'Als je slager bent, kun
je in je vinger snijden'
;oz
Werkgevers aan
zet in komend
najaarsoverleg
Feiten &Meningen
Uzunkavakaltindayataruyuroglu, zomaar een Turkse naam
jlakburunbogaz
s?" war
-
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1994
NIEUWSANALYSE
Lean production heet het tegenwoordig in
het internationale bedrijfsleven: met zo
weinig mogelijk mensen zoveel mogelijk
doen. Uit de jongste halfjaarcijfers van de
Nederlandse grote bedrijven bleek de afge
lopen weken dat ze zich die filosofie hele
maal eigen hebben gemaakt. Bijna zonder
uitzondering groeiende winsten met min
der mensen.
De vakcentrales zitten met de handen in
het haar. Al jaren proberen ze bij de CAO-
onderhandelingenwerkgelegenheidsafspra-
ken te maken, maar elke keer weer loopt
het op niets uit. En het ziet er niet naar uit
dat het deze keer anders zal gaan. VNO-
voorman Rinnooy Kan zei vorige week al
dat ondanks de winstgroei 'de banenoogst
zeer bescheiden of zelfs negatief zal zijn.
Die winsten zijn immers juist mede te dan
ken aan die lean production. De banen die
er als gevolg van de aantrekkende econo
mie op termijn bijkomen, zullen naar hoog
gespecialiseerde vakmensen gaan.
Gemeten in arbeidsuren is de werkgele
genheid sinds 1970 met 825 miljoen uren
(ongeveer 400.000 volledige arbeidsjaren)
teruggelopen. Door de gestage verkorting
van de werkweek en de enorme toename
van het aantal deeltijdwerkers zijn deson
danks toch veel meer mensen aan het werk.
1 let is dus niet zo vreemd dal de vakcentra
les, met als grote trekpaard de FNV, mikken
op verdere arbeidsduurverkorting.
Bedrijven voelen daar echter vaak niet
veel voor. Deeltijdwerk geeft in de eerste
plaats organisatorische problemen en in de
tweede plaats werkt het kostenverhogend.
Werknemers kosten immers meer dan al
leen hun salaris: administratiekosten, kan
toorruimte, bureaus, personal computers,
werkkleding, ga zo maar door. Full-timers
zijn per saldo aantrekkelijker dan part-ti
mers. Behalve uiteraard in bedrijfstakken
met veel piek- en daluren, zoals de detail
handel en de horeca. Het is ook niet voor
niets dat juist bij bedrijven als de Bijenkorf
en V&D de vierdaagse wèl is ingevoerd,
overigens onder de voorwaarde van flexibi
liteit, zoals vijfdagen werken in december.
De werkgevers stellen steeds weer dat
deeltijdwerk en arbeidsduurverkorting
maatwerk zijn en dat zij bovendien geen af
spraken kunnen maken over werkgelegen
heid. Voor een deel hebben ze gelijk: Rin
nooy Kan kan vanaf de Haagse Beatrixlaan
moeilijk installatiebedrijf lansen in Assen
opdracht geven om twee mensen atui te ne
men voor dertig uur per week.
Dat neemt anderzijds niet weg dat de
werkgeversorganisaties niet zo machteloos
zijn als ze zich voordoen. Als je kiest voor
herverdeling van werk kun je daar via de
CAO's wel degelijk voorwaarden voor
scheppen. Dat die herverdeling geld kost,
zien de vakcentrales ook wel. Ze zijn ook
bereid om dat via onder meer loonmatiging
in de bedrijven te laten zitten.
Maar dan moet er wel ook echt wat ge
beuren. Déér heeft FNV-voorzitter Steke
lenburg de afgelopen weken steeds op ge
hamerd. Net als vorig jaar is hij bereid de
looneisen te matigen of zelfs in te slikken
als concrete afspraken over (herverdeling
van) werk kunnen worden gemaakt.
Stekelenburg bevindt zich echter in een
moeilijk parket. In eigen huis morren diver
se bonden over de nullijn. Ook bij de werk
nemers wordt de matigingsbereidheid er
niet groter op: naarmate de economie aan
trekt en voor de meeste werkenden de ont
slagdreiging verdwijnt, neemt de bereid
heid tot loonoffers af.
De loonmatiging van de afgelopen jaren
heeft bovendien weinig tastbaars opgele
verd: het behoud van banen die anders ver
dwenen zouden zijn. Dat is weinig specta
culair. Je ziet ogenschijnlijk immers niets
terug voor de nullijn. Pas wanneer het heel
concreet wordt, wordt dat anders. Dat bij
voorbeeld zoveel NS'ers wèl bereid bleken
om vier dagen te gaan werken, kwam vooral
door de concrete ontslagdreiging voor alle
betrokkenen. Want let wel: als de NS van te
voren hadden gezegd wie de pineut zouden
zijn, was de animo waarschijnlijk heel wat
kleiner geweest.
Toch is er een lichtpuntje. De FNV bere
kende al eerder dat de overheid 100.000 ex
tra banen kan 'scheppen' door via belas
tingmaatregelen, kinderopvang en andere
regelgeving herverdeling van werk te bevor
deren. Het 'regeerakkoord bevatte op dat
punt louter vaagheden, maar op aandrin
gen van PvdA-fractieleider Wallage beloof
de premier Kok deze week tijdens het ko
mende centraal overleg in te zetten op her
verdelingvan werk.
Daarmee behaalde Stekelenburg een klei
ne overwinning: de werkgevers zijn nu aan
zet. Maar of dat ook echt wat oplevert, blijft
voorlopig nog een groot vraagteken.
SJ AAK SMAKMAN
Gewonde Dutchbcit-soldaten hebben geen spijt van hun keuze
Het kan op het werk gebeuren, in het verkeer, door een enge ziekte of bij Potocari, een gehucht in de buurt van Srebrenica.
Twee weken geleden raakten Edwin de Wolf en Marcel Jacobs, beroepssergeanten bij de luchtmobiele brigade, gewond
toen ze op een mijn liepen. Jacobs kwam er relatief goed vanaf, maar De Wolf zal zijn linkeronderbeen moeten missen. In
het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht praten de eerste slachtoffers van Dutchbat over de risico's van het vak.
Een Nederlandse blauwhelm observeert het vliegveld van Tuzl? waar evenals bij Srebrenica onderdelen van Dutchbat zijn gelegerd.
Het gaat goed met ze. Prima zelfs. „Al blijft
het natuurlijk verschrikkelijk", nuanceert
Edwin de Wolf zijn eerste, spontane reactie.
Niemand die hem daarin zal tegenspreken.
Gisteren mochten De Wolf en Jacobs, bei
den 24, naar huis. Daarna wacht een verblijf
van onbepaalde duur in het militair revali
datiecentrum in Doorn. Jacobs gaat er wer
ken aan honderd procent herstel, voor De
Wolf is leren lopen voorlopig de enige doel
stelling.
De muren van de kamer waar ze op eigen
verzoek samen zijn geplaatst, hangen vol
met blijken van medeleven. Ook van wild
vreemden. „Zo kregen we een brief van een
86-jarige mevrouw, die begon met: 'Mijn
lieve sergeanten', vertelt Jacobs. „Dat doet
je dan wel goed."
Eerder deze week hebben ze in een beslo
ten bijeenkomst met familie en leden van
hun eenheid onderscheidingen uitgereikt
gekregen: de Nederlandse herinneringsme
daille, een dito VN-exemplaar (alsof ze die
vijf weken in Bosnië ooit zullen vergeten) en
het gewonden-draaginsigne. Het laatste
ereteken werd hen opgespeld door de chi
rurg die ze in de compound Potocari heeft
geopereerd.
De Wolf en Jacobs praten verbazend nuch
ter en open over wat hen is overkomen. Het
feit dat ze hun ervaring kunnen delen, zal
hierin een rol hebben gespeeld, vermoedt
de voorlichter van Defensie.
Snel en zakelijk doet Jacobs verslag van de
gebeurtenissen op de 17de augustus. De
tien man sterke eenheid waarover hij het
commando had, was rond twee uur op pad
gestuurd om steun te verlenen bij een be
spreking op een van de heuvels bij Srebre
nica. Een routineklus in een gebied waar
het al een tijd betrekkelijk rustig was. On
derweg meldde een tegemoetkomende een
heid dat er op de route twee anti-tankmij-
nen waren ontdekt. Jacobs' groep kreeg de
opdracht de omgeving te beveiligen, zodat
de Explosieven Opruimingsdienst ongehin
derd z'n werk kon doen.
Tegen vieren konden alle zes voertuigen
hun weg vervolgen. Twee daarvan moesten
eerst keren, wat alleen mogelijk was op een
brede berm even verderop. „Er lagen spo
ren van rupsbanden, dus dat stuk moest va
ker zijn gebruikt", zegt Jacobs. Nadat de
voertuigen waren gepasseerd wilde hij te
ruglopen naar zijn manschappen om ze bij
te praten. Een seconde later werd hij met
kracht opgetild.
Nog voor hij de grond raakte wist hij wat er
aan de hand was. „Je bent ontzettend hel
der en er flitst van alles door je heen. Als in-
fantrist ken je natuurlijk de uitwerking van
een personeelsmijn. Maar ik lag op m'n
buik, dus ik kon niet goed zien wat er aan
de hand was. Ik durfde ook niet te kijken."
Twintig seconden later'was de eerste helper
al ter plekke. Jacobs werd omgedraaid, zo
dat hij zelf ook de schade kon opnemen.
„M'n schoen was opengespleten, maar ik
zag dat alles er nog aan zat. Ik had ook geen
heel hevige pijn, eerder een verdoofd ge
voel."
Omdat er nog een gewondentransportvoer
tuig in de buurt was, kon Jacobs snel wor
den afgevoerd. Precies eenendertig minu
ten na de knal lag hij op de operatietafel,
waar de scherven en splinters uit zijn been
en arm werden gehaald, 's Avonds kon hij
zelf naar huis bellen om te vertellen wat
hem was overkomen.
„Achteraf gezien heb ik nog geluk gehad",
realiseert Jacobs zich. „Ik heb er alleen met
m'n voorvoet op gestaan. Daardoor kon de
explosie nog een andere kant op. Als ik er
vol op was gestapt, was het heel anders ge
lopen."
Edwin de Wolf kan het beamen. Een dag na
het ongeluk van Jacobs werd hij met zijn
groep naar een van de heuvels rond Srebre
nica gestuurd, ondermeer om een paar Ser
vische opstellingen te verkennen. 'Kotjes'
noemt hij de bouwsels, in feite niet meer
dan een gat in de grot met een dak van hout
en takken. „Drie van de vier hadden we al
eens eerder bekeken, maar toen werden we
van de heuvel afgeschoten", vertelt De Wolf
langs zijn neus weg.
Voor de patrouilles van.Dutchbat is het let
ten op mijnen van levensbelang. Twee
mannen lopen beurtelings voorop, maar die
bewuste donderdag besloot De Wolf zelf de
troep aan te voeren. „Je kunt niet steeds de
zelfden voorop laten lopen", verklaart hij.
„Dat is niet op te brengen. Om te motiveren
moet je laten zien dat je het zelf ook aan
durft."
Nadat ze op het hoogste punt hadden uit
gekeken over Servisch gebied („Er was niets
te zien"), zakten De Wolf en zijn mensen af
naar de kotjes, de groepscommandant
voorop. De keiharde, vlakke grond gaf geen
enkele aanleiding om onraad te vermoeden.
Om door de lage ingang in het bunkertje
naar binnen te kunnen kijken, moest De
Wolf op zijn knieën gaan zitten. Er stond
een kacheltje en er lagen wat andere stille
getuigen, maar er viel geen teken van leven
te bespeuren. Omdat een deel van de be
dompte ruimte buiten zijn gezichtsveld viel,
schoof De Wolf zijn linkerknie een klein
stukje naar voren.
De ervaring die volgde komt overeen met
die van Jacobs, maar De Wolf voelde wel
meteen een verscheurende pijn. Door de
kracht van de explosie werd hij tegen het
dak en in het kotje gesmeten. Direct ging hij
rechtop zitten. „Op dat moment gaat er zo
veel door je heen. Ik dacht meteen: daar
gaat je loopbaan. Ik was doodsbang en ik
had onzettend veel pijn. Maar die vloeide
weg, alsof het werd dichtgeschroeid."
De Wolf zag dat zijn knie was verbrijzeld,
het been zat er nog wel aan. „Ik durfde niet
te bewegen", vervolgt hij. „Misschien lagen
er nog meer bommen. Maar ik wist ook dat
ik weg moest. Ik had hier (wijst op het ver
band rond zijn linkerbovenarm) een slag
aderlijke bloeding, je zag het bloed eruit
gutsen in het hartritme. Ik heb toen iets ge
roepen van: Dit gaat niet goed."
Nadat hij zijn gewonde been op zijn goeie
had gelegd, werd De Wolf door zijn man
schappen stukje bij beetje uit het kot ge
trokken. „Die kerels hebben perfect gerea
geerd", vertelt hij met een' zekere beroeps
trots. „Er was geen paniek, alles ging'zoals
we het duizend keer hadden geoefend. Die
eerste hulp heeft wel mijn leven gered."
Er volgde een mars van twee kilometer naar
FOTO'ARCHIEF
beneden op een geïmproviseerde brancard,
af en toe onderbroken door een korte stop.
„Want je ligt daar wèl je grenzen te verleg
gen." Eenmaal terug in het basiskamp kon
De Wolf zijn compagniescommandant nog
net zeggen hoe het hem speet. Daarna ging
het licht uit. Toen hij bijkwam was zijn
been tot boven de knie geamputeerd.
„Je zit bij een gevechtseenheid, dus je weet
dat dit kan gebeuren. Daar kies je voor als je
dit bedrijf ingaat. Je weet dat je uitzendbaar
bent, voor wat dan ook. Daar word je ook
voor opgeleid. Dus als je aan de beurt bent,
ga je gewoon. Het kader maakt er geen pro
bleem van en wij ook niet."
Ook Jacobs is nonchalant over zijn situatie.
„Het zit weieens tegen. Maar dat is het risi
co van het vak. Als je slager wordt bij Albert
Heijn, heb je kans datje in je vinger snijdt.
Al blijft het natuurlijk ontzettend onplezie
rig"
Beide militairen realiseren zich dat wat hen
is overkomen de werving van een beroeps
leger er niet makkelijker op zal maken. Vol
gens de Wolf is dat alleen maar goed. „Je
moet er ook heel goed over nadenken of je
echt wilt. Je moet het vooral niet romantise
ren." Zelf zegt hij geen spijt te hebben van
zijn beroepskeuze. „Totaal niet. Het werk
daar is heel nuttig en de mensen zijn heel
tevreden over ons. Ik ben blij dat ik daar
heb mogen werken."
UTRECHT BART VAN OORTMERSSEN
OHCElABVAl
waarom ze Vulkaan Mep-en-gris tot een
van haar topadviseurs'maakte. Dergelijke
namen verlevendigen de ietwat saaie poli
tiek. De belangrijkste oppositieleider in het
Turkse parlement heet Gelukkig Hij-laat-
zich-niet-intimideren.
Het is Turkse moslims verboden Europese
christelijke namen te gebruiken, hoewel de
populaire Griekse meisjesnaam Melissa on
langs officieel werd toegelaten. Vroeger ver
dienden Turken hun naam door een held
haftige daad of iets dergelijks. Anderen wer
den bijvoorbeeld genoemd naar de eerste
persoon of de eerste gebeurtenis die het
pad van de jonge moeder kruiste. Tegen
woordig laten ouders zich steeds vaker door
willekeurige invallen leiden.
Sommige ouders combineren lettergrepen
uit hun eigen namen. Radicalere types kie
zen namen als Vrijheid of Revolutie. Voor
een mannelijke tweeling zijn in literaire
kringen de namen Oorlog en Vrede mo-
menteel 'in'. Maar over het algemeen nei
gen de Turken nog steeds sterk naar milita
ristische, macho namen, zoals Atilla, Djen-
gis, Zoon-van-kampioenen, Leeuw, Vuur,
Staal of Ijzer-bloed.
Maar niet iedereen kiest een dergelijke uit
dagende naam voor zijn kind. Boeren die
onder een hoge kindersterfte gebukt gaan,
smeken God om hulp door hun kinderen
Hij-die-leeft of Zij-die-blijft te noemen.
Hetzelfde principe wordt gevolgd door bij
zonder vruchtbare echtparen. Als een kind
Genoeg wordt genoemd, is dat een bood
schap aan de hemelen dat de familie geen
verdere uitbreiding behoeft. Als dit niet
werkt, kan de smeekbede dringender wor
den: Imdat, gewoonweg Help.
ISTANBUL HUGH POPE
VERTALING: MARGREET HESLINGA
THE INDEPENDENT
De Turken beschouwen zichzelf niet als bij
zonder creatief. Onlangs betreurden de na
tionale klanten nog het nietige aantal inter
nationale patenten waarop dit volk van 60
miljoen mensen kan bogen.
Maar op het gebied van namen is de Turkse
inventiviteit ongemeen groot. Zo bevat de
meest recent uitgegeven lijst maar liefst
15.000 voornamen. „Turkije kent
en veel gevarieerdere namen dan andere
landen", zegt Adviye Aysan, een vooraan
staand lid van de Turkse taalcommissie.
Het op westerse leest geschoeide systeem
van achternamen is relatief nieuw. Kemal
Ataturk, de stichter van de Turkse repu
bliek, verordonneerde in 1934 dat de fez
plaats moest maken voor de platte pet en
dat iedereen een achternaam moest heb
ben. Overheidsfunctionarissen trokken naar
de steden en dorpen, installeerden zich
achter een tafeltje en noteerden hoe de fa
milies voortaan wilden worden genoemd.
De langste familienaam die deze rondvraag
opleverde, was Uzunkavakaltindaya
taruyuroglu, oftewel Zoon-van-hem-die-
onder-de-hogc-populier-ligt-te-slapen.Dan
heb je nog de families Hij-komt-nooit-met-
lege-handen, Grote-gouden-laars. Overwin-
naar-met-lamsgebit, Verrot-touw en Roze-
varken.
De vertaling van de achternaam van de
Turkse ambassadeur in Kroatië luidt heel
toepasselijk: Hij-wil-niets-zeggen. De Turk
se premier mevrouw (giller heet op z'n Ne-
Dr ÖNCELARML
WJTEHASSISI
IU
HEKiMj
RÖNTGEN
DOKTOR
«5HIK66MIP
C
Ir ^SL-lt «na. «HUT
AVUKAT T K "tVTJ
2<TQ8
KA^AA
auiftUT
1
ERATQRDOKTQR
HAL
TURKAN KOC
TAUdtGRC
Een bord vol Turkse namen, in dit geval van artsen en advocaten die hun diensten aanbieden.
derlands heel lief mevrouw Sproetjes. Maar
anders dan een van haar voorgangers, Yil-
dirmAkbulut (Bliksemschicht Witte-wolk),
2 niet met zich spotten. De koppige
v (giller brak zelfs met de traditie
door haar echtgenoot, meneer Hij-die-
FOTO ARCHIEF
maar-rondvliegt, te dwingen haar meisjes
naam aan te nemen: meneer Sproetjes dus.
(gillers temperament verklaart wellicht ook