Inslagen op Jupiter dreunen na Sportieve tocht in bergen medisch niet ongevaarlijk Wetenschap 'Computervirus als levensvorm zien' MAANDAG 8 AUGUSTUS 1994 'Stel je voor dat de aarde dat lot beschoren zou zijn geweest' Fransen blijken ontdekkers van AIDS-virus De kruitdampen rond de strijdvraagttwie de ontdekker is van het virus dat AIDS veroor zaakt, lijken voorgoed opgetrokken. Win naars zijn de Fransen van het Parijse Pas teur Instituut onder leiding van Luc Mon- tagnier. In een officiële verklaring, opge steld de Amerikaanse National Institutes of Health, wordt toegegeven dat niet de Ame rikaan Robert Gallo, maar de Fransen de eersten zijn geweest die het virus hebben geïsoleerd. Voor de Fransen betekent deze verklaring niet alleen eerherstel, maar ook belangrijk meer geld uit de verkoop van AIDS-testen. De strijd die het onderzoeksklimaat tus sen beide landen meer dan tien jaar heeft verziekt, leek in 1987 in der minne geschikt, toen ze een overeenkomst sloten die door de toenmalige Amerikaanse president Reagan en de toenmalige Franse premier Chirac werd ondertekend. Deze regeling betrof met name financiële kwesties; de principiële vraag wie de ontdekker van het virus was, werd er niet door opgelost. Door een groot artikel van de Amerikaan se journalist John Crewdson in de Chicago Tribune in 1989 laaide de strijd tussen bei de kampen weer op. Volgens Crewdson wa ren het de Fransen die het virus hadden ontdekt. De Amerikanen hielden het nog al tijd op Gallo en medewerkers, maar toch kon men de verdenking niet wegnemen dat Gallo het aan hem opgestuurde Franse vi rus had gebruikt te goeder dan wel te kwader trouw voor de ontwikkeling van een test om in bloed antistoffen tegen het AIDS-virus aan te tonen. Schakel gevonden in evolutie van water naar land WASHINGTON Paleontologen in de Amerikaanse staat Pennsylvanië hebben fossiele sporen ge vonden van een amfibie-achtig wezen dat volgens de onderzoekers de schakel legt tussen de evolutie van in het water levende diersoorten naar leven op land. ,,Dit is een uiterst belangrijke ontdekking", aldus we tenschapper John Bolt, museum-medewer ker in Chicago. Het fossiel is rond de 365 miljoen jaren oud. Dat is 5 miljoen jaar ouder dan tot nu toe gevonden amfibie-soorten. De vondst wordt beschreven in het wetenschappelijk blad Science. Belangrijkste onderdeel van dit fossiel is de volledig gaaf gebleven af druk van een schouderbotje. De onderzoe kers kunnen daaraan aflezen dat het dier zowel in het water als op het land heeft ge leefd. ,,Het is zeker geen vis, het kon zichzelf opdrukken en is familie van landdieren als dinosaurus", aldus bioloog Shubin, een van de ontdekkers van het fossiel. In combinatie met eerdere vondsten in Groenland, Australië en Rusland, bewijst het nieuwe fossiel volgens de ontdekkers dat de ontwikkeling van leven niet via een rechte lijn is verlopen: ,,De evolutie had takken, twijgen en bladeren en was geen li neair proces", aldus Shubin. Zeker niet alle HIV-positieven gaan snel dood WASHINGTON UPI AIDS blijkt niet in alle gevallen een ziekte met een snelle dodelijke afloop. Weten schappers houden steeds meer rekening met een chronisch verloop, zo blijkt uit het medische blad British Medical Journal. Een kwart van de personen mét het AIDS- virus (HIV) in het bloed, leeft nog minstens 25 jaar zonder dat de ziekte uitbreekt, aldus Britse onderzoekers van onder meer het Royal Free Hospital in Londen. In een studie waarbij 111 HIV-positieven (allen hemofiliepatiënt) maximaal dertien jaar zijn gevolgd, schatten de wetenschap pers dat vijftien procent van de dertig-plus sers de infectie minstens twintig jaar over leeft. Bij de groep 15- tot 29-jarigen geldt een percentage van 26, bij personen die on der cle vijftien jaar besmet raakten met het AIDSvirus blijft 32 procent twee decennia zonder ziekteverschijnselen. De Britse onderzoekers baseren hun theorie op het aantal CD4 lymfe-cellen, die betrokken zijn bij de bestrijding van infec ties, in het bloed van de hemofiliepatiënten. Deze patiënten kregen tussen 1979 en 1985 besmette bloedprodukten toegediend, toen er nog geen controle was op AIDSbesmet- ting. Met de gegevens over het aantal afweer - cellen stelden de wetenschappers een re kenmodel op voor de verwachte overle- vingstijden van AIDSpatiënten. „Aangezien AIDS zich vrijwel uitsluitend ontwikkelt als het aantal CD4 lymfe-cellen beneden een bepaald aantal komt, kunnen nu nuttige schema's worden opgesteld voor het AIDS- verloop op lange termijn", aldus het me disch blad. ,,We moeten onze kijk op AIDS verande ren en het meer als een chronische ziekte beschouwen", meent de bij het onderzoek betrokken arts Christine Lee. „Veel van on ze patiënten hebben nog tientallen jaren een aanvaardbaar, produktief leven voor zich. Zij kunnen nog tijden vooruit zonder gro te gezondheidsproblemen. De bij het onderzoek betrokken patiënten kregen, als het aantal afweercellen onder een bepaalde grenswaarde zakte, medica menten toegediend om bijvoorbeeld het uitbreken van longontstekingte voorko- Het is voorbij; ons zonnestelsel is een bijzondere komeet armer en Jupiter draagt daarvan nog steeds de zicht bare littekens. Die ontstonden tussen 16 en 23 juli, toen de brokstukken van de al eerder uit elkaar gevallen komeet Shoemaker-Levy, de een na de ander met een snelheid van 215.000 kilometer per uur in Jupiters uitgestrekte gas-atmosfeer teloor gin- de grootste brokken waren zo groot als de Mont Blanc en de kleinere toch ten minste een halve kilometer groot. Als zulke bergen en bergjes met geweldige snelheden op een planeet duiken mag je vuurwerk verwachten. Dat werd het en meer dan dat. Geheel tegen de verwachtingen in waren de ontzaglijke 'wakken' in Jupiters enorme wolkenmassa's (de planeet is 1.000 maal zo groot als de aarde) zelfs in kleine amateur telescopen te zien. Sommige van die wak ken, ontstaan door de zich uitbreidende schokgolven na de immense explosies, zijn groter dan de aarde en misschien blijven ze nog weken of zelfs maanden zichtbaar. Misschien veroorzaken ze geheel nieuwe circulatiepatronen in Jupiters zuidelijke re gionen en het is niet ondenkbaar dat die ja ren, zo niet eeuwen blijven 'rondzingen'. De onthutsend duidelijke catastrofe-week op Jupiter leidde onder meer tot het besef dat het komeetmateriaal minder bros van samenstelling moest zijn (geweest) dan ge dacht. De brokken moeten een hechtere structuur hebben gehad dan volgens het 'vuile ijsberg'model waarbij komeetstof door bevroren gassen aaneengekit zit. Reeds bij de eerste aanraking met de ijle, atmosferische bovenlagen zou dat materi aal uit elkaar gevallen zijn. Maar door hun grotere stevigheid dron gen de brokken dieper in Jupiters atmosfeer door alvorens in machtige hitte-explosies, elk met een kracht waarbij het totale aardse kemwapenarsenaal keer op keer verbleekte, te verdwijnen. En ondanks dat de rampenreeks zich op een afstand van 780 miljoen kilometer van de aarde voltrok, bekroop vele ooggetuigen één en dezelfde gedachte: stel je voor dat de aarde dat lot beschoren zou zijn geweest. Dodenweg Wel, in dat geval had dat voor ons de 'Week des Oordeels' betekend. Een meervoudig Armageddon van verwoestende inslagen, tientallen kilometers grote kraters, vloed golven van spookachtige hoogten en schok golven die zich als supersonische, granieten muren een dodenweg over het aardopper vlak baanden, alles platwalsend wat maar enigszins omhoog stak. Elke stad, waar ook ter wereld, zou geheel of grotendeels met de grond zijn gelijk gemaakt. Infraroodfoto van Jupiter op 21 juli 1994. Op het zuidelijk halfrond is een keten var slagen plaatsvonden. De grote heldere plek rechtsboven is Jupiters maan lo. schijnlijk door (een) soortgelijke gebeurte nissen) uitstierven, kunnen we niet meer vragen 'hoe dat toen was'. Maar dergelijke rampen komen dus nog steeds voor in ons zonnestelsel. Wat op Jupiter gebeurde is in feite een kolfje naar de hand van NASA's 'Spaceguard'project dat een aantal jaren geleden, met een 'bescheiden' jaarlijks bud get van enkele miljoenen dollars, werd op gezet. Telescopen Doel is met behulp van enige beschikbare, lichtsterke telescopen de hemel systema tisch af te speuren naar potentiële gevaren m de vorm van kometen en planetoïden Misschien hadden groepen mensen hier en daar de ramp zelf overleefd, maar hun uiteindelijke, door de enorme stofmassa's in de dampkring letterlijk en figuurlijk duis tere, lot zou nog erger zijn dan dat van al die stakkers op de grens tussen Rwanda en Zaïre, die ook geheel op zichzelf, hun hom ger, uitputting en ziekten zijn aangewezen. Een kosmische catastrofe, zoals .een ko meet-inslag, is echter geen 'ver-van-mijn- bed'show. Kijk maar naar Jupiter. Tijdens de 'Jupiter-week' werd de al vele malen eerder gestelde vraag extra actueel wat de wereld moet doen om een dergelijk gevaar het hoofd te bieden. De dino- 5, die 65 miljoen jaar geleden waar waarvan de banen verdacht dicht bij die van de aarde liggen. En dat onderzoek heeft al heel wat 'earth-grazers' opgeleverd. Er zijn tot dusverre wel niet van die grote ge vonden niet 'grotere althans dan van een meter of 50 in middellijn maar als zo'n projectiel midden in een stad terecht komt moet, al voltrekt de ramp zich dan lokaal; met duizenden doden en enorme schade rekening worden gehouden. Met de (infrarood-)beelden van de ont zaglijke explosie-wolken op Jupiter als het ware in de hand, wees het 'Spaceguard'- team nog eens op de wens (van twee jaar geleden) om zes extra lichtsterke telesco pen, elk met een spiegelmiddellijn van 2,5 meter, te bouwen om de ruimte rondom de aarde efficiënt te kunnen bewaken. Kosten: een slordige 500 miljoen gulden voor de ko mende twintig jaar. Die claim is (nog) niet gehonoreerd. 'Geen paniek' luidt de strekJdng van een omvangrijk artikel in het juli-nummer van 'Issues in Science Technology'. De au teurs zijn specialisten op dit gebied: Carl Sagan van de Cornell-universiteit en Steven Ostro van NASA's Jet Propulsion Laboratory (JPL). Bommen Hoewel beiden voorstanders zijn van uit bouw en intensivering van het 'Spaceguard'project, zeker daar waar het de wetenschappelijke kant van het onderzoek betreft, maken zij zich ernstig zorgen over de verdedigingsstrategie als ooit een ko meet of planetoïde gevonden wordt die op botskoers met de aarde ligt. „Want dan moetje, na alle berekeningen, de zaak in handen geven van lucht-, land- of zeemacht?" zei Sagan tijdens een pers conferentie in Tucson. „Die lanceren dan een paar zware kernbommen in de vastge stelde richting en hopen dan maar het bes te daarvan." En dat is nu juist wat moet worden vermeden; als je een groot, kos misch brok met kernbommen te lijf gaat, verlies je alle controle over de uiteengesla gen resten. Van de regen in de drup dus. Volgens Ostro en Sagan moet statistisch onderzoek naar potentiële 'bedreigers' de grootste prioriteit hebben. Hun artikel is trouwens ook gebaseerd op de statistiek van gemiddelden. Zij schatten dat gemid deld elk jaar 3.000 mensen het leven zullen verliezen ten gevolge van kosmische insla gen. Let wel: statistisch gezien. Dat is iets an ders dan dat er elk jaar een reuzenmeteoriet neerkomt die 3.000 mensenlevens eist. De korte-termijn-praktijk hier op aarde wijst immers uit dat dat niet zo is. Statistiek be drijven lijkt iets heel anders dan de realiteit van alle dag. Maar die realiteit zou nog wel eens een onthutsend, statistisch tintje kunnen krij gen. Met een volwaardig 'Spaceguard' schat men 98 procent van alle 'aard-bedreigers' te kunnen opsporen, voordat ze daadwerkelijk rampen veroorzaken. De overige twee procent worden ge vormd door projectielen die niet eerder van hun aanwezigheid blijk geven dan tijdens hun vernietigende inslag op aarde; lokaal, interlokaal of wereldomvattend. Die kun nen zelfs met de gevoeligste detectie-appa- ratuur niet (tijdig) worden opgespoord, bij voorbeeld omdat ze vanuit de richting van de zon op ons afkomen. Het lijdt geen enkele twijfel: vroeg of laat zal onze planeet hetzelfde, catastrofale lot beschoren zijn als Jupiter medio juli. Niet voor de eerste keer en zeker ook niet voor de laatste. Sportieve voettochten door afgelegen bergketens zijn bij vakantiegangers steeds meer in trek. De stroom toeris ten naar hooggelegen gebieden in Nepal, India en het Andesgebergte neemt toe. Menig bergwandelaar on derkent lang niet altijd de gevaren die trektochten op hoger niveau voor zijn gezondheid met zich meebrengen. Wandelingen in de bergen zijn me disch gezien niet ongevaarlijk, zo waarschuwen deskundigen op dit ge bied. Vooral bij mensen uit laag gele gen landen zoals Nederland heeft een verblijf op enkele duizenden metërs- hoogte effect op het lichaam. Behalve de sportieve wandelaar in hoger gelegen bergen moeten ook mensen die per vliegtuig landen in plaatsen op grote'hoogte, zoals Mexi- co-Stad (2240 meter) en La Paz in Bo livia (3700 meter), oppassen; Hetzelf de geldt voor toeristen die een kabel baan nemen naar hooggelegen berg toppen. Hoogteziekte (maladaptatie) komt volgens medici tamelijk veel voor, vooral onder mensen die niet de tijd nemen zich op grotere hoogte rustig aan de omgeving aan te passen. Een op de twee mensen krijgt op een of andere manier te maken met hoogte ziekte. De meest voorkomende sympto men van hoogteziekte zijn hoofdpijn, slapeloosheid, verlies van eetlust, misselijkheid, kort van adem zijn, een droge prikkelhoest en soms duizelig heid. Deze verschijnselen verdwijnen meestal na een paar dagen, maar soms kunnen ze enkele weken aan houden. Anderen moeten wachten totdat ze weer op zeeniveau afgedaald zijn. Oedeem Als de klachten in ernstige mate toe nemen, is dat een slecht teken. Veelal is er dan sprake van een ophoping van vocht (oedeem) in de hersenen, longen of andere delen van het li chaam. Een hersenoedeem uit zich in hevige hoofdpijn, evenwichtsstoor nissen, vreemd gedrag, oriëntatiepro blemen en hallucinaties. Uiteindelijk raakt de patiënt in coma totdat de dood er'op volgt. De enige remedie is dan zo snel mogelijk naar beneden gaan. Een beginnend hersenoedeem Wandelen op grote hoogten en zeker i sico's met zich meebrengen. verdwijnt al onder de 3.000 meter. Een longoedeem is te herkennen aan een luidruchtige ademhaling en het opgeven van rood slijm. De pa tiënt gaat snel achteruit. Als hij niet gauw hulp krijgt, treedt een coma op. Hij kan dan al binnen enkele uren overlijden. Het enige advies is zo snel mogelijk afdalen. Als dit niet direct mogelijk is, kunnen rust, de toedie ning van zuurstof en vochtuitdrijven- de middelen (diuretica) uitkomst bie den. De belangijkste oorzaak vjan de li chamelijke klachten is het gebrek aan zuurstof. Hoe hoger men komt, des te lager is de atmoferische druk. De lon gen krijgen daardoor minder zuurstof binnen. Op 5.000 meter bijvoorbeeld is dat slechts de helft van wat ze op zeeniveau opzuigen. Het hart gaat harder pompen om het zuurstofge brek aan te vullen. De vochtverdeling in het lichaam raakt van slag. Aangepast Bergvolken, zoals de Sjerpa's die dikwijls als' gids dptreden, hebben niet zo gauw last van hoogteziekte. Doordat ze al eeuwen op grote hoogte wonen, zijn ze genetisch aan de situa tie aangepast. Hun lichaam weet in middels goed om te gaan met het ver minderde zuurstofgehalte van' de lucht. Met het stijgen neemt ook de hoe veelheid waterdamp in de lucht af. Mensen verliezen daardoor veel vocht. Artsen raden bergwandelaars dan ook aan goed te drinken. Het is verstandig dit te doen nog vóórdat men dorst krijgt, omdat het dorstcen- trum op grote hoogte niet meer ade quaat werkt. Het zuurstoftekort in de bergen kan ook leiden tot vaatveranderingen in het netvlies van de ogen. De bloedin gen die daar het gevolg van zijn, ver dwijnen over het algemeen na enkele weken. De onervaren bergwandelaar ver geet vaak dat hij op grotere hoogten ook blootgesteld wordt aan feller licht en toenemende kosmische en ultra- _violette straling. Dit komt door de schonere lucht, de afnemende dikte van de atmosfeer en de terugkaatsing van het zonlicht op rotsen en sneeuw. Verbranding van de huid en sneeuw blindheid zijn twee gevaren die op de loer liggen, als de bergwandelaar zich niet afdoende beschermt. Voorkomen Bij sneeuwblindheid verbrandt het oo'goppervlak. Een rood oog, dat zeer veel pijn doet, is het gevolg. Het zicht verdwijnt. De remedie is: het oog af dekken en behandelen met koude compressen. Naast het advies niet te snel te stij gen is het in het algemeen verstandig tijdens een trektocht in hoger gelegen gebieden geen overmatig inspannin gen te leveren. Dit schept nainelijk de voorwaarden voor hoogteziekte. Uit putting moet worden voorkomen. Velen houden er geen rekening mee dat het trekken door de bergen tijdens de vakantie veel meer van de lichamelijke krachten vergt dan waar aan ze in hun dagelijks bestaan ge wend zijn. Daarnaast zijn de eetge woonten en het comfort thuis totaal anders. Mensen met astma kunnen door de ijlere lucht veel profijt hebben van een tocht door de bergen, maar ande re longpatiënten en mensen met hartklachten moeten zich niet boven een hoogte van 2500 meter begeven. Tromboselijders wordt aangeraden niet te lang in de bergen te vertoeven. Mensen met suikerziekte kunnen, in dien vporzien van de juiste instruc ties, goed een-tocht door het middel gebergte maken. THE INDEPENDENT Britse natuurkundige Hawking: hun 'lading' alleen af op een specifieke datum of na een be paald oponthoud. Onlangs zijn in Groot-Brittannië nieuwe, bij zonder vervelende virussen ont dekt. Zij verschillen in zoverre van de vroegere virussen, dat ze iedere keer dat ze een computer van buitenaf binnendringen, dat op een andere manier kun nen doen. Dat maakt opsporing zeer moeilijk, maar weerspiegelt opnieuw het gedrag van som mige van de ergste virussen uit de natuur, die veranderen als zij van gastheer op gastheer wor den overgebracht. Computervi den behandeld als een vorm van leven. Dat heeft Stephen Hawking, de Britse natuurkun dige en belangrijkste theoreti cus op het gebied van de oor sprong van het universum, ge zegd voor een gehoor van com puterliefhebbers in de Verenig de Staten. Volgens professor Hawking passen computervi russen binnen de standaardde finities van een levende consti tutie, ook al hebben zij geen ei gen stofwisseling. Het computervirus exploiteert de stofwisseling van de gast computer die hij infecteert, en wordt een parasiet. Dit parasie- tenbestaan is een belangrijk kenmerk van biologische virus sen, net als de vaardigheid zich slechts binnen de cellen van een levende gastheer voort te planten. „Ik denk dat computervirus sen als leven moeten worden aangemerkt", aldus Hawking in Boston. Computervirussen zijn stukken valse computercode. Sommige zijn relatief onscha delijk, zoals men de griep of de ziekte van Pfeiffer kan overle ven. Andere kunnen ernstige, permanente schade toebrengen aan computergegevens, net zoals AIDS vernietigend kan zijn „Ik denk dat hét iets zegt over de menselijke natuur dat de enige vorm van leven die we tot nu toe hebben geschapen puur destructief is. Wij hebben leven geschapen naar ons even beeld", aldus professor Haw- king. Computervirussen versprei den zich door zich te hechten aan een legitieme code, die zij gebruiken als een paspoort naar een schone computer. Binnen een netwerk, waar computers nauw met elkaar zijn verbon den, kan de infectie zich snel verspreiden. Dat is hetzelfde als bij infecties door biologische vi russen, die normaal gesproken plaatsvinden na intiem contact. De meeste virussen leveren Superstructuur in heelal lijkt op gedeukte voetbal CANBERRA Reuter Franse astronomen hebben de tot dusverre grootste super structuur van 27.000 melkweg stelsels in het heelal ontdekt; die structuur heeft de vorm van een ingedeukte voetbal. Het melkwegstelsel van de aarde be vindt zich uit het midden aan de binnenkant van het leder. De structuur heeft een straal van bijna 300 miljoen lichtjaren (een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar aflegt bij een snelheid van 300.000 kilometer per seconde). De omvang is ver gelijkbaar met een vuistgrote bal in een bad van een kubieke meter, zo is gezegd op een con ferentie van sterrenkundigen in Australië. Ons melkwegstelsel is daarmee vergeleken niet groter dan een suikerkorrel. De ontdekking is gedaan door metingen van het uitspansel op zowel het noordelijke als zuide lijke halfrond van de aarde in een visualisatiecomputer te stoppen. De superstructuur omvat 27.000 melkwegstelsels, maar er zijn miljarden van zulke stelsels in het heelal.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 21