Gedoemd te verliezen Dramatisch sluitstuk van 'Market Garden' Sociale- en bloeddruk l ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1994 Generaal John Hackett over de fouten in de Slag om Arnhem Oud-generaal Sir John Hackett (met een foto van het huis in Ede waar hij vier maanden als onderduiker woonde): „Ik trof het hoofdkwartier aan in een staat van chaos." foto gpd simon calopie Een historische, tegelijk diep tragische actie in de Nederlandse geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog: de operatie 'Market Garden', beter bekend als 'De slag om Arnhem' waar het gevecht eindigde in een catastrofe. De strijd eiste duizenden levens van militairen en burgers. Volgend weekend is het vijftig jaar geleden dat Market Garden startte met de grootste luchtlandingsoperatie die ooit werd uitgevoerd: 17.000 parachutisten, gedropt tussen Eindhoven en Arnhem. Een van de commandanten was brigadegeneraal John Hackett, thans 83 jaar. Terugblikkend: „We waren gedoemd. Ik had m'n officieren gewaarschuwd voor zware verliezen." ANDRE HORLINGS Als leider van de 2300 airbornes tellende 4de Britse parachutis tenbrigade, landde brigadege neraal John ('Shan') Hackett op maandag 18 september 1944 - een dag na het officiële begin van Operatie Market Garden - op de Ginkelse I leide, ten noordwesten van Wolfheze en 17 kilometer van de brug die la ter 'te ver' bleek te zijn. „Voor mij was de Slag toen nog niet begonnen", zegt hij met pretoogjes want hij doelt op een anekdote die tot de klas sieken van 'Arnhem' moet wor den gerekend. Hackett: „Ik had geen wapens bij me, maar wel m'n wandelstok. En die glipte kort voor de landing uit m'n handen. Beneden stonden tien Duitse soldaten die zich meteen over wilden geven, maar ik zei dat ze even moesten wachten tot ik de stok had gevonden. Ze hielpen me zoeken: het duurde niet lang." Maar waarom al die drukte? „It's a symbol, je voelde je zonder wandelstok niet compleet." Dat zijn dropping een dag na die van de hoofdmacht plaatsvond, beschouwt hij als één van de vele fouten die uit eindelijk leidden tot de mis lukking van Market Garden. „Er hadden de vorige dag twéé lifts moeten zijn, in plaats van één. De verrassing was er af. De Duitsers werden onder schat. We waren gedoemd. Ik had mijn officieren al gewaar schuwd rekening te houden met zware verliezen." 'Veel onzin In zijn boek I was a stranger dat vooral handelt over zijn onderduiktijd in Ede, be schrijft Hackett een macaber detail van de 'ontvangst': 'De rook, het geknal van mortier vuur on het knetteren van bandvuurwapens zeiden me dat er al gevochten werd op het landingsterrein zelf. Naast me slingerde een trage massa in een parachuteharnas naar beneden. Het bleek een man. Zijn darmen hingen uit zijn li chaam en zwaaiden in een te gengesteld ritme: zwaaide het lichaam de ene kant uit. dan werden de ingewanden in te genovergestelde richting ge trokken'. Opmerkelijk is dat de Slag om Arnhem zelf en Hacketts rol daarin, die door anderen uitvoerig en kritisch werd be licht. in zijn eigen boek nau welijks aan de orde komt. „Over Market Garden hebben te veel mensen te veel ge schreven", vindt de generaal. „Daarbij is veel onzin op pa pier gezet." In één adem waarschuwt hij ertegen 'Een brug te ver' van Cornelius Ryan als 'geschiede nisboek' te beschouwen. „Ryan beschikte over een schrijvende staf die verhalen heeft aange dikt, uit hun verband gerukt of zelfs verzonnen. Er staat bij voorbeeld iets in over mezelf, toen ik gewond was geraakt. Het verhaal, dat op de jeep naast mij een gewonde officier lag en 'ik zei: 'Pearson, ik hoop niet dat je denkt dat ik nu mijn rang misbruik, maar ik geloof dat ik er een stuk slechter aan toe ben dan jij. Heb je er be zwaar tegen dat ze mij in het ziekenhuis eerst behandelen?' Dat is nonsens! Dat is gewoon weg nooit gebeurd!" Toen Hackett uit zijn toestel sprong, hadden van de troepen die op weg waren gegaan naar Arnhem, alleen die van luite nant-kolonel John Frost de Brug bereikt. De radioverbindingen werkten niet, en Roy IJrquhart - leider van de operatie - was zoek. Hij was zelf op onderzoek uitgegaan en zat - door de Duit sers afgesloten van zijn hoofd kwartier - samen met 'tweede man' Gerald I^thbury op een zolderkamertje. Urquharts 36 uur lange afwezigheid heeft in hoge mate bijgedragen aan het mislukken van Market Garden. Grote fouten „Ik trof het hoofdkwartier aan in een staat van chaos", zegt Hackett. „Er zijn bij de voorbe reiding ontzettend veel fouten gemaakt. Eén van de belangrijk ste was dat informatie van een inlichtingenofficier in de wind werd geslagen. Hij kreeg via de Nederlandse verzetsbeweging drie foto's waarop Duitse pant servoertuigen stonden. Via an dere bronnen was gemeld dat er in de afgelopen 24 uur twee Duitse pantserdivisies het ge bied waren binnengekomen. Die informatie werd wegge wuifd: de man werd overspan nen met ziekteverlof gestuurd." De fatale fout is volgens Hac kett door de Amerikanen ge maakt. „Van Nijmegen naar Arnhem is het 16 kilometer. Het uitstekende 82ste Amerikaanse leger arriveerde op 19 septem ber in Nijmegen en.... stopte! De Britse militairen in Arnhem in gevecht op de hoek Bergstraat-Oude Kraan, vlakbij de Rijn. foto archief weg naar Arnhem was open! Er waren vier tanks beschikbaar, maar volgens het boekje had je daar infanterie bij nodig. Die was er niet. De Duitse Brigade- führer Heinz Harmei, de bevel hebber van de 10de SS-pantser- divisie, heeft zich later in een terugblik afgevraagd: 'Waarom hebben ze toen geen druk op ons uitgeoefend? De oorlog was voorbij geweest als ze dat had den gedaan'. In elk geval instal leerden de Duitsers in de avond van 19 september tussen Nijmegen en Arnhem hun 80 mm-kanonnen. Dat was vol gens mij het moment dat de Slag verloren ging." „Ondanks alle fouten die ge maakt zijn, ondanks de misluk king, ondanks het feit dat we wisten dat het een heel riskant avontuur zou worden, is het goed dat de Slag om Arnhem heeft plaatsgevonden", vindt Hackett. „Er waren vijftien afge broken plannen aan voorafge gaan. Iedere soldaat was tot in de laatste vezel gemotiveerd. Je BARENDA GRUTTERINK 'Uiterst gedurfd in de aanval, zeer listig in de verdediging en uitzonderlijk volhou dend. Zo leverden zij een prestatie die zal voortleven in de herinneringen en de ver halen, nel zolang als de deugden moed en vastberadenheid het menselijk hart weten te raken." Dat zei Winston Churchill op 28 september 1944 in het Lagerhuis in Londen, kort nadat de Geallieerden een belangrijk deel van Nederland hadden bevrijd, maar bij de gruwelijke Slag om Arnhem het on derspit legen de toch nog schromelijk on derschatte Duitsers dolven. De Slag om Arnhem was het dramatische sluitstuk van Market Garden, de luchtlan dingsoperatie die nazi-Duitsland nog voor kerst 1944 de doodsteek had moeten toe brengen. Er zou een reeks bruggen - waar onder de Arnhemse Rijnbrug - op de Duit sers worden veroverd. Daarna zouden de Geallieerden de rivieren oversteken en om te beginnen in het Duitse Ruhrgebied de fa brieken bezetten. Na een tamelijk voorspoedig begin èn de bevrijding van Zuid-Nederland, liep de on derneming noordelijker vreselijk spaak. Het werd een slachtpartij. Market Garden kostte duizenden mensenlevens. „September 1944", schreef dr. L. de Jong in deel 3 van 'De bezetting na vijftig jaar', „was misschien wel de meest bewogen en dramatische maand uit onze hele geschie denis." Binnen een paar weken viel Neder land van hoop en verwachting naar teleur stelling en verdriet. Na de invasie in Normandië in juni en de bevrijding van Parijs in augustus, was ook in Nederland al een blije opwinding ont staan. Nadat de Geallieerden begin septem ber in hartje België waren, zorgden opper bevelhebber generaal Eisenhower en konin gin Wilhelmina, op 3 september voor nog meer opwinding in Nederland. Beiden meldden - via de BBC en Radio Oranje - vol overgave en oprecht, dat de bevrijding aan staande was. Op 4 september verspreidde de Regeringsvoorlichtingsdienst het onjuis te en nooit verklaarde bericht dat Breda al bevrijd was. En op 5 september bereikte de gekte een hoogtepunt: Dolle Dinsdag. Duit sers namen al de benen en stookten gehei me stukken op. Andere nazi's zagen nog kans om bijna vierduizend mensen uit con centratiekamp Vught over te brengen naar Sachsenhausen en Ravensbrück. En Hitier, wiens militaire krachten en flexibiliteit nog steeds niet waren uitgeput, was geenszins van plan om ook maar een strobreed toe te geven. Hij wilde Nederland zeker niet kwijt, omdat hij dacht vanuit het westen Engeland te kunnen bestoken met zijn Vergeltungswaffe, de V-2. Voor de Britse veldmaarschalk Montgomery zou dat één van de gronden voor de zo gewaagde Mar ket Garden zijn geweest, maar velen denken dat een andere belangrijke drijfveer zijn ijdele wens was om als eerste in Duitsland 'Market' stond voor het lucht-gedeelte van de operatie. 'Garden' was de strijd op het land die 100.000 man en 22.000 tanks sterke grondtroepen vanaf de Nederlands- Belgische grens richting noorden zouden leveren. Voor de luchtoperatie waren 6.320 vliegtuigen en 35.000 man beschikbaar: één Britse en twee Amerikaanse luchtlandings divisies en een Poolse brigade. Door hun lichte bewapening zouden ze niet veel kun nen beginnen tegen de resten van twee SS- tankdivisies die in de buurt van Arnhem verbleven. 'Londen' wist dat die er waren, onder meer dank zij illegale werkers. Mont gomery was ook op de hoogte, maar hij hield zijn mond. Op 17 september werd 's ochtends vroeg door Geallieerde vliegtuigen zo veel moge lijk Duits luchtafweergeschut gebombar deerd. Dat had dramatische gevolgen, bij- voprbeeld in Wolfheze waar kanonnen stonden opgesteld tussen de paviljoens van een psychiatische inrichting. Market Garden verliep aanvankelijk suc cesvol, al waren her en der harde gevechten nodig vanwege felle Duitse tegenstand. De weg via Eindhoven door Noord-Brabant naar Nijmegen, kreeg niet voor niets de naam Hell's Highway. De spoor- en verkeersbruggen over de Aa en de Zuid-Willemsvaart en de verkeers- brug over de Dommel kwamen in Geallieer de handen. De brug over de Maas bij Grave en een van de bruggen over het Maas- Waalkanaal werden ook veroverd. Drie an dere bruggen over het Maas-Waalkanaal gingen, opgeblazen door de Duitsers, de lucht in. Net als die over het Wilhelminaka- naal, op een moment dat twee Amerikaanse pelotons op 50 meter afstand waren. Ze moesten een noodbrug bouwen. De strijd om de Waalbrug bij Nijmegen hing ook van tegenslag aan elkaar, mede door de ras aan gesnelde Duitse versterkingen. Pas na uit puttende pogingen wisten de Geallieerden de brug in handen te krijgen, nadat drie honderd Amerikanen onder Duitse beschie ting in rubberbootjes de Waal waren over gestoken om ook aan de andere kant aan te vallen. Een jeugdige ver/etswerker. Ian van Hoof, zou de elektrische leidingen onder de brug hebben doorgeknipt om opblazen door de Duitsers te voorkomen. De jonge held heeft de oorlog niet overleefd. Vanaf 17 september waren er 17.000 Ge allieerden bij Ede, Renkum en Wolfheze ge land voor de verovering van de - daar van daan erg ver gelegen - Rijnbrug. Dichterbij kon niet, de bodem was te zacht of er zat Duitse luchtafweer. De verbindingen tussen de Geallieerde troepen bleken slecht, spul len werden verkeerd gedropt. En de Duit sers stuurden opnieuw versterkingen. Zevenhonderd Geallieerden wisten de noordelijke oprit van de bnig te veroveren. Ze waren echter alleen. De rest van hun ka meraden leverde westelijk, in Oosterbeek. een verbitterde strijd met een Duits pant serkorps. De Geallieerde opmars vanuit het zuiden was na Nijmegen gestagneerd. Op 25 september trokken de Geallieerden zich terug. Nog geen 2500 militairen wisten on der Duitse beschietingen in bootjes over de Rijn naar het /uiden te ontsnappen. De rest was gesneuveld, gewond of krijgsgevangen gemaakt. kunt het moreel niet eindeloos goed houden. We waren er aan toe. We wisten dat de operatie zware offers zou vergen, maar... we hadden een kans." Gewond Op zondag 24 september, de dag voordat Market Garden met de evacuatie van de resterende troepen over de Rijn ten einde liep, raakte Hackett door gra naatscherven gewond aan zijn buik. „Het leek eerst niet zo ernstig. Naast me lag een offi cier die z'n been gebroken had. Ik kon lopen; hij niet. Ik ben nog hulp gaan halen en toen bleek dat ik twaalf maagperfora ties had en twee gaten in m'n darmen. Ik werd in het St. Elisa- bethgasthuis afgeleverd bij ma joor Egon Skalka, de dienst doende SS-chirurg. „Skalka heeft later een boekje gemaakt waarin hij schreef: 'Eén van de eersten die we opereerden was brigadegeneraal Hackett'. Dat wist-ie tóén trouwens niet; ik lag er als korporaal." Tien dagen later werd Hackett uit het ziekenhuis 'ontvoerd' door Piet Kruyff, één van de be langrijkste verzetsstrijders in Arnhem. Dat gebeurde kort voordat de patiënten zouden worden overgebracht naar Apeldoorn, en Hacketts identi teit onvermijdelijk aan het licht zou zijn gekomen. Hij kreeg on derdak in Ede, bij vier oudere 'tantes' De Nooij. Hackett zou er ruim vier maanden blijven en zo goed genezen dat hij daarna in staat was op de fiets de weg naar de Britse linies te vinden. Met een persoonsbewijs van Meneer Van Dalen op zak en het SH-speldje voor doven en slechthorenden op z'n revers zodat z'n tongval hem niet zou kunnen verraden, had Hackett aan de arm van één van de 'tan tes' elke avond steeds langere wandelingen gemaakt om z'n conditie te verbeteren. En nadat enkele eerdere plannen waren afgelast, nam hij op 30 januari 1945 afscheid van zijn gastgezin om in enkele dagen, door de sneeuw, naar Sliedrecht te fiet sen. Op 5 februari bereikte hij bij het haventje van Lage Zwa- luwe de geallieerde linies. 'De grauwe gans is gevlogen', was de boodschap waarmee de BBC 'Ede' ervan op de hoogte bracht dat de vluchtpoging was ge- Kenmerkend Hackett: „Twee dagen later zat ik thuis. Mijn vrouw was net officieel tot weduwe verklaard. Ze wist overigens, via bepaal de kanalen, dat ik nog leefde, maar ze moest dat geheim houden. In het Britse leger gold dat iemand die meer dan vier maanden werd vermist, als 'vermoedelijk gesneuveld' werd beschouwd. Een derge lijke boodschap was behalve triest, ook rampzalig. Want dan werd onmiddellijk ook de soldij stopgezet en dat bete kende een ernstige financiële terugval. Het was overigens niet gemakkelijk die uitbeta ling te herstellen. 'U staat hier als vermist geregistreerd', zei de ambtenaar, 'dus mogen we niets doen'. Dat ik in levende lijve voor hem stond, deed niet ter zake. Kenmerkend was dat twee dagen na mijn thuis komst een postbode voor de deur stond met een telegram: 'Uw echtgenoot is in veilig heid en zal spoedig bij u zijn'." Na de oorlog ging zijn militai re carrlere voort. Hackett, die vóór de Slag om Arnhem in het Midden-Oosten en de westelijke Sahara had gediend, kreeg in 1947 de leiding van de Arabische strijdkrachten in het Brits mandaatgebied Pa lestina. Hij maakte er de stich ting van Israël mee. In 1952 werd hij commandant van het Britse Rijnleger in Duitsland. Na een commando in Noord- Ierland van 1961 tot 1963 stapte hij over naar de weten schap en gaf hij aan diverse universiteiten college in geva rieerde specialismen als mid deleeuwse geschiedenis en klassieke talen. Denkwijzer Wat bepaalt hoe lang u zult leven? Is dal de gezondheid van uw leefwijze? Zijn dat uw goede genen of de kwaliteihf van de gezondheidszorg? Of is het vooral een kwestie vaijw geluk hebben, niet alleen in de zin van niet onder de Ö1- tram komen, maar vooral van geluk in uw relaties met p1 anderen? Het juiste antwoord is, dat al die factoren hun rol meespelen. Maar geen daarvan lijkt zo bepalend voor uw levensduur en gezondheid als deze: uw plaats in de tj, maatschappij. f Geld mag dan niet gelukkig maken, maar het is onmis kenbaar zo dat een hoger inko men en een 'hogere' maatschap pelijke positie gepaard gaan aan een langere levensduur. Tot aan de leeftijd van 65 jaar zijn in West-Europa en de Verenigde Staten de sterftecijfers onder de laagste inkomens- en beroeps groepen ongeveer tweemaal zo hoog als onder de hogere inko mens en beroepen. Dat verschil is niet het gevolg van een verschil in doodsoorzaken. De wel- en achtergestelden sterven beiden aan dezelfde ziekten (hart- en vaatziekten, kankers) en andere niet-medische oorzaken (onge vallen, suïcide, misdaad), alleen doen de laatsten dat in een veel hoger tempo dan de eersten. Wat dat betreft is er weinig veranderd in tweehonderd jaar. Rond 1850 werd de welvarende en goed-ge- voede Europese adel en hogere burgerij door dezelfde levensbe dreigingen geplaagd als de ar men van die tijd: een hoge kin dersterfte, tuberculose, pneumo nie, en dergelijke. Alleen over kwam het hen minder vaak en minder snel. Het is dus blijkbaar niet zo, dat we met geld immuni teit tegen of afstel van een be paalde doodsoorzaak kunnen kopen, maar blijkbaar wel uitstel. De vraag is dan, hoe dat precies in zijn werk gaat. Omdat een hoger beroep en hoger inkomen vaak gepaard gaan met, of gevolg zijn van een hogere opleiding, hebben onder zoekers ook gekeken naar de sa menhang tussen opleiding, le vensduur en gezondheid en in derdaad het te verwachten ver band gevonden: hoe hoger het ene, hoe langer en hoe beter het andere. Om het eenvoudig, maar daarom niet minder reëel te stel len: mensen met alleen lagere school of LBO hebben minder ja ren te leven en meer gezond heidsproblemen gedurende die jaren, dan mensen met HBO of Sommige universitair-opgeleide geleerden en politici hebben de verleiding niet kunnen weerstaan om dit gegeven te verklaren op een soort wijze van 'eigen schuld, dikke bult'. Mensen met meer opleiding, kennis en intelli gentie, zo gaat hun redenering, zijn meer geneigd en bereid om bewust maatregelen te nemen voor een gezond en langer leven. En inderdaad is het waar dat ro ken, alcohol- en drugmisbruiken overgewicht veel vaker voorko men bij mensen in lagere beroe pen, met een lagere opleiding en minder intelligentie. Maar dit verschil in gezondheidsrisicoge drag - zo blijkt uit de beroemde Mortality Study of One Million (studie naar sterfte onder een miljoen mensen"), in de Verenig de Staten in 1988 uitgevoerd door Eugène Rogot - verklaart slechts een klein gedeelte van de extra levensjaren van de beter gesitueerden. Maar ook als we er meer facto ren bij halen waarvan be kend is dat ze van invloed zijn op gezondheid en levensduur, zoals al dan niet gehuwd zijn of het lij den aan een chronische ziekte, blijkt het raadsel van het verschil tussen hoog en laag niet opge lost. In een onderzoek in het Zweedse Gothenburg onder 7000 mannen van middelbare leeftijd uit verschillende beroepsgroepen - variërende van on- en halfge- schoolde arbeiders tot topfunc tionarissen bij overheid en be drijfsleven, bleek het verschil in sterfte tussen de laagste en hoog ste beroepsgroep ruim 2:1. De onderzoekers gingen vervol gens na of ze dat verschil konden wegverklaren op grond van ver schillen in de volgende kenmer ken: roken, behandeling voor al coholmisbruik, overgewicht, cholesterol-niveau, bloeddruk, hoeveelheid vrije tijd, lichaams beweging, gehuwd zijn, het lij den aan suikerziekte en het voor komen van hart- en vaatziekten in de familie van herkomst. Maar tezamen verklaarden deze facto ren nog niet de helft van het ver schil in sterfte tussen de be roepsgroepen. Anders gezegd: 'hoog geschoolde' beweringen als 'die arbeiders leven hartstikke ongezond en ze willen ook niet anders' snijden echt onvoldoen de hout als verklaringen voor de grote sociale ongelijkheid in ge zondheid en levensverwachting. Hoe moeten we dit schrijnende en onrechtvaardige verschijn sel dan verklaren? Het reële ant-^ woord is dat we het niet precies weten. Maar sommige onderzoe, kers werken aan verklaringen diq niet alleen sympathieker zijn, maar ook recht lijken te doen I aan intuïtief aangevoelde gevol- L gen van het 'onder aan de statusL ladder bungelen'. Eén daarvan isrj James Lynch, hoogleraar aan de Universiteit van Maryland en schrijver van het prachtige boekL The language of The Heart De t taal van het Hart). Een van L Lynch' uitgangspunten is het we"' tenschappel ijk vastgestelde feit dat ons lichaam anders reageert wanneer we met gelijken om gaan, dan wanneer we omgaan met mensen die een hogere maatschappelijke positie heb ben. Zo is gebleken dat onze bloed druk weinig of niet verandert wanneer we praten met iemand van dezelfde status, terwijl als wi een gesprek hebben van hogere status, zoals bijvoor beeld een arts of iemand bij wie we voor een sollicitatiegesprek L komen, onze bloeddruk drama- tisch sterk stijgt. Dat is een van f de redenen, aldus Lynch, waar om het in het algemeen hele- maal niet zo slim is om je bloed- druk door een arts te laten opne-j men. Zeker niet als dat bij hem 1 of haar in de praktijk gebeurt, en J de arts een witte jas draagt en zich heel formeel en afstandelijk opstelt. Lynch haalt studies aan f waaruit blijkt dat onder zulke omstandigheden de bovendruk 1 27 en de onderdruk 15 streepjes (millimeters) hoger kan uitpak- I ken dan eigenlijk normaal is voor de patiënt. Overigens is het niet alleen on ze bloeddruk die op status- verschil reageert, ook onze hor moonhuishouding heeft er last van. Mensen die over precies hetzelfde lastige onderwerp een gesprek voeren met iemand die een hogere en met iemand die een lagere status heeft dan zij zelf, laten in het eerste geval een veel hogere concentratie stress hormonen in hun lichaam zien dan in het laatste. Zou het kunnen zijn. zo vraagt Lynch zich af, dat mensen in de laagste inkomens-, opleidings ei! beroepsgroepen zich veel va ker in een positie bevinden van 'omhoog moeten praten of kij ken' en derhalve gedwongen zijn te communiceren in een wereld waarin vrijwel iedereen een ho gere status heeft, en als gevolg daarvan veel vaker dan anderen onder chronische stress staan. Inderdaad blijkt het zo te zijn - ir tegenstelling tot wat vaak ge dacht wordt - dat stress ook - en zelfs met name stress op het werk - veel meer en in veel ern stiger mate voorkomt bij menser in lagere beroepen dan mensen met hogere beroepen. Het onheilspellende is, dat de ongelijkheid in gezondheid en le vensduur als gevolg van ongelijk heid in sociale en economische positie, in de afgelopen dertig jaar zowel in ons land als in de ons omringende landen, duide lijk is toegenomen. Vermoedelijk is het zo, dat iemand die van daag de dag onder aan de status opleidings- en beroepsladder bungelt, in psychologisch op zicht slechter af is en zich ook slechter, minder, voelt dan bij voorbeeld tussen de twee we reldoorlogen nog het geval was. Wat dat betreft bekruipt me emotioneel kippevel als ik lees dat onder het nieuwe kabi net de ongelijkheid in inkomen verder zal stijgen. „Eigenlijk", zc las ik ooit in Kruisbessenvan de Russische schrijver Tsjechov, „moest er achter de deur van ie der tevreden en gelukkig mens iemand staan met een hamertje die er door zijn geklop gedurig aan herinnert dat er ook onge lukkige mensen bestaan." RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 16