'Toestand rivieren steeds beter' Varkensgras Natuur Milieu Verdrag voor Alpenregio Bollentelers inunderen om te ontsmetten Greenpeace opent aanval op dioxinen Buddleia Wetenschap bezorgd over toxafeen in Noordzee 1NSDAC 20 SEPTEMBER 1994 IATUURLUK P. van Zalinge faarom wij in onze taal geen ïtere naam hebben voor de eine plant, die wij op onze we- in nergens kunnen ontlopen, raadsel. Of zou het zo jn dat gebrek aan kennis van vezen van die plant, dat onbekende, de plant tn minderwaardige naam be- >rgde? heb het over de plant die u de hele wereld aantreft, ngs elke wegkant, op elk pad it u loopt, in de stad of daar ïiten, op elke denkbare ichtbare en onvruchtbare md. En dat, terwijl zij de keu- wetenschappelijke naam lagt: Polygonum aviculare, irtaald in het Nederlands: Iknopige vriend van vogels, ilknopig verwijst naar de ingels met hun vele knopen: de vogels haar waarderen ijkt uit de zaadjes, door de opgebouwd, die zij het iele jaar door gretig oppik- dan die ordinaire na- in als varkensgras, barger- Vriendelijker namen zijn: )ep-deurn-tuun, triedsjegers, irkruid, wegengras. De naam 'lensgras is afkomstig van de 'kensmesterij waar vroeger vel de verse als de gedroogde ngels van de plant gebruikt irden om buikloop bij varkens genezen. De vriendelijke na- Hien wijzen op de manier waar- fihBp de plant zich verplaatst, en overal handhaaft. ^ladere bestudering van deze plant ik zal haar duidelijk- aeidshalve ook maar 'varkens gras' noemen, geeft enig inzicht n haar vermogen om op elke ffondsoort te kunnen leven, zo- Jat zij in staat is haar taak te lervullen. Ik denk, dat het resul- iaat van die kennismaking uit- oopt op bewondering, was het althans bij de dich- Guido Gezelle; hij zegt het \ioe zeer is, op den rand weer om, des wandelspads, mij willekom het kreupel gers, dat, al zijn macht te kruipen voor mijn voeten tracht. f Wil iemand toch het varkens gras onkruid noemen, dan refe reer ik aan de bekende uit spraak: Onkruid is een plant waarvan de deugden nog niet ontdekt zijn. Ik vul deze definië ring aan, met te zeggen dat nog niet al haar deugden bekend zijn en dat we al blij zijn met hetgeen we zo langzamerhand al wel ontdekt hebben. Ik zal proberen een beschrijving van de plant te geven, zoals u 'die ontmoet op welk pad u ook igaat. Misschien kunt u wel een ie handel en wandi arkensgras volgen; de ^jtijd van het jaar doet er niet aan toe. Van het vroege voorjaar tot in de late herfst is deze plant ac- lief; na enige tijd zult u zien welke taak het varkensgras in nodthet natuurleven vervult. zejO"1 te beginnen zult u mis- 5jschien een plant bespieden die al donkergroene, lange, liggen de stengels heeft. In dat geval is ide plant tot ontwikkeling geko- |men op een plaats waar de .grond nog onbegroeid was. In Korte tijd kunnen dan stengels, over de grond, een halen van tien tot vijftien Als er geen ruimte is, dan groeit ^^de stengel recht omhoog, netjes 9? tussen de reeds aanwezige planten. De volgende keer observeren 03o weverder. peter wolfsbergen RIVO-bioloog bestrijdt juistheid van alarmerende berichten Het is nog droevig gesteld met de kwaliteit van de Neder landse rivieren tenminste, als we sommige berichten in de media mogen geloven. 'Visstand is slecht tot zeer slecht', kopten onlangs enkele kranten. Aanleiding tot de alarmerende berichtgeving is een literatuurstudie van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij (OVB) naar de huidige visstand in de grote rivieren, vergeleken met die van het begin van deze eeuw. UMUIDEN PI ETER V Uit het in opdracht van Rijks waterstaat gehouden onderzoek zou naar voren zijn gekomen dat alle onderzochte rivieren het slecht doen. In de jongste uitgave van OVB-bericht staan de eerste voorlopige uitkomsten vermeld. Toch lijkt alle ontstane commotie niet gerechtvaardigd. Toegegeven, de stand van veel vissoorten is sinds 1900 achter uit gegaan. Maar in de praktijk blijkt dat zich tegenwoordig weer meer vissoorten laten zien die tot voor kort leken uitgestor- Van de zeeforel en zalm bij voorbeeld worden jaarlijks hon derden respectievelijk tientallen in de rivieren aangetroffen. De ze trekken naar de bovenlopen van de Rijn in Duitsland om daar te paaien. Het paaiareaal is overigens kleiner dan vroeger. Dit houdt in dat de aantallen zalm in het Nederlandse deel van de rivieren niet meer het ni veau van pakweg negentig jaar geleden halen. Ondanks alle kanttekeningen gaat het met de kwaliteit van het water de goede kant op, vertelt zoetwaterbio- loog W. Cazemier van het Rijks Instituut voor Visserij Onder zoek (R1VO/DLO) in IJmuiden. „Je kunt wel stellen dat op de steur en de houting na al le van oorsprong Nederlandse zoetwatervissen weer in de ri vieren voorkomen", vertelt Ca zemier. van het Rijks Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) in IJmuiden. Het RIVO/DLO maakt voor het vaststellen van de stand gebruik van onder meer de vangsten van beroeps vissers. Daarnaast voert het on derzoeksinstituut zelf ook be standsopnamen uit. „De zeeforel bij voorbeeld, een milieugevoelige vis, paait weer in de bovenloop van de Rijn. De aantallen zijn sinds medio jaren '70 sterk toegeno men. Zelfs met de zalm gaat het goed. In het Duitse riviertje Sieg en zijn zijrivieren zijn laatst weer zalmnesten gevonden. Ook zijn daar al jonge zalmpjes aangetroffen." Ook andere ri- viervissen als de rivierprik, zeeprik, alver en de kwabaal zit ten regelmatig in de fuiken van binnenvissers. Hun aantallen nemen nog steeds toe. „Sommi ge soorten blijven zeldzaam. Dat zal wel zo blijven." In de jaren '60 waren er nog veel lozingen van organische stoffen op de rivieren. Daardoor lagen de zuurstofgehaltes te laag. Veel vissoorten zijn daar om verdwenen." Sinds die tijd echter proberen de overheden van met name Duitsland en Ne derland deze vervuilingen terug te dringen. Het een en ander staat gefor muleerd in het Rijn Actie Pro gramma. Vooral na de Sandoz- ramp in Basel, waarbij na een brand veel chemicaliën in het water terechtkwamen, werden veel maatregelen getroffen om dergelijke lozingen terug te dringen. „De Rijn/Waal en IJs- sel zijn veel schoner dan voor heen. Het zuurstofgehalte is enorm toegenomen sinds '75. De Maas blijft nog een beetje achter. Dat komt voornamelijk doordat de Belgische overheid enigszins achterblijft met maat regelen," aldus Cazemier. De de i s de laatste negentig jaar aanzienlijk veranderd als gevolg van een toename van het scheepvaart verkeer. Bovendien zijn veel ri vieren aangepast, veel rechter geworden. Dp veel plekken is bovendien het grind van de bo dem gehaald. Door het plaatsen van stuwen lopen de rivieren minder uit hun oevers. „Dit heeft echter wel tot ge volg gehad dat het milieu, de habitat, voor enkele soorten in grijpend is veranderd. Het are aal goede paaiplaatsen is hier door teruggelopen. Op zich is dit niet zo erg. De aanwezigheid van een gezonde kleine popula tie van een vissoort zegt eigen lijk evenveel over de kwaliteit van het milieu als een grote po pulatie." NICO HYLKEMA CPD Nog voordat het jaar om is moeten zeven Alpenstaten be slissen over een verdrag om het bedreigde eco-systeem van het 1.200 kilometer lange Alpenge bied te beschermen. De Alpen regio staat onder zware druk door het toenemend toerisme, een snelle toename van transit- verkeer, de ondergang van de landbouw, de ontvolking van het platteland en verdwijnende en aangetaste bossen. Jaarlijks doen 100 tot 150 mil joen toeristen de Alpen aan voor veelal korte en langere va kanties (veertig procent). Ieder jaar rijden 150 tot 200 miljoen voertuigen van noord naar zuid door de Alpenpassen. De ver wachting is, dat dit aantal de komende», vijftien jaar nog zal stijgen met vijftig tot zeventig prodent. Het aantal kilometers ski-pis te loopt naar schatting uiteen van 18.000 tot 40.000 kilome ters. Daarnaast groeit het aantal golfbanen razendsnel. Waren er in 1990 honderd banen, in 1992 was dat aantal al gegroeid tot 150 en volgend jaar wordt een verdubbeling verwacht tot 300. Volgens het internationale co mité voor de bescherming van de Alpen (Cipra) moet er snel wat gebeuren om kaalslag van de Alpenregio te voorkomen. Het in samenwerking met de Europese Unie opgestelde ver drag probeert alle belangheb benden bij de bescherming van de Alpen te betrekken. Volgens het Cipra is het van het grootste belang de ruim 100 miljoen toe risten als potentiële natuurbe schermers aan te spreken. Tevens is in het verdrag steun opgenomen voor de bergboe- ren, om op ecologisch verant woorde wijze het boeren op de berghellingen voort te zetten. In ieder geval wil het Cipra een verbod van welhaast elke vorm van gemotoriseerde sportbeoe fening op de berghellingen. Slechts drie landen hoeven het verdrag te ondertekenen om het van kracht te doen worden. Dat wil overigens niet meer zeggen, dan dat de onderteke nende landen zich aan het ver drag zullen houden. Het Cipra meent dan ook dat het van het grootste belang is, dat alle be trokken landen hun steun voor het verdag uitspreken. Oosten rijk, Liechtenstein en Duitsland hebben dat al gedaan. De ver wachting is dat nog dit jaar Frankrijk en Slovenië zullen vol gen. Zwitserland en Italië doen het wat kalmer aan. In decem ber heeft een conferentie plaats waar de vijf protocollen van het verdrag aan de orde komen. breezand Bij bollenteler Brouwer in Breezand en bij sommige van diens collega's staat een aantal percelen in augustus en september onder water. Niet door de regenval, maar uit praktische (milieu overwegingen. Door het land enkele weken onder water te zetten, ontstaat een gebrek aan zuurstof en daardoor weer kunnen sommige schadelijke schimmels, onkruid, aaltjes en andere onwelkome ongedierten niet meer blijven leven. Omdat het nieuwe seizoen voor de bollenteler in oktober be gint, worden de genoemde maanden gebruikt voor het onder water zetten, de inundatie. Deze ont smettingsmethode kan alleen op zandgrond wor den toegepast. De bollenteler die inundeert, kan zijn bloembollen in oktober in 'schone' grond plan ten. Prettig dus voor het milieu maar of daarmee ook de hoeveelheid chemische bestrijdingsmidde len die de rest van het jaar in de bollenteelt worden gebruikt afneemt, vertelt het verhaal niet. FOTO PR Akkerbouw kan voor schone energie zorgen Een proefproject in het noorden van het land moet uitwijzen of het uit economisch en milieu oogpunt loont om 'schone' elektriciteit en warmte te win nen uit akkerbouwgewassen. Overheid, energiebedrijven en het bedrijfsleven in de land bouw moeten daartoe snel be sluiten. Dit stelt het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) in een onderzoeksrap port. Volgens het CLM blijkt uit studie dat olifantsgras, riet, wilg, populier en hennep rendabel en milieuvriendelijk zijn te telen. Door het gebruik van plantaar dig materiaal als energiebron kan de uitstoot van broeikas gassen worden verminderd. Het telen van energiegewassen kan bovendien uitkomst bieden aan de matig tot slecht renderende akkerbouwbedrijven. Dit geldt vooral voor extensie ve bedrijven, die nu veel graan verbouwen en veel grond braak hebben liggen. In net rapport staat verder dat energie uit bio massa op korte termijn renda bel wordt, als er onder meer een energieheffing of een subsidie per ton vermeden C02 (kooldi- oxyde) komt. Ondanks snelle vermindering van uitstoot in Nederland Ook sociaal-wetenschappers bestuderen milieukwesties AMSTERDAM ANP AMSTERDAM ANP/Rtr De Nederlandse overheid moet de bevolking beter beschermen tegen de gevaren van het giftige dioxine. De geldende norm voor de toelaatbare dagelijkse blootstelling is onaan vaardbaar hoog. Nederland dient daarom te werken aan elimininatie van alle dioxine-uit stoot. Dat stelt de milieuorganisatie Green peace in een onlangs gepresenteerd rapport. Volgens de milieubeweging moet ons land allereerst de uitbreiding van de afvalverbran ding staken. Bovendien dient op korte ter mijn de internationale produktie en het ge bruik van PVC-plastic, chloorgebleekt papier en gechloreerde oplosmiddelen te stoppen. Greenpeace wil dat de industrie in samen werking met de overheid werkt aan een pro gramma dat de uitstoot van dioxine op ter mijn tot nul terugbrengt. Dioxine is de giftigste stof ooit door de mens gemaakt. Ze is afkomstig uit afvalver brandingsinstallaties, de houtverbranding, verkeer en industrie. De stof komt via het eten van dierlijke vetten in ons lichaam. Daar hoopt ze zich op. De uitstoot van dioxine neemt in ons land snel af. Uit de jongste cijfers van het ministe rie van milieu blijkt, dat de uitstoot rond de eeuwwisseling met bijna 90 procent zal zijn gedaald ten opzichte van 1991. Deze vermin dering is onder meer het gevolg van de slui ting van afvalverbrandingsovens (ooit de be langrijkste veroorzakers) en -verbranders bij ziekenhuizen. Greenpeace verwijst in haar rapport naar de eveneens zojuist verschenen evaluatie van het Amerikaanse overheidsinstituut EPA. Dit milieubureau meldt dat de gezondheidsgeva ren van dioxine groter zijn dan tot dusver is aangenomen. Zo zijn er steeds meer wetenschappelijke aanwijzingen dat dioxinen waarschijnlijk ook in kleinere doses kankerverwekkend zijn. Bo vendien hebben de stoffen mogelijk een gro tere invloed op het ongeboren kind en de vruchtbaarheid dan nu bekend is. De bloot stellingsnorm die overheden op basis van ge gevens van de wereld gezondheidsorganisa tie (WHO) hanteren, zijn volgens EPA dan ook discutabel. De milieuorganisatie richt haar pijlen voor al op het gebruik van chloor in tal van indus triële proqessen. Volgens Greenpeace is de toepassing van chloor een grotere dioxine bron dan verbranding. Niet voor het eerst wil de beweging dan ook dat er meer aandacht komt voor de toepassing van beschikbare al ternatieven in de chloortoepassing. Onderzoekers van Nederlandse ziekenhui zen concludeerden korte tijd geleden dat zui gelingen die via borstvoeding onder meer dioxine binnenkrijgen, daarvan maar zeer geringe nadelige effecten ondervinden. De wetenschappers zien dan ook geen aanlei ding borstvoeding te ontraden. Het Ameri kaanse milieu-instituut EPA sluit zich bij de ze opvatting aan. IN 'T VELD In mijn achtertuin groeit een Chinees restaurant. Van 's och tends vroeg tot 's avonds laat is het er een drukte van belang en de gasten gaan zo op in hun maaltijd, dat ik alle tijd heb om ze eens op mijn gemak te bekij ken. Ze lijken zo van het voedsel te genieten, dat ze alle normale voorzichtigheid laten varen. Maar misschien kan ik beter praten over sterke drank in plaats van voedsel, want hun gedrag lijkt verdacht veel op openbare dronkenschap. Misschien begrijpt u al waar ik het over heb. In mijn tuin staat namelijk een struik met blauw paarse bloempluimcn, die hier eigenlijk niet thuishoort, maar oorspronkelijk uit China stamt: de buddleia of vlinderstruik. Hij bloeit in de nazomer en er is geen bloem of struik te vinden waar zoveel vlinders op afko men. In één uurtje telde ik acht verschillende soorten. Ik zag er het landkaartje. Een vlinder, waarvan de tweede na zomergeneratie er heel anders uitziet veel donkerder dan de eerste uit het voorjaar. Het citroentje zat er ook. I Iel dergeel met vier oranje vlekjes. Een echte zwerver is dat. Zijn eitjes zijn alleen op de wege- doorn te vinden. Maar als ze eenmaal zijn uitgekomen, kun nen ze vele tientallen kilometers afleggen tijdens hun lange le ven. Ze worden waarschijnlijk de oudste van alle Nederlandse vlinders, bijna één jaar. 's Win ters verschuilen ze zich tussen de altijdgroene bladeren van de klimop; in het voorjaar is het de eerste vlinder die je ziet rond vliegen. «ste vlinders op de buddleii zijn de r vlinders zijn v .De ogen ros is van hen de talrijk- ar dit jaar zijn er ook veel a's en vooral dagpauw- i dat zijn in mijn ogen de Een groepje Nederlandse sociaal-wetenschappers heeft zich verenigd in een commissie, die wereldwijde veran deringsprocessen gaat onderzoeken. De instelling van de commissie is een initiatief van de Koninklijke Ne derlandse Akademie van Wetenschappen. De commis sie bestaat uit negen mensen, zo heeft de academie la ten weten. Tot nu toe werden de veranderingen ('global chan ge') op het gebied van bijvoorbeeld bevolkingsopbouw, klimaat, ontbossing en temperatuursstijging vooral door natuurwetenschappers onder de loep genomen. Volgens de Amsterdamse academie liggen er voor soci aal-wetenschappers echter ook tal van mogelijkheden om onderzoek te doen. PC berekent geluidsoverlast groningen »gpd Actiegroepen tegen geluidsoverlast door het verkeer hebben vaak geen geld om dure berekeningen te laten maken. Ze zijn daardoor meestal afhankelijk van de cij fers die door de overheid worden verstrekt. Aan die si tuatie is een einde gekomen. B. van Oerle en ir. G. van den Berg van de Natuurkundewinkel van de Rijksuni versiteit van Groningen hebben een doe-het-zelf pakket ontwikkeld, waarmee via een personal computer vrij simpel geluidsbelasting kan worden berekend. Het door Van Oerle geschreven computerprogramma is vooral bedoeld voor mensen die geen of geringe kennis bezitten van geluidsoverlast. Enige handigheid met de PC is wel vereist. Het programma werkt onder MS-DOS en is verkrijgbaar op 5'/< en op 37,-inch diskette. De prijs bedraagt 25 gulden. Nadere informatie: ir. G.P. van den Berg, 050-634867 (werk) of 05950-4455. alle Er zat er een op de vlinderstruik die behoorlijk beschadigd was. Zijn roltong hing er vermoeid bij. I let leek of hij de kracht niet meer had om die lange sliert or dentelijk op te rollen. De ach tervleugels waren tot op de draad versleten, twee van de vier ogen waren helemaal ver dwenen. Opgegeten door een vogel misschien? Het zou kunnen dal de ogen op de vleugels de vogel op het iaatste moment hebben laten schrikken, zodat de vlinder het er levend afbracht. Maar eerlijk gezegd denk ik dal deze dag pauwoog ver uit het zuiden is komen aanvliegen. Perslot van rekening was het deze zomer hier s beti naar het zuiden. En vliegen kunnen ze! I let laatste vosse-familielid dal ik veel op de buddleia zag, le vert de meest opmerkelijke prestaties op het vlak van vlie- gerij. Ik bedoel die prachtige atalanta of nummcrvlindrr. Zwart met rood en witte vlek ken op de bovenvleugels. En op de onderkant kun je duidelijk het cijfer 1881 zien. Vandaar die naam nummervlinder. Die breekbare, dwarrelende vlinder met een lichaamsge- wicht van slechts enkele gram men vertrekt over een maandje of wat naar het zuiden, naar de Cóte d'Azur of de Provence, om daar de winter door te brengen. Maar het mooiste komt nog. Volgend voorjaar vliegt ze dat hele eind weer terug om hier haar eitjes te leggen op een sim pele brandnetel. Is het niet on gelooflijk? TON IN 'T VELD De vuilverbrandingsinstallatie in Alkmaar, gefotografeerd in de jaren negentig, toen die installatie wegens uitstoot van dioxine in opspraak raakte. foto archief DEN HAAG «ANP Wetenschappers zijn bezorgd over de hoge concentraties van het bestrijdings middel toxafeen in vissen en zoogdieren die leven in de noordelijke delen van de Noordzee en de Atlantische Oceaan. Het Rijksinstituut voor Visserij Onder zoek (RIVO) en het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) zijn bezig met studies naar de werkelijke giftigheid van het middel. Katoentelers gebruiken het. Nederland kent geen norm voor het bestrijdingsmiddel. Als hier de Duitse grenswaarde zou gelden (0,1 mg/kg op vetbasis), is een deel van de gevangen makreel en haring uit de noordelijke Noordzee ongeschikt voor consumptie. De wetenschap heeft sinds enkele jaren belangstelling voor toxafeen. On derzoek naar het bestrijdingsmiddel bleef lange tijd uit. omdat de industrie in Europa het niet gebruikt. Onderzoekers treffen de laatste vijf jaar echter gif aan in onder meer kabeljauw, haring, makreel en zalm, maar ook in zoogdie ren als zeehonden, bruinvissen en spitssnuitdolfijnen. Onderzoekers vermoeden dat het middel via de atmosfeer uit Amerika en Canada komt. Daar is toxafeen jarenlang in grote hoeveelheden gebruikt in de katoenteelt om schadelijke insekten tegen te gaan. Zo ver bekend gebniiken alleen Middenamerikaanse landen het gif nog. In Nederland is het gebruik van toxafeen sinds 1984 verboden, net als in 37 andere landen. Het middel blijft echter lang giftig, zeker een jaar of twintig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 9