Een nieuwe start voor de Duiventil
Ontgroening: spel dat soms grof gespeeld wordt
'Ik kom helemaal niet uit Friesland'
Het Gesprek van de Dag
Noordwijks café met lage drempel
Theo Bakker
Als er wat is
ZATERDAG 8 OKTOBER 1994
Hij komt uit de wielrennerij dus
de term 'valse start' klinkt Wim
van Duivenbode bekend in de
oren. In zakelijk opzicht heeft
hij ook een keer zo'n valse start
meegemaakt, want het eerste
echte Leidse Sportcafé van deze
duizendpoot - die zich intussen
gerust mag rekenen tot de 'be
kende' Leidenaars - was geen
lang leven beschoren. Maar niet
getreurd, een herkansing zit er
altijd in. Ook voor 'Duif. Die
gisteravond in Noordwijk zijn
Duiventil officeel openstelde
voor 'invliegers' van diverse
pluimage. Het was meteen
stampvol in de nieuwe, oude
kroeg waar oud-international
Wim Rijsbergen en Sparta-prof
Alfons Groenendijk het eerste
rondje tapten.
Sportrubriek
De naam van de horeca-gele-
genheid in de Zeestraat is recht
streeks onttrokken aan die van
zijn (sport)rubriek in het
Leidsch Dagblad. Al jaren verza
melt hij daarin het 'kleine'
nieuws uit het verenigingsleven
in de regio. Dat 'laag-drempeli-
ge' spreekt 'Duif in zijn nieuwe
dienstverband eveneens wel
aan. Hij hoopt althans dat dat
straks voor zijn bruine café ook
zo zal gelden.
Van Duivenbode - ook wel ge
kend onder de naam Gé Rucht -
runt de zaak samen met Koos
van Eek, de man van de centen.
De vroegere penningmeester
van de roemruchte basketbal
club Parker Leiden houdt al ja
ren domicilie in Noordwijk al
Wim van Duivenbode en Koos van Eek (r) voor hun nieuwe uitspanning in de Noordwijk-
se Zeestraat. foto dick hogewoninc
waar hij een administratiekan
toor bestiert. „Via mijn zaak
kwam ik aan de weet dat deze
tent, toen nog de Halve Zool ge
heten, te koop was. Onder een
etentje tijdens de Bloemenma-
rathon, die ik al sinds 1981 met
Wim organiseer, hebben we de
touwtjes aan elkaar geknoopt.
Oude liefde roest inderdaad
niet. Want Wim en ik zijn altijd
in de horeca geinteresseerd en
ook werkzaam geweest."
Het bruine café in de Zeestraat
is zo'n veertig jaar oud en voer
de in het verleden illustere na
men als de Bierparel, de Dobber
en de Halve Ton in het vaandel.
Die laatste naam dateert van de
(korte) periode dat Tom Man-
ders, alias Dorus, zijn in de
Staatsloterij gewonnen centjes
in de kroeg investeerde. De aar
dige anecdote die verhaalt hoe
dat allemaal zo is gekomen,
hangt ingelijst aan de wand.
Naast zijn recente 'Duiventil' uit
het LD uiteraard. Want daar
mee gaat 'Duif gewoon door.
Wat hem betreft tot in lengte
van dagen.
Vrouwen
De bedoeling van het tweetal,
dat zijn bekendheid vooral ont
leent aan de sport, is om er een
gezellige tent van te maken.
„Waar ook vrouwen zich thuis-
voelen", zegt Van Eek. „En waar
uiteraard sportjongens welkom
zijn", vult 'Duif aan. „Ik heb
boven een mooi en knus zaaltje
voor ze. Maar het belangrijkste
is natuurlijk dat de loop er in
komt. Toen met het Sportcafé
was het een kwestie van de ver
keerde tijd en de verkeerde
plaats. Ik heb nu het gevoel dat
dat allemaal een stuk beter is
geregeld."
Het is de genadestoot. Het is
meer dan een mens hebben
kan. Zoveel, teveel op één dag.
Ook mannen zijn wel eens on
gesteld, dat ze overvallen wor
den door een depressieve ge
voeligheid waartegen geen
maandverband gewassen is.
Dat je de hele dag door alleen
maar dingen leest en ziet die
de lucht eruit slaan. Het gat in
de ozonlaag is nog weer groter
geworden. Klein bericht, wie
staat er nog bij stil. De mens is
murw. En aan het eind van
zo'n dag wordt dan op RTL 5
de dagsluiting verzorgd door
Ricky Lake. Als talkshow ver
pakte vuile praat. Aflevering:
Mijn moeders bemoeizucht
ruïneert mijn leven. Mensen
die erop geilen hun meest in
tieme gevoelens publiekelijk te
hoereren. Het kan niet grof ge
noeg worden beschreven.
Omdat het zo erg is, omdat
het de genadestoot is voor de
vloeiende man.
Hij sleept zich de trap op,
meer zuchten dan treden. En
dan... dan ziet hij de deur van
zoontje lief open staan. -
'Deur open laten, papa.'
'Tuurlijk jongen.' 'En als er
wat is, mag ik roepen, hé.' 'Als
er wat is, mag je altijd roepen,
mannek.' - De laatste treden
wordt de tred al iets lichter. Ik
wil mijn jochie zien. Zachtjes,
dat de vloer niet te zeer kraakt
de schemerige kamer in en
dan langzaam op de kniën
zakken voor het bed. Jongetje,
jongetje.
Dag, mooi nog wondvrij
ventje. Nog niet geraakt ben
je. Mannetje, mijn zoon, wat
lig je heerlijk te slapen. Zo
teer, zo breekbaar ben je. Je
slaapt de slaap der onschuldi-
gen. Ik voel de warme lucht
die uit je neusje komt. Ik wil
vlakbij je zijn. Mag ik mijn ver
moeide vader voorhoofd even
tegen jouw koppie doen. Jo
chie, wat wil ik graag dat je het
goed krijgt.
Heel even wordt je ademha
ling onrustig, je draait je een
kwartslag, ik heb je toch niet
wakker gemaakt? Ik kan niet
weg bij je, want je bent zo'n
zoete troost voor de ontregel
de man. Kon ik je maar be
hoeden voor de deuken, de
schrammen, de halen die je
nog gaal oplopen. Je ligt daar
zo gaaf, ik wil het zo houden.
Altijd als ik 's nachts naar je
staar, slaat me de schrik om
het hart, dringt verlammend
pijnlijk tot mij door dat jij dit
ontspoorde leven nog in moet.
- 'Kijk eens. pap, wat mooi.
Hebben we zomaar in de bus
gehad. Hier, moet je zien, tij
gers. papegaaien, apen. Mag
ik 'm?' 'Tuurlijk, jongen.' - Nu
zie ik het foldertje van het We
reld Natuur Fonds onder je
kussen liggen. Naast Polle, je
lievelingsbeer, en je andere
knuffels. Morgen zul je verder
spelen met je spulletjes. En nu
al zie ik de aandacht voor me
waarmee je het foldertje zult
bestuderen. Je kunt ook al een
beetje lezen, dus je zult... Plot
seling besef ik, dat je lang
zaam de woorden zult spellen.
Het zal hakkelend zijn, letter
voor letter, lettergreep voor
lettergreep, maar je zult het le
zen: 'Onze natuur wordt we
reldwijd leeggeroofd'. En: 'De
tijger, de zwarte neushoorn en
een groot aantal andere dieren
staan op de rand van uitroei
ing.'
Moet ik het foldertje laten lig
gen of niet? Ik haal het weg, de
plaatjes knip ik wel voor je uit.
Speel nog maar, speel maar
zolang je kunt. Morgen weer
de hele dag. Kom je een kusje
geven bij het wakker worden.
Kom je je droom vertellen.
Kon je maar blijven dromen.
Kon ik maar iets of iemand
aanroepen om je te bescher
men. In plaats van een kruisje
geef ik een kusje op je voor
hoofd. 'fot morgen. Basje.
En de ongestelde man glijdt
met een stille glimlach tussen
de lakens. Als er ooit wat is,
mag je roepen, mannek. Altijd.
'Leerzame tijd'
Mr. M. van Hoeken, direc
teur van de Koninklijke
Sanders en hoogheem
raad, bewaart louter goe
de herinneringen aan zijn
ontgroeningstijd. „Ik
kwam in 1949 aan en er-
vaarde de ontgroenings
tijd als een uitermate leer
zame periode. Het is vrij
willig, niemand dwingt je.
Wil je het niet, dan val je
af, dus goed dat de schrij
ver van het artikel is afge
vallen. Als je bij een be
drijf solliciteert en het be
valt je niet ga je toch ook
weg. Ik had ouwe kleren
aangetrokken en daarwas
na afloop weinig van over.
Af en toe trekken ze aan je
jas, je valt in het water, je
krijgt een glaasje bier over
je heen. Als ik een klap
kreeg, gaf ik een klap te
rug. Ik vond het helemaal
niet erg om kaal te zijn, in
mijn diensttijd werd ik het
weer. Het was alleen heel
vermoeiend. Laat naar
bed, vroeg er uit. Maar de
positieve kant overheerst.
Ik ga nog jaarlijks naar de
reünie van mijn jaarclub
en dat is heel gezellig.
Trouwens, als je fysiek wat
mankeerde had je het
makkelijker in de ontgroe
ningstijd. Dan wasje een
zogenaamde attestfoet en
werd je voorzichtiger be
handeld.
Later deed ik zelf mee aan
de ontgroening. Dan stel
de ik vragen of liet een
groen een biertje halen of
mijn kamer schoonma
ken.
Er zijn trouwens ook be
kenden, die de ontgroe
ning niet afmaakten. Ik
noem geen namen. Voor
tijdig afhaken heeft geen
na- of voordelen."
Sexisme, geweld en intimidatie,
het komt allemaal nog steeds
voor in studentenkringen. Bij
Minerva aan de Breestraat om
precies te zijn, beweert de Leid
se student politicologie Ilja
Bonsen (19). Hij ging half au
gustus undercover bij Minerva
en nam enkele dagen deel aan
de ontgroeningen bij in Lei-
dens' grootste studentenvereni
ging. Smeuig genoeg voor het
weekblad Nieuwe Re vu waarin
Bonsen onder de kop 'Paarden-
lul, op je knieën' vier pagina's
lang verslag deed van zijn ont
luisterende ervaringen.
Bij Minerva hebben ze er van
gesmuld. „Het blad was in no ti
me uitverkocht", weet Minerva-
praeses Alexander Koch. Niet
dat hij zo blij was met deze pu
bliciteit want 'het negatieve
vooroordeel is weer eens beves
tigd'. „Een sensatiestukje in een
sensatieblad", zo gaat Koch on
middellijk in de aanval: „Die
jongen wil dolgraag journalist
worden. Hij hoopt op deze ma
nier wat naamsbekendheid te
krijgen. En als u er ook over
gaat schrijven, slaagt hij daar
aardig in."
Een citaat: „Zoals bij ieder
groepje wordt ook bij ons een
pispaal uitgezocht. Hij zit op de
grond voor een jongen op een
stoel die hem bij iedere verkeer
de beweging slaat en schopt. Na
een te harde klap scheldt de nul
de Minervaan uit voor lui. De
Minervaan slaat hem hard op
zijn gezicht en sleept hem aan
zijn haren en kleding over de
grond naar de andere kant van
de ruimte. De nul wordt tegen
de muur gegooid en zo'n 15 se
conden onder de kraan gehou
den.
Het verhaal eindigt er mee dat
de nul (een aspirant lid) een
dienblad op zijn hoofd kapot
krijgt geslagen. Volgens de
schrijver een geliefde bezigheid
in het bolwerk aan de Bree-
„Hard schreeuwen, indikken en troep over je heen krijgen dat zijn gewoon facetten van de ontgroening", zegt Minervca-praeses Alexander Koch.
archieffoto loek zuyderduin
straat.
Ilja Bonsen: „Ik heb het stuk ge
schreven om een ingang te krij
gen in de journalistieke wereld.
Minerva was een uitdaging. Het
is de oudste studentenvereni
ging in Nederland en heeft een
slechte naam op het gebied van
ontgroenen." Bonsen maakte
uiteindelijk drie dagen van de
drie weken durende kennisma-
kingstijd mee. Toen had hij er
schoon genoeg van. Nou ja
schoon? „Ik ben kapot. Mijn
handen zitten onder het glas.
Mijn broek en schoenen zijn
voor eeuwig verloren. Mijn
tweede huid, het nullen T-shirt,
hangt met losse draden aan el
kaar. Mijn haar heeft een Elvis-
look door het vele bier", noteer
de hij bij thuiskomst.
„Bonsen was bewust op zoek
naar excessen", zegt Alexander
Koch: „Er staan geen pertinente
onwaarheden in zijn verhaal.
Maar hij heeft allerlei zaken uit
hun context gelicht en weinig
begrepen van de kennisma-
kingstijd. Zo'n aspirant-lid die
een oudere-jaars voor lui uit
scheldt: aspirant-leden doen
dat gewoon niet. En dat er een
dienblad op iemands hoofd ka
pot wordt geslagen, het is alle
maal in scène gezet. Het slacht
offer speelt het spel mee. Het is
een bepaalde techniek, daar
voel je niets van. Natuurlijk, de
ontgroening gaat er zeker ruw
aan toe. En er zal ook wel eens
paardenlul worden geroepen."
Ander citaat: „Ik word door twee
man op m'n knieën in het glas
gedwongen terwijl mijn T-shirt
kapot wordt gescheurd. De jon
gen achter me trapt in m'n rug.
En: „Ik moet van de ontgroeners
een waxinelichtje verplaatsen.
Loslaten mag niet. De rest van
de week heb ik blaren op mijn
vingers.
De studentenvereniging Miner
va kent heuse regels waaraan
iedereen zich tijdens de intro-
ductietijd aan heeft te houden.
Zo is er een artikel waarin staat
dat een Minervaan een aspi
rantlid geen geweld aan doet.
En volgens Koch wordt daar
streng de hand aan gehouden.
„Een trap in de rug kan niet on
opgemerkt gebeuren. Als dat
wordt gezien, wordt de schuldi
ge onmiddellijk verwijderd."
Vorig jaar werd een aspirant-lid
bij de ontgroening iets te stevig
bij zijn keel gepakt. Het bestuur
achtte het nodig de dader te
royeren maar dat stuitte op ver
zet van de ledenvergadering.
Wie onverhoopt het slachtoffer
wordt van al te ruwe ontgroe
ningspraktijken kan terecht bij
de medische stat van Minerva.
Bonsen beweert dat hij een for
mulier moest invullen waarin
hij belooft zich bij medische
problemen te vervoegen bij de
Commissie van Bijstand van de
sociëteit. Deze bijstandsartsen
zijn niet-afgestudeerde studen
ten medicijnen. „Foute inter
pretatie", roept Alexander Koch:
„Wij kunnen toch niemand ver
bieden naar zijn huisarts te
gaan." I loewel, erg helder is de
praeses niet op dit punt. „We
houden zelf elke dag medisch
spreekuur. Het is de bedoeling
dat mensen met klachten zich
daar melden. Als iedereen naar
een huisarts stapt, verliezen we
de controle over het geheel."
Citaat: Als een onlgroener niet
weet wat hij met een nul aan
moet, geeft hij de opdracht te
zoemen. Meestal gaat dit ge
paard met een bevel tot indik
ken. Hij het indikken zit je wijd-
beens. Je voorganger zit tegen je
kruis aangedrukt. Zelf zit je in
het kruis van je achterbuurman
of vrouw. Leunen is verboden en
je voetzolen moeten plat op de
grond staan waardoor je binnen
de kortste keren pijn krijgt. Je
mag je ogen niet openen en
moet je hoofd omlaag houden.
Na drie uur heb je overal pijn.
Als er iemand schreeuwend van
de pijn uit de groep wordt ge
haald. moeten de nullen door
gaan met zoemen.
Een band tussen de kersverse
studenten kweken, daar gaat
hel om in dekennlsmakingstijd.
De ontgroening is daarin een
spel dat soms grof gespeeld
wordt. „Adspiranten krijgen de
indruk dat iedereen tegen ze is.
I lard schreeuwen, indikken en
troep over je heen krijgen, dat
zijn gewoon facetten van de
ontgroening", zegt Koch: „Men
sen moeten hun eigen verant
woordelijkheid nemen. We heb
ben niets aan mensen die als
een kuddedieren met oogklep
pen voor overal achteraan lo
pen." Wie zijn rol in dat spel
niet weet te spelen, die kan zich
beter bij een andere studenten-
vereniging melden.
De aankomende journalist Ilja
Bonsen heeft dat advies inmid
dels opgevolgd. Met de buik vol ;l
van Minerva? „Nee", neemt
Bonsen gas terug:Minerva
heeft stijl. Het zijn een paar
mensen die het steeds weerver-
zieken. Zij verpesten het voor
de rest. Die zouden ze eens aan
moeten pakken." En daar is
Koch het uiteindelijk dan wèl
mee eens: „We kunnen niet alle
3000 leden controleren. Er is al-
tijd de mogelijkheid dat Iemand
doorslaat.'
Het brood heeft het niet gemakkelijk, te
genwoordig. Het moet opboksen tegen de
opmars van cornflakes, müsli's en alle an
dere zogenaamde cereals, graanproduktea
De Stichting Voorlichting Brood probeert
daar iets aan te doen. Al dertien jaar lang
houdt ze de nationale 'Week van het
brood'. De stichting vraagt aandacht voor
de vele regionale broodsoorten die ons land
rijk is. En wie kent er inmiddels niet het
'ovenheerlijke' Friese suikerbrood?
Leidenaars die regelmatig het bakkertje 'Üs
Bertus' binnenstappen in elk geval wel.
Midden in het centrum aan de Groenha-
zengracht heeft Bertus van Winkel al zo'n
vijf jaar zijn eigen 'Friese' bakkerij. Speciaal
voor deze week is de zaak versierd. Van
Winkel: „De Stichting verzint telkens het
thema en stuurt dan allerlei etalagemateri
aal. Dit jaar gaat het om de Grote Brood
show. Zo hebben we bouwplaten voor de
kinderen."
De promotie van het brood is volgens Van
Winkel belangrijk. „Oktober is eigenlijk de
oogstmaand. Andere landen houden dan
grote feesten. Kijk maar naar Duitsland. In
voor. Mensen staan steeds verder van de
natuur af. Als het eten maar op het bordje
komt. Dat is het enige wat telt. Waar het al
lemaal vandaan komt, doet er niet meer
toe. Jammer, eigenlijk."
Van Winkel wist al vroeg dat hij bakker wil
de worden. „Toen ik vier was of zo. Mijn va
der was bloemkweker. Hij had een kennis
die altijd koekjes bakte. Dat vond ik veel in
teressanter. Ik ging altijd kijken. Geweldig
was dat. Ik volgde een opleiding voor kok,
maar bakker worden trok me al snel. Nu zit
ik ondertussen al weer zo'n-vijftien jaar in
het vak.
Hij is begonnen als knecht, voor onder an
dere de bakkers Streng en Christiaan de Wit
uit Leiden. Van Winkel: „Streng had al een
Fries bakkertje, op dezelfde plek als waar nu
mijn winkel is. Toen hij ermee stopte, werk
te ik bij De Wit. Ik wilde al lang een eigen
zaak opzetten. Met hulp van Christiaan de
Wit heb ik de zaak toen overgenomen
Van Winkel noemde zijn bakkerij 'üs Ber
tus', Fries voor 'onze Bert'. „Ik kom hele
maal niet uit Friesland. Gewoon geboren en
getogen in Leiderdorp. Mijn voorouders ko
men oorspronkelijk uit West-Friesland, een
diisbi*
ik niet helemaal hetzelfde", lacht Van Win
kel.
De Friese naam leidt wel eens tot verwar
ring. „De stadswandeling voor toeristen
komt ook hier langs. Soms zijn er dan van
die Friese plattelandsvrouwen die mijn
winkeltje zien en gelijk binnenstappen. Ze
beginnen dan meteen Fries te spreken.
Nou, daar versta ik echt helemaal niets van.
Maar het is wel grappig."
Zijn bakkerij loopt goed. JGanten kunnen
kiezen uit diverse soorten brood. En niet al
leen Friese specialiteiten. „Ik heb natuurlijk
ook gewoon wit- en bruiVtbrood. Echt Fries?
Ja, sommige dingen. Het bekendst is na
tuurlijk het suikerbrood. Maar ook produk-
ten waarvan mensen eigenlijk niet meer
weten dat het Fries is. Zoals roggebrood of
ontbijtkoek", aldus Van Winkel
Of hij nou meer klanten krijgt door de
'week van het brood'? „Niet echt, we doen
wel mee aan de week, maar eigenlijk loopt
het helemaal niet in Leiden. Het evenement
valt altijd rond de drie oktoberfeesten. De
Leidenaars hebben dan wel iets anders aan
hoofd dan brood."
irH-Hn
t de
'Üs Bertus' aan het werk in zijn bakkerij. De week
jmbik
het brood gaat a
i de meeste Leidenaars onopgemerkt
mm. urn \/a-
Dure 'vriendin'
zomaar gestolen
Het zit Leidenaar Robin Koerts
niet mee. Eerst krijgt hij het ou
de telefoonnummer van CDA-
politicus Elco Brinkman, int
nodige telefoontjes vandien.
Vervolgens wordt zijn 'vriendin
gestolen'. En die vriendin is in
Amerika, op zijn aanwijzingen,
gemaakt. Kosten: 6.900 gulden.
Grapje? Niet echt. Voor conser
vatorium-leerling Robin, zoon
van de bekende Earth J ire-
voorman Chris Koerts, ls zijn
basgitaar zijn vriendin. En die
basgitaar is inderdaad gestolen.
In een onbewaakt ogenblik. Na
weer een optreden met zijn
jazz-rockgroep, stond de uitge
laden vriendin even op de
stoep. In een hoesje. En toen
ging net de telefoon. Of Brink
man thuis was?... Wie de gitaar,
mèt daarin de naam van Koerts,
heeft gevonden, kan het oude
telefoonnummer van Brinkman
bellen: 07) 220582. Oproepen
in muziektijdschriften leverden