verbeeldt Leiden in de jaren vijftig. Fotograaf N. van der Horst zocht voor de kalender dertien (twaalf maanden plus de omslag) mooie prenten uit zijn archief, dat overi gens 750.000 negatieven bevat. De foto hierboven dateert uit 1948. Een meisje haalt in de Sint Ja- cobsgracht (op de achtergrond het Nationaal Na tuurhistorisch Museum) een kannetje olie bij de petroleumboer. Bij alle twaalf foto's heeft de heer Hooidonk bij schriften gemaakt. De kalenders zijn voorde prijs van 14,95 gulden verkrijgbaar in de drie winkels van Van der Horst (Doezastraat, Vijf Meiplein en Diamantplein) en in de meeste boekenwinkels in Leiden. Van der Horst maakte alle foto's zelf. De 75-jari- ge geboren en getogen Leidenaar opende in 1941 zijn eerste fotozaak op het Levendaal. Later, in 1947, verhuisde hij naar de Doezastraat. In de ja ren vijftig maakt Van der Horst veel foto's voor de Nieuwe Leidsche Courant. foto n. van der horst hilversum anp Willem Nijholt speelt hoofdrol kend zijn zoals All of you, I get a kick out of you, I've got you un der my skin, Let's do it, What is this thing called love? Het verhaal speelt zich af aan de hand van de herinneringen die Porter met zijn bediende ophaalt. Er is veel vrolijks (hij was hét fuifnummer van Parijs, ging om met mensen als He mingway en Picasso), maar ook tragiek, zoals het ongeluk eind jaren dertig toen Porter door een val van zijn paard beide be nen verbrijzelde. Aandacht is er ook voor zijn homoseksuele leven dat zich in het verborgene afspeelde. Hij was getrouwd met het toenma lig beroemde fotomodel Linda Lee Thomas. Zijn eerste grote musicalsucces is Anything Goes (1934). Zijn laatste Broad- wayhits had hij met Can-Can (1953). Zijn laatste filmsucces High Society (1956), leverde de wereldhit True love op. Half november beginnen de au dities voor een nieuwe musical over het leven van de Ameri kaanse liedjesschrijver Cole Porter (1891-1964). Willem Nij holt speelt Porter. Gerrie van der Klei zijn vrouw, en Bram Bart de bediende. Jos Thie doet de regie. De musical You're The Top gaat op 15 april 1995 in de Stadsschouwburg in Haarlem in première. Daarna volgt een toernee langs veertig theaters. American Songbook Produc tions in Hilversum is verant woordelijk voor de musical. Pie- ter van de Waterbeemd, één van de schrijvers van de televi sieserie Het Pleidooi, schreef het script. De musical bestaat voor zestig procent uit muziek. Van de duizenden liedjes die Porter schreef zijn er zeker hon derd bij het grote publiek be- beeldende kunst recensie onno schilstra Expositie. 'Computerkunst', werk van Ruud Aarbodem, Martin Bergwerff, Paul Kuitert, Lita - Will '90. Te zien: Ars Aemula Naturae, Pieterskerkgracht 9, Leiden, t/m 4/11, vr-zo 13-16, di en do 10-12 uur. Al in de tijd dat computers nog onbetaalbare en voor gewone stervelingen onbegrijpelijke ap paraten waren, bestonden er mensen die de artistieke moge lijkheden van de nieuwe tech nologie onderzochten: muzi kanten, schrijvers, architecten en ook een handjevol beeldend kunstenaars. Peter Struycken bij voorbeeld verrichtte grensver leggend werk op het gebied van de vormgeving. Omdat de drempel voor com putergebruik zo hoog was en de resultaten zulke grote inspan ningen vergden, werd in die da gen heel effectief het kaf van het koren gescheiden: alleen de mensen die echt iets te melden hadden, zetten door. Nu de computer alledaags is geworden en je geen whizkid meer hoeft te zijn om zo'n ding te bedie nen, heeft ook de middelmaat toegang gekregen tot de com- putervormgeving. En dus ver schijnen her en der de exposi ties van personen, die zichzelf afficheren als 'computerkunste naar'. Computerkunstenaar, alleen dat woord al. Het klinkt naar zure oprispingen en wekt asso ciaties met derderangs variété. En dat is dan ook 'precies wat het leeuwedeel van alle zoge naamde 'computerkunst' in de praktijk inhoudt: oppervlakkig entertainment, uitgevoerd door matige goochelaars. Ook kunstenaarsvereniging Ars Aemula Naturae heeft maar eens een tentoonstelling van 'computerkunst' georganiseerd. Dezer dagen siert het werk van rijf digitale jongleurs de wan den van het gebouw aan de Pie terskerkgracht. Zo is er Martin Bergwerff. Hij maakt van die typische compu ter-graphics, heus niet onaardig om te zien, fleurig en decoratief zelfs, maar waar gaat bet nou eigenlijk over? Wat wil ermee gezegd zijn, meer dan dat je dergelijke plaatjes kunt maken met een computer? Bergwerffs collega Ruud Aarbodem komt al niet veel verder. Hij streelt het oog met wat psychedelische be werkingen van softsex-plaatjes, waarbij je denkt: reuze leuk, maar wat dan nog? Het duo 'Lita - Will '90' (Lita van der Kaay en J. Will E. Pas) legt hardporno-plaatjes op de scanner, en haalt die vervolgens door wat beeldfiltertjes. Heel ar tistiek allemaal, maar helaas is de platte beeldkracht van de porno vele malen groter dan de eventuele subtiliteit van de fo tomanipulatie. Hetzelfde geldt voor de com puter-animaties van Paul Kui tert. In technisch opzicht best de moeite van het bekijken waard, maar waarom weet zo iemand nou niets anders te ver tonen dan wat vettige, geile flauwekul? Onder het motto 'Er is een tiet van komen...' (jawel) knetteren de blote borsten, ver gezeld van schuine versjes door het beeld. Niets op tegen, alleen stelt deze nadrukkelijk als 'art' gepresenteerde 'computer kunst' inhoudelijk dus weinig, nee, niks voor. Iemand met een schilderkist en een ezel is nog geen kunste naar. Dat is niet anders voor ie mand die een computerpro gramma kan bedienen. Stedelijk museum restaureert negen schilderijen van Breitner amsterdam anp Het Stedelijk Museum in Am sterdam heeft negen schilde rijen van de Amsterdamse impressionist George Hendrik Breitner (1857-1923) geres taureerd. De doeken maken deel uit van de collectie van het Stedelijk. In totaal heeft het museum dertig schilderij en in bezit. De negen werken zijn spe ciaal gerestaureerd voor de overzichtstentoonstelling van het werk van Breitner, die op 19 november van start gaat. Het is.voor het eerst sinds 1947 dat het Stedelijk Muse um een retrospectieve ten toonstelling aan Breitner wijdt. De presentatie duurt tot 5 februari. Er zullen tachtig schilderij en, vijftig tekeningen en aquarellen en rijentwintig fo to's te zien zijn. Het meeste werk is afkomstig uit Neder landse musea. Er zijn echter ook tekeningen en schilderij en uit particuliere collecties en buitenlandse musea, die nooit of nauwelijks te zien zijn. Het overzicht beslaat de periode tussen 1879 en 1915. Er zijn stadgezichten, (zelOportretten, interieurs met wouwen in kimono, naakten, bloemstillevens, sol daten- en huzarenstukken. Breitner vormde samen met Willem Witsen en Isaac Israëls de kern van een groep schilders die later de Amster damse impressionisten wer den genoemd. Kenmerkend voor die kunstenaars was hun voorliefde voor het stadsle ven. Breitner trok in 1886 van Den Haag naar Amsterdam. Hij wilde „schilder van het volk" zijn. Gewapend met een stuk papier, potlood en came ra zwierf hij door de stad om het dagelijkse leven vast te leggen; de bedrijvigheid van de arbeiders met hun trek paarden in bouwputten, het drukke straatbeeld met paar- detrams, koetsjes en hand- en sleperskarren, dienstmeisjes met witte schorten. Het wa ren de jaren waarin explosief werd gebouwd. Nieuwe woonwijken werden uit de grond gestampt. Monumen tale gebouwen als het Rijks museum (1883), het Centraal Station (1889) en het Stedelijk Museum (1895), verrezen. Te rug in het atelier werkte hij aan de hand van schetsen en foto's zijn indrukken vaak uit tot monumentale doeken. Fotografie was voor Breit ner, net als voor andere schil ders van zijn tijd, een hulp middel bij het schilderen. Er zijn zo'n tweeduizend nega tieven en honderden originele foto's bewaard gebleven. Zijn schilderijen zijn nooit een exacte weergave van een foto of tekening, maar een vrije in terpretatie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 19