Israël en Jordanië praten
al jaren over vredesverdrag
Armoede troef bij
begroting justitie
'Acceptatie van homo's door Vaticaan nabij'
Feiten &Meningen
DINSDAG 18 OKTOBER 1994
NIEUWSANALYSE
Ondanks record
export vinger aan
de pols hard nodig
Politici is niets menselijks vreemd. Ze mo
gen graag de werkelijkheid wat oppoetsen
als dat in de kraam te pas komt. De kersver
se staatssecretaris Van Dok van economi
sche zaken is op die regel kennelijk geen
uitzondering. Vorige week donderdag stelde
ze in Den Haag tijdens een vergadering van
exporteurs tevreden vast dat het exportcijfer
over dit jaar het oude record uit 1991 zal la
ten sneuvelen. En inderdaad, de zon lijkt
weer door te breken in de Nederlandse eco
nomie. De export is daarin een zeer belang
rijke factor.
Eén zwaluw maakt echter nog geen zo
mer. Wie het beoogde record van Van Dok
(260 miljard gulden) tegen het licht houdt
met de inflatiecijfers van de afgelopen jaren
in het achterhoofd, valt op dat Nederland er
feitelijk nog lang niet is. Objectief gezien is
260 miljard ruim elf miljard meer dan de
248,8 miljard van 1991. Gecorrigeerd voor
inflatie ontstaat echter een min van ruim
tien miljard.
Met andere woorden, die 248,8 miljard
van 1991 is gebaseerd op het prijspeil van
eind dit jaar ongeveer 270,7 miijard gulden.
De staatssecretaris heeft dus een positieve
boodschap willen brengen aan de expor
teurs. Iets in de trant van 'Jongens, zet hem
op. Als iedereen de schouders er onder zet,
komt het allemaal voor elkaar'.
Zo eenvoudig ligt het natuurlijk allemaal
niet. Al is het een economisch gegeven dat
peptalk wel degelijk aanstekelijk kan wer
ken. Zowel op exporteurs als op consumen
ten, die via de krant of een ander medium
horen dat het goed gaat met de economie.
De eerste de beste verkoper van luxe goede
ren kan uitleggen dat Jan Modaal gretiger
koopt wanneer hij denkt dat het de goede
kant uit gaat met de economie.
Hoe het mechanisme werkt, zal diezelfde
Jan Modaal vaak een zorg zijn. Toch zou
het nuttig zijn wanneer hij de spiraal van
oorzaak en gevolg beter begrijpt. Zijn koop
gedrag stoelt minder op de waan van de
dag wanneer hij de samenhang begrijpt
tussen bijvoorbeeld de rente in een belang
rijk economisch land als Duitsland en de
hoogte van de hypotheekrente.
Dat geldt ook voor de relatie tussen zijn
werkgelegenheid, zijn baan en de hoogte
van de rente. Geld lenen kost zijn baas im
mers dan meer geld en een nieuwe investe
ring kan dan soms te duur worden. Reden
voor de baas om uit de bestaande opzet het
maximale te halen met als uiterste conse
quentie: heb ik Jan nog wel nodig?
Tal van factoren bepalen of de export al
dan niet aantrekt. Een te dure gulden in sa
menhang met een (te) hoge Duitse rente
kan onze produkten te duur maken op de
wereldmarkt. Dat betekent minder export
zoals gebeurde in 1992 en 1993. Begin dit
jaar vond langzaam een kentering plaats.
De Duitse centrale bank liet de renteteugels
met kleine stapjes iets vieren, het aantrek
ken van de economie in de VS van vorig
jaar wordt hier ook steeds meer merkbaar
en kennelijk begint het buitenland lang
zaam maar zeker weer wat meer vertrou
wen in de Nederlandse produkten te krij
gen.
Geloof in succes mag volgens zakentrai-
ningen het halve succes zijn. toch is het ver
standig niet te overmoedig te worden. De
export mag met name de laatste drie kwar
talen weer flink in de lift zitten, het blijft
zaak om nuchter tegen de wassende cijfers
aan te kijken in plaats van elkaar juichend
op de schouders te kloppen.
Ondanks een toegenomen bedrijvigheid
ziet de werkgelegenheid er nog steeds niet
rooskleurig uit. Het Verre Oosten ligt im
mers op de loer om zijn deel van de 'we-
reld-welvaartskoek' op te eisen. Door ge
middeld steeds betere scholing en relatief
lage lonen kunnen landen als Taiwan en
Zuid-Korea vele produkten goedkoop leve
ren en zijn als zodanig een toenemend ge
vaar voor onze levensstandaard.
Nederland moet dus de vinger aan de
pols houden en zichzelf niet de (wereld-
markt uit prijzen. Werkgevers en werkne
mers hebben duidelijk moeite ten aanzien
van deze problematiek al te veel begrip
voor elkaar op te brengen. Werknemers zijn
best bereid een tandje harder te werken,
maar willen wel een interessant financieel
perspectief voorgeschoteld krijgen. Aan de
andere kant dwingen aandeelhouders werk
gevers om te (blijven) zorgen voor een aan
trekkelijk rendement. Anders steken ze hun
geld in industrieën in Taiwan of Zuid-Ko-
Minister Zalm van financiën voorspelt
een fikse banengroei de komende vier jaar.
Maar alleen als de loonkosten de komende
jaren niet meer dan een procent toenemen.
Bij een gemiddelde inflatie van rond de 2,5
procent is dat vast te veel gevraagd van de
bonden. Nu moet men nog compromissen
zien te vinden. Die ene zwaluw van een
zich herstellende economie vliegt dus wel.
maar wordt het ook zomer?
HAARLEM JAN PETER VERSTEEGE
Tijd eindelijk rijp voor overeenkomst tussen buurstaten
De bekendmaking van het vredesverdrag met Jordanië heeft in Israël geen wanklank opgeroepen.
De vrede met Jordanië is nog minder omstreden dan indertijd het akkoord met Egypte. Niet al
leen omdat Israël ditmaal geen grondgebied van belang hoeft op te geven, maar ook omdat het Is
raëlische volk een zwakke plek voor koning Hussein heeft. Sinds 1967 hebben de twee landen
geen oorlog meer gevoerd en bijna alle Israëlische regeringsleiders hebben in het geheim met de
hashemitische vorst onderhandeld.
Koning Hussein en premier Rabin brachten de Amerikaanse president Clinton gisteren na het sluiten van een vredesakkoord meteen op de hoogte.
Clinton komt zelf naar het Midden-Oosten om de ondertekening bij te wonen. foto epa
Het dichtst waren de landen bij een
officieel vredesverdrag toen Shimon
Peres, destijds minister van buiten
landse zaken in een kabinet van na
tionale eenheid, in 1987 in Londen
overeenstemming bereikte met ko
ning Hussein. Maar premier Shamir
van de I.ikud torpedeerde het akkoord
en de Jordaanse regering kon weinig
anders doen dan te ontkennen dat de
onderhandelingen ooit waren ge
voerd.
Het enige formele verdrag tussen Jor
danië en Israël was het bestandsak
koord van 1949, na de eerste Israë-
lisch-Arabische oorlog, dat ophield te
bestaan met het uitbreken van nieu
we vijandelijkheden in 1967. In 1950
bereikten Israël en Jordanië overeen
stemming over de tekst van een niet-
aanvalsverdrag dat vijf jaar zou duren.
In dat document werden ook andere
zaken geregeld, zoals bestandslijnen,
gezamenlijke economische en territo
riale commissies, een Jordaanse vrij
handelszone in het havengebied van
Haifa, samenwerking op het gebied
van de handel en compensatie voor
mensen die onroerend goed waren
kwijtgeraakt als gevolg van de verde
ling van Jeruzalem. Veel van die za
ken zijn de afgelopen maanden op
nieuw aan de orde geweest in Israë
lisch-Jordaanse overleg.
Het document van 1950 is nooit on
dertekend omdat de Arabische Liga in
hetzelfde jaar besloot dat iedere
lidstaat die op eigen initiatief een
overeenkomst met Israël sloot, zou
worden uitgestoten. Dat bevestigde in
Israël alleen maar het bestaande
beeld, namelijk dat het hashemitische
vorstenhuis toen nog vertegen
woordigd door Husseins grootvader
Abdallah vrede nastreefde, maar
dat streven nooit kon verwezenlijken
door zijn afhankelijkheid van agres
sievere krachten in de Arabische we
reld. Die tragische situatie kreeg nog
eens extra nadruk toen een jaar later,
op 20 juli 1951, koning Abdallah in Je
ruzalem werd vermoord.
De rest van de jaren vijftig kenmerkte
zich door spanning tussen Israël en
Jordanië, waar zich na de oorlog van
1967 grote aantallen Palestijnse
vluchtelingen hadden gevestigd. Pa
lestijnse organisaties infiltreerden op
Israëlisch grondgebied en het Israëli
sche leger voerde wraakacties uit.
Toen koning Hussein tijdens de Suez-
crisis van 1956 aanbood Egypte te
hulp te komen, bedreigde Israëls mi
nister van defensie, Moshe Dayan,
hem met een oud verdelingsplan. Irak
zou daarbij de oostkant van de Jor-
daan (het huidige Jordanië) toegewe
zen krijgen, terwijl de Westelijke Jor-
daanoever als autonoom gebied aan
Israël zou worden toegevoegd.
In 1958 kwam het Westen de Jordaan
se koning te hulp, toen deze van de
troon dreigde te worden gestoten. Is
raël liet daarbij Britse vliegtuigen zijn
luchtruim passeren. Het handhaven
van de hashemitische monarchie in
Jordanië is altijd een van Israëls poli
tieke en militaire doelen geweest. Ko
ning Hussein begon dat te waarderen
en in 1963 zond hij een persoonlijke
uitnodiging aan Jacov Herzog, advi
seur van de toenmalige Israëlische
premier, Levi Eshkol. De twee ont
moetten elkaar in het geheim in Lon
den en dat werd het begin van een
reeks contacten. Die leidden, met
Amerikaanse financiële steun, tot af
spraken over de verdeling van Jord-
aanwater.
Op 5 juni 1967, de eerste dag van de
Zesdaagse Oorlog, probeerde Israël
Hussein af te houden van vijandelijk
heden. Maar de koning zag geen an
dere weg dan zich solidair te betonen
met Syrië en Egypte. In de nacht van
6 op 7 juni leek de koning al spijt te
hebben van zijn besluit, want er be
reikten Israël aanbiedingen voor een
staakt-het-vuren. Het Israëlische ka
binet besloot niettemin dat de
Jordaanse aanval moest worden be
straft met de bezetting van Oost-Jeru-
zalem en de Westelijke Jordaanoever.
Veel van de Palestijnse vluchtelingen
die in 1948 vanuit Israël naar de
Westoever waren uitgeweken, trokken
samen met een stroom nieuwe ont
heemden over de Jordaan en het Pa
lestijnse vraagstuk dreigde koning
Hussein al snel boven het hoofd te
groeien. Israëls nieuwe 'open-brug-
genpolitiek' bood hem wat adem-
ruimte.
De nieuwe contacten leidden al in de
cember 1967 tot een geheime ont
moeting tussen de Israëlische minis
ter van buitenlandse zaken, Abba
Eban, en koning Hussein.
Dat Israël de hashemieten goed ge
zind was, bleek opnieuw in septem
ber 1970, toen het zijn leger in staat
van paraatheid bracht na een Syri
sche invasie in het noorden van Jor
danië en een opstand van gewapende
Palestijnen. Koning Hussein depor
teerde in deze 'Zwarte September' de
PLO-top en haar gewapende eenhe
den.
Jordanië hield zich buiten de oorlog
van 1973. In de jaren die volgden,
sprak Hussein in het geheim met ie
dere Israëlische regeringsleider, onder
wie Yitzhak Rabin. Soms ging het over
plannen voor een vredesverdrag, dan
weer over kleine grenswijzigingen in
verband met de aanleg van een weg.
In 1978, toen de Egyptische president
Anwar Sadat en premier Menachem
Begin van Israël in Camp David hun
vredesonderhandelingenhielden,
vroeg de koning of hij het overleg
mocht bijwonen. Sadat weigerde en
Hussein sprak zich daarna uit tegen
het Israëlisch-Egyptische verdrag.
Ook in de jaren tachtig was er geen
gebrek aan vredesplannen. Ze hadden
met elkaar gemeen dat ze stuk voor
stuk nergens op uit liepen, ook al om
dat er geen coördinatie mogelijk
bleek met de PLO. In 1988, een jaar
na het uitbreken van de intifada,
maakte koning Hussein bekend dat
hij de banden met de Westelijke Jor
daanoever verbrak en niet meer na
mens de Palestijnen zou onderhande
len in enig toekomstig vredesproces.
Coördinatie sloot hij echter niet uit en
zo kwam het dat in het najaar van
1991 een gezamenlijke Jordaans-Pa-
lestijnse delegatie een voorwaarde
van Israël naar Madrid reisde voor
de internationale vredesconferentie
over het Midden-Oosten. Later zou de
delegatie zich weer splitsen
'Madrid' leidde uiteindelijk tot het
principe-akkoord tussen Israël en de
PLO en die overeenkomst maakte
weer de weg vrij voor het Israëlisch-
Jordaanse verdrag dat volgende week
officieel wordt ondertekend. Na 27
jaar afwezigheid van oorlog wordt het
dan echt vrede.
JERUZALEM» AD
CORRESPONDENT
Minister W. Sorgdrager: te veel financiële
Kamer bespreekt financiële noden Au
expl
Toen Winnie Sorgdrager in
augustus was benoemd tot
minister van justitie, werd zij
op haar ministerie al gauw
getracteerd op een omvang
rijk 'introductiedossier'. De
minister zal er niet vrolijker
van zijn geworden. Het stuk,
opgesteld door haar top
ambtenaren, ademde de ver
bitterde sfeer van beleidsuit
voerders die zich in de steek
gelaten voelen door de poli
tiek.
Terwijl alle politieke partijen
met de mond belijden dat
Nederland veiliger moet
worden, concludeerden de
ambtenaren dat het nieuwe
kabinet volstrekt onvoldoen
de boter bij de vis heeft ge
daan. Vierhonderd miljoen
gulden extra? En als het eco
nomisch gezien meezit zelfs
vijfhonderd miljoen extra
voor justitie en politie? Het
zou wat. Want wat premier
Kok met de ene hand geeft,
pakt hij met de andere terug.
Verongelijkt constateerde de
justitietop over het paarse
regeerakkoord: „Opgemerkt
moet worden dat de ombui
gingen (bezuinigingen) prak
tisch al het geld weer opslur
pen, aangezien de ingeboek
te bedragen in het geheel
niet realistisch zijn."
Tegen deze achtergrond be
handelt de Tweede Kamer
deze week de Justitiebegro
ting. Van de vier- of vijfhon
derd miljoen gulden die jus
titie en politie de komende
jaren extra krijgen, gaat het
overgrote deel naar Binnen
landse Zaken voor extra
agenten en het wegwerken
van huidige tekorten.
Voor Justitie zelf blijft Vol
gend jaar 53 miljoen gulden
over (voor extra cellen en
een jeugdinrichting, parket
politie en een landelijk re
chercheteam), oplopend tot
ruwweg 170 miljoen in 1998.
Een mooi bedrag zo lijkt het,
maar volstrekt onvoldoende
voor een ministerie dat
wordt geacht de steeds ver
der oprukkende criminaliteit
terug te dringen.
brai
plos
D
Minister Sorgdrager is in
middels echter tot dezelfde Q1LL
droevigmakende conclusie s'e v
gekomen als haar ambtena- toe
ren. „Het zal duidelijk zijn Dat
dat de totale financiële no- j Ma
den en wensen de door het der
regeerakkoord gecreëerde fi- de
nanciële ruimte overstijgen", mo
schreef zij gisteren de Ka
mer. p
Rechters die onderhand
dreigen te bezwijken onder ggN
de werkdruk, officieren van we
justitie die geen cel kunnen na;
vinden, kinderrechters die nu
wanhopig op zoek zijn naar zje
een plek voor een jeugdige ja,
crimineel, zij zullen er de ko- Vo<
mende jaren dus rekening j
mee moeten houden dat hun
werkomstandigheden nau
welijks verbeteren. -w-jr
Zodoende begint het er W
steeds meer op te lijken dat
ook de komende jaren Justi- ^0
tie vooral in negatieve zin de
aandacht op zich zal vesti
gen. Nu al voelt menigeen op PEN
zijn klompen aan dat Neder
land nog vele jaren met e
cellentekort blijft zitten.
Een meerderheid in de koe
Tweede Kamer zal deze week de
hooguit in vrijblijvende zin |daa
over de financiële noden van
Justitie spreken. D66, PvdA
en WD hebben zich immers ivoc
verbonden aan het regeerak- dei
koord, waarin lastenverlich- IGis
ting het toverwoord is. Na- jble
tuurlijk is het armoede, we- nei
ten ook de regeringspartijen, me
maar geldt dat niet ook voor looi
andere ministeries? Ion
Hooguit rommelen de parle- jgei
mentariërs nog wat in de
marge. Zo wil de PvdA vol- j ku
gend jaar zestig ondersteu- m<
nende ambtenaren aan de nu
zwaar overbelaste afdelingen de
bestuursrecht van de recht- j „L
banken toevoegen. Het geld w<
daarvoor word t vervolgens i ke
weggehaald bij het budget
voor nog openstaande vaca- ve
tures bij diezelfde rechterlij- lv<
ke macht. Een sigaar uit ei
gen doos dus.
Km
blij
DEN HAAG HARM HARKEMA
Prof. Schillebeeckx in boek 'Homo in de Heer:
Als paus Johannes Paulus II eerst maar weg is, dan zal
het in de rooms-katholieke kerk snel anders worden. De
acceptatie van homoseksualiteit is dan nog een kwestie
van jaren. De vrouw in het priesterambt zal wat langer
op zich laten wachten omdat dat echt een kerkelijke af
faire is. Homoseksualiteit is echter een algemeen men
selijk gegeven. Deze voorspelling doet de Nijmeegse
moraaltheoloog prof. dr. Edward Schillebeeckx in het
onlangs verschenen boek 'Homo in de Heer' van Henk
Muller.
Het boek van Müller, redacteur bij de Volkskrant, wordt
op een extra omslag aangeprezen als een 'onthullend
boek over het taboe van de jaren negentig: homoseksu
aliteit in de RK Kerk'. Daarbij worden 'de affaire Bar' en
'de val van Gijsen' speciaal genoemd. Maar ook 'Homo
in de Heer' kan niet echt onthullen over de homoseksu
ele relaties van bisschop Bar, die vorig jaar na geruch
ten aftrad. En dat bisschop Gijsen verdween nadat hij
had geprobeerd een verhouding tussen de conrector en
een student van zijn groot-seminarie Rolduc in de
doofpot te stoppen, was al bekend.
Müller laat wel een aantal priesters, al of niet in oplei
ding. vertellen dat onder het priesterbestand veel ho
moseksuelen voorkomen. 'David' (alle namen zijn ver
anderd) zegt bijvoorbeeld: ,,Zo heb ik een vriend die in
Rome studeert en die me in vertrouwen vertelt wie er
opdringerig is en wie niet. Dat is een homo en hij is niet
de enige in Rome. Soms gaan homo's ook naar Rome
omdat ze in Nederland een belasting of belemmering
In de gesprekken komt naar voren dat homoseksuele
relaties van priesters in het ene bisdom makkelijker
door de vingers worden gezien dan in het andere. Pries
ters en pastoraal werkers wijken ook wel uit naar veili
ger oorden of banen, zoals pastoraat in het leger, de ge
vangenis of het ziekenhuis. Rome wordt, net als de
priesteropleidingen, door de geïnterviewden als een
'homo-nest' gekenschetst. Vincent van Opstel, de ex-
seminarist van Rolduc die een jarenlange relatie had
met de conrecter, noemt homoseksualiteit een 'virus'
van seminaries. „Zodra je er komt, word je ermee be
smet."
Zowel voor- als tegenstanders van homoseksuele rela
ties storen zich aan de dubbele moraal. „Wie eenmaal
priester is gewijd, kan zich vrij veel veroorloven, mits
het discreet gebeurt", zo concludeert Müller. Priester
Leen van den Bergen uit Eindhoven, die net zo'n soort
affaire als Bar heeft meegemaakt, vertelt dat chantage
een grote bedreiging is voor homoseksuele priesters.
Hij vergelijkt het met het gevaar dat getrouy/de mannen
lopen. „Bij priesters komt er nog iets bij want ondef
hen bestaat weinig solidariteit. Vriendschap, echte
vriendschap vind je weinig."
De officiële leer van de rooms-katholieke kerk is dat ho
moseksualiteit op zich geen zonde is, maar wel 'een
min of meer sterke gerichtheid op een in moreel op
zicht intrinsiek slecht gedrag'. De formulering is van
kardinaal Ratzinger, hoofd van de Vaticaanse Congre
gatie voor de Geloofsleer. Schillebeeckx, door Rome di
verse malen tot de orde geroepen om zijn opvattingen,
kent Ratzinger en typeert hem als 'eert verkrampt man
netje'. Die verkrampte houding tekent volgens hem het
hele Vaticaan, dat zich bij het verbod op homoseksuali
teit baseert op de bijbel.
De bijbel is een 'cultuurprodukt', aldus Schillebeeckx.
dat „ons, die in een andere tijd en cultuur leven, niet
kan normeren. En dat willen ze maar niet inzien. Geloof
en ethiek zijn altijd cultureel ingebed." Schillebeeckx
noemt homoseksualiteit een 'speels element' in de evo
lutie. Als het Vaticaan dat een weeffout noemt, dan
gaat het dus vaststellen dat een man over zo en zoveel
genen moet beschikken, wil hij een echt volwaardig
mens zijn. Wij stellen statistisch vast dat heteroseksua-
liteit vaker voorkomt dan homoseksualiteit, maar daar
kun je geen ethische norm van maken."
Het taboe op homoseksualiteit is in de rooms-katholie
ke kerk groot, erkent Schillebeeckx. Toch ziet hij al een
'hele vooruitgang' vergeleken met dertig jaar geleden.
„Ik ben ervan overtuigd dat destijds meer dan tweeder-
de van de bisschoppen, verreweg de meesten, homo
seksualiteit nog als zonde zagen. Nu is dat bij de mees- I
te bisschoppen niet het geval. Ze durven het niet te zeg
gen omdat ze niet mogen van Rome. Maar in hun hart
denken ze er anders over en sommigen zeggen het
ook." In veel landen is het taboe volgens hem al groten
deelsdoorbroken.
Dat niet bekend wordt of Bar homo is, vindt Schille-
beeckx helemaal niet erg. Hij kan zich voorstellen dat 1
homoseksuelen dat op prijs zouden stellen, maar kan
zich anderzijds ook depositie van de bisschop inden
ken. „Omdat het voor veel mensen toch een taboe is,
moetje uit pastorale overwegingen natuurlijk voorzich
tig zijn. Zeker als bisschop. Omdat je daardoor toch
heel wat gelovigen kunt afstoten."
Homo's moeten zich niet in hun eigen kringetje terug
trekken, vindt Schillebeeckx. Speciale 'roze missen'
hebben wat hem betreft hooguit een tijdelijke functie.
„Zulke missen zijn niet de meest ideale oplossing, maar
ik kan me voorstellen dat homo's dat niet naar buiten
brengen. Het is geen oplossing om het stiekem te doen.
maar dat men het naar buiten moét brengen is in deze
overgangsperiode, ook pastoraal gezien, niet de enige
mogelijk oplossing. Het groeit vanzelf."
LEEUWARDEN WIM SCHRUVER