Gedoemd te
verliezen
Dramatisch sluitstuk van 'Market Garden'
Sociale- en bloeddruk l
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1994
Generaal John Hackett over de fouten in de Slag om Arnhem
Oud-generaal Sir John Hackett (met een foto van het huis in Ede waar
hij vier maanden als onderduiker woonde): „Ik trof het hoofdkwartier
aan in een staat van chaos." foto gpd simon calopie
Een historische, tegelijk diep
tragische actie in de
Nederlandse geschiedenis
van de Tweede
Wereldoorlog: de operatie
'Market Garden', beter
bekend als 'De slag om
Arnhem' waar het gevecht
eindigde in een catastrofe.
De strijd eiste duizenden
levens van militairen en
burgers.
Volgend weekend is het
vijftig jaar geleden dat
Market Garden startte met
de grootste
luchtlandingsoperatie die
ooit werd uitgevoerd: 17.000
parachutisten, gedropt
tussen Eindhoven en
Arnhem.
Een van de commandanten
was brigadegeneraal John
Hackett, thans 83 jaar.
Terugblikkend: „We waren
gedoemd. Ik had m'n
officieren gewaarschuwd
voor zware verliezen."
ANDRE HORLINGS
Als leider van de 2300 airbornes
tellende 4de Britse parachutis
tenbrigade, landde brigadege
neraal John ('Shan') Hackett op
maandag 18 september 1944 -
een dag na het officiële begin
van Operatie Market Garden -
op de Ginkelse I leide, ten
noordwesten van Wolfheze en
17 kilometer van de brug die la
ter 'te ver' bleek te zijn.
„Voor mij was de Slag toen
nog niet begonnen", zegt hij
met pretoogjes want hij doelt
op een anekdote die tot de klas
sieken van 'Arnhem' moet wor
den gerekend. Hackett: „Ik had
geen wapens bij me, maar wel
m'n wandelstok. En die glipte
kort voor de landing uit m'n
handen. Beneden stonden tien
Duitse soldaten die zich meteen
over wilden geven, maar ik zei
dat ze even moesten wachten
tot ik de stok had gevonden. Ze
hielpen me zoeken: het duurde
niet lang." Maar waarom al
die drukte? „It's a symbol, je
voelde je zonder wandelstok
niet compleet."
Dat zijn dropping een dag
na die van de hoofdmacht
plaatsvond, beschouwt hij als
één van de vele fouten die uit
eindelijk leidden tot de mis
lukking van Market Garden.
„Er hadden de vorige dag twéé
lifts moeten zijn, in plaats van
één. De verrassing was er af.
De Duitsers werden onder
schat. We waren gedoemd. Ik
had mijn officieren al gewaar
schuwd rekening te houden
met zware verliezen."
'Veel onzin
In zijn boek I was a stranger
dat vooral handelt over zijn
onderduiktijd in Ede, be
schrijft Hackett een macaber
detail van de 'ontvangst': 'De
rook, het geknal van mortier
vuur on het knetteren van
bandvuurwapens zeiden me
dat er al gevochten werd op
het landingsterrein zelf. Naast
me slingerde een trage massa
in een parachuteharnas naar
beneden. Het bleek een man.
Zijn darmen hingen uit zijn li
chaam en zwaaiden in een te
gengesteld ritme: zwaaide het
lichaam de ene kant uit. dan
werden de ingewanden in te
genovergestelde richting ge
trokken'.
Opmerkelijk is dat de Slag
om Arnhem zelf en Hacketts
rol daarin, die door anderen
uitvoerig en kritisch werd be
licht. in zijn eigen boek nau
welijks aan de orde komt.
„Over Market Garden hebben
te veel mensen te veel ge
schreven", vindt de generaal.
„Daarbij is veel onzin op pa
pier gezet."
In één adem waarschuwt hij
ertegen 'Een brug te ver' van
Cornelius Ryan als 'geschiede
nisboek' te beschouwen. „Ryan
beschikte over een schrijvende
staf die verhalen heeft aange
dikt, uit hun verband gerukt of
zelfs verzonnen. Er staat bij
voorbeeld iets in over mezelf,
toen ik gewond was geraakt.
Het verhaal, dat op de jeep
naast mij een gewonde officier
lag en 'ik zei: 'Pearson, ik hoop
niet dat je denkt dat ik nu mijn
rang misbruik, maar ik geloof
dat ik er een stuk slechter aan
toe ben dan jij. Heb je er be
zwaar tegen dat ze mij in het
ziekenhuis eerst behandelen?'
Dat is nonsens! Dat is gewoon
weg nooit gebeurd!"
Toen Hackett uit zijn toestel
sprong, hadden van de troepen
die op weg waren gegaan naar
Arnhem, alleen die van luite
nant-kolonel John Frost de Brug
bereikt. De radioverbindingen
werkten niet, en Roy IJrquhart -
leider van de operatie - was
zoek. Hij was zelf op onderzoek
uitgegaan en zat - door de Duit
sers afgesloten van zijn hoofd
kwartier - samen met 'tweede
man' Gerald I^thbury op een
zolderkamertje. Urquharts 36
uur lange afwezigheid heeft in
hoge mate bijgedragen aan het
mislukken van Market Garden.
Grote fouten
„Ik trof het hoofdkwartier aan
in een staat van chaos", zegt
Hackett. „Er zijn bij de voorbe
reiding ontzettend veel fouten
gemaakt. Eén van de belangrijk
ste was dat informatie van een
inlichtingenofficier in de wind
werd geslagen. Hij kreeg via de
Nederlandse verzetsbeweging
drie foto's waarop Duitse pant
servoertuigen stonden. Via an
dere bronnen was gemeld dat er
in de afgelopen 24 uur twee
Duitse pantserdivisies het ge
bied waren binnengekomen.
Die informatie werd wegge
wuifd: de man werd overspan
nen met ziekteverlof gestuurd."
De fatale fout is volgens Hac
kett door de Amerikanen ge
maakt. „Van Nijmegen naar
Arnhem is het 16 kilometer. Het
uitstekende 82ste Amerikaanse
leger arriveerde op 19 septem
ber in Nijmegen en.... stopte! De
Britse militairen in Arnhem in gevecht op de hoek Bergstraat-Oude Kraan, vlakbij de Rijn. foto archief
weg naar Arnhem was open! Er
waren vier tanks beschikbaar,
maar volgens het boekje had je
daar infanterie bij nodig. Die
was er niet. De Duitse Brigade-
führer Heinz Harmei, de bevel
hebber van de 10de SS-pantser-
divisie, heeft zich later in een
terugblik afgevraagd: 'Waarom
hebben ze toen geen druk op
ons uitgeoefend? De oorlog was
voorbij geweest als ze dat had
den gedaan'. In elk geval instal
leerden de Duitsers in de avond
van 19 september tussen
Nijmegen en Arnhem hun 80
mm-kanonnen. Dat was vol
gens mij het moment dat de
Slag verloren ging."
„Ondanks alle fouten die ge
maakt zijn, ondanks de misluk
king, ondanks het feit dat we
wisten dat het een heel riskant
avontuur zou worden, is het
goed dat de Slag om Arnhem
heeft plaatsgevonden", vindt
Hackett. „Er waren vijftien afge
broken plannen aan voorafge
gaan. Iedere soldaat was tot in
de laatste vezel gemotiveerd. Je
BARENDA GRUTTERINK
'Uiterst gedurfd in de aanval, zeer listig in
de verdediging en uitzonderlijk volhou
dend. Zo leverden zij een prestatie die zal
voortleven in de herinneringen en de ver
halen, nel zolang als de deugden moed en
vastberadenheid het menselijk hart weten
te raken." Dat zei Winston Churchill op 28
september 1944 in het Lagerhuis in Londen,
kort nadat de Geallieerden een belangrijk
deel van Nederland hadden bevrijd, maar
bij de gruwelijke Slag om Arnhem het on
derspit legen de toch nog schromelijk on
derschatte Duitsers dolven.
De Slag om Arnhem was het dramatische
sluitstuk van Market Garden, de luchtlan
dingsoperatie die nazi-Duitsland nog voor
kerst 1944 de doodsteek had moeten toe
brengen. Er zou een reeks bruggen - waar
onder de Arnhemse Rijnbrug - op de Duit
sers worden veroverd. Daarna zouden de
Geallieerden de rivieren oversteken en om
te beginnen in het Duitse Ruhrgebied de fa
brieken bezetten.
Na een tamelijk voorspoedig begin èn de
bevrijding van Zuid-Nederland, liep de on
derneming noordelijker vreselijk spaak. Het
werd een slachtpartij. Market Garden kostte
duizenden mensenlevens.
„September 1944", schreef dr. L. de Jong
in deel 3 van 'De bezetting na vijftig jaar',
„was misschien wel de meest bewogen en
dramatische maand uit onze hele geschie
denis." Binnen een paar weken viel Neder
land van hoop en verwachting naar teleur
stelling en verdriet.
Na de invasie in Normandië in juni en de
bevrijding van Parijs in augustus, was ook
in Nederland al een blije opwinding ont
staan. Nadat de Geallieerden begin septem
ber in hartje België waren, zorgden opper
bevelhebber generaal Eisenhower en konin
gin Wilhelmina, op 3 september voor nog
meer opwinding in Nederland. Beiden
meldden - via de BBC en Radio Oranje - vol
overgave en oprecht, dat de bevrijding aan
staande was. Op 4 september verspreidde
de Regeringsvoorlichtingsdienst het onjuis
te en nooit verklaarde bericht dat Breda al
bevrijd was. En op 5 september bereikte de
gekte een hoogtepunt: Dolle Dinsdag. Duit
sers namen al de benen en stookten gehei
me stukken op. Andere nazi's zagen nog
kans om bijna vierduizend mensen uit con
centratiekamp Vught over te brengen naar
Sachsenhausen en Ravensbrück.
En Hitier, wiens militaire krachten en
flexibiliteit nog steeds niet waren uitgeput,
was geenszins van plan om ook maar een
strobreed toe te geven. Hij wilde Nederland
zeker niet kwijt, omdat hij dacht vanuit het
westen Engeland te kunnen bestoken met
zijn Vergeltungswaffe, de V-2. Voor de Britse
veldmaarschalk Montgomery zou dat één
van de gronden voor de zo gewaagde Mar
ket Garden zijn geweest, maar velen denken
dat een andere belangrijke drijfveer zijn
ijdele wens was om als eerste in Duitsland
'Market' stond voor het lucht-gedeelte
van de operatie. 'Garden' was de strijd op
het land die 100.000 man en 22.000 tanks
sterke grondtroepen vanaf de Nederlands-
Belgische grens richting noorden zouden
leveren. Voor de luchtoperatie waren 6.320
vliegtuigen en 35.000 man beschikbaar: één
Britse en twee Amerikaanse luchtlandings
divisies en een Poolse brigade. Door hun
lichte bewapening zouden ze niet veel kun
nen beginnen tegen de resten van twee SS-
tankdivisies die in de buurt van Arnhem
verbleven. 'Londen' wist dat die er waren,
onder meer dank zij illegale werkers. Mont
gomery was ook op de hoogte, maar hij
hield zijn mond.
Op 17 september werd 's ochtends vroeg
door Geallieerde vliegtuigen zo veel moge
lijk Duits luchtafweergeschut gebombar
deerd. Dat had dramatische gevolgen, bij-
voprbeeld in Wolfheze waar kanonnen
stonden opgesteld tussen de paviljoens van
een psychiatische inrichting.
Market Garden verliep aanvankelijk suc
cesvol, al waren her en der harde gevechten
nodig vanwege felle Duitse tegenstand. De
weg via Eindhoven door Noord-Brabant
naar Nijmegen, kreeg niet voor niets de
naam Hell's Highway.
De spoor- en verkeersbruggen over de Aa
en de Zuid-Willemsvaart en de verkeers-
brug over de Dommel kwamen in Geallieer
de handen. De brug over de Maas bij Grave
en een van de bruggen over het Maas-
Waalkanaal werden ook veroverd. Drie an
dere bruggen over het Maas-Waalkanaal
gingen, opgeblazen door de Duitsers, de
lucht in. Net als die over het Wilhelminaka-
naal, op een moment dat twee Amerikaanse
pelotons op 50 meter afstand waren. Ze
moesten een noodbrug bouwen. De strijd
om de Waalbrug bij Nijmegen hing ook van
tegenslag aan elkaar, mede door de ras aan
gesnelde Duitse versterkingen. Pas na uit
puttende pogingen wisten de Geallieerden
de brug in handen te krijgen, nadat drie
honderd Amerikanen onder Duitse beschie
ting in rubberbootjes de Waal waren over
gestoken om ook aan de andere kant aan te
vallen. Een jeugdige ver/etswerker. Ian van
Hoof, zou de elektrische leidingen onder de
brug hebben doorgeknipt om opblazen
door de Duitsers te voorkomen. De jonge
held heeft de oorlog niet overleefd.
Vanaf 17 september waren er 17.000 Ge
allieerden bij Ede, Renkum en Wolfheze ge
land voor de verovering van de - daar van
daan erg ver gelegen - Rijnbrug. Dichterbij
kon niet, de bodem was te zacht of er zat
Duitse luchtafweer. De verbindingen tussen
de Geallieerde troepen bleken slecht, spul
len werden verkeerd gedropt. En de Duit
sers stuurden opnieuw versterkingen.
Zevenhonderd Geallieerden wisten de
noordelijke oprit van de bnig te veroveren.
Ze waren echter alleen. De rest van hun ka
meraden leverde westelijk, in Oosterbeek.
een verbitterde strijd met een Duits pant
serkorps. De Geallieerde opmars vanuit het
zuiden was na Nijmegen gestagneerd. Op
25 september trokken de Geallieerden zich
terug. Nog geen 2500 militairen wisten on
der Duitse beschietingen in bootjes over de
Rijn naar het /uiden te ontsnappen. De rest
was gesneuveld, gewond of krijgsgevangen
gemaakt.
kunt het moreel niet eindeloos
goed houden. We waren er aan
toe. We wisten dat de operatie
zware offers zou vergen, maar...
we hadden een kans."
Gewond
Op zondag 24 september, de
dag voordat Market Garden met
de evacuatie van de resterende
troepen over de Rijn ten einde
liep, raakte Hackett door gra
naatscherven gewond aan zijn
buik. „Het leek eerst niet zo
ernstig. Naast me lag een offi
cier die z'n been gebroken had.
Ik kon lopen; hij niet. Ik ben
nog hulp gaan halen en toen
bleek dat ik twaalf maagperfora
ties had en twee gaten in m'n
darmen. Ik werd in het St. Elisa-
bethgasthuis afgeleverd bij ma
joor Egon Skalka, de dienst
doende SS-chirurg. „Skalka
heeft later een boekje gemaakt
waarin hij schreef: 'Eén van de
eersten die we opereerden was
brigadegeneraal Hackett'. Dat
wist-ie tóén trouwens niet; ik
lag er als korporaal."
Tien dagen later werd Hackett
uit het ziekenhuis 'ontvoerd'
door Piet Kruyff, één van de be
langrijkste verzetsstrijders in
Arnhem. Dat gebeurde kort
voordat de patiënten zouden
worden overgebracht naar
Apeldoorn, en Hacketts identi
teit onvermijdelijk aan het licht
zou zijn gekomen. Hij kreeg on
derdak in Ede, bij vier oudere
'tantes' De Nooij. Hackett zou
er ruim vier maanden blijven en
zo goed genezen dat hij daarna
in staat was op de fiets de weg
naar de Britse linies te vinden.
Met een persoonsbewijs van
Meneer Van Dalen op zak en
het SH-speldje voor doven en
slechthorenden op z'n revers
zodat z'n tongval hem niet zou
kunnen verraden, had Hackett
aan de arm van één van de 'tan
tes' elke avond steeds langere
wandelingen gemaakt om z'n
conditie te verbeteren. En nadat
enkele eerdere plannen waren
afgelast, nam hij op 30 januari
1945 afscheid van zijn gastgezin
om in enkele dagen, door de
sneeuw, naar Sliedrecht te fiet
sen. Op 5 februari bereikte hij
bij het haventje van Lage Zwa-
luwe de geallieerde linies. 'De
grauwe gans is gevlogen', was
de boodschap waarmee de BBC
'Ede' ervan op de hoogte bracht
dat de vluchtpoging was ge-
Kenmerkend
Hackett: „Twee dagen later zat
ik thuis. Mijn vrouw was net
officieel tot weduwe verklaard.
Ze wist overigens, via bepaal
de kanalen, dat ik nog leefde,
maar ze moest dat geheim
houden. In het Britse leger
gold dat iemand die meer dan
vier maanden werd vermist,
als 'vermoedelijk gesneuveld'
werd beschouwd. Een derge
lijke boodschap was behalve
triest, ook rampzalig. Want
dan werd onmiddellijk ook de
soldij stopgezet en dat bete
kende een ernstige financiële
terugval. Het was overigens
niet gemakkelijk die uitbeta
ling te herstellen. 'U staat hier
als vermist geregistreerd', zei
de ambtenaar, 'dus mogen we
niets doen'. Dat ik in levende
lijve voor hem stond, deed
niet ter zake. Kenmerkend was
dat twee dagen na mijn thuis
komst een postbode voor de
deur stond met een telegram:
'Uw echtgenoot is in veilig
heid en zal spoedig bij u zijn'."
Na de oorlog ging zijn militai
re carrlere voort. Hackett, die
vóór de Slag om Arnhem in
het Midden-Oosten en de
westelijke Sahara had gediend,
kreeg in 1947 de leiding van
de Arabische strijdkrachten in
het Brits mandaatgebied Pa
lestina. Hij maakte er de stich
ting van Israël mee. In 1952
werd hij commandant van het
Britse Rijnleger in Duitsland.
Na een commando in Noord-
Ierland van 1961 tot 1963
stapte hij over naar de weten
schap en gaf hij aan diverse
universiteiten college in geva
rieerde specialismen als mid
deleeuwse geschiedenis en
klassieke talen.
Denkwijzer
Wat bepaalt hoe lang u zult leven? Is dal de gezondheid
van uw leefwijze? Zijn dat uw goede genen of de kwaliteihf
van de gezondheidszorg? Of is het vooral een kwestie vaijw
geluk hebben, niet alleen in de zin van niet onder de Ö1-
tram komen, maar vooral van geluk in uw relaties met p1
anderen? Het juiste antwoord is, dat al die factoren hun
rol meespelen. Maar geen daarvan lijkt zo bepalend voor
uw levensduur en gezondheid als deze: uw plaats in de tj,
maatschappij. f
Geld mag dan niet gelukkig
maken, maar het is onmis
kenbaar zo dat een hoger inko
men en een 'hogere' maatschap
pelijke positie gepaard gaan aan
een langere levensduur. Tot aan
de leeftijd van 65 jaar zijn in
West-Europa en de Verenigde
Staten de sterftecijfers onder de
laagste inkomens- en beroeps
groepen ongeveer tweemaal zo
hoog als onder de hogere inko
mens en beroepen. Dat verschil
is niet het gevolg van een verschil
in doodsoorzaken. De wel- en
achtergestelden sterven beiden
aan dezelfde ziekten (hart- en
vaatziekten, kankers) en andere
niet-medische oorzaken (onge
vallen, suïcide, misdaad), alleen
doen de laatsten dat in een veel
hoger tempo dan de eersten. Wat
dat betreft is er weinig veranderd
in tweehonderd jaar. Rond 1850
werd de welvarende en goed-ge-
voede Europese adel en hogere
burgerij door dezelfde levensbe
dreigingen geplaagd als de ar
men van die tijd: een hoge kin
dersterfte, tuberculose, pneumo
nie, en dergelijke. Alleen over
kwam het hen minder vaak en
minder snel. Het is dus blijkbaar
niet zo, dat we met geld immuni
teit tegen of afstel van een be
paalde doodsoorzaak kunnen
kopen, maar blijkbaar wel uitstel.
De vraag is dan, hoe dat precies
in zijn werk gaat.
Omdat een hoger beroep en
hoger inkomen vaak gepaard
gaan met, of gevolg zijn van een
hogere opleiding, hebben onder
zoekers ook gekeken naar de sa
menhang tussen opleiding, le
vensduur en gezondheid en in
derdaad het te verwachten ver
band gevonden: hoe hoger het
ene, hoe langer en hoe beter het
andere. Om het eenvoudig, maar
daarom niet minder reëel te stel
len: mensen met alleen lagere
school of LBO hebben minder ja
ren te leven en meer gezond
heidsproblemen gedurende die
jaren, dan mensen met HBO of
Sommige universitair-opgeleide
geleerden en politici hebben de
verleiding niet kunnen weerstaan
om dit gegeven te verklaren op
een soort wijze van 'eigen
schuld, dikke bult'. Mensen met
meer opleiding, kennis en intelli
gentie, zo gaat hun redenering,
zijn meer geneigd en bereid om
bewust maatregelen te nemen
voor een gezond en langer leven.
En inderdaad is het waar dat ro
ken, alcohol- en drugmisbruiken
overgewicht veel vaker voorko
men bij mensen in lagere beroe
pen, met een lagere opleiding en
minder intelligentie. Maar dit
verschil in gezondheidsrisicoge
drag - zo blijkt uit de beroemde
Mortality Study of One Million
(studie naar sterfte onder een
miljoen mensen"), in de Verenig
de Staten in 1988 uitgevoerd
door Eugène Rogot - verklaart
slechts een klein gedeelte van de
extra levensjaren van de beter
gesitueerden.
Maar ook als we er meer facto
ren bij halen waarvan be
kend is dat ze van invloed zijn op
gezondheid en levensduur, zoals
al dan niet gehuwd zijn of het lij
den aan een chronische ziekte,
blijkt het raadsel van het verschil
tussen hoog en laag niet opge
lost. In een onderzoek in het
Zweedse Gothenburg onder 7000
mannen van middelbare leeftijd
uit verschillende beroepsgroepen
- variërende van on- en halfge-
schoolde arbeiders tot topfunc
tionarissen bij overheid en be
drijfsleven, bleek het verschil in
sterfte tussen de laagste en hoog
ste beroepsgroep ruim 2:1.
De onderzoekers gingen vervol
gens na of ze dat verschil konden
wegverklaren op grond van ver
schillen in de volgende kenmer
ken: roken, behandeling voor al
coholmisbruik, overgewicht,
cholesterol-niveau, bloeddruk,
hoeveelheid vrije tijd, lichaams
beweging, gehuwd zijn, het lij
den aan suikerziekte en het voor
komen van hart- en vaatziekten
in de familie van herkomst. Maar
tezamen verklaarden deze facto
ren nog niet de helft van het ver
schil in sterfte tussen de be
roepsgroepen. Anders gezegd:
'hoog geschoolde' beweringen
als 'die arbeiders leven hartstikke
ongezond en ze willen ook niet
anders' snijden echt onvoldoen
de hout als verklaringen voor de
grote sociale ongelijkheid in ge
zondheid en levensverwachting.
Hoe moeten we dit schrijnende
en onrechtvaardige verschijn
sel dan verklaren? Het reële ant-^
woord is dat we het niet precies
weten. Maar sommige onderzoe,
kers werken aan verklaringen diq
niet alleen sympathieker zijn,
maar ook recht lijken te doen I
aan intuïtief aangevoelde gevol- L
gen van het 'onder aan de statusL
ladder bungelen'. Eén daarvan isrj
James Lynch, hoogleraar aan de
Universiteit van Maryland en
schrijver van het prachtige boekL
The language of The Heart De t
taal van het Hart). Een van L
Lynch' uitgangspunten is het we"'
tenschappel ijk vastgestelde feit
dat ons lichaam anders reageert
wanneer we met gelijken om
gaan, dan wanneer we omgaan
met mensen die een hogere
maatschappelijke positie heb
ben.
Zo is gebleken dat onze bloed
druk weinig of niet verandert
wanneer we praten met iemand
van dezelfde status, terwijl als wi
een gesprek hebben
van hogere status, zoals bijvoor
beeld een arts of iemand bij wie
we voor een sollicitatiegesprek L
komen, onze bloeddruk drama-
tisch sterk stijgt. Dat is een van f
de redenen, aldus Lynch, waar
om het in het algemeen hele-
maal niet zo slim is om je bloed-
druk door een arts te laten opne-j
men. Zeker niet als dat bij hem 1
of haar in de praktijk gebeurt, en J
de arts een witte jas draagt en
zich heel formeel en afstandelijk
opstelt. Lynch haalt studies aan f
waaruit blijkt dat onder zulke
omstandigheden de bovendruk 1
27 en de onderdruk 15 streepjes
(millimeters) hoger kan uitpak- I
ken dan eigenlijk normaal is voor
de patiënt.
Overigens is het niet alleen on
ze bloeddruk die op status-
verschil reageert, ook onze hor
moonhuishouding heeft er last
van. Mensen die over precies
hetzelfde lastige onderwerp een
gesprek voeren met iemand die
een hogere en met iemand die
een lagere status heeft dan zij
zelf, laten in het eerste geval een
veel hogere concentratie stress
hormonen in hun lichaam zien
dan in het laatste.
Zou het kunnen zijn. zo vraagt
Lynch zich af, dat mensen in de
laagste inkomens-, opleidings
ei! beroepsgroepen zich veel va
ker in een positie bevinden van
'omhoog moeten praten of kij
ken' en derhalve gedwongen zijn
te communiceren in een wereld
waarin vrijwel iedereen een ho
gere status heeft, en als gevolg
daarvan veel vaker dan anderen
onder chronische stress staan.
Inderdaad blijkt het zo te zijn - ir
tegenstelling tot wat vaak ge
dacht wordt - dat stress ook - en
zelfs met name stress op het
werk - veel meer en in veel ern
stiger mate voorkomt bij menser
in lagere beroepen dan mensen
met hogere beroepen.
Het onheilspellende is, dat de
ongelijkheid in gezondheid en le
vensduur als gevolg van ongelijk
heid in sociale en economische
positie, in de afgelopen dertig
jaar zowel in ons land als in de
ons omringende landen, duide
lijk is toegenomen. Vermoedelijk
is het zo, dat iemand die van
daag de dag onder aan de status
opleidings- en beroepsladder
bungelt, in psychologisch op
zicht slechter af is en zich ook
slechter, minder, voelt dan bij
voorbeeld tussen de twee we
reldoorlogen nog het geval was.
Wat dat betreft bekruipt me
emotioneel kippevel als ik
lees dat onder het nieuwe kabi
net de ongelijkheid in inkomen
verder zal stijgen. „Eigenlijk", zc
las ik ooit in Kruisbessenvan de
Russische schrijver Tsjechov,
„moest er achter de deur van ie
der tevreden en gelukkig mens
iemand staan met een hamertje
die er door zijn geklop gedurig
aan herinnert dat er ook onge
lukkige mensen bestaan."
RENE DIEKSTRA
hoogleraar klinische en
gezondheidspsychologie