Krij t-paradij s waar schij nlij k niet zo paradijselijk geweest bi Actie redding Taj Mahal gestart Natuur Milieu Zwarte sterns verzamelen zich op schor - ATERDAG 27 AUGUSTUS 1994 eindredactie peter wolfsbergen bovJlATUURLIJK P. van Zalinge LS' ie vraag wordt nogal eens ge- u b eld of de katfret soms een an- er soort fret is. Het antwoord loet luiden: De katfret vertoont leen maar katachtige gedra- U^| ngen; er is geen enkele ver- rantschap, noch met onze kat, Dch met onze fret. e katfret heeft wel enige heel jzondere eigenschappen. In eerste plaats zijn katfretten, ik wel cacomistles genoemd, '"akomelingen van een heel oud islacht; ze leefden al in het lvenÜioceen, de op één na jongste tmatie van de tertiaire perio- zo'n 65 miljoen jaren gele lpen een; het was de tijd van de snel- - ontwikkeling van onze he- jndaagse planten, insekten en jogdieren. genlijk zouden we katfretten js 'levende fossielen' kunnen lemen; heden ten dage leeft )g in het zuidwesten van de rijda»renigde Staten, van California t in Mexico en Panama, de éxicaanse soort Bassaricus su- ichrasti, kortweg de Midden- ierikaanse katfret genoemd. Noordamerikaanse, B. astu- s, leeft in Zuid-Oregon, Ne- >r-California op rotsachtige jogvlakten tot op een hoogte vr( in zo'n 3.000 meter. De Mexi- i^NC lanse daarentegen leeft in chte, vochtige bossen en vindt zijn voedsel in de kruinen .n hoge bomen. at de katfretten over een groot >mpassingsvermogenbeschik- :n bewijst het overgangsge- ed van hun leefgebieden, aar ze gezamenlijk in vrede itrekken, hoewel ze duidelijk irschillen vertonen wat li- u otiaanisbouw betreft. De Noor- pmerikaanse soort heeft kleine pten met half-intrekbare klau- -SGfen en voetzolen die, net als de 4 A rote ronde oren, behaard zijn. I H e Mexicaanse soort, veel zeld- gpmimer, heeft niet-intrekbare Jauwen, naakte voetzolen en Jintige oren. Bovendien over- hep1 lengte van de staart die an. an de Amerikaanse. pm)atfretten maken jacht op xafdiaagdieren, vogels en insek- 3 vrfn; bovendien vullen zij hun 'ENJenu in de oogsttijd aan met ^Boomvruchten en bessen. Kat- ME Jetten zijn beslist niet mensen schuw, integendeel, zij houden ny Ich graag op bij de menselijke rfcivoning. Voorheen is de kat- gEfj|et min of meer een huisdier 3 jlWeest, eerst in Mexico, later pmjpk in de mijnstreek van het pten van de Verenigde Sta- m. Vandaar de naam miner's ktfretten kunnen zich in de fije, ongerepte natuur goed lof indhaven, dankzij hun heel ^-Jjzondere leefwijze. Het zijn -^r-jigenoemde 'seditaire' dieren, ftwaarmee gezegd is dat ze leven zJËjj) een eigen vast terrein, ter //Mootte van ongeveer drie vier- -^ginte kilometer. In zo'n leefge- 5^Ied heerst een streng matriar- jiaat, wat betekent dat de vrou- jelijke dieren er de 'baas' zijn. p'n regiem leidt er toe, dat het ^tfretten-bestand op natuurlij- f wijze op peil blijft en overbe- plking voorkomen wordt, et goed met takken, stenen en mzelfsprekend urine afgeba- Jnde territorium mag alleen laar in de paartijd door manlij- J katfretten bezocht worden, bk als huisdier duldt het touwtje geen manlijke soortge- f>ot. Het vrouwtje moedert |et haar kinderen totdat de :inen volledig ingewijd zijn in .n jachttechniek, t is duidelijk dat de naam itfret eigenlijk een niets-zeg- inde naam is, omdat het dier ten enkele binding met onze :t heeft. den oever Deze foto laat een klein deel zien van de tienduizenden zwarte sterns, die zich 's avonds verzamelen op het schor van Den Oever, in de kop van Noord-Holland. De vogels gaan tegen zons ondergang vanaf dit punt massaal naar de slaapplaats op natuurre servaat Het Balgzand onder Den Helder. Overdag gaan de zwarte sterns op voedseltocht naar het Usselmeer, om vooral op jonge spiering te vissen. Bij Den Oever zijn de laatste jaren regelmatig tel lingen gehouden van de stemenslaaptrek, waarbij begin augustus de aantallen opliepen tot meer dan 70.000 exemplaren. In de loop van augustus begint de trek naar de overwinteringsgebieden in Afrika. Nederland telt overigens een teruglopend aantal broedparen van de zwarte stem. De vogels die nu op en rond het Usselmeer verblijven, komen uit heel Europa, inclusief Rusland. foto martijn de jonge Berekeningen toekomstig klimaat staan op losse schroeven ben apeldoorn gpd Hele menigten klimatologen breken zich al vele jaren het hoofd over de vraag hoe het klimaat zich in de ko mende tien, twintig of vijftig jaar zal ontwikkelen. Zal het water ons, ten gevolge van de door het broeikasef fect veroorzaakte ijsafsmeltingen aan Noord- en Zuidpool, letterlijk en figuurlijk tot de lippen komen? Of zullen de kleuters van thans in de volgende eeuw steeds vaker met de sneeuwscooter naar hun werk moe ten? Of zullen 21ste-eeuwse bewo ners van landen met een zeeklimaat, zoals Nederland, gedurende tien maanden per jaar opgescheept wor den met één groot, druilerig regen front, waardoor ze in zonniger oor den alleen al door hun chagrijnige gezichten opvallen? En is er tegen die tijd nog wel sprake van zonnige oorden? Voor het beantwoorden van die vragen worden steeds vernuftiger computerprogramma's ontwikkeld. Daarbij staan twee hoofdvragen cen traal: hoe ontwikkelt het klimaat zich van nature en wat is de invloed van de mens daar op, sedert de indus triële revolutie van anderhalve eeuw geleden. Het blijkt, geavanceerde computers en software ten spijt, een schier onmogelijke opgave enig voorspellend licht te scheppen in wat ons en/of onze (kinds)kinderen de komende eeuw te wachten staat. De toekomstige uitkomsten han gen af van factoren die zich (groten deels) niet in natuur- of wiskundige modelformules laten vangen. Dat de mens al tientallen jaren veel te veel (broeikas)gassen in de dampkring loost en tegelijk met miljoenen ton nen gifafval hele eco-systemen om zeep helpt, is duidelijk. Maar waar blijven toch die drei gende symptomen, waarin zelfs de internationaal vertakte milieumaffia zou kunnen lezen: 'Tot hier en niet verder'? Onderzoekers richten hun aandacht daarom steeds meer op het (verre) verleden, toen er nog geen sprake was van industriële revoluties. Ster ker nog, toen er nog geen sprake was van de mens. Dan pas ben je immers verzekerd van 'puur natuur'. De duidelijkste sporen van globale weersomstandigheden, vooral van de gemiddelde temperatuur die honderdduizenden of miljoenen ja ren geleden heerste, liggen opgesla gen onder kilometers dikke ijskap pen of onder de oceaanbodem. Ook in sedimentsgesteente kan men aan de hand van de daarin voorkomende soorten fossielen afle zen welke organismen toen leefden, waar ze voorkwamen en in welke hoeveelheden. En die gegevens zeg gen op hun beurt iets over de kli maatomstandigheden van toen. Zo overheerste tot voor kort de mening dat het klimaat tijdens het voorlaatste grote, geologische tijd perk, het Krijt, veel warmer was dan nu. Gemiddeld moet het toen tien tot twaalf graden warmer zijn ge weest dan nu. Zelfs op de toenmali ge polen kwam, zo denkt men, de gemiddelde jaartemperatuur niet of nauwelijks onder het vriespunt waardoor er, anders dan nu, geen sprake was van permanente ijskap pen. Het Krijttijdperk, dat 80 miljoen jaar duurde en 66 miljoen jaar gele den eindigde, is genoemd naar de overvloedige hoeveelheden diertjes met kalk('krijt')skeletten, wier mas sale teloorgang op talloze plaatsen gepaard ging met de vorming van ontz.aglijke krijtformaties. De be roemde witte kliffen langs Het Ka naal bestaan geheel uit de samenge drukte (krijt)resten van ontelbare tonnen algen (coccolitoforen) en plankton (foraminiferen). Juist door het ontbreken van ijs massa's was het zeeniveau, met na me in de tweede helft van het Krijt, veel hoger dan nu. Men denkt dat de waterspiegel gemiddeld 100 tot 150 meter hoger stond. Grote delen van het land moeten toen de bodems hebben gevormd van ondiepe zeeën Metingen van bepaalde isotopen in oeroude fossielen leren ons veel over de omstandigheden in het verre verleden. foto ap en kreken. Maar waarom? Welk mechanisme maakte dat de gemiddelde aardtem- peratuur toen zo hoog lag? Een be langrijke vraag, want inzicht in dat mechanisme zou ons meer zeker heid kunnen verschaffen voor de na bije toekomst. Voor de hand liggend is de veronderstelling dat het gehalte aan kooldioxide, nu een berucht broeikasgas, toen hoger was dan nu. Men schat zeker zes maal de huidige waarde. Geochemische analyses van oude Krijtlagen wezen eerder inder daad in die richting. Recente bodemanalyses, in de At lantische en de Stille Oceaan, lijken de 'paradijselijke' omstandigheden tijdens grote delen van het Krijttijd perk echter onderuit te halen. De Engelse meteorologen en geologen Greg Price, Bruce Sellwood en Paul Valdes beschreven onlangs in het wetenschapsblad Nature waarom zij denken dat de klimaatomstandighe den tijdens het Krijt (veel) minder warm waren dan aangenomen. In de bodemmonsters, genomen van onder de oceaanbodem in krijt lagen van ongeveer 95 miljoen jaar oud, werden van de fossiele forami niferen de concentraties van het zuurstofisotoop 0-16 gemeten. Dit zuurstofisotoop is maatgevend voor onder meer de gemiddelde tempera tuur van het oceaanwater in lang vervlogen tijden en levert veel nauw keuriger gegevens over temperatu ren. Geheel in tegenstelling tot eerdere gegevens blijkt, dat de gemiddelde jaartemperatuur aan de (toenmali ge) polen best beneden het vries punt kan hebben gelegen. Ook de watertemperatuur in die tijd week, op enkele geologisch 'kort' durende (enkele (tien)duizenden jaren) perio den na, niet aanzienlijk af van de huidige waarden. Vanwaar die ver schillen met eerdere metingen? „Het aantal plaatsen waar de bodemmonsters vandaan komen is niet alleen groter dan voorheen", zegt meteoroloog Paul Valdes, „maar ook het spreidingsgebied is veel gro ter. De monsters die nu onderzocht zijn, zijn afkomstig uit zowel tropi sche als subtropische gebieden, maar ook enkele uit de meer gema tigde zones. Dat levert een betrouw baarder temperatuurbeeld op van het midden-Krijt". Dat laat onverlet dat er één ont hutsende conclusie moet worden ge trokken. De al eerder genoemde che mische analyses naar de C02-con- centraties tijdens het Krijt staan niet ter discussie: die concentraties wa ren veel hoger dan nu. Maar toch: blijkbaar geen noemenswaardige opwarming. De huidige klimaatmo dellen voorspellen een globale, ge middelde temperatuurstijging van twee tot vier graden bij een verdub beling van het C02-gehalte. Maar de temperatuurmetingen uit het Krijt laten zien dat er hoegenaamd geen relatie bestond tussen (sterk) ver hoogde concentraties van het broei kasgas en de gemiddelde aardtem- peratuur. Het Krijt-paradijs was dus waar schijnlijk minder paradijselijk dan werd aangenomen en dat niet al leen. De nieuwe gegevens zouden er wel eens op kunnen wijzen dat alle klimaatvoorspellingen, gebaseerd op een toename van broeikasgassen in de atmosfeer, geruisloos in de prul lenbakken moeten verdwijnen. „Maar laten we voorzichtig zijn", zegt geoloog Price. „We weten nog op geen stukken na wat er toen alle maal aan de hand was". In ieder geval heeft men er weer een extra vraagstuk bij gekregen: als de aardtemperatuur niet veel afweek van de huidige waarden, waar kwam dan die extreem hoge stand van de zeespiegel vandaan? new delhi ap Indiase wetenschappers en milieuorganisa ties hebben een internationale campagne gestart voor de redding van de Taj Mahal, het witmarmeren praalgraf gebouwd in de 17de eeuw door een Mughal-keizer voor zijn vrouw. De muren van de Taj Mahal en de uivor mige koepel vergelen en zwavelgassen van nabijgelegen fabrieken tasten het marmer aan, vertelden milieubeschermers tijdens een conferentie dezer dagen, die werd bij gewoond door onder meer milieuspecialis ten en functionarissen van de Verenigde Naties. Mahesh Mehta, een advocaat die tracht om de meer dan achtduizend fabrieken in de stad Agra, waar de Taj is gelegen, weg te krijgen, wil 1 miljoen handtekeningen ver zamelen voor een verzoek aan de VN om hulp bij het veiligstellen van het monu ment. De minister van toerisme, Ghulam Nabi Azad, was de eerste om zijn handtekening te plaatsen, maar verklaarde zelf weinig te kunnen doen omdat de overige autoriteiten niet meewerken. De ministeries van toeris me, milieu en cultuur zijn betrokken bij het behoud van India's historische monumen ten, maar coördineren zelden hun activitei ten, aldus Azad. De archeologisch dienst van India zegt niet alle energie te kunnen richten op de Taj Mahal, omdat India wel drieduizend historische gebouwen kent die beschermd moeten worden. Mehta's eigen organisatie, de Raad voor Milieuwettelijke Actie, heeft de VN-organi- satie voor Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur (Unesco) gevraagd technische ex pertise te leveren voor behoud van de Taj. De organisatie heeft ook internationale groepen gevraagd er bij de Indiase regering op aan te dringen het monument te be schermen. Maar anderen zijn sceptisch over de cam pagne. „Er zijn voldoende pagina's met handtekeningen om de oppervlakte van de hele Taj te bedekken. Maar de regering heeft nog steeds geen actie ondernomen," zei D.K. Biswas, hoofd van de Centrale Milieu Controleraad. Volgens professor in de gezondheidszorg Shivaji Rao uit Andhra Pradesh heeft de Taj de afgelopen twintig jaar meer geleden dan in de tweehonderd jaar daarvoor. Uit proe ven van de lucht rond de Taj blijkt dat de vervuiling boven de norm ligt. Door de inefficiënte controle door de overheid en soms corruptie kunnen bedrij ven de milieuwetgeving ontduiken. Een raf finaderij bij Mathura, vijftig kilometer van Agra, stoot elk jaar honderd ton koolmo noxide, zestig ton zwaveldioxide en bijna zeventig ton andere chemicaliën uit, aldus Rao. Daarnaast wordt het marmer aange tast door de uitstoot van zwaveldioxide, ontstaan doordat vele gezinnen op kerosine of kolen koken. Milieubeschermers staan nagenoeg al leen in hun pleidooi om Agra, een stad van 1,1 miljoen inwoners, tot verboden gebied voor industrie en auto's te maken en om in een straal van drie kilometer rond de Taj' bussen te verbieden. Inwoners vrezen ver lies van hun baan als de fabrieken vertrek ken. Maar Mehta zegt: „Als niet-vervuilende bedrijven en toeristische faciliteiten bevor derd worden, kunnen mensen genoeg ver dienen met de twee miljoen toeristen die Agra elk jaar aandoen." .w De Taj Mahal, een van India's grote toeristische trekpleis ters. foto archief Tankers geven zich zelf milieubewuste wasbeurt De Technische Universiteit in Delft heeft een systeem ontwikkeld waarmee chemica- liëntankers zich op volle zee zelf kunnen wassen zonder het milieu daarbij te belas ten. Na de wasbeurt kan men het vrijwel schone waswater overboord zetten. De ka pitein kan de kleine resterende hoeveelheid vervuilde vaste stof in een volgende haven inleveren bij een verbrandingsinstallatie. Het systeem, Seatrcat genoemd, werd ontworpen door de onlangs afgestudeerde maritiem ingenieur J. de Waart van de fa culteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek. De nieuwe installatie is mobiel en kan eenvoudig aan boord worden mee genomen. Volgens een woordvoerder van de technische universiteit is Greenpeace zeer ingenomen met de nieuwe vinding. Met de schoonmaakinstallatie vangt men twee vliegen in één klap. Het milieu wordt gespaard en de rederijen sparen geld uit doordat hun schepen minder lang in een haven hoeven te liggen. Voor het schoon maken van een tanker en het afgeven van het waswater moet een schip tot nog tot langer in een haven liggen dan voor het la den en lossen nodig is. Dit is een groot pro bleem voor reders en verladers, omdat de verblijftijd in een haven duur is. Na reiniging van de tanker op zee blijft volgens de ontwerper schoon water over en 3 procent aan ingedikt chemisch afval. Dit zogenoemde slop kan op het vaartuig wor den opgeslagen en een of twee keer per jaar in een haven worden afgegeven. Op het ogenblik wordt het waswater van veel tankers nog gereinigd in havenont vangstinstallaties. Er zijn slechts weinig ha vens die over zo'n installatie beschikken. „Omdat die erg duur zijn, is het niet aan nemelijk dat er nog veel bij komen in lan den in bij voorbeeld Afrika of het Middel- landse-Zeegebied. Met Seatreat is een schip onafhankelijk van de uitrusting van een haven", aldus De Waart. De meest lan den beschikken wel over een vuilverwer kingsbedrijf dat het ingedikte slop afneemt. Om te kunnen garanderen dat de sche pen het nieuwe systeem goed gebruiken, is controle erg belangrijk, zo meent de ont werper. Daarom voegde hij een tellersys teem aan zijn installatie toe. „Aan de hand hiervan kan altijd worden gecontroleerd of het waswater inderdaad is bewerkt en niet zo maar overboord is gezet." 'Hervestiging door bouw Narmada-dam India 'n ramp' new delhi ips In de westelijke Indiase deelstaat Gujarat wonen mensen die moesten verhuizen vanwege de bouw van de beruchte Narma da-dam in schamele hutjes die .drijven in modder en water'. Zieke kinderen blijven verstoken van zorg. In de hervestigingsge- bieden zijn geen medische faciliteiten. Duizenden dorpelingen die plaats moes ten maken voor de eerste van ongeveer 3.000 dammen die in de Narmada ge bouwd gaan worden leven in onmenselijke omstandigheden, constateerde een onder zoeksteam, dat onlangs drie hervest igings- gebieden bezocht. De groep, bestaande uit een jurist, een advocaat bij het Hooggerechtshof en een journalist, schreef een vernietigend rapport over het hervestigingsbeleid. „Nergens kre gen de verdrevenen grond die voor land bouw geschikt was, wettelijke documenten die het recht op bepaalde stukken land vastleggen, en goede infrastructuur zoals drinkwater, veevoer en huizen", aldus het rapport. Volgens de onderzoekers maken de auto riteiten een „irrationeel en niet te recht vaardigen" onderscheid tussen „ondergelopen" en „tijdelijk ondergelo pen" gebieden om op die manier dorpelin gen wier land in de laatste categorie valt het recht op hervestiging te ontzeggen. Ook constateerde het team dat 550 ge zinnen die door het water uit hun dorp Vadgam in Gujarat verdreven zijn, over 27 locaties verspreid zijn. Dit is in tegenspraak met de voorwaarden voor hervestiging, die aangeven dat verplaatste gemeenschappen bij elkaar moeten blijven. De onderzoekers roepen de Indiase over heid op het werk aan de dam te vertragen als het hervestigingsprogramma er bij blijft achterlopen. „Dat is een fundamentele voorwaarde voor het menselijker maken van de dammenbouw", zo luidt de conclu sie. Ook willen zij dat er geen dorpeling meer wordt verplaatst totdat het hervesti gingsbeleid kritisch onder de loep geno men is. In totaal zullen 245 dorpen in de deelsta ten Gujarat, Maharashtra en Madhya Pra desh getroffen worden door de bouw van de dammen in de Narmada, die in 1998 voltooid moet zijn. Meer dan 200.000 dor pelingen, in meerderheid behorend tot in heemse volken, zullen elders gehuisvest worden. Het project staat al jaren bloot aan hevi ge kritiek vanwege de gevolgen ervan voor mens en milieu. De Wereldbank weigerde vorig jaar het restant van een uitstaande le ning te betalen, omdat het project niet vol deed aan zijn milieunormen. Op dit mo ment ligt een petitie van tegenstanders van de dammenbouw, waarin de vermeende voordelen van het project betwist worden, bij het Indiase Hooggerechtshof.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 23