Kunst te kijk in Duits oorlogsschip
^TERKRANT
'Een zeehaven?
Daar worden we
niet beter van'
DINSDAG 9 AUGUSTUS 1994
9
Heel lang hebben de Katwijkers
gehoopt op een eigen zeehaven.
Aanvankelijk voor hun vissers
vloot en later - zoals in toeristi
sche nota's viel te lezen - voor
zeegaande jachten. Maar in de
jaren negentig is de storm gaan
liggen. Het hoeft allemaal niet
meer zo nodig. Zeker niet voor
Kees Remmelzwaal. De haven
meester van de jachthaven aan
de Haringkade heeft er een sim
pele reden voor waarom hij
geen doorgang naar zee wil.
„De Katwijkers die hier nu een
bootje hebben liggen, zouden er
echt niet beter van worden.
Zo'n zeehaven trekt voorname
lijk rijke mensen met grote
schepen, de mannen met goud
en geld, en ik ben bang dat de
Katwijkers met hun bootjes
naar de sloten zouden worden
verdreven."
Die gedachte is onverteerbaar
voor de Katwijker in hart en nie
ren. De jachthaven is voor Kat
wijkers en moet voor Katwijkers
blijven, vindt hij, en nu al is er
niet voldoende plek voor zijn
plaatsgenoten. „Pas nog heb ik
gevraagd of ik er een paar stei
gers bij kon krijgen, want er
staan nog zestig man op de
wachüijst voor een vaste plek",
meldt hij. „De jachthaven is ook
erg populair. Vanwege de lig
ging - nergens in Nederland
vind je er één zo dicht bij het
strand - en vanwege het feit dat
je hier altijd beschut ligt. Je
merkt hier niets van de noord
westenwinden. Bovendien is
een plekje hier erg goedkoop."
Remmelzwaal is niet in dienst
van de stichting Jachthaven
Katwijk. De vroegere bloemen-
rijder op Duitsland is er na een
ongeluk en een hernia te werk
gesteld door het werkvoorzie
ningschap 't Heem en is eigen
lijk opzichter in de buiten
dienst. Hij vervult daarmee de
zelfde functie als zijn voorgan
ger Zwaan, voor wie hij nog al
tijd groot respect heeft. „Voor
zijn dood heb ik anderhalf jaar
met hem meegelopen. Die man
heeft de zaak hier opgebouwd
en wist werkelijk alles. Toen er
al rond de 350 plekken waren,
wist hij nog uit zijn hoofd wan
neer mensen weg waren gegaan
en terug zouden komen. Zo wist
hij ook precies wanneer hij wel
ke plek aan passanten kon ver
huren."
Remmelzwaal zelf zegt er door
heen te zijn geholpen door zijn
personeelsleden, in de ander
half jaar dat hij in functie is. „Zij
doen het werk, ik ben er meer
voor de sociale contacten", stelt
hij vast. Iets te bescheiden,
want het is wel een full-time
job. In de winter houdt hij zich
bezig met reparaties, in de zo
mer moet hij zeven dagen per
week stand-by zijn. „Voor aller
lei zaken. Want natuurlijk ge
beurt er wel eens iets", beaamt
hij. „Je moet wel eens wat sus
sen, omdat er meiif en staan te
blazen. Maar over het algemeen
lukt dat best. Het komt ook
nooit voor dat we mensen moe
ten wegsturen. Ook niet als we
vol zitten. De berghaven fun
geert als wachtkamer en daar
kunnen nog dertig boten liggen.
Er hoeft dus nooit iemand on
verrichter zake om te keren."
Tenzij hij met zijn bootje naar
zee wil, natuurlijk. „Vroeger was
ik er een sterke voorstander van
dat Katwijk een eigen zeehaven
zou krijgen", bekent Remmel
zwaal. „Ooit was het er ook bij
na doorheen. Maar het is er
nooit van gekomen. Vroeger
was men bang voor verzilting
van het agrarische achterland.
Nu er bijna geen visserijbedrij
ven meer zijn komt de zeeha
ven niet meeriter sprake. Geluk
kig maar. De Katwijker zou er
niet beter van worden.
PAUL DE TOMBE.
Havenmeester Kees Remmelzwaal: „Zij doen het werk, ik ben er meer v
Rijndam drijvend kasteel op Oude Rijn bij Valkenburg
De Rijndam: vijfenveertig meter lang,
Riet Rosier in het atelier aan boord van de 'Rijndam'.
Altijd al een opvallende jongen
geweest, die Noël Rosier. Tegen
wil en dank, eigenlijk. Zijn ge
boorte trok al hevig de aandacht
in het katholieke zuiden. Pre
cies om twaalf uur in de kerst
nacht kwam hij 52 jaar geleden
ter wereld. In een mergelgroeve,
waar zich de uitbouw bevond
van het ziekenhuis te Valken
burg (L) waarin die nacht 'toe
vallig' geen plaats meer was.
Naam van zijn moeder: Maria.
Naam van zijn vader: Jozef.
Naam van de zoon: Emmanuel,
roepnaam Noël. Kerstmis dus.
„En waar die os en die ezel zijn
gebleven weten we nog altijd
niet", grapt hij dik een halve
eeuw later op de boot die in
Valkenburg (Z-H) en omgeving
het meeste bekijks trekt.
Net zoals in zijn jeugd - 'in
kloosters was ik door de om
standigheden rond mijn ge
boorte razend populair en werd
ik triomfantelijk door de zuster-
verblijven gedragen' - houdt hij
zich ook op de 'Rijndam' het
liefst op de achtergrond. Hij wil
wel het verhaal vertellen, maar
gaat met tegenzin op de foto en
gunt zijn vrouw alle eer. Het is
tenslotte haar werk dat straks
tentoon wordt gesteld in de eni
ge drijvende galerie in de omge
ving.
Op 24 september opent burge
meester Sinke van Valkenburg
studio Rosier. Daarin gaat Riet
Rosier haar beelden en schilde
rijen exposeren. Het zou niet
meer zijn dan een aankondi-
ging, ware het niet dat de loca
tie zo apart is. De galerie is ge
vestigd in een woonboot in de
Oude Rijn bij Valkenburg. En
dat is niet zomaar een woon
boot, nee, het is een drijvend
kasteel. Vijfenveertig meter
lang, zeven meter breed en der-
tieneneenhalve meter hoog is
het gevaarte met drie dekken
dat bij het voetveer van Valken
burg naar Rijnsburg uit het wa
ter opdoemt. Het oude Duitse
transportschip, gebouwd (door
Nederlandse dwangarbeiders)
in de oorlog, om 'gegen Eng
land zu fahren', heeft boven
dien een paar opmerkelijke de
tails.
Eefste bijzonderheid: het is ge
heel van beton. Vanwege de
staalcrisis die destijds heerste
en om te vdorkomen dat (staal-
zoekende) torpedo's er een gat
in zouden slaan in de Noordzee
die destijds vol lag met duikbo
ten. De schuit kwam overigens
idev
verd
van 1945 tot 1950 wel ingezet
als graanoverslag-schip in het
kader van de Marshall-hulp en
diende op die manier toch nog
de Duitse zaak.
Tweede bijzonderheid: de op
bouw werd er in 1950 opgezet
onder architectuur - 'en die
stond onder invloed van Riet
veld in die jaren', weet het echt
paar Rosier. „Vandaar dat alles
vierkant is en transparant en
dat de lichtinval maximaal is."
Dat is het geval op elk van de
drie dekken. Op het bovenste
dek zijn de slaapkamers van het
echtpaar en hun huurders, en
daar is ook de badkamer. Op
het middendek bevinden zich
de woonkamers, de woonkeu
kens en de serre. Maar op het
tussendek en het onderdek
wachten de grootste verrassin
gen. Daar zijn bar, galerie en
atelier die werkelijk schitterend
verbouwd zijn.
Door Noël Rosier, die zijn werk
er een jaartje geleden aan gege
ven heeft om 'klusjesman' te
worden op zijn eigen boot, die
hij overigens al sinds 1986 be
woont. Na zijn verhuizing uit
een visserijhuisje in Katwijk
maakte hij een tienjarenplan
voor het opknappen van de
Rijndam. Inmiddels kan hij zeg
gen dat hij het decennium vol
gaat maken.
Bedoeling van al het werk dat
hij erin steekt: de talenten van
zijn vrouw exploiteren'. Pas als
dat is gelukt, gaat hij zelf weer
aan de slag. Medio volgend jaar
wil hij een juridisch/fiscaal kan
toor openen. Op dezelfde boot,
natuurlijk, want er is plaats ge
noeg. „Er moet zelfs nog ergens
een tussenruimte zijn, waar ik
nog nooit ben geweest."
Voorlopig echter doet hij er alles
aan het werk van zijn vrouw te
promoten. Zelfs een liftje instal
leert hij in de boot, om ook
mensen die slecht ter been zijn
toegang te verschaffen tot ate
lier en studio, die in september
officieel worden geopend. Met
de verbouwing daarvan heeft hij
wonderen verricht. Maar dat is
gezien zijn afkomst eigenlijk
geen wonder.
Geluk moet
je soms een
handje helpen
Als je zout laat vallen, krijg je
ruzie. Mors je suiker, dan bete
kent dat vreugde of staat er een
half uur later geheid visite voor
de deur. En breek je een spiegel,
dan krijg je zeven jaren ongeluk.
Bijgeloof dus. Door mensen be
dacht geloof in komend onheil
of geluk. Het hoefijzertje boven
de deur. Nee, kijk uit! Hang het
niet met de open kant naar be
neden anders stroomt al uw for
tuin eruit weg!
Zijn ze in scheepvaartkringen
ook bijgelovig? Ja. Als je een
boot tweedehands koopt, moet
je niet met de oude naam blij
ven doorvaren, maar hem
meteen omdopen. En dat om
dopen mag niet door een man
gebeuren, want dat brengt on
geluk. Gek eigenlijk, als je be
denkt dat kinderen in de katho
lieke kerk juist altijd door man
nen worden gedoopt. Is er daar
om misschien zoveel ellende in
de wereld?
De boot dient te worden ge
doopt met champagne. Door
een vrouw. We kunnen ons die
beelden nog wel herinneren uit
de journaals van Polygoon Pro-
filti. Beatrix als tiener. Beatrix
die een fles Moët et Chandon
tegen de boeg gooit. En de fles
die maar niet wil breken. Die
telkens ongeschonden terug
komt. Volgens mevrouw Visch
uit Warmond van de gelijkna
mige jachtwerf hoeft zoiets he
lemaal niet te gebeuren. „Voor
ze een boot met zo'n fles
champgane gaan dopen, snij
den ze hem met een glassnijder
een aantal keren in. Als je hem
dan tegen de boeg gooit, is het
meteen... pats!"
Ja, je moet het geluk soms een
handje helpen.
Aqua-corso
tijdens Sail
Amsterdam
Staat er een miljoen men
sen te kijken bij het Rijns-
burgse corso, er is een bloe-
menstoet die nog veel meer
mensen trekt: het
Aqua-corso djdens Sail
Amsterdam. In 1995, tij
dens de volgende uitvoe
ring van het zeilspektakel,
varen weer antieke stoom
slepers door de haven van
de hoofdstad.
„Het wordt steeds leuker",
vertelt Rob van Dijk, die sa
men met Ad Maarsse de or
ganisatie van het evene
ment vormt. „In het begin
waren er maar een paar
schepen, tijdens Sail 90 wa
ren het er negen en nu wor
den het al vijftien. Mis
schien nog wel meer."
De historische stoomsche
pen, die vooral afkomstig
zijn uit Rotterdam, begelei
den de vele tall-ships
vanuit IJmuiden naar het
tentoonstellingsterrein. „En
we brengen we ze ook weer
terug. Verder varen we elke
dag tijdens Sail", aldus Van
Dijk.
Eén van de hoofdsponsors
is overigens het Bloemen
bureau Holland, dat in Lei
den en in Katwijk is geves
tigd. Hoewel het succes
steeds groter wordt hangt er
ook een klein wolkje boven
het Aquacorso. Steeds meer
schepen verlaten de Hol
landse wateren. „De sche
pen zijn zo fantastisch
mooi, sommige zijn meer
dan honderd jaar oud. Er is
veel belangstelling voor die
boten in het buitenland. En
er wordt er weieens één
verkocht."
HENNY VAN EGMOND
Rubberboot gestolen
Uit het watertje De Meije in
Nieuwkoop is gisteren een grij
ze rubberboot gestolen. Het
bootje, een Avon Rover 380
voorzien van een 4,5 pk Evin-
grude buitenboordmotor, had
een waarde van 7500 gulden.
Buitenboordmotor
en ankers gestolen
Een buitenboordmotor is gister
nacht gestolen uit een roeiboot,
die lag afgemeerd aan de Veen-
derdijk in Rijpwetering. Ook
hebben dieven twee kruisankers
gestolen. Ze behoorden bij twee
boten die lagen afgemeerd in
het Braassemermeer.
Bestemming: Noordwijkerhout
WATER
ROUTE
De boot van het Leidsch Dagblad vaart vandaag vanuit Oegstgeest
richting Noordwijk, naar de Bollenstreek. Morgen wordt koers ge
zet richting Noordwijkerhout. Wie tips heeft voor de bemanning
kan bellen naar het speciale telefoonnummer op de redactie van
het Leidsch Dagblad: 071-356401 of rechtstreeks met de schipper
aan boord: 06-52805787.
AGENDA
LOGBOEK
Maandag 8 augustus, Kager-
plassen.
In mijn verschrikkelijkste nacht
merrie raas ik met meer dan
honderd kilometer per uur over
de Kagerplassen, zonder dat ik
bij het roer kan komen. De witte
zeilen van tientallen ranke te
genliggers vervagen op mijn
netvlies tot meeuwepoepjes, die
als meteorieten voorbij schie- ->
ten. De venijnige korte golfjes
op het wateroppervlak worden
tot mokers. Met een misselijk
makend gedreun beuken ze op
de onderkant van het dolgewor
den vaartuig.
Liefdadige instellingen en tele
visieprogramma's die erop ge
richt zijn je dromen te doen uit
komen, zijn er al genoeg. De
Gebroeders Visch in Warmond
maken nachtmerries waar. En
zo kan het gebeuren dat je op
een maandagmiddag overstapt
van het hakkepufbootje van het
Leidsch Dagblad in een strak
gelijnde Shakespeare 550 Swift,
waarvan de opgefokte 200 pk
motor bij elke aanraking van de
gashendel reageert als een op
hol geslagen torpedo. Even 'ko
gelen', zo noemen ze bij Visch
deze uitstapjes op het speciale
traject voor snelle motorboten
op de Kagerplassen.
De normale snelheid op het wa-
ter ligt tussen de 12 en 15 kilo
meter per uur. De Shakespeare
gaat met het grootste gemak
acht keer zo hard. Hóe hard dat
is, valt nauwelijks te bevatten.
Stelt u zich voor dat u op het
land in een voertuig stapt dat
800 tot 900 kilometer rijdt (acht
keer de normale snelheid van
uw auto), op een wegdek dat
zich het best laat beschrijven als
een druk woonerf met om de
halve meter een verkeersdrem
pel van 40 centimeter hoog (het
wateroppervlak van de Kager
plassen op een winderige dag in
de bouwvakvakantie)
Dat voer-/vaartuig is dan ook
nog een cabriolet, en ik zit sa
men met een collega op de ach
terbank. Bij elke acceleratie van
'piloot' Visch zie ik zijn frisse,
jongensachtig gelaat verande
ren in de rimpelige kop van een
Sharpei-hond. Het ronde mon
tuur van zijn bril wordt twee
centimeter in zijn schedel ge
drukt. Mijn eigen angst dat de
zachte contactlenzen van m'n
pupillen worden weggeblazen,
blijkt ongegrond. Ze worden be
schermd door m'n neusvleu
gels, die op een bepaald mo
ment voor m'n ogen waaien.
Onzichtbare handen wassen en
•watergolven mijn zienderogen
slinkende haardos.
Elke keer als de romp van de
Shakespeare zich op comman
do van Visch bijna verticaal ver
heft en met een klap weer op
het water neerkomt, worden we
herinnerd aan een copieuze
lunch van enkele uren daarvoor.
Onze maag is gevuld met een
uitstekende Chablis, waarin de
verorberde zalm en zoute ha
ring weer tot leven lijken te ko-
Na afloop van deze duivelse
tocht over het water weten we
het zeker. Voor ons voorlopig
geen Visch meer.
DICK VAN DER PLAS
LEVENSWATER
De watervlo is helemaal geen vlo: het is een kreeftje. Het kleine
kruipende gedierte dat met een schepnet uit de sloot wordt gevist,
is een verzameling echte watervlooien en eenoogkreeftjes. Het frie
melend gespuis vreet afval. Met twee poten (of vangarmen) schep
pen de echte vlooien water naar zich toe, richting mondopening.
Eencellig organisme, met het blote oog niet te onderscheiden,
maar wel oorzaak van het troebel worden van water, is prooi. De
vlo drinkt het water met het voedsel op, haalt de organismen eruit
en spuugt het water vervolgens weer uit. Een systeem dat vergelijk
baar is met de balijnen van de walvis. Veel vlooien betekent dus
helder water. De watervlo is bruin en doorzichtig maar kleurt in
voedselrijk water rood. De meeste vlooien zijn vrouwtjes: omdat de
voortplanting meestal ongeslachtelijk gaat, zijn de mannen overbo-
dig.
Zowel de echte watervlooien als de roerpootkreeftjes leggen gewo
ne en wintereieren. De wintereieren, waarvoor wel bevruchting no
dig is, zijn bestand tegen barre omstandigheden zoals droogte en
zelfs bevriezing. Zomer of winter: wintereieren worden het hele jaar
door gelegd. Jeuken doen ze niet, die watervlooien. Zodra de om
standigheden voor de vlo weer prettig wordt, soms pas na maan
den, komt het winterei uit. Watervlooien vormen het basisvoer
voor vissen. Zonder vlo geen vis. De watervlo gedijt goed in voed
selrijk water.
MONICA WESSELING»
Regionale verwachting
voor woensdag 10 augustus
21 graden Noordoost 5-6