Geheimzinnigheid rond stroppenpot banken Feiten Meningen Er is niets tegen langere openingstijden Heilige opstopping Een oerwoud van spaarrekeningen voor de jeugd Benelux: Economische reus of politieke dwerg wim stevenhagen DINSDAG 6 SEPTEMBER 1994 -Pü De econoom Hans van den Doel bedacht ooit een inmiddels klassiek verhaal over een melkboer in een klein dorp. Daar kwam ook een supermarkt, waar de melk en kaas wat goedkoper waren. Steeds minder mensen kochten hun zuivel daarom bij de melk boer, die uiteindelijk failliet ging en in de WW belandde. En zo was uiteindelijk ieder een duurder uit. Want dezelfde mensen die eerst een paar cent verdienden door in de supermarkt melk te kopen, moesten die nu aan extra premie betalen voor de WW van de melkboer. Dat verhaal weerspiegelt de tragiek van de Nederlandse verzorgingsstaat. In een poging om iels aan die tragiek te doen, lan ceerde de econoom Arnold Heertje onlangs het plan om in Nederland een 24-uurs-eco- nomie te beginnen. De sluitingstijden van winkels, restaurants, overheidsinstellingen en bedrijven zouden vrijgegeven moeten worden. Dat zou, aldus Heertje, een enor me impuls kunnen geven aan de werkgele genheid. Wellicht geïnspireerd door dat betoog, wil het kabinet een nieuwe poging doen om de winkelsluitingswet overhoop te halen: win keliers mogen straks niet alleen meer uren per week open zijn, ze krijgen ook veel meer vrijheid om zelf hun openingstijden te bepalen. De discussie over de winkelopening sleept al jaren voort met herhaling van ar gumenten. De voorstanders van verruiming wijzen op de verander(en)de leefpatronen. Er zijn steeds meer eenpersoonshuishou dens en huishoudens friet twee werkende partners en bovendien werken steeds meer mensen op onregelmatige tijden. Zij willen hun inkopen kunnen doen op het moment dat dat hun uitkomt. Maar in de detailhandel zelf denkt men daar heel anders over. De bonden zijn te gen omdat langere en flexibeler openings tijden een aanslag vormen op het privéle- ven van het personeel. De winkeliers zelf voelen er al evenmin wat voor, al zijn de geesten hier verdeeld. De grootwinkelbe drijven willen wel. de kleine en middelgrote winkels absoluut niet. Vrijere sluitingstijden betekenen immers wél hogere kosten (over werk. extra personeel), maar géén extra om zet. Niemand zal immers een extra brood kopen omdat de bakker niet om zes uur dicht gaat, maar tot acht uur open blijft. Grootwinkelbedrijven hebben meer per soneel en kunnen dus gemakkelijker inspe len op een meer gespreide komst van het publiek. De eenmanszaak op de hoek kan dat niet. De kleinere middenstander moet langere werkweken maken om een part-ti mer aannemen. Dat laatste kan menigeen zich onder de huidige omstandigheden niet of nauwelijks veroorloven. Toch moet hel kabinet doorzetten. In de eerste plaats vanwege het belang van al die consumenten die domweg niet in de gele genheid zijn om hun boodschappen te doen in de huidige openingsuren. Ten tweede omdat langere en flexibeler ope ningslijden werk kunnen opleveren. Mits de in hun verzet zo eensgezinde bonden en detailhandelaren ook daarin wat eensge zindheid ten toon willen spreiden. De de tailhandel zou bijvoorbeeld kunnen afspre ken om voor de vijf extra openingsuren per week die het kabinet in petto heeft, extra Dat betekent meer gemak voor de consu ment, maar uiteraard ook hogere prijzen: de loonkosten van het extra personeel moe ten uiteindelijk toch uit de omzet komen. Maar zo'n probleem is dat niet, omdat voor iedere werkloze die aan de slag komt, ook een uitkering vervalt. En die uitkeringen be talen de werkenden uiteindelijk ook. via de belastingen en sociale premies. Enigszins versimpeld: laten we de melkboer werkloos liever thuis zitten met zijn uitkering of hel pen we hem weer aan het werk met de bij behorende extra service? Aan zo'n banenplan voor de detailhandel zitten twee belangrijke voordelen. In de eer ste plaats gaat het om relatief eenvoudig werk - het werk waaraan zo'n schreeuwen de behoefte is. Ten tweede is het econo misch gezien goed uitvoerbaar. De detail handel is immers afgeschermd van buiten landse concurrentie zodat een algehele stij ging van het loonkostenpeil niet tot een verslechterde concurrentiepositie leidt. In plaats van zich hardnekkig te verzet ten, zouden werkgevers en bonden daarom beter kunnen bekijken hoe ze die versoepe ling en verruiming van de sluitingstijden zo in het vat kunnen gieten dat er meer werk komt. Dat is goed voor de consument, goed voor de werklozen en uiteindelijk ook goed voor de winkeliers en winkelbedienden zelf. Want uiteindelijk zijn ook zij consumenten en belastingbetalers. En betalen ook zij niet liever voor extra service in de winkels dan voorWW-uitkeringen? SJ AAK SMAKMAN NVB geeft verzet tegen openbaarmaking stille reserves op Over weinig zaken in het bedrijfsleven hangt zo'n waas van geheimzin- nigheid als over de Voorziening Algemene Risico's (VAR). Dat is de strop penpot van de banken, waarin ze elk jaar een bepaald bedrag storten om onverwachte risico's af te dekken. Nu zowel in Europees verband als bin nen Nederland het laatste uur lijkt te slaan voor deze 'stille reserve', ont staat er mogelijk ook meer openheid over de stroppen die banken lijden. Menig Nederlander is immers best nieuwsgierig hoe grote banken als ABN AMRO, ING en RABO bijvoorbeeld een tegenvaller van 400 miljoen gulden op het faillissement van DAF opvangen zonder in problemen te komen. Een vrijwillige Europese richt lijn bepaalt dat banken een stroppenpot of stille reserve mogen aanhouden van maxi maal vier procent. Deze richtlijn wordt in 1998 geëvalueerd. In zijn rol van minister van finan ciën in het vorige kabinet wilde Wim Kok de Nederlandse ban ken volgend jaar verplichten al vast een reserve van maximaal vier procent aan te houden. Over vier jaar zouden de cijfers openbaar moeten zijn. De NVB verzette zich daar aanvankelijk tegen. Dat verzet hebben ze nu opgegeven, al sluit directeur L. Overmars van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) niet uit dat de NVB zich in de toekomst wel zal verzetten. „Al thans wanneer de ontwikkelin gen in het buitenland ons daar toe nopen", zegt hij. De Nederlandsche Bank (DNB), onder meéï belast met het toe zicht op wel en wee van het va derlandse bankwezen, doet heel laconiek over stroppenpotten. „Het is een fonds dat schom melingen in bijvoorbeeld de de- biteurenverliezen over een lan gere periode zoveel mogelijk opvangt", luidt de zakelijke om schrijving van de reserve die ook wel 'schommelfonds' wordt génoemd. In de praktijk betekent dit dat de banken onvoorziene verlie zen uit de stroppenpot dekken, zonder dat het voor de buiten wacht in de balans en verlies- en winstrekening zichtbaar is. Alleen De Nederlandsche Bank krijgt steeds inzicht in deze boekhoudkundige manoeuvres. Het bijvullen van de pot, dat volgens de voorschriften van DNB 'stelselmatig moet ge schieden', vinden we wel terug in de cijfers van de banken. De omvang van de pot is geheim, behalve voor DNB. Daar vindt men echter dat 'gestreefd moet worden naar vang die in een redelijke ver houding staat tot de risico's'. Dat laatste betekende in de praktijk dat banken, als zij in een jaar veel onverwachte te genvallers leden, de toevoeging aan de pot moesten verhogen. De hoogte van dit bedrag geeft een aanwijzing omtrent de om vang van de rampspoed in de debiteurenportefeuille. Hoeveel geld de bank heeft uitstaan en hoe riskant deze leningen zijn, leidt tot een soort optelsom waaruit analisten de inhoud van de pot kunnen afleiden. Want hoe 'stil' of 'geheim' deze VAR ook wordt gehouden, uit gegevens omtrent de uitlenin gen van banken en internatio nale criteria is toch een redelijk accurate schatting te destilleren van de inhoud van de stroppen potten. Vandaar dat we weten dat de Nederlandse banken tus sen de 8,5 en 9 miljard gulden aan stroppen probleemloos de baas kunnen. Op grond van Europese vrijwil lige regels besloot de toenmali ge minister Kok van 'Financiën in 1992 de geheime reserves uit de beslotenheid te halen. De banken moesten in hun cijfer opstelling de toevoegingen en onttrekkingen aan de VAR ver vangen door de post 'waarde veranderingen vorderingen bankbedrijf. In 1998 moet volledige open heid over de stroppenpotten binnen de Europese Unie een ^eit zijn. Vooruitlopend daarop heeft een aantal kleine banken laten weten vrede te hebben met de opheffing van het goed bewaarde geheim. De Neder landse Vereniging van Banken verwacht van de overige banken evenmin veel tegenwerking. Nederlands grootste bank ABN AMRO laat weten weinig moeite te hebben met het Europese streven naar openheid. „Wij zullen ons niet verzetten", zegt een woordvoerder. Hij verwacht niet dat openheid over stroppen ertoe leidt dat de bank voor zichtiger zal zijn met leningen. „We zijn nu ook al kritisch en zorgvuldig bij de beoordeling van kredietaanvragen. Het risico dat de klant in de toe komst kiest voor de bank die de minste stroppen lijdt, schat ABN AMRO minimaal. Vervol gens rijst dan de vraag of ban ken voortaan bij noodlijdende bedrijven sneller de geldkraan zullen dichtdraaien om zo stroppen te voorkomen. ABN AMRO zegt dat daarvan geen sprake zal zijn. „Er wordt veel te veel ophef gemaakt over die stille reserves. Ik heb al heel wat wilde speculaties gehoord", al dus de woordvoerder. ABN AMRO zal geen punt ma ken van de toekomstige open baarmaking van de stille reser ves. „Als het maar gelijke mon niken gelijke kappen wordt, ook binnen de Europese Unie", al dus de woordvoerder. Toch had het bankenconcern de geheim houding liever bewaard. Open baarmaking van stroppen kan immers het vertrouwen in de banken verminderen. 'Voldoen de vertrouwen is mooi, meer beter', is de rede nering. Blijft nog de mogelijkheid voor de banken om via de stroppen pot de winstcijfers op te fleuren of overwinst af te romen voor mooiere cijfers in de toekomst. Het mag niet van DNB, maar een al te strak keurslijf is er niet, laat de bank weten. In de finan ciële wereld is het een publiek geheim dat banken die ruimte liefst wel gebruiken. Dat wordt, wanneer alle cijfers openbaar zijn, wel wat moeilijker. Zeker als de aandeelhouders en de toezichthouder laten merken op hun quivive te zijn. amsterdam gpd-anp new delhi Koeien versperren de weg voor het verkeer in de Indiase hoofdstad New Delhi. De dieren bezetten met enige regelmaat de openbare wegen en zorgen daar voor opstoppingen en ongeluk ken. Een oplossing voor dit precai re probleem is nog niet gevonden. Koeien worden in het grotendeels hindoestaanse India namelijk als heilig beschouwd en kunnen dus niet zomaar weggejaagd of -ge sleept worden. foto epa Zeven jaar jong en al een eigen bankpas met pincode. Nog even en de creditcard voor peuters doet zijn intre de. Het financiële Walhalla voor de jeugd, zo spiegeler de reclames voor, is een eigen rekening, spaarplan en bankmapje. De beloning: een knuffelaap, spaarpot of CD'tje. En een niet al te hoge rente. Sinds de banken de jeugd hebben ontdekt als een inte ressante en redelijk kapitaalkrachtige groep klanten hebben zij een waar oerwoud van peuter-, kleuter-, pi ber-, jongeren- en studentenspaarrekeningen geplant. Om de jongere te lokken en bij voorkeur levenslang aa zich te binden bieden de banken de lieve jeugd et keur van cadeaus, variërend van rugzak, CD en m umjaarkaart tot 'organizer', zakradio en vertaalcompu tertje. ABN AMRO schenkt een 'Heertje Beertje spaarpot' voc de Florijnenvloot, RABO een Kuifje-video of klokradio bij haar jongerenrekening, er is een sporttas te krijgen bij de Piek-fijn Rekening van de SNS Bank en een Pen' nie spaarpot bij de Pennie Rekening van de Postbank. De ouders die voor hun spruit een 'Apen Klim Reke ning' openen bij (ING-dochter) NMS Spaarbank kun nen de kleine verblijden met een knuffelaap (waarvan de prijs deels ten goed komt aan apen in de vrije na tuur). KNUFFELBEER Maar wie het simpel en overzichtelijk wil houden kan een gewone spaarrekening nemen. De meest winstge vende is momenteel die Aegon-dochter Spaarbeleg aanbiedt: geen beperkingen in storten en opnemen, geen boete bij opname en een rente van 5,75 procent. Jeugdspaarrekeningen die alleen maar bedoeld zijn om te sparen leveren gemiddeld minder op dan de 'volwas sen spaarrekeningen, die kinderen gewoon zelf kun nen openen, zo waarschuwt ook de Consumenten bond. En van de hogere rente kunnen ze zelf een nog grotere knuffelbeer, een betere radio of een dubbel-CD kopen. Bij een aantal banken kan de klant dus al een spaarre kening openen op de leeftijd van 0 jaar. De minimale inleg is in veel gevallen vrij, maar de 120 gulden die de ING Bank jaarlijks op haar Sneltreinspaarrekening wil zien, kan voor ouders aan de hoge kant zijn. De spora dische maxima variëren van 500 tot 2000 gulden per jaar. De Friesland Bank houdt voor haar Primo Spaar rekeningen de somma van 500.000 gulden aan als jaar lijks te storten plafond-bedrag. De rentes loopt uiteen van 3,5 tot 4,25 procent. Ondanks de gratis knuffels en spaarpotten hebben de ouders of de peuter zelf meer aan de premie die aan sommige spaarmogelijkheden verbonden is. Wie gedu rende een heel jaar geen geld van de rekening afhaalt krijgt van ABN AMRO en de Coöperatieve Voorschot bank in Oldeberkoop een extra premie van 1 procent uitgekeerd aan het eind van de looptijd. Bij een looptijd van maximaal vijftien jaar kan de premie dus tot 15 procent oplopen. Per kind (bij een rekening op naam van het kind) is minder dan 500 gulden rente per jaar niet belast. MAXIMUM Bij de jeugdspaarrekeningen komt de combinatie met betaalmogelijkheden (geld storten, opnemen of over maken) veel voor. Een aantal handelingen waar volwas-, senen voor tnoeten betalen, is voor kinderen gratis. Maar ook hier is het opletten geblazen, want de rente tarieven verschillen: de percentages lopen uiteen van 2,75 tot 3,5, concludeerde het financieel onderzoeksbu reau MoneyView in Amsterdam. Alleen op studenten rekeningen waar kennelijk vaak weinig geld op staat wordt niets vergoed. Een minimale inleg komt behalve bij ING en RABO niet voor, een maximum evenmin. Het gebruik van de pincodepas is vaak afhankelijk van leeftijd en opna melimieten. De pincodepas is bij ABN AMRO binnen handbereik voor een 7-jarige, de credit card is mogelijk vanaf vijftien jaar. Ouders of jongeren die een jeugdspaarrekenmg over wegen, hebben daarnaast de mogelijkheid van het fis caal voordelige spaarplan, om na vijftien of twintig jaar een maximaal onbelaste uitkering van respectievelijk 50.000 of 220.000 gulden op te strijken. Vooral verzeke raars bieden deze in vele soorten en maten aan. Er zijn vormen waarmee de spaarder/belegger met het ge spaarde geld zelf aandelen kan kopen en verkopen. Deze spaarplannen bieden een rendement van maxi maal 6,5 tot 7 procent, aanzienlijk meer dus dan de jeugdspaarrekeningen. Wel moet je lang sparen en staat het geld lang vast. Bovendien kan een Nederlan der het voordeel van een belastingvrije uitkering van maximaal 220.000 gulden slechts één keer in zijn leven ontvangen, bevestigt het ministerie van financiën. Daar komt bij dat veel spaarhypotheken gebaseerd zijn op hetzelfde fiscale voordeel. Wie gebruik heeft ge maakt van de belastingvrije uitkering, kan geen spaar hypotheek meer afsluiten. Wel kan de eenmalige uitke ring in de hypotheek worden ondergebracht, wat be spaart op onder meer de afsluitkosten. den haag raymond peil „De verkeers- en vervoerssector in de Bene lux vertegenwoordigt 50 procent van alle activiteiten op dit gebied in Europa. Als je in het algemeen naar het economisch be lang kijkt van de Benelux, dan nemen wij de vierde plaats in in de wereld en als je kijkt naar de havens de derde plaats. Kortom, wij zijn een economische reus. Maar als je kijkt naar het politieke belang van de Benelux, dan is de term 'dwerg' meer van toepassing. Zeker als je ziet dat andere landen meer sa menwerken binnen de Europese Unie." Deze tekst Werd vorig jaar genoteerd uit de mond van het liberale kamerlid Te Veld huis, die zich in de Raadgevende Interpar lementaire Beneluxraad overgaf aan bespie gelingen over de toekomst van de Benelux. Zijn woorden zijn nu de Benelux vijftig jaar bestaat weer actueel geworden. Radio London kondigde op 5 september 1944 aan dat de regeringen in ballingschap van Bel gië, Nederland en Luxemburg een douane overeenkomst hadden gesloten. Die over eenkomst werd op 16 november 1944 in Londen ondertekend. Het vijftigjarig bestaan van de Benelux, die voluit Benelux Economische Unie heet, is voor de regeringen van de drie landen aan leiding om zich op de toekomst te bezin nen. De meeste doelstellingen op econo misch vlak zijn immers bereikt of kuilnen net zo goed binnen de Europese Unie wor den nagestreefd. De Belgische premier Jean-I.uc Dehaene zei gisteren voor de NCRV-radio dat hij het po litiek overleg tussen de drie landen nieuw leven wil inblazen, „juist om gezamenlijk meer gewicht in de schaal te leggen in Eu ropa." Volgens Dehaene moet ernaar worden ge streefd om als Benelux één lijn te trekken bij de voorbereiding van de intergouverne mentele conferentie van 1996. Tijdens deze conferentie zullen de staatkundige verhou dingen in Europa moeten worden aange past aan de uitbreiding van de Europese Unie tot een statenbond van zo'n twintig landen. De Benelux zou wat Dehaene betreft overi gens wel structuren kunnen hebben, die soepeler en eenvoudiger zijn dan de huidi ge. De discussie over de toekomst van de Benelux past ook zeer goed binnen de dis cussie over een Europa vim verschillende snelheden. Dat is een Europa waarin een kernploeg van (economisch sterke) landen een voor trekkersrol vervult bij de Europese integra tie en waarbij andere landen zich in hun ei gen tempo kunnen aansluiten. De Duitse regeringspartij CDU/CSU bracht juist vori ge week een studie naar buiten, waarin werd gesuggereerd dat Frankrijk. Duitsland en de Benelux die kerngroep kunnen vor men. Interessant is de opstelling van minister Van Mierlo (buitenlandse zaken), die al daags na zijn aantreden als minister te ken nen gaf dat hij «voor het bepalen van het buitenlands beleid „de blik meer wil richten op het Europese vasteland." Hij beklem toonde daarbij het belang van goede be trekkingen met België en Duitsland. „Proberen inhoud te geven aan goed na buurschap", noemde V^n Mierlo dit. Dat klinkt niet naar het willen opheffen van eeu vijftigjarige Benelux-samen werking, ook al menen sommige critici dat de Bene lux is achterhaald en overbodig is gewor den. PvdA-kamerlid John Lilipaly, die al ja renlang deelneemt aan vergaderingen van de interparlementaire Beneluxraad, is het uitermate oneens met die critici. Als de Benelux een sluimerend bestaan lijdt, dan komt dat eerder doordat de rege ringen niet goed luisteren naar de adviezen van het parlement. Als het aan de interpar lementaire raad had gelegen waren de on derlinge problemen tussen België en Ne derland, zoals de kwestie van het tracé voor de hoge snelheidstrein, de verbetering van de waterkwaliteit van de rivieren en de uit dieping van de Schelde, volgens Lilipaly al lang geregeld. De Benelux kan in zijn ogen ook een be langrijke rol spelen bij het opkomen voor gezamenlijke belangen in Europees ver band. De bescherming van de Nederlandse taal is zo'n voorbeeld van iets waaraan de Benelux enorm heeft getrokken. Voor de taal mag je best knokken en dat kun je toch het best samen met Vlamingen doen, aldus Lilipaly. Het Benelux-parlement erkent in feite dat de Benelux als economische unie wegens succes kan worden gesloten. Maar in plaats van opheffing wil het parlement juist een uitbreiding van bevoegdheden en van het verdrag, waarop de Benelux is gebaseerd. Zo wil het Benelux-parlement zich gaan be geven op de terreinen van milieu, transport, defensie en ontwikkelingssamenwerking. Het uit 1958 daterende verdrag voor een economische unie voorziet daar niet in. De discussie over de toekomst van de Bene lux zal daarom niet zozeer gaan over de vraag of de samenwerking moet blijven voortbestaan, maar over de vraag op welke

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2