CIA strijdt vooral voor zijn eigen bestaansrecht Buitenland 'Vlaams karakter gaat zo verloren' Haven Sjanghai nog lang niet uitgegroeid Sjanghai wordt nooit een echte zeemansstad 'Consultje' Bokke Veltkamp enige met overheidspet op ZATERDAG 8 OKTOBER 1994 'Het communisme is verdwenen maar er zijn nog vele gevaren Spionnen hebben het momenteel maar moelijk. Zeker de duizenden agenten van de Amerikaanse geheime dienst CIA. Sinds het einde van de Koude Oorlog en het uiteen vallen van 'het rijk van het kwaad' hebben zij dringend behoefte aan een nieuwe rechtvaardiging voor hun be staan. ,,Ook al is het communisme verdwenen, er zijn nog vele gevaren die ons bedreigen", zei CIA-directeur James Woolsey onlangs tijdens een hoorzitting. WASHINGTON HANS DE BRUUN CORESPONDENT Maar het grootste gevaar voor de Central Intelligence Agency komt nu van binnenuit. Het Amerikaanse Congres heeft een commissie ingesteld onder lei ding van oud-minister van de fensie Les Aspin die de geheime dienst grondig moet gaan door lichten. „De CIA heeft een op knapbeurt nodig", zei de Repu blikeinse senator Arlen Specter vorige week. Er zijn zelfs Con gresleden die vinden dat de CLA maar beter helemaal kan ver dwijnen, en dat de dienst zijn drie miljard dollar per jaar niet meer waard is. Die kritiek heeft minder te maken met het ontbreken van een 'vijand' die bespioneerd moet worden, dan met het feit dat de CIA de voorbije maan den ernstig in opspraak is geko men. Begin dit jaar werd een 'mol' ontdekt, een CIA-agent die acht jaar voor de Russen had gewerkt, een dozijn colle ga's in Rusland had verraden en tientallen operaties had laten mislukken. Maar wat zeker zo erg was: hij kon al die jaren on gehinderd zijn gang gaan. Uit een vorige week versche nen rapport van de inspecteur- generaal van de CIA blijkt dat de agent, Aldrich Ames, al jaren werd verdacht, zonder dat ook maar iets tegen hem onderno men is. Onderzoeken naar zijn betrouwbaarheid werden hal verwege gestaakt of liepen vast in de enorme CIA-bureaucratie. En ondanks de verdenkingen werd hij enkele malen gepro moveerd, zelfs tot de top van de dienst die Russische KGB-agen- ten in de gaten moest houden. Ames was een notoire dronk aard, die zijn werk slecht deed, weinig vrienden had en een slechte reputatie had. In 1991 werd hij aan een test met de leugendetector onderworpen, maar hoewel de machine toon de dat er met zijn antwoorden iets mis was, werd een positief rapport over de test uitgebracht. De federale politie FBI meldde al in 1986 dat Ames bezoeken bracht aan de Sovjet-ambassa de in Washington. Maar er werd met die kennis niets gedaan. Volgens inspecteur-generaal Frederick Flitz was dit niet het gevolg van bewuste bescher ming, maar van slordigheid en incompetentie. Woolsey vol stond met het uitdelen van ver maningen aan elf CIA-ambte- naren, waarvan er overigens al zeven gepensioneerd zijn. Er vielen geen ontslagen, niemand werd van zijn functie ontheven. Dat heeft tot grote ergernis in het Congres geleid. „Als zoiets in een groot bedrijf gebeurt, dan vallen er ook koppen zei sena tor Dennis DeConcici, voorzit ter van de commissie voor ge heime diensten. Woolsey probeerde de kool en de geit te sparen. Hij zei vo rige week dat de zaak-Ames een 'systeemfout' was. Maar in plaats van het systeem te veran deren, heeft hij slechts een handvol ambtenaren een tik op de vingers gegeven zonder ver dere consequenties. CIA-men sen vallen elkaar niet af. Door zijn geheime aard leeft de dienst op een eiland. „Een cul tureel isolement", noemde senator John Warner dat. De CIA-agenten beschouwen zich bovendien als een elite, die geen verantwoording hoeft af te leggen. Door alle kritiek en het ont breken van een duidelijke taak zijn veel CIA-agenten gedemo raliseerd. Daar komt bij dat de CIA de laatste maanden ook an derszins in een kwaad daglicht is komen te staan. Vrouwelijke agenten spanden gedingen aan tegen collega's wegens onge wenste intimiteiten. Zwarte or ganisaties klaagden over het achterstellen van zwarte agen ten. De CIA is, zo gaf Woolsey zelf toe, te lang een bastion van blanke mannen geweest. Hij zei daarin verandering te willen brengen, maar het is de vraag of hij daar de kans toe krijgt. Al deze schandalen hebben de roep om een doorlichting van de CIA doen toenemen. Halverwege de jaren '70 betoogden demonstranten nog op de stoep van het Capitool in Washington tegen de dels zijn er zelfs Congresleden die vinden dat de CIA maar beter kan verdwijnen. Sommige politici vragen zich af of de CIA nog wel nodig is, ter wijl de spionagediensten van de ministeries van buitenlandse zaken en defensie vaak hetzelf de werk doen. Er zijn nog elf an dere militaire en civiele gehei me diensten, die elkaar op vele terreinen overlappen. Het Con gres wil waar voor zijn dure geld: de elf diensten kosten de belastingbetaler elk jaar samen 28 miljard dollar. En erg effectief is de CIA ook niet altijd. In de Amerikaanse media werd er vorige week aan herinnerd dat de CIA het ineen storten van de Sovjetunie niet had zien aankomen en de Iraakse invasie in Koeweit niet had voorspeld, en dat CIA- agenten niet eens in staat ble ken om de handel en wandel van de Somalische rebellenlei- intemationale rol van de CIA. Inmid- FOTO'ARt nut der generaal Aidid te volgen. De dienst richt zich ook nog steeds teveel op Rusland en de nu de mocratische landen in Oost-Eu ropa, waar volgens kwade tong en nu zelfs meer geheim agen ten zouden zitten dan tijdens de hele Koude Oorlog. Overijse kiest voor het laatstalleen BRUSSEL LEO MAAT „Het is de ambtenaren van de gemeente Overijse ver boden een andere taal dan het Nederlands te spreken" stond er op het bordje bij de vreemdelingendienst. De schepen (wethouder) spreekt op een onthaalavond de nieuwe inwoners van zijn gemeente toe. Wie het Ne derlands verstaat begrijpt dat de schepen er trots op is, dat er mensen met meer dan honderd verschillende nationaliteiten in het dorp wonen. Overijse is een gemeente met ruim 23.000 inwoners in de Belgische druivenstreek. Slechts door het Zoniën- woud van de hoofdstad Brussel gescheiden is het Vlaamse dorp een ideale forensengemeente voor bui tenlanders die in de Europese hoofdstad werken. Voor de laatste maal gaan morgen de Belgische inwo ners naar de stembus om de 27 leden van de gemeen teraad te kiezen, zonder dat de vele buitenlanders mo gen meebeslissen. Bij de volgende raadsverkiezingen, in het jaar 2000, mogen alle burgers van de Europese Unie bij lokale verkiezingen hun stem uitbrengen. Deze Europese maatregel werpt zijn schaduw al voor uit in de nu nog zuiver Belgische verkiezingsstrijd. De verstedelijking van het eens zo landelijke centrum van de druiventeelt is hétthema bij de verkiezingen. Het begrip verstedelijking staat gelijk aan de onstuitbare intocht van anderstaligen. Het groene karakter van het dorp is voor de autochtone bewoners synoniem voor het Vlaamse karakter. De meeste serres, zoals de druivenkassen worden ge noemd, staan er in het glooiende landschap zwaar ver waarloosd bij. De druiven zijn zuur voor de oorspron kelijke bevolking. Hele villawijken in het buurtschap Jezus Eik worden door buitenlanders bevolkt. Vele sta tige serristenwoningen zijn gehuurd of opgekocht door kapitaalkrachtige 'Eurocraten'. Alleen de middenstand in het dorp is niet ongelukkig. Bij de bakker staat men de klant graag in zijn eigen taal te woord, zelfs al is dat Frans. Nog niet zo lang geleden werden winkelruiten ingegooid als een winkelier het in zijn hoofd haalde het Frans in de etalage te gebruiken. Dat is nu voorbij, maar in de gemeentepolitiek is de scheiding tussen de taalgroepen nog hermetisch. De Franstalige Belgen hebben zich verenigd in de lijst Union, goed voor eenderde van de zetels. De Vlaamse zetels zijn wel naar verschillende partijen verdeeld. De christen-democraten (CVP) bezitten met 13 zetels net niet de absolute meerderheid. De burgemeester en de meeste schepenen zijn van CVP-huize. De dreigende opmars van anderstaligen heeft geleid tot spanningen binnen de politieke partijen. De slogan van de Vlamingen voor de randgemeenten om Brussel luidt: Waar Vlamingen thuis zijn. De SP gaat de verkiezingen in met de leus: Overijse, waar iedereen zich thuis voelt. Dat ging niet zonder pijn en moeite. De SP besloet een lijst te vormen met de Groenen. Maar de Vlaamse groene partij Agalev werkt nauw samen met de Franstalige zusterpartij Ecolo. Op die manier werden nadrukkelijk anderstali gen op een Vlaamse kieslijst opgenomen. Voor een SP- bestuurslid reden om uifde partijafdeling te stappen. De SP kan op deze manier zijn ene schepenzetel ver spelen, zo vrezen de Vlaamse die-hards. De opmars van hel multiculturele Brussel naar de randgemeenten was zelfs aanleiding voor de oprich ting van een nieuwe, plaatselijke partij: Overijse 2002. Christen-democraten, liberalen en onafhankelijken hebben zich verenigd op deze Vlaamse eenheidslijst, naar het voorbeeld van de Franstalige eenheidslijst Union. Door de Vlamingen alleen spottend aangeduid als „Uw Nederlands Is Ons Nederlands". Opkomen voor eigenheid is het devies van Overijse 2002. „De taaieigenheid, de cultuureigenheid, het Vlaams patrimonium, het Vlaamse landelijk karakter. Dit mag niet verloren gaan", zegt de verkiezingsfolder. De apartheid van de taal wordt door veel inwoners van Overijse gekoesterd. Ook door het plaatselijk cultureel centrum, met de toepasselijke naam Den Blank Voor het verkiezingsdebat zijn alleen de partijvoorzit ters van de Nederlandstalige partijen uitgenodigd. Wie wil er nou niet integreren?, zegt Pierre Absalon van Union verongelijkt. Over zes jaar zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Die kunnen een aardverschuiving teweeg brengen in de machtsverhouding tussen de taalgroepen. Dan kunnen de Vlamingen in Overijse zich nog gelukkig prijzen, dat er veel Nederlanders in het dorp wonen. Zelfs zoveel, dat de plaatselijke hockeyvereniging Oranje heet. Maar het Vlaamse karakter gaat, net als de eens zo bloeiende druiventeelt, hoe dan ook verlo- Chinese haven nummer drie op wereldranglijst De verhoogde wandelpromenade van The Bund biedt een prachtig uitzicht op de Huangpu-i A OOSTERWUK In de turbulentie van het e sche geweld waarmee de Volksre publiek China zich aan het om hoog werken is, draait de haven stad Sjanghai daar in een nog ho ger tempo in mee. Vernieuwing, schaalvergroting, investeren, hard werken en véél lading. De welvaart lonkt en Sjanghai stevent daar op af. „We hebben vorig jaar de hoogste groeicijfers uit onze historie gerea liseerd", vertelt havendirecteur Tu Deming. Via Sjanghai liep ruim 176 miljoen ton lading en dat was acht procent meer dan in 1992. Een aansprekende groei, waarmee Sjanghai derde op de ranglijst van de wereldhaven-top-tien werd en de Japanse haven Kobe achter zich liet. Sjanghai zit middenin een groei proces. Nieuwe terminals voor itainers en kolen; computerge stuurde overslagsystemen en mo derne laad- en lostechnieken. Plus de invulling van een uitgestrekt ha- i- en industriegebied. Sjanghai koerst met dit project min of meer i het kielzog van haar zusterstad Rotterdam, die de vaart naar mo dernisering en uitbreiding in de ja- i vijftig inzette met de aanleg n Botlek en deze later vervol maakte met Europoort en Maas vlakte. Sjanghai werd anderhalve eeuw geleden, als eerste stad in het Chi- e keizerrijk, een internationaal handelscentrum. Een status die ze kreeg toebedeeld nadat Groot-Brit- tannië bij het Verdrag van Nanking 1 1842 een handelsconcessie had afgedwongen; later volgden de Fransen en de Amerikanen. In de jaren twintig en dertig beleef de Sjanghai haar toppunt van macht, maar de glans van een be langrijk scheepvaart- en handels centrum was tegen de Tweede We reldoorlog toch voor een groot deel verbleekt. Na 1949 verdween ze helemaal, toen de Mao-regering de economie verkeerd begon aan te aanpakken. Het tij is echter ge keerd en China heeft de fataal af gelopen Culturele Revolutie inmid dels alweer lang achter zich. Sjanghai heeft nog steeds veel po tentie. De Chinese leider Deng Xiaoping deed er in 1992 dan ook zeer verstandig aan te beslissen dat juist deze stad haar glorierijke po sitie terug moest krijgen, om op nieuw China's eerste handelscen trum te worden. Containerisatie is ook voor de ha ven van Sjanghai de basis voor modernisering en groei. Meer dan één miljoen containers zal Sjang hai dit jaar door haar haven zien passeren. Over zes jaar moeten het er twee miljoen zijn en over twintig jaar liefst zes miljoen. Op de bestaande containertermi- nals aan de Huangpu is nog wel wat groei mogelijk, maar het gros van de miljoenen containers die eraan zullen komen, zal toch el ders in het havengebied een plaats moeten vinden. Nieuwe terminals zijn inmiddels op de kaart gezet. De eerste ligt, over een jaar of drie, in Wai Gao Qiao; en dan niet meer aan de oever van de Huangpu, maar direct aan de Yangste-mon- ding. Wai Gao Qiao is trouwens al in gebruik als terminal voor de aanvoer van de bouwmaterialen waarmee het haven- en industrie gebied Pudong wordt ontwikkeld. Een tweede terminal staat gepland in Jin Shan Zui; aan de noordzijde van de diepe Hangzhou-baai, die tegelijk de zuidzijde van het Pudong-gebied vormt. Voor grote containerschepen is diep vaarwater een eerste vereiste; daarom komen de twee nieuwe terminals buiten het bestaande ha vengebied van de stad Sjanghai. De beperkte bevaarbaarheid van de Yangste-monding, maar vooral van de Huangpu zelfdie met hoogwater slechts een maximale diepgang van 8,5 meter toelaat is een behoorlijk probleem. Het is de vraag of dat probleem kan wor den opgelost. Vooral deskundigen van buiten China hebben daar hun twijfels over. Tu Deming heeft goede hoop dat de bevaarbaarheid van de rivier over een paar jaar wel zal zijn ver beterd. De Chinese regering over weegt namelijk de vaargeul in de Yangste te laten versmallen door de aanleg van twee, in de lengte richting naast elkaar liggende dammen. Deze zullen er voor moeten zorgen dat de stroomsnel heid van het Yangste-water toe neemt. zodat er minder slib zal neerslaan. In de containersector heeft Sjang hai eind vorig jaar al een forse stap vooruit gezet met de vorming van een nieuwe onderneming. Met Sjanghai Container Terminals (SCT), die voor de ene helft eigen dom van het havenbestuur is en voor de andere van de commer cieel krachtige Hutchison Group uit Hong Kong. Het lijkt, voor de FOTO CPD BRAM OOSTERWUK toekomst, de ideale combinatie te zijn. Sjanghai bracht drie terminals in. Hutchison kwam met geld én een directeur: met Ray Mo, die twintig jaar lang in Hong Kong containerervaringopdeed. Hoewel de regering van China niet toestaat dat buitenlandse onderne mingen een meerderheidsaandeel in havenprojecten nemen, spelen Hutchison en ook andere bedrij ven uit Hong Kong een belangrijke ról in de ontwikkeling van de Chi nese zeehavens. Ondernemingen uit de Britse kroonkolonie zijn de laatste tien jaar de grootste inves teerders in Chinese havens ge weest. SCT zal de container-potentie van Sjanghai de komende jaren flink moeten gaan opkrikken. Ray Mo ziet kansen en gelooft in succes. „Dit land en deze stad hebben zul ke geweldige mogelijkheden. Over enige jaren zijn we klaar voor de grote rederijen." Mo rekent er op dat de belangrijke buitenlandse rederijen Sjanghai met hun containerschepen over enkele jaren direct zullen gaan aanlopen. De maatschappijen heb ben daar zelf trouwens nog niets over meegedeeld. De Deense rede rij Maersk Line is nu nog de enige in Sjanghai. Niet met een dienst op Europa, wél met kleinere schepen in een lijndienst van Sjanghai naar de Japanse haven Kobe en de Ver enigde Staten. De naven van Sjanghai. Dat zijn containers en dat zijn ertsen. Dat is steenkool en dat is stukgoed. En dat zijn ook passagiers. China be schikt als één van de weinige lan den nog altijd over een groot aan tal (oudere) passagiersschepen, waarmee het land een groot deel van het reizigersvervoer naar aller lei havens verzorgt. De stad wint het met dat facet van de scheep vaart in elk geval nu al van Rotter dam. De eerste twee delen van deze ha- venserle stonden in de krant van 24 september. In Sjanghai zijn stad en haven één. Schepen komen en sche pen gaan; liggen met grote aan tallen zelfs in het centrum van deze metropool. Geloei van scheepshoorns is dan ook een heel normaal geluid. De inwo ners kunnen hun haven voor durend zien en hem, als ze dit tenminste willen, ook beleven. De binding met de haven is ooit hechter geweest; nog niet eens zo lang geleden. Dat was in de tijd dat er aan de haven- boulevard, aan. The Bund, zelf ook nog schepen lagen. Maar deze relatie is wat verwaterd na dat de stad van de boulevard een verhoogde wandelpromc- nade heeft gemaakt. The Bund was ooit een aven ue van allure; de beroemdste boulevard van het Oosten. Ken merk is nog steeds de lange rij imposante, grijskleurige en re delijk geconserveerde 'renais- sance'-gebouwen uit de jaren twintig van deze eeuw. Een beeld dat aan Ixjnden, Parijs of Buenos Aires doet denken. Fier overeind gebleven, ook toen tij dens de Culturele Revolutie on noemelijk veel Chinees erfgoed zonder pardon tegen de vlakte H'»g. The Bund herinnert volop aan de periode tussen de twee we reldoorlogen; aan het interbel lum, dat voor Sjanghai een tijd van vreugde en verdriet was. Aan de boulevard werd goed geld verdiend; in de lanen en straten erachter werd het uitge geven. Sjanghai was de stad van de decadente danssalons, de fri vole cabarets, de louche borde len en de donkere opiumholen. Het 'Parijs van het Oosten'; soms de 'Hoer van tie Orieftt'. De stad waar regelmatig werd 'gesjanghaaid'; waar zeelieden dus werden geronseld en (door gaans in dronken toestand) aan boord werden gesleurd. Sjanghai is een havenstad die eigenlijk nooit een echte zee mansstad is geweest en dit ook wel niet zal worden. IJitgaans gelegenheden waren er genoeg en zijn er ook nu nog: dure nachtclubs, schreeuwerige dis co's en ongezellige karaoke k.i mers. Maar geen zeemanskroe gen. geen 'gezellige' rosse ha venbuurt. Ver -op-t daar door onbetaalbaar voor de doorsnee-zeeman is er in het Peace Hotel, een eind verderop aan de havenboulevard (die te genwoordig officieel Zhongshan Dong Yi Lu wordt genoemd). Het in de art-deco stijl opge trokken hotel stamt uit 1926. In het hotel schrijver Noël Co ward kwam er graag zit 's avonds een jazzband van zes bejaarde Chinezen, die tegen betaling van dertig yuan (zesen- eenhalve gulden) een dixieland- nummer speelt, 'n Beetje hou terig, maar wel amusant. Het Peace Hotel met zijn jazz band, de bar van het fameuze Ihdij l'intmon Slningi /mil lid drukbeklante Judy's Place het café waar de Britse, Duitse, Australische en Nederlandse za kenlieden elkaar in het week- einde treffen. Variaties genoe& waar wél fors voor moet worden betaald. Ben hts sstad is Sjanghai toch niet. Zelf noemt hij zich 'een con sultje'. Bokke Veltkamp, de 'Rotterdamse man' in Sjanghai. „Van de ongeveer dertig Neder landers die hier werken, ben ik nu nog de enige met een soort overheidspet op. Behalve voor Rotterdam zet ik me ook in voor Nederlandse bedrijven en orga- nomische zaken betaalt mee aan deze, noem het, bescheiden handelspost in China." Shang hai krijgt binnenkort overigens een eigen Nederlandse consul- generaal. Werken in Sjanghai is Velt kamp in de ruim twee jaar dat hij er nu zit beslist niet tegenge vallen. „Er valt met Chinezen prettig en ook snel zaken te doen. Je hoort daar vaak andere verhalen over, maar ik heb die ervaring niet. Sjanghai is een plezierige stad, waar je veel bui tenlandse contacten kunt heb ben. Je blijft hier wel naam kaartjes uitwisselen. Ik heb er zo'n tweeduizend in een doos op mijn bureau staan." Het Rotterdam Commercial Representative Office, op de veertiende verdieping van het Union Building, bestaat sinds zeven jaar. Uitzicht op de druk bevaren Huangpu-rivier. Velt kamp is de derde functionaris die net kantoor leidt. Het res sorteert onder een stichtingsbe stuur met vertegenwoordigers van de Kamer van Koophandel, de gemeente Rotterdam en het ministerie. „Voor Rotterdam doe ik ver reweg het meeste", vertelt hij. „Ik leg contacten, ik handel or ders af. Echt commercieel bezig zijn, onderhandelen over prij zen en zo, dat doe ik niet. Com municatief werk dus wel, want dat wil voor Nederlandse bedrij ven in China nogal eens moei lijk gaan. In de sfeer van de ha ven, van rederijen, van lading gaat het gelukkig steeds beter. Maar al te diep doordringen in de dienstverlening is hier toch wel moeilijk. Al te veel kun je in deze tamelijk beschermde sec tor echt niet ondernemen." Veltkamps grote voordeel is dat hij Chinees spreekt, leest en schrijft Dat is een pluspunt, want communiceren in China's belangrijkste handelsstad gaat moeizaam; ook in het Engels. „Ik heb zes jaar Chinees gestu deerd, in mijn geboortestad lei den. Ik wilde een taal die je niet op een andere manier kunt le ren dan aan de universiteit." Ook hij ziet Sjanghai dagelijks veranderen. Er wordt in een on gelofelijk tempo gebouwd; er kunnen steeds soepeler zaken worden gedaan. „Maar er valt nog véél te doen", Veltkamp. „Neem alleen het verkeer en de wegen in en om Sjanghai. I >aar deugt weinig van. Er is een slechte discipline, waardoor het verkeer voortdurend vastloopt. Gaten in het wegdek, nauwelijks verbindingen met het achter land. Tien uur rijden over drie honderd kilometer is normaal."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 7