Niets leuker dan een heleboel lawaai maken Gympen I Zo doe je dat dus als je rijk bent. Je huurt een kasteel op het Ierse platteland en je nodigt journalisten uit de hele wereld uit om je daar te komen interviewen. Sommige popgroepen kunnen dat maken. R.E.M. bijvoorbeeld. Sinds ze van hun CD 'Automatic For The People' wereldwijd acht miljoen exemplaren verkochten speelt geld geen rol meer. ,,Als onze nieuwe plaat geen succes wordt, is dat geen probleem. Ik hoef niet nog meergeld. Ik heb zat. Berry, Stipe, Mills en Buck, samen R.E.M. R.E.M., brave huisvaders, verdwaald in een opwindende band De hal van Luttrelstown Castle ademt de^sfeer van eeuwen ge leden. Een knapperend haard vuur stelt naarstige pogingen in het werk de gasten met warmte te ontvangen, maar moet het afleggen tegen de hoogte van het plafond. In een nis is provisorisch een kantoortje inge richt. Aan de muur een meters hoge poster van R.E.M., die precies weergeeft hoe de bui tenwereld tegen dit mega-kwartet uit Athens, Georgia aankijkt. Zanger Michael Stipe prijkt prominent op de voorgrond, terwijl drummer Bill Berry, bassist Mike Mills en gitarist Peter Buck moeten vechten om de spaarzame ruimte op de achtergrond. Michael Stipe, die zo wanhopig probeert zichzelf te blijven in een yvereld die van alle kanten aan hem trekt. ,,Ik kan niets zeggen of iedereen stort zich als de eerste de beste amateur-psycholoog op elke lettergreep", zegt hij. Misschien is Stipe wel zo'n geliefd object omdat hij het enige lid van R.E.M. is aan wie een rock 'n roll-imago kleeft. Zijn collega's zijn stuk voor stuk brave huisvaders. Ze be antwoorden in niets aan het stereotype beeld dat voor velen hoort bij het leven in een van de invloedrijkste groepen van de jaren ne gentig. De groep zelf probeert het beeld van R.E.M. als 'de band van Michael Stipe' op alle mogelijke manieren teniet te doen. Bij inter views willen ze alle vier aan het woord ko men, opgesplitst in twee duo's. Bill Berry en Peter Buck werken hun deel van het gesprek af in de fabelachtig fraaie bibliotheek van het kasteel, waar Donne, Shakespeare en Coler idge staan te verstoffen, Mike Mills zit al klaar in een zonovergoten salon, terwijl Michael Stipe ijlings een trap op rent. Eerst Mike Mills dus maar. Hij wil graag uitleggen waarom R.E.M. na de twee akoesti sche albums Out Of Time en Automatic For The People, met daarop hits als Losing my re ligion, Shiny happy people, Drive en Every body hurts, waarvoor recent vier MTV-awards in de wacht werden gesleept, op de nieuwe CD Monster toch weer teruggrijpt op het har dere gitaargeluid van eerdere platen. Om te voorkomen dat mensen gaan denken dat R.E.M. een band van oude mannetjes aan het worden is misschien? Akoestisch ,,Nee, oud worden we allemaal. Een paar jaar geleden kregen we schoon genoeg van de elektrische gitaar. We besloten het maar eens akoestisch te proberen. Hebben we gedaan. En met Automatic For The People hadden we het gevoel dat we onze top zo ongeveer be reikt hadden. Veel beter zou het op dit mo ment met die soort muziek waarschijnlijk niet gaan. Inmiddels hebben we alweer onze buik vol van alleen akoestische instrumen ten. Want wat is nou leuker dan met de ver sterker op tien een heleboel lawaai te maken? En leuk, daar gaat het ons om. We maken muziek voor het plezier." In de afgelopen vijf jaar gaf R.E.M. welge teld één concert. Met de nieuwe CD in de achterzak gaan de vier toch maar weer op wereldtournee. In maart doet de groep Ne derland aan. De R.E.M.-leden hebben de tourneeloze tijd tussen de albums ondermeer gevuld met vriendendiensten. Maar solo-pla ten zijn er merkwaardig genoeg nog niet ver schenen. Mills: „Ik denk dat we ons allemaal, ieder voor zich, realiseren dat een R.E.M.-album altijd beter zal zijn dan een solo-plaat. We zijn in principe vrij om te gaan en staan waar we willen. Geen van de anderen zou er een probleem mee hebben. Maar, als ik vijf nieu we songs heb, wil ik dat R.E.M. ze speelt." Opeens klinkt vanuit een hoek van de sa lon een andere stem. NJichael Stipe. „We zijn te druk voor solo-platen. Ik weet dat ieder van ons er over gedacht heeft. Ik zeker. Er komt ook ooit een solo-album van mij. Abso luut. Ik weet nog dat ik, toen ik nog een tie ner was en een fan van The Rolling Stones, Mick Jagger een behoorlijke stomkop vond dat hij pas na twintig jaar met zijn eerste so lo-plaat kwam. Inmiddels begrijp ik dat hij al zijn energie in de band stopte." Stipe sluipt binnen en gaat als een kat zo geruisloos naast Mills op de bank zitten. Ge breid mutsje op. T-shirtje. Een magere man met een kleine sik. Hij informeert belangstel lend waar het gesprek over ging. Over de ver andering van stijl onder andere. Waarom een hard album? Stipe: „Ik was zeer verbaasd over het suc ces van 'Automatic..'. Het was zo'n ongebrui kelijke plaat voor dat moment. Ik had niet ge dacht dat je twee jaar geleden een CD kon uitbrengen rond de thema's dood en vergan kelijkheid en er acht miljoen van kon verko pen. Nu wilden we alle vier dit: een cranky (bizar) rock-album. We konden toch niet met nog een 'Automatic..' komen? R.É.M. maakt nooit twee dezelfde platen na elkaar. Dat zou vervelend zijn. Geen enkele 'grote' band doet dat." O, en The Stones dan? „Die hebben dan ook een stel stierlijk ver velende platen gemaakt. In geen jaren heb ben ze een goede plaat uitgebracht. Hun laatste fatsoenlijke album was Some Girls. Dat is..." Achttien jaar geleden. Stipe: „En beangstigend." Geruchten De zanger en tekstschrijver van R.E.M. is in goeden doen. De video bij de hitsingle What's the frequency, Kenneth? laat een getergde, van energie overlopende Michael Stipe zien. De geruchten dat hij aan AIDS zou lijden of sero-positief zou zijn, blijken niet waar. Die verhalen staken de kop op vlak voor Automa tic For The People verscheen en duidelijk werd dat R.E.M. andermaal niet op tournee zou gaan, Stipe geen interviews wilde geven en foto's aantoonden hoe mager hij was ge worden. En toen verscheen ook nog dat som bere album. Mills: „Het was net dat Paul-McCartney-is- dood verhaal. Mensen gingen zoeken naar de kleinste aanwijzingen." Stipe: „Ik was er tien minuten door van de kaart.- Het leek wel een samenzwering. Ik gaf geen interviews, omdat ik niets had uit te leg gen. En we hadden afgesproken dat Mike en Peter aan de beurt waren. Daar komt bij dat ik in de jaren daarvoor juist wel veel inter views had gedaan en me ook met allerlei za ken buiten de muziek had bemoeid." Zo werkte Stipe mee aan de verkiezingscampag ne van Bill Clinton. Op Monster is de dood in slechts één num mer terug te vinden: Let me in. Stipe schreef het naar aanleiding van de zelfmoord van zijn vriend Kurt Cobain, de zanger van Nirva na. Mills: „We hebben het niet zien aankomen. Iedereen wist alleen dat hij ongelukkig was. Je komt er nooit achter wat in iemands hoofd omgaat. Bovendien deed hij zichzelf al zoveel andere dingen aan die dodelijk hadden kun nen zijn..." Stipe: Niemand geloofde dat hij zelfmoord zou plegen, maar veel mensen dachten wel dat hij jong zou sterven. Het gebeurde niet omdat zijn carrière te snel ging. Er zijn er maar weinig die snel populair worden en zich dan door het hoofd schieten." In de bibliotheek zegt Peter Buck een half uur later: „Kurt was nergens op berekend. Niet op het succes, maar eigenlijk niet op het hele leven. Hij zou ook geen gelukkige auto monteur zijn geweest." De overgang naar het andere duo halverwege de interviewsessie komt wat ongelegen. Maar gelukkig zijn ook Buck en Berry loslippig. Bill Berry: „We willen voor de tour begint nog tien nieuwe num mers instuderen. Sommige daarvan moeten we nog schrijven. We hebben gisteravond nog drie nummers geschreven. De kans is groot dat we een live-album gaan uitbrengen. Vijf concerten zullen worden opgenomen. R.E.M. is wel toe aan een live-plaat, Daar ko men dan ook die nieuwe nummers op." Drie nieuwe nummers op één avond, dat vraagt om uitleg. Die komt van Peter Buck, die bovendien ongegeneerd het nieuwe al bum in een onverwacht daglicht stelt: „We hadden gisteravond zwaar getafeld, met veel wijn en we kregen gewoon zin om wal lawaai te maken. De drie nummers van gisteravond zijn weer heel anders van stijl dan Monster. Niet zo basic Het klinkt misschien gek, maar Monster is bijna een domme plaat, een dom glamour-rock album. Zo is een plaat altijd een momentopname. De volgende plaat zal anders klinken. Althans, dat hoop ik van har te." De gitarist en de drummer ontkennen dat Monster zo hard is uitgevallen om de band het juiste repertoire te verschaffen voor een tournee. Buck: „Je weet nooit wat je doet, voor je het doet. Je kunt je wel van alles voornemen, maar nieuwe richtingen afspreken is lastiger dan je denkt. Je weet pas hoe de songs gaan klinken als je ze aan het schrijven bent, Na een nummer of twaalf, vijftien word je pas duidelijk welke kant het op gaat. Een machtig interessant proces van zelfontdekking." Berry: „Gelukkig heb je niets alles onder controle. Je weet nooit welk soort nummer uit de pen zal vloeien. Het is in deze strikt ge regelde business het enige dat niemand in de hand heeft. Hele avonden, dagen, weken pra ten we over video's, hoezen, belichting, con certen. Maar dat komt allemaal voort uit dat ene onberekenbare moment van ongecon troleerde creativiteit. Gelukkig maar." Sterren Sterren zijn ze niet. Ze moeten er niet aan denken. Berry: „Ik ben zeer gehecht aan mijn plek in deze band. Ik kan gelukkig nog ge woon de straat op. Niemand kent me. Geen kids bij de deur en niemand die in mijn post zit te snuffelen. R.E.M. is genoeg. Op mo menten dat ik niet voor de band werk, keer ik de muziek de rug toe." Dat geldt niet voor Peter Buck. Zijn naam is regelmatig op platenhoezen te vinden als gastmuzikant. „Ik wil spelen. Liefst op de achtergrond. Als R.E.M. ooit stopt, zien ze mij niet meer in een band. Met vrienden spelen in de studio is prachtig. Ik moet er niet aan denken vooraan te staan. Ik schrijf wel eens teksten, maar ik wil niet opvallen. Ik ben een goede, goedkope sessie-gitarist. Ik help graag anderen." Brave vaders, verdwaald in een opwinden de band. Alleen Michael Stipe blijft een raad sel. ZATERDAG 8 OKTOBER 1994 Mijn eerste gymschoenen kreeg ik toen ik naar de middelbare school ging. Voordien waren ze niet echt nodig geweest, volgens mijn moe der. Gymnastiek deed je maar op je blote voeten. Maar de middelbare school stelde gymschoenen ver plicht, net als een tekendoos, een verenvleugel voor potloodstuf, een passer en een plastic driehoekje met gradenboog. Gelukkig dat de school dat alles verplicht stelde, want anders was het er niet van ge-: komen. En vooral naar die gym schoenen had ik al jaren verlangend uitgekeken. Ik kan me niet herinne ren of we ze toen ook al gympies noemden. Ik denk eigenlijk dat in mijn schooltijd gymschoenen nog gewoon gymschoenen werden genoemd. En dat de benaming gympies pas later opkwam. Maar misschien vergis ik me. In ieder geval is wel zeker dal de vorm 'gympen' veel later ontstaan is. Waarom heten gympen eigenlijk gym pen? Ik bedoel: waar komt die p vandaan? Gym kan ik begrijpen, want dat is een ver korting van gymnastiek. Maar gymp lijkt raadselachtig, aangezien er geen gympnas- tiek is. Waarom heeft gympen een pi Het antwoord heeft natuurlijk te maken met die eerder opgedoken gympies. Als gympies het verkleinwoord is, dan hoort gympen daarbij, zoals lampies en lampen bij elkaar horen, en koppies en koppen. De p van gympen is dus overgenomen van de p in gympies oftewel gympjes. Maar daarmee is hel raadsel nog lang niet opgelost. Want hoe komt gympies/gympjes aan zijn p? Als het 't verkleinwoord van gym is, dan zou je I gymmetje verwachten. Zo is nu eenmaal de regel in onze taal. Kijk maar naar ram rammetje, kam kammetje, bom bommetje. Heeft de voorafgaande lettergreep een korte klinker, dan is het verkleinwoord gevormd met - etje. Als daarentegen de voorafgaande let tergreep een lange klinker heeft, dan krijgt het verkleinwoord -pje: bloem bloempje, riem riempje, zeem zeempje. Gym heeft een korte klinker, en daarom zou je gymmetje mogen verwachten. Die regel van korte en lange klinker zien wc vaker. Vergelijk ton tonnetje, kin kinnetje, maar toon toontje, zoen zoentje. En hetzelfde onderscheid ook bij kwal kwalletje, bol bolletje, tegenover paal paaltje, kool kooltje. En ook tor torretje, kar karretje, maar boor boortje, vuur vuurtje. We staan er niet bij stil maar kennelijk is er een regel in het Ne derlands voor verkleinwoorden die zegt: na een lettergreep met korte klinker moet er - etje achter, en na een lettergreep met lange klinker moet het -pje of -tje zijn. Gym heeft, afgezien van de spelling met y' gewoon een korte klinker en dus zou het verkleinwoord gymmetje moeten zijn; en niet gympie/gympje. Vandaar dus de vraag hoe het komt dat desondanks gympies- /gympjes de gewone vorm geworden is (en vervolgens gympen daarvan afgeleid). Of wordt de y toch als een lange klinker opge vat? Ik denk van niet. De oplossing van dit raadsel lijkt me te liggen in de uitspraak van het woord gym- schoenen. Op de een of andere manier zeg- gen we bijna allemaal vanzelf ongeveer gymPschoenen. Net zoals we hamster meestal uitspreken als hamPster. En nel zoals in 'hij komt' bijna vanzelf een p bin nensluipt: 'hij komPt' (en vandaar in som- mige dialecten ook 'ik komp'), Evenzo klinkt 'hemd' als gauw als 'hemPd' (en van- daar 'hempie' met een p). Vanuit de uitspraak gymPschoenen is het l logisch om, als verkorting, gympies te zeggen. Eigenlijk dus als verkleinwoord bij 'gymp', niet bij 'gym'. En is eenmaal gym- pies het gewone woord, dan kun je daarvan het verkleinings-achtervoegsel weglaten en dan wordt het 'gympen'. Oorspronkelijk waren alle gymschoenen blauw. Of zwart of wit. Ik heb er nooit veel op gelopen. Eigenlijk alleen bij de gymnas- heidessen op school, die ik zelden bezocht. De mode om ook gewoon op straat gympies! te dragen was van na die tijd. Vooral toen ze! in alle kleuren van de regenboog werden gemaakt. Ik geloof dat ze toen pas gympen j gingen heten. Maar nu zie je ze alleen nog een enkele conservatieve junk dragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 41