Vergeven, maar zeker niet vergeten... Een beetje 'vogelen' in de patisserie Het Gesprek van de Dag Corsetje: 660,- lATERDAG 24 SEPTEMBER 1994 erg aai Hennie Kwik Theo Bakker De dames Meijer, Devilee, Achter en Van de Vlekkert in discussie over of Duitsers al dan niet op Bevrijdingsdag gewenst zijn. foto ben de bruyn inpikten van ons land. Vaak moesten we uren lopen." Fiets Mevrouw Meijer rept van soort gelijke ervaringen. „We gingen dikwijls op de fiets naar Zwolle om eten te halen. Zonder ban den. Want een fiets met goede banden werd zonder pardon in beslag genomen door de Duit sers." Mevrouw Achter en haaf man, die hun banketbakkerij een jaar lang moesten sluiten, hadden het financieel niet al te best. Toch zegt zij: „Dat hoef ik allemaal niet meer te vertellen. Het is verleden tijd." Mevrouw Van de Vlekkert herinnert zich de beruchte V-1 's nog, de 'vlie gende bommen'. „Dan liep ik de trap op met de kinderen en bleef ik ineens heel angstig 'Verraden' Frans Nypels, hoofdredac teur van het Haarlems- en het Leidsch Dagblad, is mor dicus tegen. vVan mij mogen ze thuisblijven. Ik haat die mensen. Ja, nog altijd." Dat is klare taal. Diep ingaan op de materie wil hij niet, wel een tip van de sluier op lichten. „Ik was acht jaar toen de Duitsers kwamen om mijn vader te halen. Kreeg een geweerloop tegen mijn borst gedrukt. Of ik maar wil de zeggen waar hij was. 'Die is in Amersfoort', riep ik, ge heel geprogrammeerd. Ter wijl hij twee minuten daar voor was weggerend naar zijn schuilplaats. Hij was ver raden, dat was duidelijk. Als kleine jongen heeft dat diepe indruk op me gemaakt. Een persoonlijke kwestie. Weg blijven dus." staan luisteren. Je hoorde die dingen aankomen en je wist dat het fout kon gaan. Ik heb ge noeg spannende momenten be leefd." Van Damme Maar toch, dat is allemaal geen reden voor haar om de Duitsers te haten. „Als christen moet je vergevingsgezind zijn. Wat nu met Van Damme is gebeurd, vind ik vreselijk. Ik ben 's nachts opgebleven voor het laatste nieuws. Natuurlijk, als hij wer kelijk schuldig is, verdient hij straf. Maar iemand doden heeft niets meer met vergevingsge zindheid te maken. Dan ga je te ver. Dat kun je niemand aan doen." Mevrouw Meijer vindt van wel. Zij is van mening dat een mens niet te snel moet vergeven. „Wie weet hoeveel doden die heroïne van hem hadden ge kost?" En zo komt ze weer te- 'Wegleiden' De Leidse schrijver Maarten Biesheuvel vindt dat de Duitsers geen uitnodiging moeten ontvangen. Aanvan kelijk geeft hij een nogal felle anti-Duitse reactie. Maar la ter op de dag krijgt hij daar spijt van en belt hij een iets genuanceerder standpunt door. „Als bij gelegenheid toevallig een Duitse toerist zou ver schijnen op de herdenking of op Bevrijdingsdag, toch nog, dan zou hij vriendelijk weg geleid moeten worden", vindt de schrijver uiteinde lijk. Biesheuvel heeft de oor log overigens niet meege maakt. recht bij de Duitsers. „Als je weet hoeveel doden die op hun geweten hebben... Het zijn onze vijanden. En vijanden nodig je niet uit." „Het zijn onze vijan den helemaal niet meer", roept mevrouw Devilee verontwaar- digd. De discussie kan weer opnieuw beginnen. En dat is maar geluk kig ook. Vrije meningsuiting is een groot goed, vinden de vrou wen unaniem. Die allemaal be wust de oorlog hebben meege maakt. AD VAN KAAM/HERMAN JOUSTRA Jonge banketbakker uit Noordwijk naar wedstrijd om Gouden Gard verzorgingshuis Adegeest in Voorschoten staat 'vergeven maar niet vergeten' it i oog in het vaandel van de meeste bewoners. Althans, als we mogen afgaan op de oening van vier van hen, allen vrouwen. Die zonder uitzondering de oorlog van eel nabij hebben meegemaakt. Martin Seldenthuis en Liesbeth Gort in een deel van de patisserie van Huize van Wely. „Creatief werken met eigen ideeën." foto holvast/marklamers En taarten maken, dat vind ik leuk", vertelt Liesbeth. Garne ren, zo leren we, doe je met een spuitje, een cornet, waarin gar- neerglazuur zit dat op marse pein of taart gaat. Voor de foto neemt ze een zak met crème ter hand en spuit dat op de peren van de Peer Williamstaart. „Maar eigenlijk moet dit geen crème, maar perenbavarois zijn." Liesbeth Gort deed op school al examen voor verscheidene vak ken die onder meer exotische namen dragen als feuilleté-deeg (saucijzebroodjes, amandel broodjes, roomhoorns), gebak ken taarten, boterdegen (koek jes), siervakken (marsepeinen vakken en garneren), en tensot- te borstplaat- schuim en aman- delwerk. Ze haalde hoge cijfers. De wedstrijd om de Gouden Gard wordt georganiseerd door vereniging 'Het Kamphuis' en de Stichting Opleidingen Brood en Banket. Bij de wedstrijden moeten de kandidaten een the ma kiezen, waarin de onderde len allemaal ingepast worden. Die onderdelen die de gouden handen van de jonge banket - bakkers-in-opleiding moeten fabriceren, zijn een desserttaart, een showstuk, friandises (kleine gebakjes), bonbons, marsepei nen figuren en hartige hapjes. „Daar heb je in totaal vijfenen- half uur voor. Het gaat om proeven en het moet er perfect uitzien. Ja, met het showstuk ben ik al bezig. Het is van cho colade, maar verder wil ik over mijn thema niet te veel zeggen met het oog op de wedstrijd. De ingrediënten voor de andere vormen hebben ze daar in Wa- geningen, desnoods kun je zelf nog wat meenemen." Gort kwam bij Huize van Wely, nadat ze er een week stage had gelopen. Ze weet nog niet of ze er wil blijven. „Ik heb het hier goed naar mijn zin, zoals het nu gaat. De werksfeer is prettig en het is een leuke groep collega's. Maar misschien wil ik tegen die tijd, eind '95, wel naar een an der bedrijf, als mijn contract af loopt." Of zou ze zelfstandig een zaak willen beginnen? Ze lacht: „Nee, het is veel te moeilijk om te be ginnen. Je moet flink wat start kapitaal hebben. Hoewel, stel dat je later met een bakker trouwt..." Over haar kansen voor de Gou den Gard is Liesbeth Gort niet pessimistisch. „We gaan er voor, hè. En het is zaak om het goed voor te bereiden. Je moet een goede werkvolgorde heb ben. En je doet het om de eerste plaats." EMIEL FANGMANN ïijn de Duitsers welkom als volgend jaar mei voor de ijftigste maal de bevrijding wordt gevierd? Dit onder- erp houdt momenteel de gemoederen in den lande link bezig. De politieke partijen zijn verdeeld, alhoewel e meerderheid neigt naar een vergevingsgezinde op- elling. Ook een krappe meerderheid van de Neder- indse bevolking neemt dit standpunt in. Zijn de Duitsers welkom op Bevrijdingsdag? Mevrouw G. Devilee (81) drukt het kernachtig uit. „Laten we wel wezen. We hebben geleden tijdens de oorlog, maar er wa ren ook heel veel goede Duit sers." Dat is haar buurvrouw, M. Meijer (86) absoluut niet met haar eens. „Nou, die heb ik nog nooit gezien." Wat haar be treft hoeft er dan ook eigenlijk niet te worden gediscussieerd. Duitsers zijn niet welkom op Bevrijdingsdag en daarmee bas ta. „Denk je dat al die mensen die in het verzet hebben gezet er blij mee zullen zijn? En wat denk je van al die mensen in Putten, waar zoveel doden zijn gevallen tijdens de oorlog. En al die joodse families die zoveel dierbaren hebben verloren." „De Duitsers pikten ons voedsel in en wij moesten honger lijden. Het zijn heersers of kruipers en die hoeven we hier niet. We kunnen ze natuurlijk niet tegen houden als ze in Katwijk of Noordwijk aan het strand willen liggen, maar wat we wel kunnen is ze niet uitnodigen." Kras Krasse taal van een al even kras se vrouw. Haar woorden stuiten echter op nogal wat verzet bij de overige deelnemers aan deze koffietafeldiscussie. Neem me vrouw J. van der VJekkert (82). Zij wil de zaken graag toch wat genuanceerder zien. Ondanks het feit dat zij geleden heeft tij dens de oorlog. „Laten we toch niet zo verbitterd blijven. Laat ze komen. Alleen niet op Bevrij dingsdag. Of tijdens de Doden herdenking. Dat ligt voor de ou deren onder ons nèt iets te ge voelig." „Want prettig was het natuurlijk niet tijdens de oorlog. Voor mij was het in het begin meteen raak. Mijn man was al gemobili seerd. Een mooie nacht was het in Voorschoten, prachtig weer. Maar opeens denk ik: wat hoor ik toch? Het waren allemaal vliegtuigen. Ik ben toen naar buiten gehold en heb tussen de huizen staan praten met wat mensen. Er werd ineens ge schoten en één van hen kreeg een scherf in het hoofd. En mijn broer die in Valkenburg was ge legerd, kreeg de eerste de beste dag een kogel in zijn been en moest het ziekenhuis in. Je be grijpt dat het dus heel gevoelig voor me ligt. Maar aan de ande re kant: de huidige generatie heeft er niets van meegemaakt. De Duitse jongeren niet en de Nederlandse jongeren niet." Kwiek En juist daarom moeten de Duitsers worden uitgenodigd, vindt mevrouw W. Achter (90), die nog bijzonder kwiek oogt. „De oude leiders, de aanstich ters van al het kwaad, zijn dood. De jongeren valt niets te verwij ten. Bovendien je moet ook commercieel denken. Al die ho tels hier in Nederland hebben toch hun inkomsten van de Duitsers die hier komen. Nodig ze maar uit hoor. Alleen niet op Dodenherdenking en op Bevrij dingsdag. Dat ligt nog veel te gevoelig." Dan brandt de discussie pas goed los. „Vergeven móet", oreert mevrouw Devilee. „Ook al heb ik mijn jongste dochter verloren tijdens de oorlog." „Nee", kaatst mevrouw Meijer fel terug. „Nee. We moeten niet vergeten hoe ze ons behandeld hebben. Dat heeft veel mensen levens geëist." „Maar dat is vijf tig jaar geleden", zegt mevrouw Devilee verontwaardigd. „Maakt niet uit, al was het hon derd jaar geleden", is de reactie van haar buurvrouw. Waar ze het allemaal wel over eens zijn is dat de Dodenher denking niet afgeschaft dient te worden, evenmin als Bevrij dingsdag. Vergeten mag niet. Daarom volgen ze de plechtig heden nog altijd via de televisie en houden ze de twee minuten stilte in ere. En als je de verha len aanhoort, is het duidelijk dat dat in hun geval ook niet anders kan. Mevrouw Devilee en haar man bijvoorbeeld had den samen een tuinderij. Des ondanks leden ze honger. „Ik heb zelfs hongeroedeem ge had", zegt ze. We moesten zelf een eind verder op zoek naar bollen, omdat de Duitsers alles lanketbakkerij is haast een te nager woord, voor wie huize ten Wely - 'Sinds 1922' - be- reedt. In de winkel aan de Joordwijkse Hoofdstraat ligt lijvoorbeeld om maar wat te loeinen een Moët Chandon ake. Achter de zaak verschui- en zich kolossale ruimten waarin deze hofleverancier het ijnste banket bereidt. Een cho- olaterie, een bakkerij, ijsberei- ing, een exportafdeling. lier bevinden zich de 19-jarige jerlingen Liesbeth Gort en [artin Seldenthuis. Ze zijn bei- en in opleiding voor eerste he iende en nemen op 4 oktober n Wageningen deel aan de vak- redstrijd om de Gouden Gard, Is twee van de twintig kandida- en die allen binnen het leerlin- enwezen tot banketbakker lorden opgeleid. )e Noordwijkse Liesbeth Gort noont als enige deelneemster in Ie regio. Ze is nu nog tweede ri ediende. Ze gaat net als Martin og een dag in de week naar de •3 anketbakkersopleidingophet t otterdamse Albeda College. Ze jogen naar de wedstrijd omdat e in goede cijfers hebben ge aaid. (Vat zo aantrekkelijk aan het ik is? Het creatieve werken, de gen ideeën. Een beetje vo llen", vindt Liesbeth, die al vee jaar bij Van Wely werkt en Doral in de patisserie heeft ge- aan. „Die bestaat uit een eegkant en een gebakkant." ij Van Wely waardeert ze de lasseproducten die je maakt, et handwerk, het arbeidsinten- eve'. Van Wely werkt niet ma- ïinaal, maar 'rationaliseert' el. „Daarmee bedoelen we be- aalde foefjes die het werk ver- jmakkelijken. Wil je gesmolten ïocola op 32 graden houden, iders verdikt het weer, dan ge- ruiken we daarvoor een föhn. te hebben ook een speciaal ei- :heiplankje, om de dooier van et eiwit de scheiden. En we *3 ebben weegschalen op een lils die je zodoende mee kunt Z emen naar de plek waar je aat. Werkbanken hebben Delruimten er onder. De ban- ;n zijn geladen met vakken Jeijiet grondstoffen. darsepeinwerk en garneren. Vrij Nederland had al over de kunstzinnige Britse modeont werpster Vivienne Westwood geschreven, deze week ook het Leidsch Dagblad. Ik moet naar de VW-expositie toe die mo menteel in de Lakenhal en ga lerie Stelling plaats vindt. Naar Stelling, want daar zijn ook nog foto's te bewonderen van Inez van Lamsweerde. Foto's waarop internationale topmo dellen gehuld gaan in West wood kledij. Die cultuur wil ik wel opsnuiven. Een zachtroze vloer, witte mu ren, enkele grote foto's. Ik be studeer deze langdurig met in gedachte het artikel in deze krant waarin stond welke be doelingen en gelaagdheden schuil gaan achter de prenten. Ik blijf één laag zien die me niks doet. Ik zie er foto's in van het duur der type call-girl. Maar dat zie ik verkeerd. Wat stond er: 'Lip stick en rouge liggen er dui- mendik bovenop. Juist omdat je je bewust blijft van de mid delen en het bedoelde effekt, word je als toeschouwer, net als bij slecht geacteerde B- films slechts gedeeltelijk mee gesleept. 'Ik wil mensen con fronteren met hun eigen drang om verleid te worden,' zegt Van Lamsweerde er zelf van.' Ik kijk en kijk, herlees het meegenomen stukje en ik voel me arm van geest worden. Als je als Leids jochie geboren bentan de Wielmakersteeg heb je daar geen antenne voor. Er komt een Leids echtpaar binnen. 'Kom nou, Jan. Dit is kuns. Van die seksy foto in de Leidse krant, weet je wel, dat jij nog zei 'zooo'. 'Nee juh meh, hier horen wij nie.' Efïïes Jan, hier hebbie die meid met dat bontslippie op dat bed. In de krant stond dat er iets mis is met deze vrouw. Zie jij dat, Jan' 'Volgens mij is er niks mis met dat mokkel.' 'Ze zit ge vangen onder het oppervlak van haar plastic glimlach, staat er.' 'Zonde dat zo'n meid gevangen zit, ja toch. Maar weet je wat, Rie. Kijk jij nog ef- fies verder, dan ga ik vast een vissie halen op de brug.' Achterin kleren van West wood. Vrouwen van gemid deld 45 snuffelen in het rekje. New Look corsetje: 660,-. T- shirt: 180,-. 'Waanzinnig' hoor ik. En 'je moet je borsten wat opwippen.' 'Over dat cor setje moet je wel wat dragen, dat wordt lelijk bij kunstlicht.' 'Zeg, weet jij waar wij even lekker kunnen cocktailen?' Het geheel gelardeerd met veront schuldigend meisjesachtig ge giechel. Verontschuldigend voor wat? Joyce, die Stelling bestiert, is belangstellend. Wat ik van de foto's vind. Ik houd het erop, dat ik het niet zo heb op dit soort verschijnselen. Ieder zijn mening vindt Joyce. Zijnde te gast poneer ik maar niet de stelling dat dit soort uitwassen te erg decadent zijn. Kunst kan o.k zijn, Stelling, Joyce, deze kitsch niet. Ik kijk naar het portret van Vi vienne Westwood. Vervelende kop. Op één van haar 180,-1- shirts staat 'Too fast to live, too young to die'. Zo'n arro gant zelfbetreurend zinnetje van de mannen en vrouwen die denken hun tijd vooruit te zijn door wat afwijkende kleertjes aan te doen en hier en daar een verslavend mid deltje extra te pakken. Aandachtig beschouw ik de VW-tronie. Nergens dat ene spoortje ironie, dat tot verge ving had kunnen leiden. Wél twee verschillende ogen. Het linkeroog kijkt angstig, zich het kwaad bewust, weg van de lens. Het rechteroog oogt wreed. Ter opluchting bij Sjaak op de boot koffie gehaald. Er ligt een krant op tafel. Er zijn botjes gevonden en de oudste men selijke voorouders van West wood worden nu op 4.400.000 jaar getaxeerd. Wij zijn veel opgeschoten in die tijd. 'Ambivalent' Wat de Joodse gemeenschap van Leiden in zijn algemeen heid vindt, daarover kan of wil secretaris L. Levi geen oordeel geven. Wél ventileert hij zijn persoonlijke mening als hij zegt: „Ik heb daar zeer ambivalente gevoelens over. Wij dragen natuurlijk een er fenis met ons mee. Dat is niet afgelopen bij de eerste generatie. Dat gaat verder, over de tweede en derde ge neratie. Mijn ouders hebben in de oorlog in concentratie kampen gezeten en daar on noemlijk veel leed meege maakt. Desondanks deed mijn vader in de jaren zestig goede zaken met Duitsers. Dat is wat ik bedoel met am bivalent. We moeten leren van de geschiedenis, maar ook verder met de eenwor ding van Europa. Er zit een politieke kant aan de zaak. Het is en blijft een moeilijke vraag voor mij." 'Niet kwetsen' chi ..Nee, je moet geen Duitsers »rd uitnodigen op 5 mei", vindt liei Henny Kwik. De Leidse se cretaris van de werkgroepen Bevrijdingsbal en Oorlogsdo- ieb cumentatie vindt de bezwa- aai ren 'onoverkomelijk'. „Dui- 3ez zenden mensen hebben leed ac meegemaakt. Ik denk dat die ;rle er nog dag en nacht mee le- loo ven. Ik ga die mensen niet kwetsen door mij anders op op te stellen." Kwik vindt het veel te vroeg om samen met ,rre de Duitsers bevrijdingsdag te asp vieren. „Al is het waar dat eer °ok de Duitsers zelf op 8 mei Joo van het nazidom zijn bevrijd, m Maar de tijd is nog niet rijp, z< misschien als de generatie J van zestig-, zeventig-jarigen aat 'n Nederland dood is." Kwik •k hoorde net op de radio hoe of oen asielzoeker in Berlijn is werd mishandeld en de trein uitgegooid door een skin- erd head. „Dan krijg ik toch de it i pee in, wrevel. Dan denk ik, verdomme, ze leren het :lub nooit. Want zoiets gebeurt er wel weer in Duitsland, niet in ted Nederland."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 17