G. Love: straatmuzikant op weg naar wereldsucces 7 TT De drie C's van gezondheid ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1994 Het Amerikaanse OKeh-label was tientallen jaren lang een invloedrijke maatschappij. De platen met dit keurmerk vormen tot op de dag van vandaag een waar verzamelaarsobjecttemeer omdat het label eind jaren vijftig het loodje legde. Omdat alles ooit weer terugkomt, is ook OKeh opnieuw tot leven gewekt. De eerste release is onmiddellijk een wereldwijde sensatie. De 21 - jarige Gary Dutton uit Boston, alias G. Love, is hard op weg om samen met zijn band 'The Special Sauce'geschiedenis te schrijven meteen licht ontvlambaar mengsel van countryblues en rap. JOHN OOMKES et klinkt eigenwijs ik I wéét 't. Ik ben amper vol- -M» JL wassen en dan praat ik al over 'm'n héle leven'...maar zo voelt 't wèl', zegt G. Love lachend. „Ik ben vanaf mijn jongste jeugd volledig leip van muziek. Ik heb altijd gedanst, geluisterd, gespeeld. Een an der knulletje van acht deed misschien aan baseball ik speelde gitaar. Ik imiteerde de groten uit de muziek tot ik er bijkans gek van werd. En anders werden de buren dat wel." Het verklaart waarom hij een alleskunner is: een goed zanger, een opmerkelijk rapper, een fantastische gitarist en een groot harmo nicaspeler. G. Love oogt als een jonge kopie van Stan Laurel. Olijke, licht-geraakte gelaatsuitdruk king. Naïef vitaal. In Philadelphia, waar hij opgroeide, was hij een buitenbeentje. Dutton was de godsganse dag op straat te vinden: niet bij een van de vele basketbalringen, maar achter een krakkemikkige microfoon, zich vertillend aan een flink model dobro. Zo'n, van zilveren-metalen beslag voorziene, akoestische gitaar dat doorgaans het werk tuig is van oudere bluesmuzikanten. En waar G. Love vaak urenlang op tekeer trok. „Als ik na een middag spelen even een plaspauze in moest lassen, dan had ik twee angsten. Wa ren mijn spullen niet achterover gedrukt? En: stond mijn publiek er nog?" Teleurgesteld G. Love is een opgewekt mens, maar er trekt een stevige bewolking over zijn gelaat als hij het voor de levende muziek opneemt. Vroeg rijp, vroeg-oud, klinkt zijn commentaar. „De video heeft de plaats van een live concert in genomen, de TV vervangt de piano, zodat de gezelligheid vaak ver te zoeken is. Levende muziek legt het tegen de nieuwe media af, maar die nieuwe media moeten het wel van de muziek hebben. Ik ben er zwaar over te leurgesteld, ik hoop, nee, ik weet dat levende muziek altijd zal blijven bestaan, maar er is één ding belangrijker dan al die conservato ria bij elkaar. Muziek moet steunen op gewo ne mensen, muzikanten die de kneepjes van het vak op straat hebben geleerd." Op zijn debuutalbum staat één stuk, This ain't living, dat zich op straat afspeelt. „Every hundred people a dollar in change", zingzegt G. Love. Hij heeft het daarbij niet over het lot van de straatmuzikant, maar over dat van de daklozen die zozeer bij het Amerikaanse 'Muziek moet steunen op gewone mensen' stadsbeeld horen dat het slechts zou opvallen als ze er opeens niet meer waren. „No brown bag today", rapt hij, „Geen bor rel uit een papieren zak", dicht hij in een an der stuk, Eyes have Miles, dat in sterk realisti sche beelden de werkelijkheid van de Streets of Philadelphia schetst. Een wereld die - net zoals de bekende speelfilm van Tom Hanks het wil - van crack, cocaïne, uitbuiting en af persing aan elkaar hangt. Een stedelijke hel waarin een jonkie zich slechts staande kon houden als hij alles zag en niets merkte. Geen wonder dat je je ogen dan omschrijft alsof ze 't klokje zijn rond geweest. Voorbeelden „De onschuld, één van de belangrijkste as pecten waarover muziek van nature beschikt, is wèg", zegt G. Love. „Ik heb mijn hele leven geprobeerd te leren van levende mensen, voorbeelden voor wie ik respect heb. Het was slijpen, slijpen, slijpen. Uren maken, eelt op de vingers en de stembanden zien te krijgen. Eerst probeerde ik te klinken als Bob Dylan. En als ik die onder de knie had, imiteerde ik John Hammond jr. Ondertussen schreef ik songs zals Robert Johnson, Jimmy Reed, Bob Dylan, John Lee Hooker of Howlin' Wolf het vroeger deden." „Je kunt die mensen nóóit helemaal pre cies nabootsen. Je hoort enkel wat zij voor mij hebben betekend. Wat de rap, de hiphop betreft, is 't precies zo gegaan. Ik ging met mijn vrienden uit, naar gigs waarop hiphop te beluisteren was. Toen ik een jaar of tien, elf was, deden mijn vrienden en ik aan break- dancen, gewoon op straat. Dat was cool, man! Maar nu zie je in de bioscoop een film over The Doors, over het idool Jim Morrison. Het enige dat er van zijn beeldvorming over blijft is dat van een verwende, verknalde rockster, die zijn neus volduwde. Of niet soms? Wat is dat voor een voorbeeld voor een jong knulletje?" Thuis ging G. Love stug door met Dylan, maar op zekere dag smolten de twee ver schillende invloeden uit zijn leefomgeving in hem samen. „Blues is de klassieke muziek van de zwarte man, rap de moderne maar ze gaan over hetzelfde. Omdat het in beide gevallen om een directe vorm van commen taar gaat, spreekt het ook de blanken aan. Ik heb zoveel rap gedaan, dat ik uit mijn hoofd kan rappen. Het eerste stuk op onze plaat, The Things that I used to do, is gewoon een jam, het resultaat van een vrij oefenen. Ge woon verzonnen, met dit hoofd. Freestylin'. Relaxed Het téóltje alleen al. Het lijkt nog het meest op de korte statements waarmee jazzcats op leeftijd onderling communiceren. Jive-talk. G. Love houdt het grote, olijke hoofd schuin en meldt: „Spélen in coffeeshops is hartstikke hip, man!" Dan kom je in Amsterdam, waar hij inmiddels kind aan huis is, wel aan je trekken. Koffieshops op iedere straathoek. G. Love, nog steeds straatmuzikant in hart en nieren, overweegt ondanks zijn pas verwor ven sterrenstatus er stiekem aan het werk te gaan. „Dan speel ik stukken van Robert Johnson, Jimmy Reed, John Lee Hooker, Big Bill Broonzy, of mijn eigen werk. Lekker re laxed." Tegenwoordig woont G. Love in Boston aan de Amerikaanse Oostkust. Het is een welvarende universiteitsstad waar het voor blanken goed toeven is. „Sinds ik er slaap, verheerlijk ik mijn jeugd in Philadelphia", zegt hij grinnikend. „Dat is een veel ruigere stad, waar je harder moet knokken om te kunnen overleven. Philly is een echte smelt- pot, vol soulmuziek en rhythm blues. De stad hangt van de gekke buurtjes aan elkaar. Gevaarlijk en toch veel sympathieker dan New York waar het echt link is. Het gekke is dat ik de sportteams van Philly nog steeds in de krant bijhoudt. De SeventySix'ers, de Eagles, de Flyers. Ik heb een song, Shooting Hoops, geschreven over de tijd dat ik in Philly naar school ging en droomde over een on haalbare carrière als Michael Jordan." Collage Het werd Bob Dylan. Ook al zo all-american. Gary trekt zijn dobrogitaar over zijn knie en zet zich aan een stukje methodisch muziek onderwijs. Geduldig laat hij zien hoe de eer ste versie van Shootin' Hoops klonk, of de oerversie van Baby's Got Sauce. Zijn lippen lispelen de tekst losjes-gespannen mee, alsof er een sigaret tussen hangt. De gitaarstijl is een collage van korte, onderling verknipte, sterk verspringende stukjes levendiger dan wat dan ook. Een vergelijking dringt zich aan me op: naast me zit het, uit de kluiten gewas sen Amerikaanse neefje van Django Rhein- hardt. Een zigeuner met een zwart hart. „Begrijp je?", zegt hij slechts, als hij weer een bluesje in zet. We drijven weg naar een tijd dat er slechts radio was om je mee te ver maken. G. Love zingt over de casinostad Kansas, legt zijn dobro abrupt weg en klaagt over financiën. „Er dreigt te veel geld om te gaan nu ik van straatmuzikant op weg ben naar een supersterrenstatus. Ik krijg er een punthoofd van. Vroeger had je amper genoeg om je ouders gerust te stellen dat je ervan kon bestaan; nu is de situatie precies anders om. Nu zijn ze bezorgd dat ik er onder door ga omdat ik er teveel van krijg." Denkwijzer „Wat me vooral helpt om gezond en in vorm te blijven - het voornaamste wapen in mijn anti-verouderingsarse- naal - is twee uur yoga 6 dagen in de week voor het ont bijt. Daarnaast mediteer ik dagelijks, ga eenmaal per week naar een acupuncturist, en gebruik kruiden, vitami nen en mineralen die een homeopathisch arts me voor schrijft. Ook neem ik regelmatig shiatsu-massages en ben begonnen met aromatherapie vanwege de kalme rende en stemmingsverbeterende effecten daarvan. Ver der laat ik sedert een jaar of tien ieder jaar mijn borsten onderzoeken en let voortdurend op eventuele sympto men van suikerziekte, waai" mijn vader aan leed. Hen van mijn favoriete anti-verouderingstechnieken, ten slotte, is: seks. Dat is goed voor je huid, je bloedsomloop, je hart en je bloedvaten." De woorden komen uit de fraaie mond van Dana Dela- ny, de 38-jarige ster uit de film Exit to Eden, die later dit najaar in Nederlandse bioscopen te zien zal zijn. Uit het interview in het zeer invloedrijke Amerikaanse gezondheidsmagazine Longevity (Lang Leven), blijkt overigens dat ze ook nog vegetariër is, uitslui tend fruit eet voor haar ontbijt en rauwkost als lunch, terwijl 'gewo ne' voeding als brood en andere meelprodukten absoluut geen plaats in haar dieet hebben. Zo op het eerste gezicht lijkt dit gezondheidsassortiment Da na bepaald geen windeieren te leggen. Alles zit aan haar zoals 'het eraan moet zitten'. Maar de hamvraag is natuurlijk of er wel een verband is tussen beide: haar gezondheid en stralend uiterlijk enerzijds en haar leefstijl ander zijds. Eén ding kunnen we wel met zekerheid stellen: Dana in vesteert in beide een verdomde hoop tijd en geld. Om nog maar te zwijgen van wat ze investeert in zaken als huidcrèmes, -lo tions, -schoonmaakmiddelen, in make-up, parfums en andere geurwaters, in haar haar en haar nagels. Een ander ding kunnen we ook duidelijk vaststellen: ze heeft een, in de letterlijk zin van het woord, 'a-sociale'opvatting van gezondheid. Gezondheid lijkt voor haar eerst en vooral iets dat je individueel met jezelf doet, niet iets dat te maken heeft met bijvoorbeeld de kwaliteit van je relaties met anderen, of de doe len die je voor jezelf in dit leven hebt gesteld, of de mate waarin je plezierig en zinvol werk hebt en de mate waarin dat werk sta tus en bewondering oplevert. Vermoedelijk zijn deze zaken voor haar zulke vanzelfsprekend heden - ze heeft een duurzame partnerrelatie en ze heeft zeer Ijevredigend werk als veel ge vraagde en bewonderde filmster - dat ze zich van hun betekenis voor haar gezondheid en welbe vinden niet of nauwelijks (meer) bewust is. Zo vergaat het overigens de meeste mensen. Als je hen vraagt wat ze doen om gezond te blij ven, dan luidt het antwoord meestal ongeveer als dat van Da na: gezond eten, regelmatige li chaamsbeweging en, zoals dat tegenwoordig zo mooi heet, ef fectief omgaan met stress, via yo ga, meditatie of andere psycho- technieken. Maar gezondheid is van veel meer, en vooral ook sociale, factoren afhankelijk dan alleen deze drie. Om nog even bij Dana te blijven. Stel, hoewel ik het niet voor haar hoop, dat ze op een dag geheel onverwacht haar vriend verliest, door overlijden of doordat hij plotseling aan komt zetten met de mededeling dal hij een ander heeft en opstapt, wat zou dat op de korte en langere termijn voor haar gezondheid betekenen? Voor veel mensen is partnerverlies een zodanig ingrij pende levensgebeurtenis dat hun gebruikelijke gedrag, inclusief hun gezondheidsgedrag, daar door voor kortere of langere tijd ontregeld wordt: opeens zien ze de zin er niet meer van in of hoeft het allemaal niet meer. Niet zelden is het ook het startsein van een depressieve pe riode en depressie ondermijnt niet alleen onze psychische, maar ook onze lichamelijke weerstand en maakt ons kwets baar voor ziekte. Soms wordt daardoor de groei van kwaadaar dige weefsels versneld. Stel, dat ze na haar vriend verloren te hebben, bij een volgend onder zoek van haar borsten ook nog eens te horen krijgt dat er iets niet in orde is. Wat zou zo'n tweede klap in korte tijd voor haar gezondheid betekenen? Het punt waar ik naar toe wil is, dat onze gezondheid of onze gezondheidsklachten, behalve door voeding, lichaamsbeweging of wijze van omgaan met stress, ook sterk beïnvloed wordt door de gebeurtenissen die ons over komen of de taken die het leven op ons bord legt. Maar ook daarmee is het ver haal nog lang niet af. Om nog altijd bij Dana te blijven: stel dat de tweede gebeurtenis, de constatering van een gezwel in haar borsten, haar treft zonder de eerste, dus terwijl de relatie met haar vriend nog altijd als een huis overeind staat. Dan zou ze naar alle waarschijnlijkheid de klap van de diagnose en alles wat dat vervolgens aan angsten en behandelingen met zich mee brengt, beter opvangen en ver werken, dan wanneer ze er alleen voor staat. Anders gezegd: de so ciale steun waarop we kunnen rekenen bij de taken en gebeur tenissen in ons leven, is even eens van groot belang voor onze gezondheid en welbevinden. Maar ook daarmee zijn we er nog niet. Zoals gezegd is Dana bijzonder oplettend waar het gaat om mogelijke symptomen van suikerziekte, een ziekte waar haar vader aan leed. Haar vader stierf aan een mogelijk met sui kerziekte verband houdend soort kanker, namelijk kanker van de alvleesklier (pancreas), de klier die zorgt voor de produktic van insuline en die bij suikerzieken niet of onvoldoende functio neert. Het is mogelijk dat Dana via de genen van haar vader een erfelijk bepaalde kwetsbaarheid voor de ontwikkeling van suiker ziekte heeft en dat ze vroeg of laat ook zelf de ziekte zal krijgen. Kortom, onze gezondheid is ook een kwestie van biologische kwetsbaarheid, onder invloed van erfelijkheid of opgelopen tij dens zwangerschap, geboorte of in de eerste levensjaren. Of die biologische kwetsbaarheid ook werkelijk tot een ziekte zal lei den, hangt van een hele reeks factoren af en onder andere mo gelijk ook van voedingspatroon. Dana lijkt zich daarvan bewust te zijn, want als vegetariër heeft ze, zo blijkt uit een aantal recente studies, een geringer risico op het ontvVikkelen van suikerziekte en kanker. Dat brengt me op nog een an dere gezondheidsfactor. Dana lijki de mogelijkheid van het zelf ontwikkelen van suikerziekte niet alleen als een bedreiging te zien, maar ze lijkt het ook als een uit daging te beschouwen te doen wat ze kan om het risico daarop zo klein mogelijk te houden. Die houding van 'fight' in plaats van 'flight', van 'uitdaging in plaats van 'bedreiging' of van 'actief het hoofd bieden' versus 'hulpeloos- hopeloos reageren', is een be langrijke, zo niet de belangrijk ste, psychologische gezondheids factor. De psychologe Suzanne Koba- sa en haar collega's hebben deze factor de term hardiness meege- geven, wat zo iets betekent als 'onversaagdheid'. Uit hun stu dies blijkt dat de hardy mensen drie belangrijke, gezondheidbe- schermende kenmerken hebben, de zogenaamde 3 C's: die van Challenge de neiging om de dingen eerder als uitdaging dan bedreiging te zien; van Commit ment 'er voor staan'; en Control het geloof dat wat je zelf doet een belangrijk verschil kan uil maken. Mensen die hoog scoren op deze drie C's blijken, ook als ze erfelijk belast zijn met kwets baarheid voor bepaalde ziekten, aanzienlijk minder vaak of min der snel ziek te worden dan de genen die laag scoren. De 'hardy' types blijken ook beter gebruik te maken van de steun die ze van anderen kunnen krijgen als dingen moeilijk wor den in hun leven. Niet zo ver wonderlijk daarom dat iemand die zich ontwikkelt tot een 'har dy' persoonlijkheid, vaker ouders heeft gehad met een houding van aanmoediging en acceptatie. Maar ook als die ouderlijke hou ding er toen niet was, is er nu nog hoop. 'Hardiness'-trainlng- programma's blijken zelfs bij vol wassenen die al aan een ziekte lijden, duidelijke vruchten af te werpen. Ze blijken, letterlijk en figuurlijk, hun klachten meereen 'opgeheven hoofd' te bieden. Daarom zou wat mij betreft ie dereen de mogelijkheid tot zo'n training moeten krijgen. Want, zoals Remco Camperl terecht ooit schreef, „Het leven is te kort om er krom door heen te gaan". RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 35