'Dan vraag je niks meer, dan help je gewoon' Feiten &Meningen Hutu's smeden plannen voor herovering van Rwanda VRIJDAG 5 AUGUSTUS 1994 THE INDEPENDENT Eliezer Niyitegeka is geobsedeerd door democratie. Een vreemde obsessie voor een man die door inter nationale mensenrechtengroeperingen een oorlogs misdadiger wordt genoemd. Maar Niyitegeka, de minister van propaganda van de voormalige extre mistische Fïutu-regering, is volledig in beslag geno men door de wens de westerse wereld de ware be ginselen van het regeren van een volk te onderwij zen. Hij vat die samen in een enkel begrip: meerder- heidsbestuur. ..Op dit moment", zegt Niyitegeka in de luxueuze badplaats Bukavo aan een meer in Zaïre, „heeft Rwanda een regering die door de Tutsi's van het Rwandese Patriottisch Front (RPF) wordt overheerst. Die vertegenwoordigen een minderheid in het land. De meerderheid van de Rwandezen, de Hutu's. le ven zoals hij als vluchtelingen in Zaïre of Tanzania. De wereld accepteen dit niet alleen, maar sanctio neert dit ook door de Rwandese regering onder een wapenembargo te plaatsen en zo de overwinning van het RPF te verzekeren." „We moeten de internationale gemeenschap zo ver krijgen dat de rechten van de meerderheid worden -gerespecteerd. We zullen gebruik maken van de me dia. Van de diplomatiek. Als dat mislukt zullen we geweld gebruiken. We zullen ons leger want dat hebben we reorganiseren. Wat we nodig hebben zijn bommen en munitie, dus die gaan we kopen. We hebben het geld. We proberen hulp te krijgen van vrienden", zegt hij. „En we hoeven niet meer te wachten. We hebben genoeg geleden. De meerderheid hoeft niet te lijden terwijl de minderheid het land regeert. Dat is on rechtvaardig. We zullen democratie prediken in het Westen, want we hebben gezien dat het Westen niet weet wat democratie is. Democratie is het bestuur van de meerderheid maar de bescherming van de minderheid. Wij zijn bereid hen te beschermen. We i de democratie redden." Na een georganiseerde uitroeiingscampagne tegen de Tutsi's en Hutu's die oppositie voerden tegen de regerende partij van Rwanda valt het te betwijfelen of Niyitegeka meent wat hij zegt. Als minister van informatie was hij verantwoordelijk voor Radio Rwanda jdie met haar uitzendingen de haat tegen Tutsi's aanwakkerde. Maar hij kan niet helemaal worden genegeerd. Net als de meeste leden van de voormalige regering van het land, heeft Niyitegeka zijn toevlucht gezocht in Bukavu aan de Zaïrese grens, in de buurt van de zuidwestelijke Rwandese stad Cyangugu. Het gevolg dat zich in Bukavu heeft verzameld is voornamelijk bezig zich te rechtvaardigen terwijl de ministers een komplot smeden voor hun terugkeer. Dit zijn echter niet alleen maar hersenschimmen. De voormalige regering beschikt nog over meer dan 20.000 manschappen in uniform in het oosten van Zaïre. Haar militaire en politieke struktuur is nog in tact. Wat wellicht nog belangrijker is: de regering heeft via een propaganda- en intimidatiecampagne nog steeds greep op meer dan een miljoen vluchte lingen in Zaïrese kampen. De macht van de voormalige regering over de vluch telingen is zo groot dat de Verenigde Naties in Rwanda dinsdag aankondigden dat 'de strijd om het hart en het denken van de mensen in de kampen' onderdeel vormt van hun missie. De VN werken aan een tegen-propagandacampagne om vluchtelingen te verzekeren dat het veilig is naar Rwanda terug te keren. De voormalige regering zegt Kinshasa toestemming te hebben gewaagd haar radio-uitzendingen voor de vluchtelingen in Zaïre te mogen hervatten. De uitzendingen door een extremistisch radiostation, Radio Miües Collines, de mobiele haatpropagan- damachine van de regering in ballingschap, is drie weken geleden uit de lucht gehaald. Op de vraag waarom de Hutu's zoveel Tutsi's heb ben vermoord, zegt Niyitegeka die zegt dat hem geen blaam treft dat hij daar veel over heeft nage dacht. „Wij beschikken over documenten die bewij zen dat de meeste Tutsi's deel uitmaakten van het RPF. En als we tegen het RPF strijden, dan moeten de mensen ook tegen hen strijden", zegt hij. Hij vervolgt: „Zelfs als mensen teruggaan naar Rwanda, blijft het leger hier en binnen een of twee jaar gaan ze terug en wordt er weer gevochten. Er zal nooit wede zijn. Wanneer er 200.000 Tutsi's in Kigali zijn en ze zijn aan de macht, dan kunnen ze het tien of twintig jaar volhouden maar uiteindelijk Hulp aan rampgebieden ingewikkelder omdat ellende niet door natuur maar door mens wordt veroorzaakt Mensen die anderen uitmoorden, op de vlucht slaan en ver volgens sterven door honger, dorst en ziek te. Rampen zijn steeds vaker mensen werk en steeds min der een speling van de natuur. Dat maakt de hulpverlening complexer. Naast noodhulp en weder opbouw lijkt ook 'ver zoeningshulp' gebo den. Want Hutu's en Tutsi's moeten samen verder. „Gelukkig verstaan Afrikanen de kunst van het vegeten en vergeven veel be ter dan Westerlin gen." Een diepe zucht, gevolgd door een bekentenis. „Hoe langer ik hier werk, hoe ingewikkelder ik het vind. Het is waar dat deze mensen elkaar de kop hebben ingeslagen. Het is waar dat hulp hetverantwoordelijkheidsbesef van mensen ondermijnt. Maar wat moéten we dan? Moeten we al die mensen laten verrekken? Heeft u die foto gezien van die wouw die dood ligt te gaan en nog met één hand haar kind vast houdt? Dan stel je geen wagen meer, dan help je." Ignace de Haes van Mensen in Nood heeft in zijn leven al veel ellende gezien, maar de ramp in Rwanda heeft hem desondanks geschokt. Niets of niemand was veilig in het Afrikaanse land. Zelfs priesters werden afge slacht in kerken, die algemeen als vrijplaatsen worden be schouwd. Vervolgens sloegen ongeveer twee miljoen mensen op de vlucht. De uittocht uit Afghanistan naar Pakistan was weliswaar om vangrijker (drie miljoen vluchte lingen), maar had over een veel langere periode plaats. Nog nooit vluchtten waar dan ook ter wereld in twee dagen tijd 1,2 miljoen mensen over de lands grenzen. Een unieke ramp. Zó zeldzaam, dat niemand meer spreekt over de 6,7 miljoen mensen die de dood wacht in Ethiopië. Laat staan over de el lende in Angola, Zuid-Soedan of Liberia. Het Rode Kruis in Nederland had graag een algemene Afrika- actie gezien waarvan de helft bestemd zou zijn voor Rwanda, 'maar onze agenda wordt wel vaker bepaald door de media'. De unieke ramp krijgt een unie ke televisie-actie. Op vijf Neder- landse netten tegelijk zal het in zamelingsprogramma worden uitgezonden. Vooruitlopend daarop geven de tien samenwerkende Neder landse hulporganisaties nu al vast een deel van de opbrengst uit. „Als we wachten tot het geld binnen is, zijn we te laat", aldus. De Haes, die voor de komende twee weken tien hulpvluchten op Goma op het programma heeft staan. Het is een heksenketel op de burelen van de Nederlandse hulporganisaties. Lang na zes- rugkeer naar hun land. De Haes: „Als je in Afrika iets ge daan hebt dan is je hele familie daaraan schuldig. De massa moord op de Tutsi's maakt zo ongeveer de gehele Hutu-ge- meenschap schuldig. Zij vrezen de wraak van de Tutsi's. Zonder veiligheidsgarantie keren ze niet terug, maar sterven nog liever aan cholera." BURUNDI Vooralsnog moeten de hulpor ganisaties levens redden in de vluchtelingenkampen en hou den zij de adem in voor eenzelf de geweldsexplosie in Burundi. Bij de noodhulp in de kampen worden zoveel mogelijk Afri kaanse organisaties betrokken. Zo eten de vluchtelingen baby voeding uit een fabriek in Bu rundi. Vanuit Uganda zijn vrachtwagens onderweg met zeshonderd ton bonen en dui zend ton maïs. De tijd dat alles vanuit het Westen werd inge vlogen is voorbij. „Wij werken in principe met zo min mogelijk Nederlanders in het veld en zoveel mogelijk lo kale krachten. Die hebben de kennis van het gebied en het vermogen om snel te opereren. Je moet binnen twaalf tot 24 uur operationeel zijn, anders red je geen levens meer", weet Jan de Graaf, plaatsvervangend hoofd Internationale Activiteiten van het Rode Kruis. Het Duitse idee van het oprich ten van een 'vredeskorps' vindt hij overbodig. „Wij hebben al een vredeskorps in de vorm van de Verenigde Naties. Er zijn doorgaans genoeg mensen om nood te lenigen. Wij zouden lie ver zien dat meer werd geïnves teerd in bewustwording en pre ventie in plaats van pleisters plakken." Volgens Stephen Ellis is het de hoogste tijd voor een gedegen Afrika-beleid. Maar het Westen, dat ooit dwars door vierhon derd etnische groeperingen de landsgrenzen trok, heeft geen boodschap aan het arme conti nent. „In 1960 had Afrika nog vijf procent van de wereldhan del. Nu nog slechts één procent. Afrika wordt niet langer gezien als een interessant continent voor de toekomst, maar als een totale ramp. Dat kan niet en dat mag niet. We kunnen onze ogen niet langer sluiten voor Afrika. Daar is de wereld te klein Volgens Ellis is het zaak andere politieke en economische mo dellen toe te passen dan wester se, want die zijn allemaal mis lukt. „Waarom geen economi sche ontwikkeling bewerkstelli gen volgens het Aziatische mo del: eerst zelf economisch sterk worden voordat je de grenzen openstelt en concurrentie aan gaat met andere landen." Flulpverleners hebben Afrika nog lang niet opgegeven. Zij memoreren niet de armoede, maar de successen: de kinder sterfte is aanzienlijk gedaald en het aantal Afrikanen dat naar school gaat is nog nooit zo groot geweest. De Graaf: „Wat heet economisch oninteressant. Er zijn in het verleden wel meer landen opgegeven: Thailand, Mexico, Korea. Natuurlijk is er hoop." DEN HAAG MONIQUE DE KNEGT sen, maar ook op zaterdag wer ken de medewerkers door. Ge dreven door de hel van Goma en het medeleven van het Ne derlandse volk. Elke dag komt er twee miljoen gulden binnen op gironummer 555. Morgen avond, tijdens de grote televi sie-actie wordt de klapper ver wacht. Schattingen van de totale op brengst lopen uiteen van vijf tien tot dertig miljoen gulden. De actie 'Eén voor Afrika', in 1984, leverde zeventig miljoen gulden op, maar die tijd is voor bij. „Een onvergelijkbare actie", meent Jur Bulthuis, coördinator van de tien Samenwerkende Hulp Organisaties (SHO) in Ne derland. „Inmiddels zijn er zo veel televisie-acties geweest dat het nieuwe er wel vanaf is. De wereld is kleiner geworden. Elke ramp komt in volle omvang in beeld. Dood en verderf zijn ge woon geworden. Daarnaast kampen we met de praktische handicap van de vakantie. Een kwart van de Nederlanders is niet thuis, de scholen zijn dicht en het verenigingsleven ligt stil." De Haes noemt nog een andere oorzaak voor de teruglopende opbrengsten van de laatste ja ren. „De laatste twee jaar zie je dat de meeste slachtoffers val len door het werk van andere mensen. Het publiek keert zich daar van af. Een natuurramp overkomt je, daar kun je niets aan doen, oorlog doen mensen elkaar aan." De vorige grote Afrika-acties werden gevoed door droogte. De regimes in veel door droogte geteisterde landen speelden weliswaar een kwalijke rol, maar de gezamenlijke vijand was toch de honger, het geza menlijke doel voedsel en water. Zo werd Zimbabwe in 1992 ge teisterd door een dodelijke droogte. In korte tijd verander de het land van een graan-ex- porterende naar een graan-im- porterend natie. PROJECTEN Om de eerste nood te lenigen kocht Mensen in Nood voedsel. Daarna werd graan ingevoerd dat tegen droogte kan. Vervol gens werden zogenoemde food-for- work'projecten opge zet: in ruil voor voedsel legde de lokale bevolking sloten en dam men aan om ook in tijden van droogte te kunnen overleven. Na de actie 'Afrika sterft van de honger' in 1991 zijn in Mali naast irrigatieprojecten, graan- banken opgericht waai' boeren het graan in bewaring geven opdat niet de volledige oogst wordt opgegeten. Ook met deze voorzorgsmaatre gelen kan een extreme periode van droogte nog steeds honger veroorzaken in Zimbabwe en Mali, maar de kans is aanzien lijk verkleind. We hebben ge leerd ons beter tegen natuur rampen te beschermen, maar voor het geweld van de buur man bestaan geen projecten. De Haes: „Je ziet nu vooral hon ger komen waar oorlog is: in Zuid-Soedan, Liberia, Angola. Dat bemoeilijkt de hulpverle ning. Niet alleen in distributie van voedsel, maar ook in we deropbouw. „Stel dat de Hutu's naar Rwanda terugkeren, dan is niet zozeer de voedselvoorziening of de behuizing het probleem. Rwanda is een zeer vruchtbaar land en heeft door de slachtpar tijen vijfhonderduizend mon den minder te voeden. Partner organisaties zijn nu bezig met het uitdelen van materialen om de oogst van het land te halen. Woningen zullen er nauwelijks hoeven worden gebouwd. Dui zenden huizen staan leeg. De bewoners zijn öf gevlucht öf dood. Nee, de problemen in Rwanda zijn van een heel ande re orde. Hoe kun je mensen met elkaar verzoenen om samen aan een toekomst te bouwen?" En toch kan het. In Liberia en Angola werkten vijanden tijdens wapenstilstanden nauw samen, totdat de oorlog werd hervat. In Mozambique lopen Afrikanen schouder aan schouder die kort geleden nog een bikkelharde strijd tegen elkaar voerden. Stephen Ellis, directeur van het Afrika Studiecentrum: „Je kunt je niet voorstellen dat er kort na de Tweede Wereldoorlog joden zouden moeten leven in Duits land. Maar beter dan Europa kan Afrika het verleden laten rusten. Kijk maar naar Zuid- Afrika, Zimbabwe en Namibië. In Europa is religie geen ge meenschappelijk fenomeen meer. In Afrika kan het nog een genezende rol spelen." Ondanks de grote vergevingsge zindheid van Afrikanen zijn hulpverleners pessimistisch ge stemd over de terugkeer van Hutu's naar Rwanda. De vluch telingen verkiezen vooralsnog de hel van Goma boven de te Sommige Rwandese vluchtelingen keren voorzichtig terug naar Rwanda. Volkomen uitgeput is een vluchteling in het Zaïrese kamp Goma e ter die hij moet vullen met zo onontbeerlijk schoon water. Een jongetje tracht zichzelf tegen de koude koortsrillingen te beschermen door helemaal weg te duiken in een grote rok. Cholera heeft aan tienduizenden Rwandese vluchtelingen het leven gekost. foto epa vincent amaluy

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2