HAVO-leerlingen moeten zelf weer aan het werk Feiten &Meningen Canada wacht opnieuw een onrustig jaar Kritiek op regering Rwanda Tsjechische minister leest sterren maar presteert niets VRIJDAG 16 SEPTEMBER 1994 2 N i'E UWSANALYSE Veertien jaar geleden was het antwoord van de Québécois op de vraag of zij een einde wilde maken aan de Canadese federatie luid en duidelijk: non. De regerende Parti (juéhécois (PQ). die de bevolking van de Franstalige provincie in een referendum vroeg het streven naar soevereiniteit (onaf hankelijkheid) te steunen, stond met de mond vol tanden. Wie echter had gedacht dat de kwestie daarmee dood en begraven zou zijn, is bedrogen uitgekomen. Québec krijgt volgend jaar opnieuw een referendum over afsplitsing van de rest van Canada. De scperatistische PQ heeft deze week de provinciale parlementsverkiezingen nipt gewonnen. Dankzij het gehanteerde distric-' tenstelsel heeft de partij van toekomstig premier Jean Parizeau - hij treedt op 23 september aan een riante meerderheid van 77 van de 125 zetels in de Assemblée nationale, hoewel het aandeel in de stem men maar 0,4 procent meer was dan dat van de regerende Liberalen. De zege van Parizeau valt vooral te ver klaren uit de wens van de Québécois om na negen jaar liberaal bewind een andere aan pak van de grote problemen te proberen. Parizeau heeft de geplaagde provincie, waar de werkloosheid met 12 procent boven het landelijk gemiddelde (10,2) ligt, spoedig economisch herstel beloofd en de kiezers lijken die boodschap beter te hebben ge hoord dan de aankondiging dat hij Québec naar zelfstandigheid wil leiden. Parizeau neemt dat laatste voornemen wel degelijk serieus. Zijn hele politieke le ven staat in dienst van dit streven. Hij vindt dat er nu maar eens duidelijkheid moet ko men over de positie van Québec, waar cul tuur, taal, geschiedenis en manier van leven afwijken van de rest van lanada. Dat recht vaardigt zelfstandigheid. Binnen acht tot tien maanden kunnen de Québécois zich opnieuw uitspreken over soevereiniteit van Ui helle province. In het nieuwe parlement komt Parizeau, zo heeft hij beloofd, met een plechtige verklaring over het voornemen van Québec in de toekomst zijn eigen weg Dat betekent dat de negen in meerder beid LngeIstalige provincies en Québec, die de laatste decennia steeds weer met elkaar overhoop lagen, andermaal een onrustig en rumoerig jaai tegemoet gaan Het plan maakt volgens de huidige peilingen evenals in 1980 geen schijn van kans, maar waarne mers vrezen dat Parizeau de komende maanden door het uitlokken van geschillen en ruzies met de federale regering in Ot tawa de geesten kunstmatig rijp kan maken voor afscheiding. Tegelijkertijd moet Parizeau de zeven miljoen Québécois, van wie 83 procent Franstalig is, er van overtuigen dat het leven in een zelfstandig Québec net zo comforta bel is als in de huidige constellatie. I lij heeft deze week al gezegd dat mocht het ant woord toch 'nee' blijven, het op een later tijdstip gewoon nog eens te proberen. Hoewel het bedrijfsleven, dat de onver mijdelijke politieke onrust vreest, weinig enthousiasme toont voor het streven van de PQ, zijn financiële analisten het erover eens dat Québec als zelfstandige staat levensvat baar is. Parizeau wil overigens de nauwe economische banden met de rest van Ca nada zo min mogelijk verstoren en ook vasthouden aan de Canadese dollar. Het eventueel losweken van Canada's in oppervlakte grootste provincie, die binnen Canada al een keur van privileges kent. zal echter niet geruisloos kunnen. Fngelstalige westelijke provincies als British Columbia en Alberta zijn het gechicaneer van Québec, dat steeds weer hamert op zijn speciale sta tus binnen Canada, spuugzat, liet valt niet te verwachten dat zij zich inschikkelijk zul len opstellen bij de door Parizeau gewenste onderhandelingen. De premier van British Columbia heeft al aangekondigd dwars te gaan liggen wanneer Québec nieuwe eisen stelt aan Ottawa. Ronduit problematisch is de positie van de Atlantische provincies, die bij zelfstan digheid van Québec los komen te staan van dr real van Canada. 11 is zalft wel eens k«- sproken over nauwere banden met, of zelfs aansluiting bij, de Verenigde Staten. New foundland. dat in 1949 als laatste provincie lol de in 1867 opgerichte Canadese federa tie toetrad, heeft een al jaren sluimerend grensgeschil met Québec. Beid»' provincies leggen claims op grote stukken van Labra- dor. Intern krijgt Québec te maken met de oorspronkelijke inwoners, die stellen dat het recht op zelfbeschikking dat de PQ voor de provincie opeist ook voor hen geldt. De 60.000 indianen, onder wie de Tee, willen zelf beslissen of ze Québec op het pad van de onafhankelijkheid volgen, dan wel dal ze deel blijven uitmaken van Canada. Parizeau moet van het indiaanse 'seperatisme' niets krachtcentrales van Hydro-Québec. die de provincie haar welvaart geven, in het door de indianen geclaimde gebied liggen. In de jaren zeventig en tachtig - de PQ kwam in 1976 voor het eerst aan de macht hebben tienduizenden Fngelstalige Que beckers de provincie verlaten, onder meer uit protest en frustratie over de strenge, het I rans bevorderende taalwetten. Ook veel bedrijven keerden de provincie de mg toe. De beurs reageerde deze week opgelucht op de kleine marge van Parizeau s overwin ning. maar een nieuwe uittocht is niet on denkbaar wanneer het onafhankelijkheids- hans lacofls KATALE-den haag» Terwijl jonge Rwandese vluchtelin- zaken) gen in het water wat afleiding zoeken van hun ellende, het nie is in Den Haag vanochtend een tweedaagse internatio nale conferentie begonnen over Rwanda. Vluchtelingen keren pas naar Rwanda terug als hun veiligheid wordt gegarandeerd, zo zei minister Van Mierlo (buitenlandse het begin van de zitting. Hij uitte kritiek op het nieuwe door Tutsi's gedomineerde bewind in Rwanda, dat in Den Haag wordt vertegenwoordigd door president Bizimungu en enkele ministers. Volgens Van Mierlo moet de Rwandese regering meer doen om de angst bij de bijna twee miljoen Hutu-vluchtelingen weg te nemen en hun veiligheid bij terugkeer te garan deren. Op de conferentie wordt vooral gesproken over de mensenrechtensituatie in Rwanda en de noodzake lijke repatriëring van vluchtelingen. Belangrijke beslui ten worden niet verwacht. roro epa pierre verdy De huidige HAVO voldoet niet. Ex-leerlingen vallen in het hoger beroepsonderwijs door de mand. Dus moet de HAVO worden veranderd. En wel ingrijpend, zegt een commissie onder leiding van oud-staatssecretaris Ginjaar. Nog deze maand brengt ze haar eindadvies naar buiten. I lAVO-leerlingen worden volgepropt met pcutervoeding. Ze hoeven niet te kauwen. Geen wonder dat ze in het HBO ernstig in de problemen ra ken. Ze kunnen geen hoofd- van bij zaken onderscheiden, »>mdat ze niet zelfstandig problemen kunnen op lossen. J )at deed de docent altijd r ze. Die zit in tijdnood en biedt de leerlingen in hoog tempo stencils aan niet voorgekauwile leerstof. Met die conclusie werd in april 1992 en onderzoek afgesloten naar de fa lende overgang HAVO HBO. Slechts derde van de ex-havisten haalt de propaedeuse binnen een jaar. De ets is kenmerkend voor de huidi ge IIAVO en zegt precies wat er moet •randeren. HAVO-leerlingen moe ten zélf aan het werk en daarvoor is en heel ander soort school nodig. Oud-staatssecretarisGinjaar-Maas (onderwijs) publiceert eind deze ïand het tweede definitieve rege ringsadvies voor de HAVO van de ekomst. Ginjaar is voorzitter van de 'stuurgroep' die zich daarover boog. HBO-docenten krijgen straks en ideale I lAVO-leerling afgeleverd. Ginjaar meent het écht en doet al- ïst een boekje open over het uitge- erkte plan. Als ile Tweede Kamer akkoord gaat. kunnen nog dit najaar werkgroepen an de slag om een leerplan vast te ellen. Feil jaar later starten uitge- ?rs met het schrijven van nieuwe schoolboeken, want de oude zijn ge baseerd op klassikaal lesgeven. De nieuwe zijn geschikt voorwerken in eigen tempo en moeten eind 1997 klaar zijn. Dan is de metamorfose vier en vijf 1 IAVO over precies jaar realiteit. Voor het zover is. et er nog veel gebeuren, maar als zover is. begint de klus pas goed. is namelijk een hele kluif die do- Een leerlinge van de HAVO- aan de slag. centen en schooldirecteuren te wachten staat, erkent"Ginjaar vol mondig. Aan de situatie dat leerlin gen consumeren en docenten hun lesstof voor de klas uitstrooien aan de hele groep tegelijk, komt defini tief een einde. Daarvoor in de plaats komt een 'studiehuis', in het jargon van Ginjaar. ..Dat betekent zoveel dat leerlingen docent samen aan het werk gaan. Als je straks een klas binnenkijkt, zul je zien dat sommige leerlingen zelf standig aan het werk zijn, anderen in een groepje. Fen leerling zal in de mediatheek bezig zijn. een ander werkt met een computer", aldus Ginjaar in haar Haagse kantoor. „Het wordt geen vrijheid-blijheid. want een leerkracht zal de voortgang van leerlingen moeten bewaken en toetsen afnemen. Hij zal hen per soonlijk begeleiden", aldus Ginjaar. Als het niet goed werkt; als tijdige controle uitblijft, de individuele be geleiding onvoldoende is, is het doodvonnis getekend van die ideale HAVO. Ginjaar kent de twijfels in het onderwijs. „We moeten een onderwijssysteem maken waar alle leerlingen op hun plaats zijn. De één krijgt straks meer vrijheid, de ander moet bij zijn klad den worden gepakt. Soms vergissen docenten zich. Leerlingen gedragen zich soms in de klas buitengewoon kinderachtig. Kom je ze tegen buiten de klas, bij een vereniging, zie je in eens dat ze wél grote verantwoorlijk- heid aankunnen. Als je de goede snaar maar raakt. Dat is razend moeilijk, dat weet ik. Makkelijke kin deren kunnen te weinig aandacht krijgen. Dat gebeurt echter ook met het klassikale systeem", betoogt ze. Flet team dat de nieuwe HAVO wil invoeren, wil niet dezelfde fouten maken als bij de invoering van de basisvorming in de laagste klassen van het voortgezet onderwijs, vorig jaar. Toen waren de boeken nog niet klaar, ontbraken nog veel lokalen voor techniek en verzorging en wis ten nog niet alle docenten wat van hen werd verwacht. „Dat moet nu anders vindt Gin jaar. „We zijn nu al volop bezig met docenten te praten over de verande ringen. De uitgevers zitten straks vanaf het begin bij de werkgroepen als toehoorder. Ze werden destijds bij de basisvorming te laat betrok ken. Ook het HBO praat mee. De vaardigheden die leerlingen daar no dig hebben, worden in de nieuwe HAVO geoefend. Ze leren zelfstandig werken, samenvatten, samenwer ken: dat worden ook exameneisen." Ginjaar verwacht, dooreen beroep te doen op de creativiteit van de schoolteams, hoog rendement te ha len uit haar voorstellen. „We zullen nooit zeggen hoe zo'n 'studiehuis' er uit moet komen te zien: dat is een zaak van de school zelf. docenten moeten met elkaar hun eigen 'idea le' situatie creëren, en de tijd krijgen daar naar toe te groeien. We willen netwerken van scholen, een landelijk informatiepunt waar docenten te recht kunnen met vragen en voor ideeën." De nieuwe manier van werken bete kent een taakverzwaring voor do centen. Salarisverhogingaal daar niet tegenover staan, erkent Ginjaar. „Ik weet niet of er werkelijk sprake is van taakverzwaring voor een docent. Ik heb het gevoel dat een deel van de huidige zwaarte veel heeft te maken met ordeproblemen. Je flink inspan nen, maar veel plezier in je werk hebben, is heel bevredigend. Je moeten inspannen en als een berg opzien tegen elke dag dat je naar je werk gaat. is vreselijk. Ik geloof niet dat het werk straks zoveel zwaarder wordt, wel ingewikkelder. Maar vooral interessanter." den haag gegrv van lit amstef Tante Annie Ze moet toch zeker dertig of veertig jaar ge woond hebben op die kleine etagewoning verderop in on ze straat. De vitrage voor haar smoezelige ramen droeg het stof van vele jaren, het heesge- blafte, schurftige poedeltje Sherry op haar voorbalkonnetje was langzaamaan een soort herkenningspunt in de buurt geworden. Tante Annie, zoals iedereen haar noemde, was al achter in de zeventig en geestelijk niet meer helemaal in orde. Ze was weieens wat verward, dan voer de ze stevige discussies met zichzelf terwijl ze op het pleintje voor haar huis heen en weer trippelde. Haar jurken waren nooit brandschoon en in een sporadische slechte bui vloekte ze elke voorbijganger stijf. Maar doorgaans was ze de vrolijkheid zelve en voelde ze zich gelukkig in haar vertrouwde buurtje waar ze iedereen kende. Met grote interesse volgde ze als een ware mater familias het dage lijkse reilen en zeilen in de straat. Verder dan haar eigen straatje kwam ze nooit meer. Haar ene buurvrouw deed haar bood schappen. de andere buur vrouw hielp haar soms met schoonmaken. „Het sijn gewel dige grieten", zei ze keer op keer over hen als ik weer eens een praatje met haar maakte op 'haar' bankje op het plein. Want Tante Annie kon ook prachtige, soms ontroerende verhalen over haar leven vertellen. Over haar moeilijke jeugd in Nieu- wendam, aan de andere kant van het IJ, als enige dochter van straatarme arbeiders die vaak niet wisten of ze de volgende dag te eten zouden hebben. Over haar man Cor, een aan de drank verslingerde bouwvakker, die niet geheel tot haar verdriet al heel vroeg overleed. Over haar zoontje Jan, die als vierjari ge peuter in de hongerwinter onder haar ogen het leven liet. Over de dag dat ze opeens be sefte dat ze alleen op de wereld was en het alleen moest zien te rooien. Ze heeft in haar leven veel ar moede gekend. Maar haar blij moedigheid verloor ze nooit. „Ach weet je kind", placht ze te zeggen, „Br is altijd iemand die het nog ellendiger heb. Zolang ik gesond ben hoor je mij niet klagen, hoor! Sherry en ik red den het wel." En dan diepte ze weer een trieste of juist heel ko mische gebeurtenis uit haar ge heugen op. Maar op den duur redden ze het niet meer, die twee. Een paar maanden geleden stierf het hondje. Van ouderdom. Tante Annie was in alle staten, pil pas na veel moeite wist de dierenarts het dode poedeltje mee te krijgen. Niet lang daarna werd tante Annie zelf ziek. Ze kreeg evenwichtsstoornissen en liep steeds moeilijker. Ze werd opgenomen in het ziekenhuis, zo hoorden we later van een buurvrouw. Maar toen was ze al dood. Ze stierf zoals ze had ge leefd: alleen. Een paar weken geleden zagen we hoe iemand haar huisje aan het leegruimen was. De oude, doorrookte huis raad verdween hup in een con tainer. Weg ermee. amsterdam monique brandt Steeds meer kritiek op functioneren Antonin Baudys ln het verleden waren ministers vnn defensie in Oost-Europa vrijwel zonder uitzondering hoge mi litairen die zich graag in uniform vertoonden. Daar staken westerse collega's in hun simpele burger pakken maar schamel bij af. Maar de tijden veran derden en In 1993 benoemden de Tsjechen met hun fijne neus voor wal in liet Westen snlonfiiliigIs, een heuse hurger op de hoogste post bij defensie. Minister Antonin Baudys is een gezellige, welbe spraakte en mondaine mail en dus in alles het te genovergestelde van zJjn martiale voorgangers. Baudys stond voor een geweldige taak want de strijdkrachten moesten vanwege internationale verdragen maar meer nog vanwege geldgebrek enorm worden ingekrompen en tevens worden ingepast in het nieuwe democratisch bestel. Boven dien moest in 1993 na het uiteenvallen van Tsje- choslowaki je het leger worden verdeeld tussen de Tsjechische Republieken Slowakije. Voorwaar geen sinecure! Aanvankelijk leek het wel goed te gaan met de nieu we minister. De militairen hielden zich ondanks de enorme veranderingen die zich aftekenden, vol maakt koest (dat is trouwens overal het geval in Oost- en West-Europa) en Baudys werd de tijd ge gund voor de omvangrijke herstructurering. Maar geleidelijk begint het krediet dat Baudys bij zijn aantreden kreeg, op te raken. Een reeks schan dalen en ongelukkige initiatieven is daar debet aan. De afgelopen winter kwam Baudys met een gede tailleerd vredesplan voor het vroegere Joegoslavië en zond dit naar de Veiligheidsraad, de NAVO en af zonderlijke Europese landen. Hij was echter verge ten dit plan van tevoren te bespreken met zijn mc- i deministers en het parlement. De wereld in het algemeen en de Tsjechen in het bijzonder waren verbluft over zoveel naïviteit en onbenul. De Tsjechische politiek was, in tegenstel ling tot de publieke opinie, bepaald niet geamu- j seerd» i Mocht het optreden van Baudys al doen denken aan de koers van een ongeleid projectiel, hijzelf denkt daar anders over. De minister is namelijk te vens astroloog en laat zich leiden door de sterren. In inei van dit jaar gaf hij v»xir de televisie blijk van zijn kunnen op dit gebied. Bij die gelegenheid las hij ook nog even de hand van twee zich slap lachen de dames uit het publiek In regeringskringen wer den wederom wenkbrauwen gefronst. Tot zover viel er met Baudys flink wat te lachen, maar vervolgens kwamen er ook wat minder leuke zaken aan het licht. In juli werd bekend dat gene- raal-majoor Barta, verantwoordelijk voor de be voorrading van het Tsjechische leger, op originele wijze in zijn eigen bevoorrading voorzag door vorig jaar oktober in Zweden een winkeldiefstal te ple- gen. Het was duidelijk dat de minister deze zaak bewust stil had gehouden en toen het toch uitkwam, verde digde hij zich met de smoes dat het veel tijd had ge kost om de feiten in de zaak-Barta in Zweden te ve rifiëren. Onder druk van de publieke opinie en het parlement werd Barta alsnog ontslagen, maar de riante afvloeiingsregeling voor de op heterdaad be trapte generaal veroorzaakte een nieuw schandaal. Een paar maanden geleden ging Baudys zelf naar Zweden voor een officieel bezoek Op weg daarheen ging er in het vliegtuig een pistool af en de kogel doorboorde een brandstoftank. De officiële lezing wil dat één van de lijfwachten van de minister het schot per ongeluk heeft afgevuurd, maar óf dat werkelijk zo is, is niet zeker. De gedachte dringt zich op dat de minister zelf, al dan niet geleid door de sterren, het schot heeft gelost. Die gedachte wordt gevoed door het feit dat Baudys ook dit inci dent wilde verzwijgen en daartoe een ln meevlie gende journalist de mond wilde snoeren. De zaak kwam later toch aan het licht en wederom wringt Baudys zich in alle bochten om afstand te nemen; het afgevuurde schot heeft immers niets met hem of het leger te maken. En over het feit dat het incident in eerdere lezing als een 'technisch mankement' was afgedaan, moet de pers niet zo moeilijk doen. Maar ook over het eigenlijke werk van de minister groeit de kritiek. De veranderingen bij de strijd krachten vorderen niet erg. Premier iÓaus merkte tijdens een recent interview sarcastisch op dat het makkelijker is om een minister te ontslaan vanwe ge een schietincident in zijn vliegtuig dan vanwege de te langzaam verlopende transformatie van zijn ministerie. Vanwege de verhoudingen binnen de regeringscoa litie heeft Baudys alle schandalen tot nu toe over leefd, maar zelfs in het land van de brave soldaat Schwejk raakt men een keer uitgelachen over een sterren lezende minister van defensie die het met de waarheid niet zo nauw neemt en verder maar weinig voor elkaar krijgt. praas adriaan van vuren medewerker

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2