'Je voelt je verdomd lullig als ze
zo'n oud zoeklicht op je richten'
Tweede Kamer staat machteloos in mestdebat
Feiten &Meningen
Regeringspartner
VVD houdt Van
Mierlo in de gaten
Verhuiskosten blijven ter discussie staan
ZATERDAG 8 OKTOBER 1994
NIEUWSANALYSE
Eén losse gedachte over een ideaal dat de
eerstkomende tien jaar toch niet zal worden
gerealiseerd, en de paarse coalitie is in rep
en roer. Hans van Mierlo moet vorig week
einde raar hebben opgekeken toen hij te
rugkeerde van zijn bezoek aan de Algemene
Vergadering van de VN. Zijn terloopse sug
gestie een permanente VN-brigade in het
leven te roepen, had de daar aanwezige di
plomaten nauwelijks uit hun sluimer kun
nen wekken. Maar in Nederland ontston
den prompt de eerste haarscheurtjes in het
pleisterwerk van de paarse coalitie.
WD-builenlandwoordvoerder Weisglas
en CDA'er De Hoop Scheffer wekten dé in
druk alsof Van Mierlo in New York zomaar,
zonder een mens te waarschuwen, een re
volutie had afgekondigd. Hel eerbiedwaar
dige college mag niet misbruikt worden
voor hel onbezonnen lanceren van plan
nen, protesteerden zij. Bovendien vonden
zij het idee van Van Mierlo ook inhoudelijk
maar niets.
Dat De Hoop Scheffer als lid van de op
positie elke gelegenheid dankbaar aangrijpt
om het gezag van Van Mierlo te ondergra
ven, hoeft niemand te verbazen. Maar Het
feit dat regeringspartner VAD daar gretig
aan meedeed, is wél opmerkelijk.
Die wedstrijd 'Frans tegen Hans' doet
denken aan de permanente campagne die
de WD*in zijn oppositieperiode '89-'94
voerde tegen PvdA-minister Jan Pronk.
Pronk kan, sedert hij in de jaren zeventig
voor het eerst zijn gidsland-vingertje op
stak, in de ogen van WD'ers geen goed
meer doen.
De gevoeligheid hij de VVD voor het op
geheven vingertje maakt dal die partij
scherp let op de 'buitenlanddriehoek'. Met
D66-vice-premier Van Mierlo, de
'huismoralist' van de PvdA Pronk en de ge
rehabiliteerde leider Voorhoeve hebben de
drie coalitiepartijen elk flink geïnvesteerd in
dit deel van het kabinet. Dat is geen toeval.
Het trio zwaargewichten moet de komende
jaren een van de lastigste klussen uit het
paarse regeerakkoord Idaren. In ambtelijke
taal: de 'herijking' van het buitenlandse be
leid.
Moet het budget voor Ontwikkelingssa
menwerking omhoog, zoals de PvdA wil, of
omlaag, zoals de WD eist. Moeten de mil
jardenbezuinigingen op Defensie worden
geschrapt zoals de WD wil qf door
gaan, hetgeen de PvdA voorstaat? Het re
geerakkoord laat deze vragen zorgvuldig
onbeantwoord. Omdat alleen D66 zich nog
niet helder over deze kwestie heeft uitgela
ten, is voor Van Mierlo hiér dé ról van brug
genbouwer weggelegd.
Deze positie brengt met zich mee dat Van
Mierlo nog méér dan "zijn collega's nauw
keurig moet wikken en wegen. Hij moet de
belasting van de pijlers onder het kabinet
eerst tot achter de komma uitrekenen voor
dat hij een loopbrug lussen de coalitiepar
tijen kan leggen. In dit licht bezien was zijn
actie bij de VN dan ook onbesuisd.
Door een lans te breken voor de oprich
ting van een permanente VN-brigade. heeft
hij zich wel erg vlot aangesloten bij het
kamp der 'intérventionisten'. Terwijl het ka
binet nog anderhalf jaar de tijd wil nemen
om het nieuwe buitenlandse beleid te for
muleren, heeft Van Mierlo zijn conclusie al
getrokken. De internationale gemeenschap
moet volgens hem in actie komen als volke
ren ergens in de wereld massaal aan het
moorden slaan.
Met die hartekree' kan natuurlijk nie
mand het oneens zijn. Maar de praktijk
toont dat de»beschaafde wereld weinig ge
negen is daadwerkelijk tussenbeide te ko
men op het slagveld als er geen directe be
langen op het spel staan. De moord op tien
Belgen in Rwanda hijvoorbeeld was vol
doende de VN-blauwhelmen uit dat land te
verdrijven.
Vergeleken met de vlakke start van het
paarse kabinet, lijkt Van Mierlo's creatieve
gefilosofeer mooi meegenomen. Maar de
D66-leider moet oppassen dat hij met het
lanceren van onrealistische ideetjes niet
CDA-minister Maij-Weggen achterna gaat.
Het oplaten van ballonnen oogt feestelijk,
maar leidt op den duur onvermijdelijk tot
aantasting van het gewicht van de betrok
ken bewindspersoon. Van Mierlo kan zich
dat niet veroorloven. Op de hielen gezeten
door het nog steeds oppositievoerende
WD-kamerlid Weisglas, zal hij al zijn gezag
nodig hebben om de paarse ploeg door het
buitenlandse mijnenveld te loodsen.
DEN HAAG PAUL KOOPMAN
ij PETER DE VRIES
Probeer een buitenlander het Nederlandse mestpro
bleem uit te leggen en hoongelach is uw deel. Hel
roemrijke Holland, dat met succes de wrede zee wist
buiten te sluiten, dreigt binnendijks te verzuipen in de
stront. Grappiger kan liet welhaast niet. Vertel er ver
volgens bij dat de politiek al tien jaar lang vruchteloos
naar een oplossing zoekt en het succes is compleet.
Volgende week woensdag buigt de Tweede Kamer zich
voor de zoveelste keer over de mest. Een ogenschijnlijk
belangrijk debat, want het is de eerste keer dat 'paars'
over het mestbeleid praat. Zowel PvdA als WD hebben
in het verleden te kennen gegeven dat ttët hele beleid
op de schop moet om het probleem voor eens en voor,
altijd de wereld uit te helpen. Nu het CDA in de opposi
tie zit, hebben beide partijen hun kans.
Degenen die vuurwerk (lees: inkrimping) verwachten,
komen bedrogen uit. De Tweede Kamer speelt namelijk
geen rol van betekenis meer in het mestbeleid. Minister
Van Aartsen (landbouw) en zijn collega De Boer
(milieubeheer) doen zaken met de boerenbonden, niet
met het parlement.
De Kamer is buitenspel gezet tijdens de onderhandelin
gen vorig jaar tussen kabinet en bonden. Na vele moei
lijke uren onderhandelen lag er in de nacht van 12 op
13 mei een mestakkoord tussen regeringen landbouw
organisaties. Het was zo broos dat er geen letter aan
kon worden veranderd zonder de hele overeenkomst
op het spel te zetten. Het parlement werd daarmee voor
een voldongen feit geplaatst en kon niet anders dan zijn
zegen geven.
Nu het mestakkoord niet tijdig uitvoerbaar blijkt, zou
de Kamer kunnen ingrijpen. Maar dat is geen reële op
tie. Er leidt geen weg terug van de ingeslagen richting.
Feit blijft dat is afgesproken dat de overheid een aantal
stappen terug doet. Den Haag beslist straks niet langer
welke boer mest mag produceren en hoeveel. De boek
werken aan regeltjes, normen en ge- en verboden
wordt vervangen door één ijzeren wet: iedere boer mag
vee houden, mits hij de mest maar op milieuverant
woorde wijze afzet.
De overschakeling van het oude op het nieuwe systeem
blijkt echter meer tijd te vergen dan gedacht. Geplande
beleidsinstrumenten blijken nog fraudegevoelig, terwijl
wetenschappelijk niet eens vaststaat hoeveel mest er op
het land mag worden uitgereden. Het kost simpelweg
meer tijd de nieuwe trein op de rails te zetten.
De grote vraag is of de politiek bereid is de sector meer
tijd te gunnen. Daarmee steekt de inmiddels klassieke
kwestie weer de kop op: kiezen voor economie of voor
ecologie? Op zijn vroegst zijn de nieuwe beleidsinstru-
pas in 1997 klaar. Pas dan kan er, met behulp
de mineralenboekhouding, langs elke individuele
boer een meetlat worden gelegd. Pas dan ook kan wor
den geconcludeerd of een veehouder netjes op het
milieu past of te veel mineralen in de bodem Iaat ver-
dwijnep. Door een heffing te koppelen aan mineralen-
verspilling, wordt milieuvriendelijk gedrag bevorderd.
Ogenschijnlijk lijkt de politiek dus toch een belangrijke
rol toebedeeld. Komt er uitstel of niet? Het antwoord
ligt voor de hand: natuurlijk komt er uitstel. Want de
Kamer heeft geen mogelijkheden in te grijpen. De frac
ties kunnen het kabinet in theorie bevelen tot inkrim
ping van de veestapel over te gaan. In de praktijk is dat
onmogelijk. Niemand weet namelijk hoe inkrimping
haar beslag moet krijgen.
De overheid kan van elke veehouder produktierechten
afpakken. Met het gevolg dat geen enkel bedrijf nog
rendabel draait en de hele sector failliet gaat. Dat kost
niet alleen duizenden boeren de kop, maar ook tiendui
zenden werknemers in aanverwante bedrijfstakken hun
baan. Terwijl 'werk, werk en nog eens werk' centraal
staat in het regeerakkoord. De overheid kan natuurlijk
ook zelf produktierechten opkopen, maar dat kost veel
geld. En dat is er niet.
De kunst is milieu-onvriendelijke veebedrijven weg te
saneren en de milieubewuste bedrijven intact te laten.
Dat is precies wat, op termijn, met het nieuwe beleid
wordt bereikt. Gestimuleerd door een heffing op mine
ralenverliezen kan elke veehouder zijn eigen keuze ma
ken. De een zal investeren in een milieuvriendelijker
bedrijfsvoering, de ander zal de voorkeur geven aan be
drijfsbeëindiging. Per saldo neemt het aantal dieren in
ieder geval af.
Er is nog een reden de sector -en Van Aartsen- wat
meer tijd te geven het nieuwe beleid op poten te zetten.
Doorkruising van eerder gemaakte afspraken zal de tere
verhouding tussen politiek en boeren grondig verpes
ten. Dan komt er van het beleid helemaal niets meer te
recht.
Het milieu lijkt daarom bij voorbaat de verliezer van het
komende debat. Er wordt de komende jaren meer mest
uitgereden op het land dan aanvankelijk gepland. Maar
ook dat verlies is betrekkelijk. Want al krijgt de hele
veestapel vandaag de kogel, dan nog is het milieupro
bleem niet opgelost. Grote delen van de Nederlandse
bodem zijn immers al verzadigd met fosfaten pn nitra
ten uit de mest. Die mineralen zullen nog decennia
lang uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater.
Wat dat betreft maakt een paar jaar uitstel voor nieuw
beleid niets meer uit.
Mannen van Leo 'Dogvan der Bom bewaken luchtruim Bosnië
Eigenlijk is het een onwezenlijke situatie, vindt
hij zelf. Het ene moment hang je in je F16 bo
ven het kapotgeschoten Bosnië, een paar uur
later sta je in Levi's 501 en bijbehorende zomer
se hemdsmouwen te keuvelen in de pianobar
van hotel Gritti, je viersterren onderkomen in
Bardolino, pal aan het Gardameer. Marmer
rondom, een receptionist inArmani-snit, noot
jes en een pilsje bij de hand, in plaats van de
vuurknop en de stuurknuppel. Alsof er een paar
honderd kilometer verderop geen Sarajevo of
Mostar bestaat.
Leo 'Dog' van der Born, de com
mandant van het Twentse detache
ment in Villafranca, veegt zijn hand
door de lucht. Bosnië en Bardolino,
het zijn twee compleet gescheiden
werelden. „Als je boven Bosnië
vliegt, schakel je dit hier compleet
uit. 1 let is zo ontzettend vreemd om
Sarajevo vanuit de lucht te zien lig
gen. En al die dorpjes, met die ca
briolet-huizen. Nergens een dak,
het is niet te geloven."
Afgelopen weekeinde hebben de
Twentenaren het commando over
genomen van de vliegers van de ba
sis Volkel, die een halfjaar in Italië
hun werk hebben gedaan. Het is
voor de Twentenaren de tweede
keer dat zij zijn belast met de lucht-
bewaking boven Bosnië. Deze week
vloog Van der Bom voor het eerst
zelf boven vijandig gebied. Onwer
kelijk en vreemd zijn de woorden
die de luitenant-kolonel verbindt
met de missies in de no-fly-zoneoi
boven de safe havens, de gebieden
in het voormalig Joegoslavië die
door de VN tot verboden terrein
zijn verklaard voor de strijdende
partijen. Tot 1 april leveren de luite
nant-kolonel en zijn boys van het
315de squadron van de vliegbasis
Twenthe het Nederlandse deel in de
VN-operatie, met als doelen het af
dwingen van het vliegverbod boven
Bosnië, de bescherming van de tot
veilig uitgeroepen gebieden en die
van de VN-manschappen die zich
op het strijdtoneel bevinden.
Vliegen boven oorlogsgebied, waar
je weet dat er beneden iemand zit
die je het liefst neer wil halen, is
ondanks al die trainingsuren on
vergelijkbaar met welke simulatie
ook. „Je voelt je verdomd lullig als
ze zo'noud zoeklicht op je richten",
zegt kapitein Auke Sieswerda..Hij is
net terug van een vlucht richting
'Joegoslavische' kust, om kennis te
nemen van de procedures rond de
missies. Hoe verloopt het contact
met Awacs, de radarvliegtuigen bo
ven Hongarije en de Adriatische Zee
en hoe zit het met het tanken.
Sieswerda was ook tijdens de vorige
detachering van de vliegbasis
Twenthe in Villafranca als piloot
boven Bosnië actief. „Er wordt
voortdurend op je geschoten, 's
Nachts zie je hoe de lichtspoormu
nitie naar boven komt. Ze schieten
met van alles, pistolen, mitrailleurs.
Ze kunnen je op die manier niet ra
ken, want je gaat op een veilige
hoogte zitten, maar als je een aan
val moet doen, kom je veel lager. Als
je dan op het juiste moment, op de
juiste plek schiet, kun je mij in feite
met een simpel pistoolschot uit de
lucht halen."
Alert zijn behoort dan ook tot het
'overlevingspakket' van de vliege
nier. Continue waakzaamheid is
onmisbaar, want behalve Bosnische
cowboys die in het wilde weg rond-
schieten met lichte wapens, zijn er
ook de geregelde troepen die be
schikken over dodelijke raketten.
De wetenschap dat ze anderen echt
bescherming kunnen bieden, geeft
de piloten de zekerheid zinvol bezig
te zijn, en degradeert de verhalen
Voor de Twentenaren is het tweede keer dat zij het luchtruim boven Bosnië controleren.
van de borreltafel in Nederland 'dat
ze maar wat rondvliegen daar, met
die dure kisten', tot een fabeltje.
„Soms is je aanwezigheid al genoeg,
dat de mensen beneden je kunnen
horen datje er bent."
Commandant Van der Born maakte
het zelf ook mee. „Laatst gaven we
luchtsteun aan een Britse eenheid,
die had onder vuur gelegen. Als je
dan die makkers meldt dat je boven
hen zit, hoor je een zucht van ver
lichting."
Echt ingrijpen met de vuurkracht
van de F16 was er tot nu toe niet bij,
intensief overleg en de controle van
de melding dat er ergens iets loos is,
gaat aan iedere actie vooraf. Als de
bevestiging komt en er daadwerke
lijk moet worden opgetreden, is het
zaak de schade zoveel mogelijk te
beperken. De veiligheid staat voor
op, zowel die van de VN-jongens in
het oorlogsgebied, als van de pilo
ten boven hen.
De vliegeniers kennen en prijzen de
afspraken, maar soms borrelt het,
bijvoorbeeld als 's avonds de insla
gen van kanon- of mortiervuur
spookachtig oplichten en de woede
ARCHIEFFOTO
over de zinloosheid van het conflict
de kop opsteekt. Het inzicht van het
gevaat van escalatie wint het tot nu
toe van een jeukende vinger aan de
vuurknop. Het gevoel van onbeha
gen blijft, net zoals die ene vraag:
'Waar doen we het allemaal voor'.
VILLAFRANCA MARTIN VOS
TOM JANSSEN
BELASTING BELICHT
Begin 1993 dacht de Hoge Raad een grote discussie op
gelost te hebben door te beslissen dat verhuiskosten al
tijd aftrekbaar zijn als men na een verhuizing op min
der dan tien kilometer van het werk kwam te wonen.
Door de uitspraak van de Hoge Raad zijn echter zoveel
nieuwe vragen ontstaan, dat de discussie daardoor vro
lijk door is gegaan. Door uitspraken van lagere rechters
komt daar nu langzaam verandering in.
Verhuiskosten zijn aftrekbaar als ze zijn gemaakt in
het kader van de dienstbetrekking. Zoals in het geval
"dat men moet verhuizen omdat men gaat werken in
een andere plaats dan waar men eerst woonde. Men
kan echter ook om rfieer persoonlijke reden verhuizen,
bijvoorbeeld omdat men het stadsleven beu is en op
het platteland gaat wonen. Het zal duidelijk zijn dat de
fiscus dan een streep door de aftrekpost zet.
Het is natuurlijk soms maar raden of de verhuizing
om een zakelijke of juist om een persoonlijke reden is
gedaan. Om van deze discussie af te zijn heeft de Hoge
Raad begin 1993 in het zogenaamde 'Tien kilometer-ar
rest' bepaald dat als iemand verhuist naar een nieuwe
woning die binnen een afstand van tien kilometer van
het werk ligt de verhuiskosten altijd (zonder nader on
derzoek) aftrekbaar zijn.
De discussies gingen echter na de uitspraak van de
Hoge Raad door. Punt van discussie was vooral hoe de
uitspraak van Nederlands hoogste rechter nu uitgelegd
moest worden. De eerste rechterlijke uitspraken hier
over beginnen nu het daglicht te zien zodat langzaam
duidelijk wordt wat nu wel en niet kan.
Wat wel e
t kan
Het Gerechtshof te Amsterdam moest oordelen over
een zaak van een personeelsconsulente die in 1986 op
28 kilometer van haar woonplaats ging werken. Van
haar baas kreeg ze een auto van de zaak zodat ze op en
neer kon pendelen. Drie jaar later verhuisde ze naar
een woning op twee kilometer afstand van haar werk.
Met het 'Tien kilometer-arrest' van de Hoge Raad in de
hand wilde ze de verhuiskosten aftrekken. De inspec
teur weigerde dit echter. Het Gerechtshof te Amster
dam keurde de aftrek echter goed. Volgens dit Hof is de
uitspraak van de Hoge Raad duidelijk: komt men op
minder dan tien kilometer van het werk te wonen dan
zijn de kosten altijd aftrekbaar, verder is er dan geen
discussie meer mogelijk. Dat de vrouw pas drie jaar na
dat zij haar nieuwe baan had gehad was verhuisd is
hierbij kennelijk niet van belang.
Het Gerechtshof in Den Haag kreeg een soortgelijk
op haar bord. In dit geval ging iemand ook bij een
baas werken, maar verhuisde daarna meteen
naar een huurwoning in de buurt. Deze huurwoning is
op meer dan tien kilometer van het werk en de reistijd
is zo'n 25 minuten.
Ruim twee jaar later verhuist hij naar een koopwo
ning die minder dan tien kilometer van zijn kantoor
ligt. De reistijd loopt hierdoor terug naar vijf minuten.
De verhuiskosten van deze verhuizing wil hij aftrekken.
De inspecteur en het Gerechtshof laten dit echter niet
toe. volgens het Hof is er in dit geval geen sprake van,
een nieuwe dienstbetrekking zodat de kosten ook niets
te maken kunnen hebben met de dienstbetrekking. De
belastingbetaler probeerde het nog door te stellen dat
hij door zijn verhuizing een bijdrage zou hebben gele
verd aan de oplossing van het fileprobleem, maar het
Hof bleef bij haar standpunt: geen aftrek.
Sommige belastingdeskundigen menen inderdaad
dat het 'Tien kilometer-arrest' ruimte openlaat voor af
trek als men zelfs verder van het werk af (maar binnen
tien kilometer blijft) gaat wonen. De Haagse belasting
rechter denkt hier echter anders over. Volgens hem be
staat er geen recht op aftrek als men verhuist naar een
andere woning binnen een straal van tien kilometer, de
aftrek ging dus ook in dit geval niet door.
0 ewr winkéliêr
WILT PROTESTS T&irtN
VERRUIMING- WJ
^ot:AiJkl£-CTTlQ£kl
'G<m mVFCr
HfLMS ZM It WW
AWMAAt Ai WêG,
t<m wmm o
ut. rèt Wmw WG