'Iedereen zou van het goede leven moeten kunnen genieten De mysterieuze dubbele Tschin-moord Feiten &Meningen Oekraïne wacht hete herfst DONDERDAG 11 AUGUSTUS 1994 NIEUWSANALYSE Leonid Koetsjma heeft woord gehouden. Als aantredend presidentskandidaat riep hij al dat Oekraïne een krachtig president no dig had. Onder strakke leiding moest de economie uit het slop worden getrokken, verkondigde hij. Vergelijkingen met de Chi leense dictator Pinochet sprak hij niet te gen. Maandag ondernam Koetsjma. sinds vorige maand president, stappen om zich zelf zoveel mogelijk macht toe te kennen. Hij liet weten dat de regering rechtstreeks onder zijn controle valt en maakte tevens de hoofden van de 27 regionale raden aan zich ondergeschikt. Protesten werden nog niet gehoord. Maar dat komt, zeggen waar nemers in Ki.ev, omdat het parlement nog met vakantie is. Koetsjma vindt dat het parlement weinig meer doet dan heivormingen blokkeren. ..Daarom is een krachtig presidentschap nodig. We kunnen niet toestaan dat het land door het parlement wordt geregeerd", zo meent hij. Dat lijkt een replica van de ontwikkelingen in Rusland. Ook daar wordt een 'hete herfst' voorspeld als het parle ment van reces terug is. De Oekraïnse president heeft echter gro tere problemen dan de Russische regerings leider. In drie jaar onafhankelijkheid is slechts tien procent van de bedrijven gepri vatiseerd. Tegelijkertijd is de produktie met bijna de helft afgenomen, volgens Koetsjma omdat zijn voorganger Kravtsjoek zich drukker maakte om de Oekraïnse onafhan kelijkheid dan om economisch herstel. Grootste obstakel voor Koetsjma is de er fenis van zijn voorganger Kravtsjoek. Die benoemde vlak voor de verkiezingen, met instemming van het parlement, sleutelfigu ren als premier Masol. vice-premier Martsjoek en chef van de veiligheidsdienst. Malikov. Er is volgens politieke kringen in Kiev binnen het kabinet grote weerstand tegen Koetsjma. Dat zou ook de reden zijn dat hij zijn verkiezingsbeloften om hervormingsge zinde politici in het kabinet op te nemen nog niet is nagekomen. Koetsjma's decreet van maandag moet voorkomen dat dissi dente kabinetsleden straks gemene zaak maken met het parlement. De parlementaire krachtsverhoudingen zijn belangrijk omdat er een nieuwe Grond wet moet komen waarin de bevoegdheden van president, regering en parlement nauw keurig worden bepaald. Koetsjma heeft een tweederde meerderheid nodig voor zijn 'krachtig presidentschap Veel industriëlen en bedrijfsdirecteuren hebben vorige maand steun gegeven aan presidentskandidaat Koetsjma. Van de meerderheid van 219 'onafhankelijke' ver tegenwoordigers komt een groot deel uit deze 'nomer.klatoera'. Maar velen van hen zullen uit welbegrepen eigenbelang Koetsj ma laten vallen, omdat deze alleen nog le ningen aan bedrijven wil verstrekken die aantoonbaar overlevingskansen hebben. En dat zijn er in Oekraïne maar weinig. Vandaar dat Koetsjma nu de regionale leiders aan zich probeert te binden. Zijn ad viseur Lelik zei dinsdag dat de macht van de regioleiders en hun invloed op het lands- beleid duchtig zal worden vergroot. Dat zij direct onder de president vallen, betekent ook een directe communicatie met het staatshoofd. IMF-president Camdessus prees bij een bezoek aan Kiev vorige maand de economi sche plannen van Koetsjma. Maar hij had zijn hielen nog niet gelicht of het parlement besloot de gehele privatisering hoeksteen van Koetsjma's beleid stop te zetten. Koetsjma was woedend en vaardigde het presidentiële decreet uit. Nu zal moeten blijken of Koetsjma over voldoende autori teit en macht beschikt om zich met recht de Oekraïnse Pinochet te kunnen noemen. MOSKOU HANS GELEUNSE CORRESPONDENT Wim Klinkenberg, een communistische bon vivant Van huis uit was hij best een goede gehakt bal gewend, maar wel altijd in de margarine gebraden. En toen hij dan ook voor het eerst, in 1947, in België kwam, dacht Wim Klinkenberg: ik ben in het verkeerde land geboren. „Mijn ouders waren watje noemt echte Hollanders. Geen opsmuk, niks over bodigs. Geen druppel alcohol. Nou, in Bel gië was dat al heel anders. En toen ik in 1948 in Parijs kwam, was ik verloren. Geluk kig maar, zou ik zeggen." „Goh nou. Frankrijk, waar alle arbeiders ge woon rode wijn bij het eten dronken. Zo vanzelfsprekend als dat was. Voor de jonge communist Klinkenberg was men daar al weer een stukje dichter bij de ideale samen leving gekomen. De vraag of een communistische levens houding wel samen kan gaan met genieten van het goede leven, wordt door Klinken berg volmondig met 'ja' beantwoord. „Iederéén zou van het goede leven moeten kunnen genieten. En vandaar ook dat ik kies voor het socialisme. Want slechts na hevige klassenstrijd zal ieders boterham met roomboter worden besmeerd. Zoveel is hem op zijn 70ste wel duidelijk. Wim Klinkenberg, de journalist en vak bondsman, is ervan doordrenkt. Hij kan ei genlijk niet genieten, zonder er steeds bij te denken dat dit voor iedereen moet zijn weggelegd. Het maakt hem een tikje bele rend, maar ook sympathiek: rechtlijnig maar oersolidair. Hij kan niet aan zichzelf denken, 't lukt hem niet en het past hem Dat levert dit soort uitspraken op, pratend over de 23 jaar dat hij freelance hoofdre dacteur was van de Amsterdamse Uitkrant: „Heerlijk was dat, met die kunstenaars pra ten over hun werk, over hun leven, hun op vattingen. Ik kwam overal en zat midden in die mooie wereld. En zo kon ik met die gra tis krant de mensen stimuleren er ook heen te gaan." Hij deed 't niet voor zichzelf, maar voor 'de mensen'. Zijn geharnaste gehamer op solidariteit, ni velleren, en zijn consequente keus voor de minderbedeelde, ging vaak gepaard met keiharde publieke aanvallen op het esta blishment. Klinkenberg heeft nooit een blad voor de mond genomen. Hij heeft 'het grootkapitaal' aangevallen waar het kon, en zelfs het koninklijk huis prins Bernhard moest het ontgelden. Nu is hij nog communistischer dan hij ooit was. „Veertig jaar lang ben ik gesterkt in de gedachte dat we naar een socialere, een col- lectivistische samenleving moeten. Ik ben me nu nog veel bewuster van de maat schappelijke problemen dan vroeger." Maar intussen moet hij rondkomen van een AOW-tje, voelt hij zich onderdeel van een socialistische wereldbeweging die er plots niet meer is, en heeft hij het gevoel dat Ne derland steeds verder afdrijft van het ideaal van een rechtvaardige samenleving. Klinkenberg heeft zijn leven lang keihard gewerkt, is genadeloos behandeld door de Communistische Partij van Nederland waarvoor hij zich totaal had ingezet, en werd door zijn uitgesproken levenshouding bij voortduring rechtstreeks in zijn porte monnee getroffen. clusief rechtse panelleden als collega Pierre Huyskens. Ook hier zou zijn uitgesproken heid hem uiteindelijk fataal worden. De TROS bleek niet bestand tegen zijn vlijm scherpe tong en verwijderde Klinkenberg uit het programma. Alles wat hij deed of zei, zou tegen hem worden gebruikt. Zelfs in eigen kring de CPN werd hij uitgekotst en volgens goed partijgebruik mikpunt van een hetze. Eind jaren '60, na zijn pijnlijke royement uit de CPN, kwam Klinkenberg op een foto terecht met de Westduitse ambassadeur en andere bezoekers van een bijeenkomst van Duitse en Nederlandse journalisten. Het partijblad De Waarheid, waarvoor Klinkenberg tien jaar had gewerkt, sneed in de foto en schreef: Wim Klinkenberg, grote vriend van de Duitse ambassadeur. Boodschap aan de lezer: Klinkenberg, de verrader. En dat ter wijl hij eerder, toen hetzelfde gezelschap van Nederlandse en Duitse journalisten in de Bondsrepubliek verbleef, de Duitsers nog zo subtiel aan hun oorlogsverleden had herinnerd. Klinkenberg vertelt de anekdote met smaak: „Met Duitse collega's was de Nederlandse delegatie tijdens een excursie terecht geko men bij de DAB, de DortmunderAktien Brauerei. Uiteraard schonk de directie ons veel bier en intussen zat een Duitse oor logsinvalide achter een soort klavigord te spelen. Tulpen uit Amsterdam. Op zeker moment moest ik de speech van de brouwerijdirectie beantwoorden. Nou, ik bedank voor de ruime ontvangst, prijs de kwaliteit van het Duitse bier. En kom nog even terug op Tulpen uit Amsterdam. Ik zeg: die Tulpen kómen helemaal niet uit Amsterdam, die komen uit Sassenheim. Maar ja, u begrijpt, dat ligt hier wat moei lijk. Want Sassenheim, dat is SA, SS én Heim. Nou die jonge Duitse collega's von den het prachtig, maar die directie, oh jon gens!" Klinkenberg heeft z'n best gedaan zich niet geliefd te maken. Bij de journalistenvak bond vond men hem vaak te ongenuan ceerd, te steil. Zo'n oud gestaald kader bij zo'n gematigd vakbondje, dat kon toch niet. „Mijn communistische privé-opvattingen en mijn werk voor de bond hebben toch niks met elkaar te maken", zegt hij dan ver ontschuldigend. En het ligt toch niet aan hém dat hij voor eeuwig door het leven zal m moeten als 'de laatste stalinist van Neder land'? „Het klopt ook niet. Laat het dan in ieder geval de laatste marxistisch-leninist zijn." Hoe het ook zij, Wim Klinkenberg is en pu blic rrieer de provocateur, in kleinere kring meer de charmeur. En nu hij binnenkort zijn bestuursfunctie in de vakbond opgeeft, zal zijn bestaan hoe dan ook weer wat meer teruggetrokken zijn. Heeft hij ruim de tijd om in twee kloeke delen zijn memoires te schrijven waarin zijn hele turbulente leven nog eens wordt doorgenomen. DEN HAAG MAURICE WILBRINK Wim Klinkenberg kan zich binnenkort volledig aan zijn memoires wijden. Na de zomer stapt de 70-jarige uit het bestuur van de NVJ, de journalistenbond. Twee kloeke delen kan de lezer ver wachten over een strijdbaar leven van een man die extremen omarmde en opriep. Liefhebber van gewone mensen 'zonder kak' en van aristocraten. Eeuwig opkomend voor de werknemer, maar zelf zonder pensioen. Bestrijder van mondiaal kapitalistisch onrecht, en meester in de onderhan deling achter de komma. Provocateur en charmeur. Verketterd en geprezen. Een interview. Een glas Belgisch witbier doet levensgenieter Klinkenberg terugdenken aan zijn eerste buitenlandse reis. foto gpd ceeszörn U bent eigenlijk nogal gestraft voor uw maatschappelijke opstelling. „Ja, zo zou je dat kunnen zeggen. Maar ik onderga deze straf met blijmoedigheid. Ik protesteer er wel tegen, maar ik lijd er niet onder. Ik ben conflicten nooit uit de weg gegaan. Je staat voor je standpunt en daar van aanvaard je de consequenties." „Het is waar dateer bewuste pogingen zijn gedaan om mij in mijn bestaan als freelan ce journalist te treffen, omdat ik communist ben. Onlangs nog. Elke zaterdagmorgen hou ik een radiopraatje op Radio West. Een paar maanden geleden werd hoofdredac teur Kroes benaderd door de PvdA'er Dan- kert. Of Kroes wel wist wie die Klinkenberg eigenlijk was? Ja natuurlijk, had Kroes ge zegd, daarom heb ik hem ook in de uitzen ding. Zelfs de persattaché van de Ameri kaanse ambassade is bij Kroes op bezoek geweest. Het was die man opgevallen dat Klinkenbergs standpunten over de VS zo af weken van wat in Nederland gebruikelijk is! Kijk, dat zijn twee gevallen die me ter ore zijn gekomen. Maar het is ook vaak gebeurd zonder dat ik het wist en dat heeft me mo gelijkheden ontnomen om een inkomen te verdienen." Toch laten werkgevers die met u als vak bondsman moesten onderhandelen over journalisten-CAO's zich heel lovend uit over uw opstelling. Er vallen kwalificaties als: handig, geduldig, hardnekkig en loyale uit voerder. Is het niet pijnlijk om te worden ge prezen door de kapitalisten tegen wie u de cennia lang hebt gestreden Gegrinnik. „Nee, nou ja, ik weet wat er tij dens die onderhandelingen is gebeurd. Een CAO is een tijdopname en de directie wil er graag uitkomen zonder gedonder met het personeel. Ik hield van die onderhandelin gen. Ik was er altijd heel erg voor om in het onderhandelingsspel een klein stapje terug te doen, maar daar iets aan te verbinden wat je dan wel meteen binnen haalde." Klinkenberg mag tussen de verschillende gerechten door graag verzuchten hoezeer hij van mensen houdt. Van gewone men sen, 'mensen zonder kak'. En mensen op de werkvloer. Als hij door de Albert Heyn loopt, komt hij ogen tekort. „Als je ziet hoe meisjes, vrouwen en een enkele man zo'n grote zaak runnen. Fantastisch vind ik dat." Maar de communist ontdekte ook al vroeg dat hij erg goed kan opschieten met aristo craten. „Ik hou van aristocraten. Die heb ben niveau. En gevoel voor verhoudingen." Een aristocraat bij wie hij zich op zijn ge mak voelde, was de polemoloog prof. Rö- ling. „Grote klasse, interessante man. We waren het fundamenteel oneens, maar er was altijd een boeiende uitwisseling van ge dachten." Verbale gevechten leverde Klinkenberg ook in het Journalistenforum, opgezet door de NOS en later voortgezet bij de TROS, waar in een vast panel van journalisten voor de radio actuele kwesties doornam. De com munist deed met al zijn welsprekendheid wat van hem werd gevraagd: het behou dend deel der natie op de kast krijgen, in- WIM STEVENHAGEN Al is het 21 jaar later, rechercheur Baas weet nog pre cies hoe het rook in het huis waar de dubbele moord werd gepleegd. Elke keer als hij op de Laan van Meer- dervoort langs nummer 63 rijdt, draait de film zich weer voor zijn ogen af. En als hij een oudere Chinees tegenkomt, kan hij niet nalaten te vragen of die soms nog iets weet van de nooit opgeloste en inmiddels ver jaarde Tschin-zaak. Op 18 april 1973 wordt Den Haag opgeschrikt door de moord op de 60-jarige Chinees Yo Pio Tschin en zijn vijfjaar oudere Nederlandse vrouw, Carolina Emilia FranciscaTschin-De Roos. De ontzetting binnen de Chinese gemeenschap in ons land is groot. „Daar is men er altijd vanuit gegaan dat de daders Chinezen zijn. Moord en doodslag tussen Chinezen onderling kWam wel vaker voor. Maar dat ze nu ook een Nederlandse vrouw om het leven brachten, vonden ze zeer kwalijk. Chinezen beschouwen zich nog steeds als gast in Nederland. Ze vinden dat ze het gast land niet tot last mogen zijn. Dat dat toen wel is ge beurd, was zeer ingrijpend", zegt Baas. Die bewuste dag rond tien uur 's avonds krijgt de Haag se politie een telefoontje van een ongeruste buurman van het echtpaar. Hij had overdag een paar keer ge stommel en geschreeuw op nummer 63 gehoord. De gordijnen waren de hele dag dicht gebleven, de tele foon was constant in gesprek en er werd niet openge daan als er werd aangebeld. De politie gaat een kijkje nemen. Agenten slaan een ruit kapot. Op de begane grond van het statige pand ligt wat rommel. Op de eerste etage vinden ze Tschin. Hij is doodgestoken. Op de tweede verdieping ligt zijn vrouw. Ook zij is met messteken om het leven gebracht. De he le woning is overhoop gehaald. Er is veel meegenomen volgens de kinderen van het echtpaar: veel sieraden van mevrouw Tschin en 80.000 gulden aan contanten. Tschin had een half jaar daarvoor zijn gerenommeerde restaurant Kota Radja in het centrum van de stad ver kocht. De moordbrigade werkt met veertien mensen de hele nacht en een deel van de volgende dag aan één stuk door. Zoveel mogelijk informatie verzamelen in zo kort mogelijke tijd. Op de deurmat vindt de politie een briefje: „Ben om 10 uur langs geweest en heb u niet Aan het einde van misdaadseries op televisie of in een boek wordt in ieder geval ten minste één vraag beantwoord: Wie heeft het gedaan? Maar in de werkelijkheid blijft die vraag vaak onbe antwoord. Vandaag deel 3 van een serie over onopgeloste moorden. aangetroffen. KwokYan." Kwok Yan blijkt een kennis van het slachtoffer te zijn. Hij reed Tschin wel eens naar Rotterdam, waar hij re gelmatig in een van de vele Chinese gokhuizen zijn ge luk beproefde. Maar Kwok Yan kan de politie niet ver der helpen. Het buurtonderzoek levert vrijwel niets op. De gemeen tereiniging zuigt alle stoepputten in de buurt van het huis leeg, maar een mes wordt niet gevonden. De bu ren hebben twee dagen voor de moord vier 'licht getin te' mannen gezien, die belangstellend naar het huis van de Chinees hadden staan kijken. Meer kunnen ze ook niet vertellen. De twee zoons en de dochter uit het eerste huwelijk van Tschin kunnen de politie weinig vertellen over hun vader. Ze zagen hem niet zo veel, hij was altijd druk met zaken. De kinderen brengen de rechercheurs wel in contact met de Chinese gokwereld en de opiumkit ten. Het rechercheteam spreekt in korte tijd ruim hon derd Chinezen in het hele land. De Chinese gokholen op Katendrecht worden stuk voor stuk bezocht. Baas en zijn mensen horen daar dat Tschin nog niet zo lang ge leden aan de speeltafel geld moest lenen van een land genoot. Vreemd, want dat druist in tegen de Chinese gewoonten. Zijn medespelers twijfelen aan zijn krediet waardigheid. Óm te bewijzen dat hij niet onbemiddeld is, laat Tschin zijn vrouw een krant brengen met daarin enkele briefjes van duizend. „Dat moeten zijn medespelers hebben gezien. Dat was niet slim van hem. Het zou een motief künnen zijn", zegt Baas voorzichtig. „Alle mensen die daar toen wa ren, hebben we voor zover we weten gesproken. Maar het leidde tot niets." Het onderzoek dreigt te stokken. De taalbarrière en het gebrek aan kennis over de Chinese gemeenschap wer ken belemmerend. Het team roept de hulp in van Chi nezen-kenners in de Londense wijk Soho, waar veel Chinezen wonen. Ook Scotland Yard en de politie van Hongkong verlenen assistentie. Zij hebben lijsten met namen van Chinese criminelen die naar Nederland zijn verhuisd. Tientallen worden aan de tand gevoeld. Zon der resultaat. Na enige tijd houdt de politie drie Chinese restaurant houders aan omdat ze zakelijke conflicten met Tschin hadden. Maar al snel worden ze vrijgelaten. Later, na de zoveelste tip, neemt de politie drie jonge Chinezen op de korrel. Maar harde bewijzen ontbreken en bo vendien zijn de drie nergens te vinden. De zaak krijgt een curieus vervolg. Een van de zoons hoort van journalisten dat er volgens helderziende Ge rard Croiset vijf verdachten zijn, onder wie de impresa rio Jacques Senf. Die moest maar eens aan de tand worden gevoeld. De zoon van Tschin, die vindt dat de politie niet opschiet, ontvoert Senf en brengt hem naar het huis aan de Laan van Meerdervoort. Na een 'hard handige ondervraging' laat hij Senf gaan. Hij heeft niets met.de zaak te maken. De moordbrigade werkt tot december actief aan de zaak. Daarna nog tot 1977 los-vast. Het dossier-Tschin gaat dicht. Volgens Baas moet de dader of daders in Chinese kringen worden gezocht. „Tschin had alleen maar Chinese contacten. Hij sprak vrijwel geen Neder lands. Voor een vreemde deed hij nooit open. Ik heb sterk de indruk dat hij door een bekende is vermoord." Frustraties heeft hij aan de onopgeloste dubbele moord niet overgehouden. Wel veel informatie over de Chine se gemeenschap. Inmiddels spreekt en schrijft hij een beetje Kanton-Chinees, kent de cultuur, de gewoonten en de Chinese misdaadsyndicaten. Weet hoe hij Chine zen moet benaderen. Hij en een collega zijn de China- specialisten bij de Haagse politie. „Als ik toen de kennis had die ik nu heb, hadden we de zaak opgelost. Daar van ben ik overtuigd." DEN HAAG GODFRIED HELWIG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2