Afscheid van de macht Natuurlijk Prozac ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1994 Denkwijzer Christen-democraten en hun veranderde rol Decennia lang stonden ze in het centrum van de macht, de christen-democraten. Tot in mei de kiezers zich massaal van hen afwendden. De kopstukken van CDA-huize maakten deze zomer een dubbele omwenteling door. Van kabinet naar parlement. Van regeringspartij naar oppositie. Dat is even wennen, zo blijkt. Het moeizame afscheid van de macht. ANS BOUWMANS KOOS VAN WEES Piet Bukman, voormalig minister van landbouw, zit eenzaam en al leen aan een tafeltje in het restau rant van de Tweede Kamer en oogt sikkeneu- riger dan ooit. Als minister was Bukman al nooit de vleesgeworden vrolijkheid, maar als nieuwbakken Tweede-Kamerlid lijkt hij dub bel depressief. De overgang is dan ook groot. Als minister was hij gewend te worden vergezeld door minstens twee van zijn paladijnen. Complete maaltijden werden besteed aan het bespre ken van nota's over mest, natuurbeheer, vangstquota's en jachtwetten. Nu blijft Buk man alleen met zijn gedachten. Geen ambte naar die hem nog lastig valt, geen uitnodi ging voor de vrijdagse ministerraad, geen reisjes meer naar de Europese Land bouwraad in Brussel. En zelfs geen lunch- partner. Bukman haast zich om de indruk weg te nemen dat hij moeite heeft met de grote stap van het regeringspluche naar de kamerbank jes van de oppositie. „Alles is tijdelijk", filoso feert hij. „Ik ben acht jaar bewindsman ge weest en behandeld met alle egards die bij die functie horen. Maar het is als bewinds man niet alleen maar aantrekkelijk. Het legt een buitengewoon tijdsbeslag op je persoon lijke leven. Je hebt erg weinig bewegingsvrij heid en je staat onder een hoop spanning. Het werk als kamerlid is wat dat betreft meer ontspannen. Je weet als politicus ook dat je het risico loopt in de oppositie te komen. Als je daar niet tegen kunt, moet je er niet aan beginnen." Hoe tijdelijk is het kamerlidmaatschap voor Bukman? „Ik ben niet op de kandida tenlijst gaan staan met het idee weer snel op te stappen", klinkt het vinnig. „Ik neem dit werk erg serieus. Wel vind ik dat ik in het maatschappelijk leven iets naast de Kamer moet kunnen doen. En verder weet je nooit wat er nog komt. Een terugkeer als CDA- voorzitter sluit ik uit. Iedere tijd verlangt zijn eigen aanpak. Ik paste in het profiel van toen, nu worden er andere eisen gesteld." Verandering Ernst Hirsch Ballin heeft minder te lijden on der de post-regerings-blues. Avond aan avond spreekt hij in den lande, zijn drang tot richtinggevende uitspraken nog ongetem perd. Je zou bijna zeggen dat hij ervan geniet, van die vrije oppositierol. „Genieten, nee. Het kamerlidmaatschap is een publieke taak, waarover je niet in termen van genotterig- heid spreekt." Maar plezier heeft hij wel. Als hij na zo'n avond thuis komt, dan voelt hij zich gesterkt. „Ik kom zoveel mensen tegen die bereid zijn over de tegenslagen heen te kijken." Het dagelijks leven van Hirsch Ballin is na zijn aftreden als minister van justitie veran derd, net zoals het vijf jaar terug ingrijpend wijzigde toen hij toetrad tot het derde kabi- net-Lubbers. fietsen verleer je niet, en hoe de treinen rijden weet je na vijf jaar ook nog wel, relativeert Hirsch Ballin de overgang van het 'gepamperde' bestaan van een minister naar dat van eenvoudig kamerlid. Het idee dat je als minister in de watten wordt gelegd, is een misverstand, zegt Hirsch Ballin. Jawel, 's morgens wordt er een kopje Dszingisz Gabor: „Status zegt me echt helemaal niets.' foto archief fotopersbureau dijkstra Piet Bukman: „Je hebt erg weinig bewegingsvrijheid en je staat onder een hoop spanning." foto archief united photos de boer olaf kraak koffie op je bureau gezet. Je agenda wordt ge regeld en geordend. „Maar dat kan ook niet anders. Je zit in een dubbele rol. Je leidt een ministerie en hebt intens contact met parle ment en samenleving. In de praktijk zit je met een aaneenrijging van bezigheden, waarin nauwelijks tijd is voor een broodje of een avondmaaltijd. Als minister was ik een vaste klant van Broodje van Dootje. Net als Bukman waardeert hij het dat er nu weer tijd is voor het gezin. „Als minister word je radicaal beknot in je mogelijkheden samen iets te doen, over dingen te spreken." Maar als hij omziet naar de 'macht' die hij had op het ministerie, dan is er toch wel iets dat hij op dit moment mist. „De mogelijkheid idee ën om te zetten in praktisch beleid." Zijn ambtenaren werden wel eens knettergek van alle voorstellen die ze moesten uitwerken. Herhaling In het rijtje 'gevallen engelen' staat ook de naam Yvonne van Rooy. Zij heeft het alle maal al eens eerder meegemaakt: de over gang van kabinet naar Kamer. Het wervelen de leventje vol zakenreizen op Economische Zaken werd in 1989 ingeruild voor een kamer op het Binnenhof. De chauffeur, secretaresse, toesprakenschrijver, voorlichter en topamb tenaren stonden niet langer ter beschikking van Lubbers' kroonprinses'. Het verblijf tussen de kamerbankjes bleek destijds tijdelijk. Een jaar later mocht ze weer aanschuiven omdat landbouwminister Braks moest opstappen en zij diens opvolger Buk man mocht gaan vervangen als staatssecreta ris op haar oude stekje. In '89 kon Van Rooy zich nog verheugen op „een redelijk grote werkkamer." Er paste niet alleen een bureau maar ook een zitje in. De tanende invloed van haar partij is af te lezen aan de vierkante meters die haar nieuwe werkkamer omvat: een pijpela met uitzicht op het Plein. Van Rooy treurt niet. De privacy van het 'stagiairekamertje' is te verkiezen boven de driepersoonskamer waarin ze eerst was inge deeld. Na het door Van Rooy zelf geserveerde kopje koffie, blijkt de CDA-blijmoedigheid ook dit kamerlid in zijn greep te hebben. Er komt geen droef woord over haar lippen over de plotse duikeling in status. De Nieuwe Uit daging lonkt. „De tijd van het gespreide bed je is voorbij. Er is weer wat te verdienen voor het CDA." Net als Hirsch Ballin zal Van Rooy het land ingaan, per tweedehands auto wel te verstaan. Verwacht van Van Rooy geen weemoedige verhalen over loodzware tassen dossiers die op zaterdag mee naar huis genomen werden. Het enige dat ze zal missen is het „directe contact met het bedrijfsleven." Maar daar staat tegenover dat ze nu weer gewoon de stad in kan, als ze er zin in heeft. Relativeren Bukmans partijgenoot én staatssecretaris op het ministerie van landbouw Gabor was in dertijd burgemeester van Haaksbergen toen Lubbers hem benaderde voor een post in het kabinet. Er waren mensen die hem voor gek verklaarden toen hij op het aanbod inging. Het burgemeesterschap biedt méér zeker heid dan de functie van staatssecretaris, zelfs al is dat onder de vlag van het CDA, tot voor kort de enige 'vaste' regeringspartij. Dszin gisz Gabor relativeert net als Bukman het ri sico. „Ik was al zeven jaar burgemeester van Haaksbergen, en bij de profielschets voor die functie was al vastgelegd dat de nieuwe bur gemeester niet te lang zou moeten zitten. Het had misschien nog een jaartje geduurd, maar dan was ik toch opgestapt." En over het on zekere vak van politicus: „Je weet dat het kan gebeuren dat je in de oppositie komt. Nie mand in het CDA is zo zelfgenoegzaam ge weest te denken dat het hem of haar nooit zou kunnen overkomen. De tekenen die sinds november op ons afkwamen, waren daarvoor ook veel te duidelijk. Al blijft de om vang van het verlies onverklaarbaar." Net als Van Rooy en Hirsch Ballin relative ren de beide 'ex-landbouwers' hun statusver lies. „Status zegt me echt helemaal niets", bezweert Gabor. „Die auto met chauffeur lijkt natuurlijk leuk, maar als je bedenkt dat ik alleen al qua uren een volledige werkweek in die wagen doorbracht, besef je hoe betrek kelijk dat is. Een groot kantoor, auto met chauffeur, het is niet belangrijk. Geef mij een bureau en wat licht en ik kan er werken." Bukman heeft nog de meeste noten op zijn zang. „De huisvesting van de Tweede-Ka merleden is op zijn zachtst gezegd gebrekkig. Je deelt je werkruimte met anderen (Bukman deelt zijn kamer met Gabor en twee mede werkers, red.) en ik vind dat nogal storend. Elk telefoontje dat binnenkomt hoor je. Dat houdt je van je werk. En ik ben heus niet de enige die daar problemen mee heeft." Invloed Macht betekent niet alleen status, maar ook invloed. Aan dat woord zou Hirsch Ballin ook liever de voorkeur geven om de reikwijdte van een ministerschap te omschrijven. „Je hebt wel macht, maar je zit niet in een isole ment. Als ik terugkijk op de afgelopen jaren dan ben je niet machtig in de zin van 'ik zeg- zij draaien'. Politiek is onderhandelen, sa men met anderen ideeën uitwerken. Je zit niet aan de knoppen, zoals sommigen den ken." Hirsch Ballin vergelijkt de regering met een terreinwagen. De ministers zitten aan het stuur, en moeten zich een weg zien te banen door een onherbergzaam terrein vol ravijnen en heuvels. De christen-democraten hebben na vele decennia chauffeuren de macht over het stuur verloren. Wat nu? Hirsch Ballin: „Een serieuze oppositiepartij gaat niet roepen 'hier kun je doorrijden', als je weet dat er een afgrond is. Maar we gaan ook niet gemakkelijk op de achterbank zitten. Wat we wel zullen doen is af en toe een heu veltje beklimmen met beter uitzicht, en aan geven welke weg het kabinet moet inslaan. Mét de bereidheid dat pad ook te nemen, zo dra we weer achter het stuur kunnen plaats nemen." Ook Van Rooy heeft wat moeite met het begrip macht. „Ik vind het een zwaar aange zette term." Op het departement vond ze zichzelf ook niet zo'n machthebber, ook al moest er leiding gegeven worden aan ambte naren en economische missies. „Macht past niet bij de Nederlander, die zeer hecht aan gelijkheid en bescheidenheid. Wij zijn geen land van dikke auto's en grote ego's. We zijn meer bruggenbouwers, bemiddelaars. Maar je moet niet de indruk wekken dat je over je heen laat lopen." Waarom is het zo dat, als we ons opgefokt en ontstemd voelen, een flinke frisse wandeling onze stemming (bij na) altijd verbetert? En hoe komt het dat een stevige con ditietraining of een flinke tijd joggen, de stress van een hele week uit onze spieren kan halen? Is het simpel om dat we onze longen met frisse lucht vullen? Is het een kwestie van onze ledematen strekken en rekken en ons bloed weer op stroom brengen? Of moeten we het toe schrijven aan die wonderlijke stoffen die onze hersenen bij inspanning kunnen produceren, de zogenaamde endorfïnes? Het juiste antwoord luidt, dat waarschijnlijk al die factoren hun steentje bijdragen, maar dat het bepaald niet het hele verhaal is. Als we afgaan op de huidige stand van onderzoek op dit punt, zoals recent samengevat door de sportfysiologen Ralph LaForge en Dana Thomas, dan blijkt dat het stemmingsverbeterende en stressverminderende effect van regelmatige lichaamsbeweging het resultaat is van tenminste vijf lichaamsprocessen. Op de eerste plaats is dat het stij gen van de lichaamstempera tuur. Een flinke periode van li chaamsbeweging doet onze li chaamstemperatuur zo'n 2 tot 3 graden oplopen wat normaliter - het moet niet al te warm buiten zijn - een gevoel van behaaglijke warme ontspanning geeft: niet zo heel veel anders dan het ge voel dat we krijgen wanneer we in een warm bad zitten. Boven dien is het zo, dat mensen die re gelmatig aan lichaamsbeweging doen, beter in staat zijn om dat plezierig gevoel vast te houden. Dat is mogelijk zo, omdat li chaamstemperatuur samen hangt met spiermassa. Meer spiermassa betekent in het alge meen wat hogere lichaamstem peratuur. Dat is ook een van de redenen dat mannen het vaak minder koud hebben dan vrou wen - ze hebben eenvoudig meer spiermassa - en oudere mensen het vaker koud hebben dan jon gere. Op hogere leeftijd neemt de spiermassa af. Op de tweede plaats leidt lichaamsbeweging tot een toename van de zogenaam de monoaminen in onze herse nen. Monoaminen zijn een be paalde categorie zenuwgelei - dingsstoffen (ook wel neuro transmitters genoemd), waaron der noradrenaline, dopamine en serotonine. Deze stoffen zijn stemmingverbeteraars en in de juiste dosering geven ze een ge voel van innerlijke evenwicht en zelfvertrouwen. Op de derde plaats treden er als gevolg van li chaamsbewegingveranderingen in de buitenste laag van onze hersenschors op. De hersenen zijn een soort van electriciteits- centrale, die electriciteitsgolven uitzendt, die we onder andere met behulp van EEG-apparatuur kunnen waarnemen. Lichaams beweging brengt de hersenen er toe een bepaald soort golven te produceren, de zogenaamde alpha-golven. Dat zijn relatief langzame golven die een aanwij zing zijn voor een gevoel van ontspanning en welbevinden. Het zijn dezelfde golven die ook optreden tijdens ontspannings of meditatieoefeningen en in be paalde stadia van de slaap. Op de vierde plaats leidt lichaamsbewe ging ertoe dat een hele horde hormonen wordt afgescheiden. Er zitten in onze hersenen een aantal systemen - zoals een kleine kern (hypothalamus) en een kleine klier onder aan de hersenen, die hypofyse heet - die samen met onze bijnieren be paalde hormonen in ons bloed pompen zoals het bekende adrenaline. Die hormonen zor gen ervoor dat onze armen, be nen, ons brein en andere orga nen in de juiste toestand komen om er hard tegen aan te gaan. Ze zorgen er ook voor dat onze spie ren efficiënter werken, dat onze ademhaling intensiever wordt en onze bloeddruk stijgt, zodat meer zuurstof aan onze spieren wordt afgeleverd. Dat is natuur lijk prima wanneer we aan li chaamsbeweging doen en ons li chaam inderdaad een hogere ademhalingsfrequentieen meer zuurstof nodig heeft. Maar de zelfde klieren produceren die hormonen ook als reactie op stress (bijvoorbeeld op het werk of tijdens een ruzie thuis). Zon der een methode om al die hor monen weer af te breken, is de kans groot dat we er op een stressvolle dag een zodanige ho ge concentratie van opbouwen, dat gevoelens van onbehagen en angst ontstaan. Stevige lichaams beweging zorgt dan ervoor dat de hypothalamus, hypofyse en de bijnieren, stoffen gaan af scheiden die deze stresshormo nen afbreken. En dat is precies een van de reden waarom men sen zich vaak zo plezierig gaan voelen als ze na een dag vol stress een tijd stevig gaan wan delen of joggen. Op de vijfde- plaats, tenslotte, spelen ook en dorfïnes, de door onze hersenen zelf geproduceerde morfine- of opium achtige stoffen, een rol. Maar ze zorgen er niet alleen maar voor dat we ons minder moe en meer uitgelaten voelen na een periode van stevige li chaamsbeweging. Endorfines re gelen ook onze bloeddruk en on ze lichaamstemperatuur en heb ben effect op onze eetlust en eet gedrag. Anders dan uiterlijke li chaamsveranderingen als gevolg van fitness-training of body buil ding, die vaak pas na maanden te zien zijn, treden dit soort stemmingsverbeterendeeffecten van lichaamsbeweging vrijwel onmiddellijk op. De stemmingsveranderingen uiten zich vooral op de vol gende drie manieren: een afna me van angst en nervositeit, een gevoel van ontspanning en kalm te, en - niet het minst belangrijk een positiever zelfbeeld. Onder zoeken laten zien dat gevoelens van zelfwaardering en tevreden heid met onszelf, al toenemen na een keer conditietraining of ste vig wandelen. Alles bij elkaar ge nomen lijkt het er dus op dat re gelmatige, stevige lichaamsbe weging effecten kan hebben die sterk overeen komen met de ef fecten die medicamenten zoals antidepressiva, bijvoorbeeld pro- zac, hebben. Maar net als voor medicamenten geldt ook voor li chaamsbeweging dat er ook ne gatieve kanten - bijwerkingen - aan kunnen zitten. Een van die negatieve kanten is overdosering, overmatige lichaamsbeweging of overtraining. We kunnen onszelf evenzeer met lichaamsbeweging overdoseren als dat we dat met medicamenten kunnen doen. Overtraining kan ervoor zorgen dat spieren en gewrichten pijn gaan doen, dat allerlei blessures ontstaan, dat de hartslag te hoog wordt, dat moeheid optreedt, dat spijsverterings- of stofwisselings- prohlemen ontstaan en dat er bepaalde veranderingen in de hersenen optreden die depressie en angst veroorzaken. Dat laatste kan onder meer een gevolg zijn van het feit dat overmatige li chaamstraining tot de toename van een bepaald stresshormoon, Cortisol genaamd, kan leiden. Cortisol speelt een belangrijke rol in het ontstaan van angstge voelens. Met andere woorden, als we zowel lichamelijke als mentale ontspanning willen he reiken met behulp van lichaams beweging, dan is het codewoord: met mate. Een belangrijke ma nier om de voor ons gewenste mate te vinden - die is namelijk individueel verschillend - is om lichaamsbeweging niet alleen maar als lichaamsbeweging te benaderen.In zijn boek De Re laxatie Reactie stelt de Ameri kaanse arts I lerbert Benson dat het van belang is om te bewegen op grond van een innerlijk ritme, dat overeenkomt met ritmes zoals die ook in meditatie-oefe ningen worden gebruikt. Bij het wandelen, joggen, zwemmen of fietsen is het volgens hem zinnig om hel ritme van de bewegingen in ons hoofd te herhalen. Bij voorbeeld tijdens hardlopen bij het neerkomen van onze schoe nen op de weg, innerlijk te her halen: 'een-twee', 'een-twee', of het ademhalingsritme aan te houden. Door ons tijdens lichaamshe weging innerlijk op een ritme te richten, treedt ook mentale ontspanning op. Daardoor neemt de kans toe, dat we li chaamsbeweging niet langer als een 'must', een prestatie of een opgave zien, wat op den duur natuurlijk alleen maar spanning oproept. In plaats daarvan wordt het eerder een soort van licha melijke en geestelijke 'miniva- kantie'. En pasals lichaamsbe weging niet langer iets is waartoe onze geest ons lichaam dwingt, maar waarin beide in een soort van ritmische dans in elkaar op gaan, zijn we werkelijk gezond bezig. RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie Ernst Hirsch Ballin: „In de praktijk zit je met een aaneenrijging van bezigheden waarin nauwelijks tijd is voor een broodje of een avondmaaltijd." foto archief bert verhoeff

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 41