'We zijn toe aan fantasie' Leven en wonen Eerlijk tuinboek Kenzo voor in huis Pensioengat? Steen DINSDAG 11 OKTOBER 1994 TUIN De meeste boeken over tuinen en kamerplanten lijken op deTeclames van de cosmeticabedrijven. Het wordt er allemaal te mooi. te gaaf, te fraai in voorgesteld. De afbeeldingen tonen tuinen en planten op het mooiste moment, onder de beste verlichting, zonder smet of slakkenvraat, dor blad of roest. Kortom de afbeeldingen in de standaardboeken zijn even onwerkelijk als de prenten waarin meisjes van vijftien met een smetteloze huid, een rimpelloos gezicht voorde tachtigjarige aan prijzen. Alleen al daarom is het boek Huilen de Perken een vera deming. Er staan géén afbeeldingen in van droomtui- nen en sprookjesplanten. Je vindt er géén prent van zonnebloemen die een heel jaar bloeien onder een al tijd stralende zon, of borders die van februari tot en met oktober een droom zijn. Daarvoor in de plaats vinden we in dit boek een groot aantal hoofdstukken waarin groei en bloei met even veel kundigheid, eerlijkheid en liefde worden beschre ven. Leugens omwille van een grotere omzet in de tuin centra vinden we niet. Wel de mededeling dat tuinieren een zaak is van vallen en opstaan, van gebroken nagels, vuile handen en tegenslagen, waarna de triomf des te zoeter smaakt. Om deze triomf te kunnen proeven moet men ruim 200 bladzijden zorgvuldig doorwerken. Er staat een schat in aan gegevens. Wie denkt er bijvoorbeeld aan dat de bollen van sneeuwklokjes het vak zo slecht doen omdat ze in september al uitgedroogd zijn. Advies: koop een potje met sneeuwklokjes en zet dat in de tuin. Altijd succes. Hetzelfde geldt voorde kievitsbloem. Doen de riddersporen het niet best? Kijk dan uit naar de Duitse variëteiten die het in ons land beter doen dan de Engel- Een aardig hoofdstuk heeft de naam 'ordinaire planten' meegekregen. Daarin wordt licht de spot gedreven met de mensen die altijd weer iets bijzonders uit een ver land verkiezen, boven de oude tuinfavorieten die het altijd goed doen in ons klimaat. In dit hoofdstuk wordt een lans gebroken voor doodgewone dahlias en fuchsi as die voor zoveel kleur kunnen zorgen, óók en vooral Trouwens de doodgewone winterharde geraniums, die het in de meeste tuinen opmerkelijk goed doen, krijgen ook de nodige ruimte in Buiten de Perken. Het is maar een greep uit de schat van gegevens die we in dit boek vinden. Als ik het zou moeten typeren dan volsta ik het met te zeggen: "Ik had het zelf geschreven willen hebben." Buiten de Perken, door Romke van de Kaa, Uitgeverij Contact. LEZERSVRAAG JOSEPHINE E. NEER VOORT UIT LEIDEN vraagt waar om rozen in het voorjaar (maart) gesnoeid moeten wor den en niet in bijvoorbeeld november. Immers in maart bevriezen meer dan eens de jonge uitlopers. Maar dat is lang zo gevaarlijk niet voor de hele plant als het bevrie zen van het korte stukje tak dat er na het snoeien over blijft. Daarom: snoei nooit diep in vóór de winter, om dat de mogelijkheid van verlies van de plant niet uitge sloten is. Het verdriet van het bevriezen van de jonge uit lopers op de ingekorte tak kan voorkomen worden door daar wat ruigte tussen de overblijvende takken aan te brengen, resten snoeihout bijvoorbeeld, resten van de kerstboom enz. De door mevrouw Neervoort aangeraden methode om turfmolm tussen de takken aan te brengen, is alleen aan te raden als de turf ook weer verwijderd wordt. Turf is namelijk nogal zuur en rozen houden niet MEVROUW D. DE BONT UIT LEIDERDORP wil graag weten of canna's op dezelfde manier overwinteren als dahlia's. Tot op zekere hoogte wel, alleen laten we rond de canna's zoveel mogelijk aarde zitten om te voorko men dat de wortels teveel uitdrogen. Dus de stengel tot 10 cm inkorten en met aarde en al oppotten op een plaats waarde temperatuur niet onder de 10 graden komt. Want canna is gevoeliger voor lage temperaturen dan de door mevrouw De Bont genoemde dahliaknol len. MEVROUW VAN BEEK-TE KOLSTÉ UIT HAARLEM heeft een overvloed aan naalden van gerooide coniferen en vraagt nu wat ze daarmee aan moet. Onderspitten in de tuingrond kan alleen als het om zeer kleine hoeveel heden gaat. Coniferen-naalden vergaan namelijk heel langzaam en hebben bij dit proces veel zuurstof (dus lucht) nodig. Maar weggooien zou ook zonde zijn. Daar om zou ik adviseren om de naalden als mulch orga nische ajdeklaag ter voorkoming van onkruid en uitdro gen) te gebruiken onder struiken en bomen en achterin de border. Ook zijn ze bruikbaar als afdek van paadjes en tussen aardbeien voldoen ze bijzonder goed, omdat ze niet alleen onkruidgroei tegenhouden, maar ook de vruchten droog houden. IV. DE VRIES UIT KA TWIJK is van plan om het zelfge- wonnen zaad van fuchsia's te zaaien en vraagt wanneer dat het best kan gebeuren. Ik zou zeggen: in het vroege voorjaar. Dan groeien de planten 'met de zon mee' en dat geeft altijd een beter resultaat dan zaaien 's winters of in de herfst, ook al blijven de planten binnenshuis. Het lijkt me spannend om te zien wat voor soort fuchsi a's het resultaat zulle/} zijn van dit zaaien. De plant is niet 'zaadvast', dat wil zeggen dat er best een heel ander soort fuchsia te voorschijn kan komen. Daarom ook wordt de plant doorgaans vermenigvuldigd met stek. In elk geval succes. Het is een avontuur dat zelf zaaien van dit soort planten. Komt cr bij u al tuinierend of wandelend in de natuur een vraag op? Greet Buchner zal proberen voor u het antwoord te vinden. De vraag kunt u opsturen naar Damiate Dagbladen, Postbus 507,2003 AP Haarlem t.a.v. de redactie LEVEN EN WONEN. 8 REDACTIE HENRIETTE VAN DER HOEVEN GELDZAKEN De Japanse couturier Kenzo brengt vrolijkheid en kleur in huis met zijn collectie Kenzo Maison, die ondermeer gordijn- en bekle- dingstoffen, beddegoed, tafellin nen, serviezen, glazen, bestek, in terieur-accessoires en kleinmeu- belen omvat. Op de woonbeurs in de Amsterdamse RAI waren daar van prachtige voorbeelden te zien. Om een indruk van de prijzen te geven; meubelstoffen zijn er vanaf zo'n 75 per meter; borden vanaf 30 en glazen vanaf 45 gulden. Op deze foto's alvast een voorproefje. Meer informatie: Loggere Wil- powerBV, tel. 01621 -17052. Heeft u wel eens van het pensioengat ge hoord? Nee, deze term slaat niet op het ge voel van leegte dat sommige mensen over valt als ze gepensioneerd worden, en niet weten waarmee ze hun dagen moeten vul len. Met het pensioengat wordt bedoeld het verschil tussen het inkomen dat iemand na zijn pensionering nodig heeft, of zou wen sen, en het feitelijke pensioeninkomen. Het zou natuurlijk heel vervelend zijn als je na je pensionering tot de conclusie komt dat je inkomen bar tegenvalt. De laatste tijd worden meer en meer mensen zich daarvan bewust. Niet alleen ouderen, maar ook veel jongere mensen willen weten hoe hun fi nanciële situatie na hun pensionering eruit zal zien. Dat is gebleken uit onderzoek van het Verbond voor Verzekeraars. Zo nodig wil men zelf iets extra's regelen als aanvul ling op het opgebouwde pensioen. En dat is goed voor te stellen, zeker in een tijd dat er aan allerlei overheidsvoorzieningen, waar onder de AOW, geknibbeld dreigt te wor den. Johan is zo iemand die zich afvraagt of hij voor een plezierige tijd na zijn 65ste eigen lijk niet iets zou moeten regelen. Hij is 41 jaar, getrouwd met Rita, heeft twee kinde ren en is alleenverdiener. Johan is iemand die na een paar jaar in dezelfde baan onrus tig wordt. Hij is dan ook nogal eens van werkgever veranderd. In al zijn banen heeft hij steeds leuk verdiend, en hij heeft zich nooit zorgen gemaakt om zijn financiële si tuatie. Maar de laatste tijd geven de pen sioenbreuken die hij in het verleden heeft opgelopen, hem toch te denken. Zal zijn in komen na zijn pensionering niet ineens verschrikkelijk kelderen? Ook Liza (38) laat haar gedachten wel eens gaan over de toekomstige pensioenuitke ring van haar man Leonard (43). Zij hebben pas sinds enkele jaren een koophuis, en de hypotheek loopt na Leonards pensionering nog wel wat jaartjes door. Blijft er naast de aflossing nog wel voldoende over om leuk van te leven? En bij de tweeverdieners Mark (47) en zijn vrouw Bea (45) is het inkomen na hun 65ste al een paar keer onderwerp van gesprek ge weest. Bea is weer gaan werken toen de kin deren naar de middelbare school gingen. Ze zijn nu gewend aan twee inkomens, maar als ze niets ondernemen gaan ze als ze alle bei gepensioneerd zijn, een hele stap terug in inkomen. Al die jaren dat Bea niet ge werkt heeft, heeft ze immers ook geen pen sioen opgebouwd. Eigenlijk zou iedereen eens stil moeten staan bij het opgebouwde pensioen, en de uitgavenposten die men daarvan wil bekos tigen. Hoe eerder hoe beter. Want er zijn al lerlei mogelijke verzekeringen af te sluiten om een pensioen'gat te dichten, maar voor elke verzekeringsvorm geldt: hoe later men een regeling treft, hoe hoger het maande lijkse bedrag dat betaald moet worden: En- komt men er pas laat achter dat het opge.-^- bouwde pensioen in feite te Iaat is, dan is de premie voor een aanvullende verzeke ring misschien niet meer in te passen in het budget. Maar hoe kunnen Johan, Liza en Mark en Bea uit bovenstaande voorbeelden, en alle anderen die willen nagaan of ze geen pen sioengat hebben, te werk gaan? Daar moet je allerlei gegevens bij betrekken en inge wikkelde berekeningen voor maken. Zonder hulpmiddel is dat voor een consument ei genlijk niet te doen. Daarom heeft het NI- BUD samen het het Verbond voor Verzeke raars een computerprogramma ontwikkeld waarmee consumenten zelf kunnen nagaan hoe ze er na hun pensionering voor zullen staan. Deze PensioenDiskette kan een uit komst zijn voor iedereen die vragen heeft als: heb ik voldoende pensioen opgebouwd om de plannen te bekostigen die ik voor na mijn 65e gemaakt heb? Of: is het financieel haalbaar om eerder te stoppen met werken? De diskette laat ook zien wat globaal de maandelijkse kosten zijn om een eventueel pensioengat op te vullen. Met deze gege vens op zak kan men bij de verzekeringsad viseur of verzekeringsmaatschappij of ver zekeringstussenpersoon advies vragen over mogelijkheden om de wensen concreet in te vullen. Wie geïnteresseerd is kan schriftelijk bij het Verbond van Verzekeraars een informatié- brochure over pensioenen aanvragen via Antwoordnummer 89, 2500 VC in Den Haag. (Een postzegel is niet nodig.) In deze brochure is een waardebon opgenomen waarmee men de PensioenDiskette via de verzekeringsmaatschappij of de tussenper soon kosteloos in"bezit kan krijgen. Ferry Schoew modevoorspeller: van 3000x1210x20 mm, die na polijsten zacht glanst. Meer informatie: tel. 01720-60160. Mode-voorspeller. Dat roept associaties op met Erwin Krol-achtige types of met wat obscure dames in rood ver lichte tentjes die met een glazen bol of de lijnen van een hand 'voorspoed en geluk' op je pad zien. De waarheid is heel wat prozaïscher. De dames en heren die voor fabri kanten mode-prognoses opstellen, lezen zich suf aan tijdschriften, bezoeken beurzen en kijken goed om zich heen. Weg mystiek. Gewoon uit je ogen kijken. In een studio aan de Parijse Boulevard Sebastopol werkt Ferry Schoew. Een nuchtere, boomlange Hollander die in de Franse hoofdstad terecht kwam door een internationale mode-prijs, die hij be gin jaren tachtig in de wacht sleepte. Eenmaal in Parijs werd hij gevraagd door het stylingbureau Promostyl, een wereld wijd operend bedrijf. Schoew: „Daar be gon ik als assistent op de mannenafde- ling. Na vier jaar werd ik creative direc tor, dat betekende dat ik alle afdelingen runde. Ik moest veertig stilisten in het gareel houden. Een hele klus om al die mensen gemotiveerd te houden en ze op de juiste plek te krijgen". „Vier jaar geleden had ik daar genoeg van. Ik ben. toen met een eigen bureau begonnen, samen met een Nederlands meisje waarmee ik gestudeerd heb. We noemde ons bureau DHP, Des Hollan dais a Paris. Daar ben ik een jaar geleden mee gestopt. We waren het steeds min der met elkaar eens. Nu werk ik voor me zelf. Ik ben gespecialiseerd in het creëren van een imago voor een fabrikant. Neem jeansfabrikanten. Ze verkopen allemaal dezelfde spijkerbroek, dus daarin onder scheiden ze zich niet van elkaar. Toch willen ze anders zijn dan de buurman. Daarom verkopen ze allemaal eerder een imago dan de spijkerbroek zelf. Er zit een hele lifestyle achter zo'n broek. Daar naast maak ik ook de prognoseboeken voor vrouwenkleding voor het Engelse Woolmark. Ik heb ook mijn eigen kinder kledinglijn, Petit Boys, voor jongens van 8 tot 12 jaar. Verder werk ik nog voor een aantal fabrikanten. Maar dat ligt meer tussen ontwerpen en voorspellen in. Ik maak schetsen en daar gaat de fabrikant me aan de slag." Voorspellen „Het is niet zo moeilijk om te voorspel len wat belangrijk gaat worden. Dat be staat meestal al. Wat er nu in het klein is, bijvoorbeeld bij een zaak als Mac and Maggie, hangt over twee jaar groot in de winkels. Maar je moet er oog voor heb ben. Je moet zien wat de meeste overle vingskans heeft. Bij mij gebeurt dat ge woon. Ik hoef er niet heel erg over na te denken. Het is een kwestie van de mode volgen. Kijken wat grote ontwerpers doen. En veel lezen. Ik verslind kilo's tijdschriften per week. Veel televisie kij ken ook. MTV vooral. Daar ontstaan veel modetrends". „Als je zo de jaren negentig bekijkt is ecologie een belangrijk trend geweest, maar de grootste golf daarvan hebben we, gelukkig, wel gehad. Ik hoop dat fa brikanten wel op het goede spoor blijven voor wat de produktie betreft, maar het wordt nu tijd voor een ander modebeeld. Wat gekkers, zoals de Man Crazy Basics, simpele five pocketjeans, maar wat kleur en snit betreft gekker en creatiever. De ecolook bracht veel saaie produkten voort. Bij mode voor jonge mannen zie je gelukkig al een wat andere, interessan te ontwikkelingen. Zeker in Amerika waar die MTV-achtige mode sterk in op mars is. Rare petjes, veel te grote broe ken. Maffe combinaties. Dat is zoveel leuker om te zien dan die doodsaaie ba- Eenvoudig schoon te nen zo van de warmtebron erop, stoot en krasvast als het hardste graniet. Zo omschrijft fabrikant Erbi uit Alphen aan den Rijn dit aanrechtblad van Cesarsto- ne. Een materiaal waarvoor in de keu kensector kennelijk waardering is, want in twee jaar moest het bedrijf de pro- duktiecapaciteit verdubbelen. Cesarstone bestaat voor 95% uit silica- zand, gemengd met 5% polyester en pigmenten (kleurstoffen). Dooreen combinatie van trillen, persen en va- cummtrekken ontstaat een keihard ma teriaal. Dit wordt verwerkt tot een plaat „Ook de jonge Amerikaanse meiden, zij noemen zich Sistas, gaan mee in dat MTV-achtige beeld. Maar dan heel sexy. Shirts zijn altijd te strak, te klein. T-shirt- achtige korte jurkjes met daaronder van die stoere schoenen, van die soldatenkis- Fantasie „We zijn ook toe aan wat meer fantasie. We hebben jarenlang een ingehouden modebeeld gehad. We hebben een hele hausse aan designers-mode achter de rug. Een aantal jaar geleden sloeg de an ti mode toe. Daar zitten we nu nog in. Er zijn geen prikkels meer voor de consu ment. Er is vrijwel niets waarvan je zegt: hé wat leuk, wat nieuw, dat móet ik heb ben. Het is een vicieuze cirkel. De fabri kant zegt: mijn consument heeft geen geld, dus ik koop safe in. Dat betekent dat iedereen hetzelfde inkoopt en er voor de consument niet veel te beleven valt. Die koopt vervolgens niet zoveel, dus de fabrikant zegt: mijn consument... Hope lijk komt er nu een golf van creatievere, leukere mode. Trends gaan ook veel langer mee dan vroeger heb ik het idee. Nou ja vroeger. Ik ben pas zo'n twaalf jaar geleden echt in de mode gaan werken. Maar toch, consumenten zijn niet meer zo opge jaagd. Ze hebben niet het gevoel als ik nu niet iets nieuws koop, loop ik hopeloos achter. De meeste mensen kopen iets om zich lekker in te voelen. Het is, helaas voor de fabrikant, niet meer zo dat je ie der half jaar iets nieuws aan moet schaf fen. Dat kan ook niet. De gemiddelde Nederlander moet toch rondkomen van een modaal inkomen. Dan moet je kie zen. Ik kan me voorstellen dat je een kle dingstuk zo goedkoop mogelijk koopt en je geld besteedt aan een vakantie. 1 Iet is in ons land heel duidelijk, kleding mag niet teveel kosten. Ik denk dat zo'n vijf procent, en dat is misschien nog wel op timistisch, zomaar klakkeloos kleding koopt. Zonder op de prijs te letten". „Je kunt best leuke dingen kopen voor niet zoveel geld. Neem een zaak als Hen nes en Maurits, die hebben een super modieus item voor weinig geld. En Peek en Clopppenburg bijvoorbeeld. Die zijn de laatste tijd prima bezig. Daar wordt de mode goed vertaalcj voor een leuke prijs. Jongeren kunnen terecht in die MTV- achtige winkels, je ziet ze nu ook in Ne derland verschijnen. Die mode-opleving die zich nu bij de jongeren heeft ingezet, komt ook wel bij de 'ouderen' terecht. Neem die surfmode van een paar jaar geleden. Met die vrolijke funlook, rare prints. Jongens van 14, 15 jaar droegen dat allemaal. Als je nu in en willekeurig winkelcentrum komt zie je vaders in van die prints lopen. Alleen zijn dat nu af schuwelijke prints." Hij noemt zichzelf Mister Basic nummer één - „Ik draag altijd een simpele beige broek" - maar houdt van kleur en vro lijke kleding. Hij ziet zichzelf als een mode-manusje-van-al- les. Als het maar met mode te maken heeft, dan kun je bij hem terecht. Ferry Schoew; een Hollander in Parijs. Hij is stilist, ontwer per, imago-maker, en 'mode voorspeller', om maar eens wat te noemen. Hij schrijft ook over Hollanders in Parijs in het maandblad Man. Sinds vorig jaar werkt hij voor het Neder lands Mode Instituut waar hij de prognoses voor de vrou wenmode doet. Een gesprek met een mode-man optima forma.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 8