'Cuba wordt buitenwijk van Miami'
O
êk
Onderling beraad over namen van ministers niet zonder gevaar I
Feiten &Meningen
Scepsis en
twijfel over
kabinet-Kok
I
k
MAANDAG 15 AUGUSTUS 1994
MAA
Drang om weg te komen groeit met de dag
Ms
Nog even de 'poppetjes' invullen en dan
kan het 'paarse' kabinet-Kok aan de slag.
Dat er een regeringscoalitie tot stand is ge
bracht van sociaal-democraten en liberalen
(plus uiteraard D66) is een min of meer his
torische prestatie. Het kabinet-Kok wordt
immers het eerste sinds 1918 waaraan geen
christen-democraten deelnemen. Sinds het
kabinet-Cort van der Linden (1913-1918),
dat Nederland door de Eerste Wereldoorlog
loodste, is dat niet meer vertoond.
Een historisch feit dus, maar het is maar
de vraag wat daarvan het belang is. Forma
teur Kok liet afgelopen vrijdag op een pers
conferentie weten dat een akkoord als het
paarse ook heel wel denkbaar was geweest'
met het CDA. En vooral Kok en Bolkestein
werden de laatste tijd niet moe te onder
strepen dat paars uit praktische overwegin
gen in beeld is gekomen, en niet vanwege
anti-CDA-sentimenten.
De meest praktische overweging is uiter
aard, dat het CDA op 3 mei van de kiezers
een pak slaag van nog nooit vertoonde om
vang kreeg. Dat, plus de verwarring waar
aan de christen-démocraten ten prooi zijn
gevallen, maakt regeren met het CDA op dit
ogenblik een uiterst hachelijke aangelegen
heid.
Zo bezien, is paars uit nood geboren. Van
die nood kan echter best een deugd worden
gemaakt. Door het CDA bijvoorbeeld, dat in
de oppositiebankjes de gelegenheid krijgt in
eigen huis weer orde op zaken te stellen.
Maar ook in wijder verband kan paars
voor de vaderlandse politiek vruchtbaar
blijken. Dat het kabinet-Kok er komt, is het
resultaat van het langzaam naar elkaar toe
groeien van de belangrijkste politieke stro
mingen in Nederland. In zekere zin is het
kabinet-Kok de voor iedereen zichtbare
streep onder het tijdperk van de polarisatie,
vooral die tussen WD en PvdA. Als paars
het er goed van afbrengt, zijn er in het ver
volg ruimere mogelijkheden om rege
ringscoalities te vormen dan de afgelopen
tientallen jaren het geval is geweest. Niet
onbelangrijk in een land waar regeren zon
der coalities ondenkbaar is.
Anderzijds: echt dikke politieke vrienden
zijn de nieuwe bondgenoten WD en PvdA
natuurlijk nog niet. Het regeerakkoord ver
toont daar de sporen van. Er staat wel van
alles in, maar de onderhandelaars hebben
ook opvallend veel belangrijke zaken voor
zich uit geschoven onder het motto: komt
tijd, komt raad. Het doorhakken van echte
knopen over toch niet geringe zaken als het
hoger onderwijs, het ziektekostenstelsel en
de sociale zekerheid is op het bordje van
het nieuwe kabinet gedeponeerd.
Zo zal halverwege 1996 nog eens nadruk
kelijk worden gekeken naar de stand van
zaken in de sociale zekerheid. Misschien
overleeft de nieuwbakken coalitie dat de
nieuwe premier heeft immers als FNV-
voorzitter al laten zien dat hij het als be
kwaam compromissenbouwer lange tijd
kan uithouden. Maar het is ook best moge
lijk dat met name PvdA en WD over twee
jaar weer hun oude vertrouwde stellingen
betrekken, en in dat geval zal paars hoogst
waarschijnlijk uiteen spatten. Vervolgens
zal zo'n combinatie niet snel opnieuw wor
den beproefd.
Al met al is er dus wel een doorbraak be
reikt voor het eerst sinds 76 jaar een ka
binet zonder christen-democraten maar
blijft het uiterst onzeker of die doorbraak in
de praktijk ook vruchten zal afwerpen. En
om die vruchten is het toch allemaal be
gonnen. Belangrijke beslissingen zijn naar
de komende jaren doorgeschoven en zoals
het er nu voorstaat, zullen op het gebied
van werkloosheid en staatsschuld geen in
drukwekkende resultaten worden geboekt.
Scepsis en twijfel blijven voorlopig dus
overheersen.
ronald frisart
De aankondiging door Fidel Castro dat voort
aan belasting moet worden betaald, maakte de
stemming er in Cuba niet beter op. ,,Waar moe
ten we die belasting van betalen?", vragen de
Cubanen zich af. „En aan wie moeten we dat
geld afdragen? Toch niet aan dat gajes aan de
top?" Het idee dat de leiding corrupter is dan
wie ook, is in 1994 wijd verbreid.
het 1
Volg
Volgens een van de .bekendste
Cubaanse dissidenten is president
Fidel Castro een typische 'caudil-
lo'. FOTO AP FERNANDO LLANOS
„Het gaat hier binnenkort exploderen",
zegt de 18-jarige Raül, als hij me een beetje
apart genomen heeft in het
Oud-Havana. Hij vertelt dat een opstand
tegen de autoriteiten niet lang
zich zal laten wachten. Honderden
sen zullen er aan meedoen, verzekert hij.
Of hij en zijn vrienden ook wapens heb
ben? „Nog niet, maar we zijn wel bezig die
te krijgen." Op de vraag hoe, blijft hij het
antwoord schuldig.
Dat was zomer 1993. Drie weken later bra
ken in de oude stad rellen uit. Pas onlangs
was er opnieuw iets van die voorspelde ex
plosie te merken, toen het tot botsingen
kwam tussen betogers en politie. Mogelijk
is het geduld van de Cubanen nu echt op.
De wanhoop en de uitzichdoosheid zijn
voor een steeds groter aantal Cubanen
nauwelijks meer te dragen. Hoop op ver
andering hebben de meesten al lang opge
geven. Aan alles is gebrek: voedsel, medi
cijnen, zeep en elektriciteit. Het regime
heeft verreweg het grootste deel van de be
volking niets meer te bieden.
In 1993 was er nog hoop onder de bevol
king dat de communistische leiders econo
mische hervormingen zouden doorvoeren.
Ook bij diplomaten bestond die indruk.
„Maar ik zie nu alleen maar stagnatie. Alles
hangt af van de hoogste leiding en die doet
niets", aldus een ervaren Europese diplo
maat in Havana.
Sommige hoofdstedelingen hoopten vorig
jaar nog op de herinvoering van de vrije
boerenmarkten. In het begin van de j;
tachtig werd hiermee kort geëxperimen
teerd: boeren mochten voor eigen rekening
in de stad hun waren verkopen. Duurder
weliswaar, maar de spullen waren vers en
bovendien was er volop keus.
Maar van een nieuw experiment kwam
niets. De boeren moesten voor de staat
blijven produceren, omdat ze zich anders
toch maar zouden verrijken ten koste
de bevolking, zei Fidel Castro. Met dat ar
gument maakte hij een einde aan het vrije-
marktexperiment halverwege de jaren
tachtig. De werkelijke reden was dat de
markten aantoonden dat het socialistische
produktie- en distributiesysteem niet
werkt.
Het gevoel van stagnatie hangt deze zomer
als een verstikkende walm over de stad. In
middels is de jacht geopend op iedereen
die zich op illegale wijze heeft verrijkt met
dollars. Bijna iedereen kan slachtoffer wor
den van dit decreet. Want alleen via de
zwarte markt is het voor de Cubanen mo
gelijk zich in leven houden. Een baan le
vert gemiddeld 300 pesos per maand op.
Volgens de huidige koers op de zwarte
markt is dat, omgerekend in Nederlands
geld. minder dan zes gulden.
De prijzen voor de eerste levensbehoeften
zijn momenteel even hoog, zo niet hoger
dan in Nederland. Bijverdienen op de
zwarte markt, bijvoorbeeld door een pak
bier in blik te kopen en die per blikje weer
n, of rum, of zeep of wat dan
Kinderen vermaken zich met een zogeheten 'chivichana', een zelfgemaakt karretje,
ook, is een van de handeltjes die de Cu
banen hebben verzonnen.
Maar volgens de wet zijn ze strafbaar en
kunnen geld en bezittingen verbeurd wor
den verklaard. Een kritische advocaat die
veel 'economische delinquenten' verde
digt: „De staat brengt de bevolking in een
positie waarin ze de wet wel moeten over
treden om in leven te blijven. Als dan be
zittingen verbeurd worden verklaard, is de
maat voor de meesten vol. De bevolking
noemt dit diefstal door de staat."
Nu wanhoop en het gevoel van uitzicht
loosheid overheersen, wil een steeds grote
re groep Cubanen weg. Het liefst naar de
overkant, naar Miami. „Weg van de uit
zichtloosheid, weg van de ziekmakende
verklikkers in je flat die vaak meer gedre
ven door jaloezie dan ideologische zuiver
heid op onnozele gronden je politieke be
trouwbaarheid aan de kaak stellen", aldus
de 52-jarige Claudio, een teleurgestelde in-
Havana die naar zijn zeggen
zijn beste krachten aan de Revolutie gaf,
maai" die nu emigratie nog als enige uitweg
„De krant, als je Granma tenminste een
krant kunt noemen, lees ik niet meer. Ra
dio en TV zijn niet om aan te horen en te
zien. Je gaat er geestelijk aan kapot als je
die onzin elke dag moet aanhoren. Zelfs
het weerbericht- geloof ik niet meer. Noem
het maar een ziekte, maar dan wel een die
door de overheid wordt veroorzaakt."
Tot nu toe kwamen dit jaar ongeveer 4.500
Cubanen over zee in Miami aan. Daarmee
is het totaal van vorig jaar al met bijna dui
zend vluchtelingen overtroffen. Naar
schatting komt echter slechts een kwart in
Florida aan, de rest verdrinkt of wordt op
gegeten door de haaien. „Verkapte zelf
moord", zegt een advocaat, die vele balse
ms die door de Cubaanse kustwacht wer
den ingerekend, voor het gerecht verdedig
de.
Een van de bekendste 'gevangenen' van Fi-
FOTO CPD RIEKS HOLTKAMP
del Castro is de 51-jarige Cubaanse schrij
ver Norberto Fuentes. Die probeerde vorig
jaar met een boot naar Miami te ontko
men, maar werd samen met medevluch
ters door de Cubaanse kustwacht een paar
mijl buitengaats opgepakt. Hij werd twintig
dagen vastgehouden en verhoord in Villa
Marista, het hoofdkwartier van de veilig
heidsdienst.
Fuentes heeft voor zijn eigengereidheid
duur moeten betalen. De leiding verdenkt
hem ervan dat hij staatsgeheimen kent.
Fuentes was namelijk zeer bevriend met de
in 1989 gefusilleerde Antonio de la Gu-
ardia, die verantwoordelijk was voor een
speciale afdeling van de Cubaanse contra
spionagedienst, met als bijzondere op
dracht het binnenbrengen van harde valu
ta. Hoe, was minder belangrijk en zo werd
onder zijn verantwoordelijkheid ook cocaï
ne gesmokkeld.
Toen de Amerikanen hiervan lucht begon
nen te krijgen, wezen ze de gebroeders als
de schuldigen aan. Maar in een propagan-
da-operatie zonder weerga stelde Castro
De la Guardia en generaal Arnaldo Ochoa i Oi
verantwoordelijk voor de drugoperaties dit
zogenaamd buiten zijn medeweten wer- A
den uitgevoerd. De la Guardia en Ochoa
werden gefusilleerd, nadat ze tijdens een
'geruchtmakend proces alle schuld op zich;
hadden genomen. fl 1
Sinds de dood van De la Guardia en
Ochoa, met wie Fuentes nauw bevriend
wordt de schrijver dag en nacht ge- zuidl
schaduwd door de veiligheidsdienst. Fuen
tes steekt zijn mening over het regime nietGroe
onder stoelen of banken: „Fidel Castro i:
een typische caudillo, een van de velen die<
Cuba heeft gekend", zegt hij. „RespectIZuid
voor de de wet is er nooit geweest. Dit kaar
soort maatschappijen zijn feodaal. Aan de litie
top van de pyramide zit de Grote Landheeirukk
die het land als zijn persoonlijk eigendom in t(
bestuurt. Die zegt: deze eet vandaag bo- liep<
nen, die daar krijgt een kippepoot, die eet ager
vandaag niet en deze krijgt een klap op zijiwaa
kop." 'Drie
Fuentes: „Dit land ligt volledig op z
De onvrijheid wordt steeds groter, de een- gew
tralisering omvangrijker. Die zogenaamde brac
economische liberalisering is een lachertje H
Die bestaat eenvoudig niet. Het staatsmo- in ei
nopolie grijpt steeds meer om zich heen. Er h
Het is een tirannie", meent de schrijver die dige
in het begin van zijn carrière ook al eens
vijfjaar in de ban werd gedaan. In het boel
waarmee hij debuteerde (in 1968 onder
scheiden met de Casa de las Americas-
prijs) maar dat nooit werd gepubliceerd,
besmeurde hij het onbevlekte blazoen va:
het Cubaanse leger, zo vonden de autori-
„In Villa Marista vroegen ze mij wat ik wil
de. 'Niets', antwoordde ik. 'Ik wil weg'.
'Maar zeg dan dat je hier een nieuw leven den
wilt beginnen', zeiden ze. Maar ik zei dat ill
weg wilde en dat ik de eerste de beste kans Het
zou grijpen om te vluchten. Een paar jaar zich
geleden dacht ik wel eens dat Cuba kans het
liep om de 51 ste staat van de Verenigde kab
Staten te worden, maar nu kijk ik daar heel te
anders tegenaan. Cuba wordt gewoon een j nar
buitenwijk van Miami."
feit
havana rieks holtkamp
Alsof een paarse coalitie alleen niet avon
tuurlijk genoeg is, wordt deze kabinetsfor
matie zowaar afgesloten met een experi
ment: de drie onderhandelaars zullen hun
lijstje met de ministerskandidaten voor hun
partij niet zonder meer bij formateur Kok
inleveren, maar het gezelschap gaat zich
gezamenlijk over de personele invulling van
e kabinet buigen. Als dat maar
De gewoonte dat de toekomstige regerings
partijen eikaars kandidaten voor kennisge
ving aannemen is immers gegroeid om te
voorkomen dat er in de eindfase van de for
matie nog een kink in de kabel komt. KVP-
leider Romme sprak in 1952 een veto uit
over twee PvdA-kandidaten: Suurhoff (te
veel vakbeweging) en Hofstra (te rood). Dat
is nog net goed afgelopen met een compro
mis waarin Suurhoff alsnog minister werd
en Hofstra pas in een later kabinet minister
van financiën mocht worden. In 1973 had
Den Uyl aan Marcel van Dam een staatsse
cretariaat beloofd, maar diverse ministers
van andere partijen wilden hem niet op
hun departement hebben. Als een hete
aardappel werd hij van de één naar de an
der doorgeschoven totdat Gruyters van D66
de hand over zijn hart streek.
Maar het ging pas echt mis in 1977 toen de
PvdA een veto uitsprak over de latere EG-
commissaris Andriessen als CDA-minister
van economische zaken omdat deze te con
servatief zou zijn. Toen de PvdA bovendien
bezwaren bleek te hebben tegen de toen
malige CHU-voorman Kruisinga als kandi
daat-minister, brak CDA-leider Van Agt de
onderhandelingen af en vormde in plaats
van het tweede kabinet-Den Uyl samen
met Wiegel het eerste kabinet-Van Agt.
Sindsdien houden de onderhandelaars hun
bezwaren tegen kandidaten van een andere
partij wijselijk voor zich.
Dat doen zij ook om de verantwoordelijk
heid te ontlopen voor een eventuele mis
koop van een andere partij. In 1982 kwam
de WD bijvoorbeeld in verlegenheid toen
haar staatssecretaris op Defensie, Schwie-
tert, al na vier dagen moest opstappen om
dat hij onjuiste informatie had verstrekt
over zijn WD-lidmaatschap, over zijn uni
versitaire titel, en over zijn diensttijd. Als
coalitiepartner kon het CDA daarover de
handen in onschuld wassen, net als over
het ongelukkige gehannes van de PvdA vo
rig jaar met de tussentijdse benoeming van
In 't Veld als staatssecretaris op onderwijs.
ZEEBONK
Ook zonder bemoeienis van andere partijen
is het bovendien al moeilijk genoeg om de_
juiste poppetjes bij de portefeuilles te vin
den. In 1959 mocht de KVP de staatssecre-
leveren, maar katholieke
RUDYANDEWEG
hoogleraar politieke
wetenschappen aan
de Rijksuniversiteit
Leiden
zeebonken bleken dun gezaaid. Pas na lang
zoeken vond men een partijloze, maar RK-
commandant van een onderzeebootjager.
Hij werd voor de Schotse kust per helikop
ter van zijn schip gehaald en nietsvermoe
dend aan formateur De Quay voorgeleid.
Zo begon de politieke loopbaan van één
van de beste premiers die ons land heeft
gekend: Piet de Jong.
Bij de vorming van het kabinet-Biesheuvel
in 1971 was de portefeuille van economi
sche zaken aan de WD toebedeeld, maar
fractievoorzitter Geertsema kon niemand
vinden. Ten einde raad vervoegde hij zich
weer bij formateur Biesheuvel om econo
mische zaken voor een andere portefeuille
te ruilen. Daar voelde Biesheuvel niet voor,
maar hij had wel een oplossing. Hij kende
een Rotterdamse hoogleraar economie,
Langman, die weliswaar ARP had gestemd,
maar best voor een liberaal door kon gaan.
Langman, die zelf overigens een iets andere
lezing van het verhaal geeft, werd zo lid van
de WD en tegelijkertijd minister.
Het minst is bekend over kandidaten die
gevraagd worden, maar weigeren. Het mi
nisterschap is een zware baan met werkwe
ken van zeventig tot tachtig uur en met een
salaris dat lager ligt dan voor vergelijkbare
banen in het bedrijfsleven of bij de overheid
zelf: een minister verdient ruim 15.000,-
bruto per maand. Bewindslieden lopen het
risico om al na korte tijd onverwacht weer
op straat te staan, maar er is een goede
wachtgeldregeling en, zoals Drees sr. eens
tegen een aarzelendè ministerskandidaat
zei, „Er is nog nooit een oud-minister met
veters langs de deuren gegaan". Niettemin
zijn de ongewisheid, de werkdruk en de be
loning regelmatig oorzaak van weigeringen.
Een enkele keer zijn er ook weigeringen
met een politieke achtergrond. In 1963 wei
gerde de demissionaire KVP-minister van
sociale zaken Veldkamp bijvoorbeeld toe te
treden tot het kabinet-Marijnen. Hij had
liever een kabinet met de PvdA gezien en
vond zichzelf misschien ook wel geschikter
als minister-president. Marijnen had Veld
kamp echter nodig, al was het maar om de
linkervleugel in de KVP tevreden te stellen.
Zonder hun dienstauto, want dat zou te
veel opvallen, begaven de twee kemphanen
zich naar Kijkduin voor een geheime ont
moeting. Urenlang liepen zij in de stromen
de regen over het strand heen en weer,
waarbij Veldkamp telkens nieuwe eisen
stelde. Marijnen kon niet anders dan ak
koord gaan en Veldkamp trad alsnog toe tot
het kabinet.
ERVARING
De bemensing van het kabinet leverfin elke
formatie wel een paar verrassingen op. Dat
komt niet alleen doordat mensen weigeren,
maar ook omdat niet alleen kamerleden
minister kunnen worden, zoals in Engeland
het geval is. In onze hele parlementaire ge
schiedenis was minder dan de helft van de
ministers afkomstig uit het parlement. Heel
wat bewindslieden hadden zelfs geen enke
le politieke ervaring. Ministers worden in
ons land vooral uitgezocht om hun experti
se op het beleidsterrein dat zij moeten be
heren: een jurist op justitie, een onderne
mer op economische zaken, enz. Zo kwa
men bijvoorbeeld Van Agt en Lubbers in de
politiek terecht. Het is wel zo dat politieke
en vooral parlementaire ervaring vanaf de
jaren zestig steeds belangrijker worden. In
het laatste kabinet-Lubbers waren de poli
tieke buitenstaanders zelfs uitzondering ge
worden (Hirsch Ballin, Ritzen en An
driessen, hoewel deze laatste al ministerser
varing had opgedaan in de jaren zestig).
Deze politisering van de ministersploeg
heeft als voordeel dat de bewindslieden we
ten hoe zij met het parlement om moeten
gaan, maar er is ook een gevaar. Als er veel
politieke zwaargewichten in het kabinet zitj
ten, komt dat de teamgeest meestal niet te
goede. In 1967 was Biesheuvel de beoogde
premier, maar hij zag er vanaf toen onvol-
doende 'kanjers' beschikbaar bleken voor
zijn kabinet. In 1971 kreeg hij een herkan
sing, en zijn kabinet wemelde volgens een
minister uit die tijd van de 'pausen, keizers
en koningen, die allemaal zélf premier had
den kunnen zijn, of in ieder geval die ambi
tie hadden' (Schmelzer, Geeertsema, Nelisr
sen, Udink, Drees jr, enz.). Dat heeft er ze
ker toe bijgedragen dat het kabinet het am
per een jaar heeft volgehouden.
Het land mag, in de woorden van Van Agt,
natuurlijk niet worden opgezadeld met een
'regering van luiaards, ijdeltuiten en non-
valeurs', maar Kok doet er goed aan de
paarse uitstraling niet te zoeken in de be
noeming van louter politieke zwaargewich
ten.