Brinkman was niet opgewassen tegen Haagse beklemming Feiten &Meningen Er is meer nodig voor herstel CDA Wie oh wie? 'Nuchter land vraagt om nuchtere bestuurders' Zetelverlies stremt opmars CD A-oogappel Gevallen leiders komen meestal weer op hun pootjes terecht WOENSDAG 17 AUGUSTUS 1994 EUWSANALYSE Eenzaam, maar niet helemaal alleen. Zo kan de positie worden omschreven van de gisteren afgetreden leider van het CDA, Elco Brinkman. Eenzaam, omdat hij na het falen als lijsttrekker bij de verkiezingen weinig krediet meer had bij zijn achterban. Niet helemaal alleen, omdat zijn fractie vol gens eigen zeggen unaniem achter hem bleef staan. Het was de kordate amateur-politica Ti neke Lodders, sinds het aftreden van Van Velzen waarnemend voorzitter, die een ein de aan die geïsoleerde positie maakte. Ter wijl het partijkader snakte naar het vertrek van Brinkman, maar dat nauwelijks durfde te uiten, liet de voorzitster herhaaldelijk we ten dat Brinkman zijn leven moest beteren. Toen dat geen effect bleek te hebben en de fractieleider horende doof bleef, greep zij" in. In een geheim beraad liet ze Brinkman maandagavond weten dat het beter was om op te stappen. Deze keer begreep de fractie leider de boodschap wel en vertrok. Ondanks de opluchting ook bij Brink man zelf, zo leek het zijn de problemen in het CDA hiermee nog niet opgelost. Lod ders liet optimistisch weten dat een nieuw leiderschap het be- voor is meer nodig dan een nieuwe fractievoorzitter, wie het dan ook mag worden. Het blijft immers een vreemde zaak dat het partijkader niets liever wilde dan een andere po litiek leider, terwijl de (meerderheid van de) Tweede Ka merfractie als één man achter de ge plaagde Brinkman bleef staan. Blijkbaar is er in het CDA een behoorlijke kloof tussen de amateurs en de professionals. Eerder lieten de kamerleden ook al weten weinig onder de indruk te zijn van het rapport van de commissie-Garde niers, die het functioneren van de fractie hekelde. Een kwestie van beeldvorming, zo liet de fractie weten. Het zal Lodders veel energie kosten om aan deze schizofrenie een einde te maken. De fractie is ook in een ander opzicht een lastig probleem als het om de vernieuwing van de partij gaat. „Aan de koers van de fractie zal niets veranderen met het vertrek van Elco Brinkman", zo liet zijn tijdelijk op volger, Frans Wolters, weten. Zal de gemoe delijke Limburger dat nu echt geloven? Het is bekend dat Brinkman door zijn losse ma nier van besturen de fractieleden alle ruim te gaf. Met alle problemen van dien. Maar zijn opstelling zorgde wel dat de conserva tief Mateman en de vooruitstrevende Esse- link (om er maar een paar te noemen) sa men in één fractie konden blijven functio neren. Toen ging het bovendien om een rege ringsfractie. Nu het CDA in een oppositierol is gedwongen, zal er naar een nieuwe koers moeten worden gezocht. Het wegvallen van Brinkman en die volstrekt nieuwe situatie zullen de tegenstellingen die er weldegelijk in de fractie zijn in alle hevigheid naar bo ven doen komen. Zowel de liberaal-conser vatieve vleugel, met de nadruk op harde in grepen in de sociale zekerheid, als de chris- telijk-sociale vleugel zal onder de nieuwe man of vrouw proberen de toon te zetten. Dat gaat ongetwijfeld botsingen geven en veel onenigheid. Tot slot is met het vertrek van Brinkman nog een heikel probleem ontstaan. In de tijd dat lijsttrekkers automatisch premier werden, was er over de kwestie van het po litiek leiderschap geen discussie nodig. Op elke partijraad sinds de oprichting van het CDA is het laatste agendapunt steevast: 'toespraak minister-president'. Hij was de leider. Aan die situatie is nu een eind geko men. Het CDA is een gewone partij gewor den, waarbij de fractieleider niet automa tisch de dienst in heel de partij uitmaakt. Nee, hij moet dat verdienen. Het aftreden van Brinkman als partijlei der heeft kortom de weg wel vrijgemaakt voor een herstel van de partij. Maar voor een echte vernieuwing moet er veel meer gebeuren. De huidige fractie moet bereid zijn echt naar de achterban te luisteren en daar gevolgen uit te trekken. De partij moet op een beschaafde en open manier een in houdelijk debat gaan organiseren. En de nieuwe 'leiders' moeten het partijbelang en niet hun persoonlijke ambities voor te laten gqan. Anders dreigt na Brinkmans roemloze aftocht een nog diepere val van het CDA. DEN HAAG WILFRED SCHOLTEN „Jezelf blijven, daar komt het op aan", zei Elco Brinkman vorig jaar nog in een inter view. En hij gaf er zelfbij aan hoe moeilijk dat was: „Het beklemmende van Den Haag is dat er zo aan je wordt geschaafd. Hoe meer er aan me geprutst wordt, hoe geremder ik word. Als ik me ergens op mijn gemak voel ben ik heel open." Inmid dels is duidelijk geworden dat Brinkman de Haagse beklemming niet te boven is ge komen. Elco Brinkman tijdens de persconferentie in Den Haag, waar hij zijn aftreden als CDA-fractieleider toelichtte. Zo zeggen degenen die ook buiten het licht van de cameralampen wel eens met hem spreken vrijwel zonder uit zondering dat hij 'een aardige open man' is, 'geïnteresseerd en met hu mor'. De Nederlandse bevolking kent hem van radio en televisie echter vooral als een wat kille, emotieloze man, die lange zinloze volzinnen braakt. Er is blijkbaar zoveel aan Brinkman geprutst, dat hij niet in zijn rol als partijleider is gegroeid, maar er integendeel steeds meer door is ge remd. Brinkman heeft ooit een bliksemsnel le carrière gemaakt als bestuurder, maar het charisma van de politiek lei der lijkt hij te ontberen. Net als het neusje van de raspoliticus die weet wat er leeft onder de kiezer en intuï tief de juiste keuzes maakt. Zelf zei Brinkman gistermiddag toen hij zijn aftreden bekend maakte: „Mijn waar neming is dat het politiek leiderschap niet alleen een kwestie is van bestu ren, maarDe bijzin die volgde tel de minstens tweehonderd woorden en zoals wel vaker bij Brinkman was moeilijk grijpbaar. Nu zou een normaal mens al veel eer der zijn bezweken onder de druk die op Brinkman is uitgeoefend. Dat hij het nog zo lang heeft volgehouden zonder een krimp te geven, zal te ma ken hebben met zijn karakter. „Opge ven zit niet in mijn aard. Dat heb ik ook van huis uit meegekregen en de streek waar ik ben opgegroeid", heeft hij eens gezegd. Ook gistermiddag maakte Elco Brink man duidelijk dat hijzelf nog niet ge broken is, maar dat het CDA-belang hem tot zijn besluit heeft bewogen. „Aan mijn incasseringsvermogen is nog geen eind gekomen. Mijn per soonlijke gevoelens zet ik opzij. Dit besluit heb ik genomen in het belang van onze beweging." Achteraf bezien zijn de moeilijkheden voor Brinkman begonnen in 1992 toen Lubbers hem definitief als zijn opvolger. Brinkman was niet blij met de last die daardoor vroegtij dig op zijn schouders werd gelegd. Later heeft ook Lubbers erkend dat hij daarmee een fout heeft gemaakt. Terwijl premier Lubbers nog de onge kroonde koning in het CDA was, moest Brinkman zich profileren. Hij ontpopte zich als een conservatieve liberaal (in zijn studentenjaren is hij nog een blauwe maandag lid geweest van de WD-jongeren), met vooral oog voor de noden van de hardwer kende middengroepen. Het kabinet, zo liet Brinkman ver schillende keren weten, moest meer bezuinigen, forser ingrijpen in de WAO, meer daadkracht tonen. Maar het bleef bij woorden. Zo gauw Lub bers zijn stem verhief, bond Brink man weer in. Het beeld ontstond van een blaffende hond, die niet beet. Het beruchte WAO-weekeinde van januari 1993, waarin Brinkman na een week onderhandelen met de WD, boog voor het zogenoemde 'bami-akkoord' van Bergschenhoek, is er het bekend ste voorbeeld van. Omringd door verkeerde adviseurs, begon Brinkman vervolgens opzichtig aan een image-buildingtoer. Hij ver scheen in talkshows en gaf interviews aan damesbladen waarin niet de poli ticus maar de mens-Brinkman cen traal stond, samen met zijn gelukkige gezin. December vorig jaar werd het de CDA-prominenten Bert de Vries en Enneüs Heerma te veel. Zij distanti eerden zich publiekelijk van deze op de persoon gerichte wijze van cam Aan de Tweede-Kamerfractie CDA Beste fractiegenoten, Nu de kabinetsformatie ten einde loopt en een kabinet van PvdA, WD en D66 in zicht komt, breekt voor onze fractie en het gehele CDA een nieuwe periode aan. In die periode zal hopelijk ook een verdere aanzet kunnen wor den gegeven tot herstel, versteviging en vernieuwing van onze banden met het electoraat. Om met elkaar als politieke partij in verschillende geledingen en opzichten een nieuwe start te kunnen maken, die vrij is van discussie over de uitvoering van eerder gezamenlijk geformuleerde afspraken en opvattin gen, heb ik besloten met ingang van heden mijn fractievoorzitterschap neer te leggen. Vurig hoop ik dat we met elkaar in het CDA erin zullen slagen ons werk te doen in vertrouwen van onze achterban en in het belang van ons land. De steun van en samenwerking in onze fractie heb ik in de afgelopen jaren op zeer hoge prijs gesteld. Ook overigens heb ik mij graag in dienst gesteld van onze partij en ik blijf daarvoor ook in de toekomst beschikbaar. Als lid van de Tweede Kamer hoop ik onder nieuwe fractieleiding een bijdrage te kunnen en mogen leveren aan onze gezamenlijke opdracht. pagnevoeren. Sindsdien is het alleen maar verder bergafwaarts gegaan met het CDA en met Brinkman. Terwijl de partij in de opiniepeilingen doorkelderde, bleven Brinkman en vele andere hard-liners in de partij denken dat ze het 'met de harde maar eerlijke bezuinigings- boodschap' wel zouden redden. Pas na de boodschap dat ook de AOW de komende vier jaar dient te worden bevroren, en de stroom van kritiek die daarna losbarste, bond Brinkman in. Maar toen was het te laat. De ge meenteraadsverkiezingenverliepen dramatisch slecht, en in de aanloop naar de Tweede-Kamerverkiezingen groeide de onmin over de nieuwbak ken partijleider tot ongekende hoogte. Ook Lubbers deed een duit in het zak je, door Wim Kok 'een prima premier' te noemen, en zijn eigen stem op de nummer drie, Hirsch Ballin uit te brengen. Brinkman toerde quasi-opgewekt van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat het land door, wanhopig proberend kiezers aan zich te binden. En omdat een ongeluk vrijwel nooit alleen komt, kreeg hij ook nog de affaire rond zijn omstreden commissariaat bij 'oom Arie' over zich heen. Met de dag werd hij krampachtiger en defensiever in zijn optreden. Na de rampzalig verlopen Kamerver kiezingen (een verlies van twintig ze tels) is het niet meer goed gekomen. Aan zijn lijdensweg is nu een eind ge maakt. „Vooralsnog neem ik zitting in de Tweede Kamer", zei hij na zijn af treden. De partij heeft straks vast nog wel een mooie baan voor hem, wie weet als burgemeester van Den Haag. Dan is hij weer terug in het ambacht wat hij wel goed kan, en waarin hij groot is geworden: bestuurder. DEN HAAG HARM HARKEMA Wie gaat Elco Brinkman opvolgen? Een CDA-commissie met de prominente fractieleden Deetman, Wolters en Beinema wil daarover binnen enkele dagen een besluit nemen. Nu Deetman zélf niet in de race blijkt te zijn voor het leider schap staat Enneüs Heerma hoog op de sollicitatielijst. Hij is zelfs al bij de sollicitatiecommissie op de thee geweest. Ook Jaap de Hoop Scheffer zal een dezer dagen wel een kopje kof fie nuttigen in het gezelschap van zijn drie collega's. Maar in het CDA wordt ook niet uitgesloten dat er uiteindelijk een verrassing uit de bus rolt. De aardige, attente Ernst Hirsch Ballin of de vlekkeloze maar saaie Yvonne van Rooy. Enneüs Heerma. FOTO De 49-jarige Enneüs Heerma wordt ge zien als de 'geeste lijk' opvolger van Bert de Vries. Het sobere sociale ge zicht van het CDA. Net als De Vries was Heerma niet gechar meerd van de glamourtrekjes van fractieleider Brink- De succesvolle de missionaire staatsse cretaris van volks huisvesting ziet zichzelf als een nuchter bestuurder, een manager. De vraag is daarom of Heerma een man is die een partij in op positie kan aanvoe ren. Hij heeft de naam degelijk te zijn, voorspelbaar, wars van avontuur. In één woord saai. Hij heeft nog nooit in de Tweede Kamer gezeten. Hij was fractievoorzitter van de ARP, later CDA in Amster dam. Hij had het geschopt tot wethouder toen hij acht jaar geleden door Lubbers naar Den Haag werd gehaald. Hij is geen vechter: een interview zei hij meer vuurwerk in de politiek niet nodig te vin den. „Een nuchter land vraagt om nuchtere bestuurders." Bevlogenheid past een politicus niet in een maatschappij waarin d( mens niet meer geneigd is tot alle goeds, heeft Heerma eens ge zegd.'Een politicus moet zijn vak benaderen met een flinke portie boerenverstand, dat een balans weet te vinden tussen hoofd en hart. Boerenverstand heeft Enneüs in Tietjerkstradeel wel meege kregen van zijn vader. Net als liefde voor jenever, hobo en boeken van Theun de Vries. De 46-jarige Jaap de Hoop Scheffer was ooit een van de be tere leerlingen in het attaché-klasje van Buitenlandse Zaken. Hij werd diplomaat en droeg vanaf 1980 het aktentasje van minister Hans van den Broek. Een kloon van Van den Broek, zo viel later in de Kamer wel eens te beluisteren. Het was in ieder ge val Van den Broek die hem adviseerde zijn D66-lidmaat- schap in te ruilen voor het CDA om carrière te maken. Acht jaar geleden maakte hij on- danks een 'onver kiesbare' 54ste plaats zijn entree in de Tweede Ka mer. De Haagse af deling voor wie hij op de kieslijst stond, kende hem amper. De Hoop Scheffer is dé woordvoerder buitenland van het CDA. Hij haalde ooit de kranten met een felle uithaal naar minister Pronk, die zich had gemengd in de mensenrechtendiscussie in Indonesië. Jaap de Hoop Scheffers naam werd enkele jaren geleden genoemd als mogelijke minister van buitenlandse zaken, maar ook als opvol ger van Brinkman. De opmars van de CDA-oogappel werd echter overschaduwd door het gestage zetelverlies van het CDA en de problemen rond Elco Brinkman. Want Jaap de Hoop Scheffer heeft als grote nadeel dat hij veel weg heeft van de nu afgetreden fractieleider: gladjes, rechts, zakelijk en pragmatisch. Naar verluidt kan hij behoorlijk zingen en doet hij ook nog wel eens aan cabaret. Of hij echter de politieke souplesse en de autoriteit be schikt om een fractie in oppositie te kunnen leiden, is onduidelijk. Een ding is zeker: hij is van onbesproken gedrag. Dig Istha, destijds woordvoerder van de minister van buitenlandse zaken, heeft eens over hem gezegd: „Hij lult niet over anderen, hij drinkt niet en heeft ook geen andere vrouwen dan zijn eigen, wat al met al toch heel bijzonder mag heten in het Haagse." Jaap de Hoop Scheffer. Dat de afgetreden fractievoorzitter Elco Brinkman noodgedwongen directeur wordt van het omstreden bedrijf Arscop BV van zijn onbetrouwbare oom Arie, is zeer onwaarschijnlijk. De paarse coalitie zal ervóór zor gen dat de gevallen kroonprins van Lubbers een mooie baan krijgt. Elco wordt al genoemd als de toekomstige burgemeester van Den Haag. De regering in Nederland is doorgaans zeer aardig voor collega's die onverwacht het Binnenhof moeten verla ten en met lege handen op straat staan. Een beetje ei gen belang in deze meelevende houding speelt hierbij zeker een rol: vroeg of laat moeten de zittende be windslieden zelf ook het veld ruimen en op een andere manier de kost zien te verdienen. Burgefneester of commissaris van de koningin, zijn de meest voorkomende functies voor falende politieke lei ders. Want ook al moeten sommigen Den Haag verla ten wegens politiek wanbeleid, ze hebben wel bestuur lijke ervaring die buiten de residentie goed kan worden gebruikt, zo redeneert de regering. Neem bij voorbeeld voormalig staatssecretaris Brokx van volkshuisvesting. Uit de bouw-enquête in 1987 bleek dat het een puin hoop was op zijn departement. Brokx werd geloosd, maar kreeg later toch een baan als burgemeester van Tilburg. Niet iedereen komt goed terecht. Het meest trieste ge val is Wim Aantjes, de CDA-fractievoorzitter die in 1978 de laan werd uitgestuurd omdat hij tot die tijd zijn rol in de Tweede Wereldoorlog had verzwegen. Niemand stond te springen om Aantjes, die werd verdacht van collaboratie, een nieuwe carrière te bieden. Premier Van Agt beloofde van alles, maar deed niets. Jaren later mocht hij voorzitter worden van de Kampeerraad. Een nepbaan, die hem werd toebedeeld onder het mom van: 'We moeten toch iets doen'. Oud-premier Piet de Jong (KVP, 1967-1971) was ook niet gelukkig. Hij ambieerde een lidmaatschap bij de Raad van State maar het toenmalige kabinet Biesheuvel (ARP) had bezwaren. Het grootste verzet was afkomstig van De Jongs partijgenoot Van Agt, die toen minister van justitie was. Nooit heeft hij een ander baantje ge had. Wel werd met medewerking van het Koninklijk Huis bedisseld dat De Jong een woning kreeg op land goed 't Loo, waar prinses Margriet woont. Van Agt zelf overigens kwam wèl aardig terecht na zijn aftreden, hij is nu EG-ambassadeur in Washington. De invloed van WD, PvdA en D66 op een eventuele be noeming van Brinkman hoeft voor de aftredende kroonprins geen belemmering te zijn. Neem de rolver wisseling van Hans Wiegel (WD). Hij verliet beginja ren tachtig de Haagse politiek, klopte aan bij de toen malige minister van binnenlandse zaken Ed Van Thijn (PvdA) en enkele dagen later was hij commissaris van de koningin in Friesland. Voor een nieuwe baan van een gevallen politicus is de instemming én inspanning van de eigen partij min stens zo belangrijk. Dat bleek bij Jan Terlouw (D66), die in 1982 het veld moest ruimen. De voormalige minister van economische zaken was enigszins gebrouilleerd met zijn partij en D66 deed dus niets voor Terlouw. Hij werd op eigen intitiatief secretaris van de interna tionale organisatie voor transportministers in Parijs. Een vage, onbelangrijke functie voor een gewezen be windsman. Gek genoeg werd Terlouw ruim tien jaar la ter, tijdens het kabinet Lubbers III, benoemd tot com missaris van de koningin in Gelderland. Kennelijk wilde D66 iets goed maken. Dat de toekomst van Brinkman onder meer afhankelijk is van de welwillendheid van de paarse partijen, is wel even wennen. Tot nu toe zat het CDA altijd in de rege ring en kon ze vrij makkelijk aantrekkelijke baantjes re gelen voor gevallen partijgenoten. Op hangende poot jes mo^t Elco nu naar de paarse ministers om te vragen of er voor hem nog iets in het vat zit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2