'Heer' Olivier blijft hoog spel spelen Jacht op het grote geld 4+ ZATERDAG 23 JULI 19< Als kind had Ari Olivier al zijn eigen manier om links en rechts wat te graaien of te ritselen. 'Ik heb de sleutel van de brand kast van mijn grootvader wel eens 'geleend' om mijn eigen budget wat aan te vullen. Want mijn zakgeld stond nog op een vooroor logs tarief'. Ari Olivier, geboren op 20 augustus 1939 in Hoofddorp, groeide op in Nieuw Vennep. Hij kwam in de oorlogstijd tijdelijk onder de hoede van zijn welgestelde grootouders, 'omdat ze meer te eten hadden'. Na 1950 voegde hij zich weer bij zijn moeder en stiefvader in Heemstede. Maar keerde terug naar Nieuw Vennep toen zijn ouders naar Nieuw Gui nea vertrokken. In '55 vond in de tropen de hereniging met zijn ouders plaats. Twee jaar later zette het drietal weer voet op Nederlandse bo dem. Na zijn diensttijd werkte Ari Olivier in de bush van Monrovia (Liberia) en in Nieuw Guinea. In de winter van '62 ging hij naar Duitsland, waar hij de nachtclubeigenaresse Renate Viehman ontmoette. In '63 trouw de hij met haar in Hoofddorp. De twee leefden er aanvankelijk uitbun dig op los. Ze maakten reisjes naar Las Vegas, gaven veel geld uit aan gokken, reden rond in de Mercedes 300 van zanger Freddy Quinn en kochten een hotel met tachtig kamers en een royaal restaurant. Het huwelijk liep stuk nadat Ari Olivier op 24-jarige leeftijd voor de eerste keer werd veroordeeld. Hij zou met zijn gladde tong bij het Haar lemse automobielbedrijf Kimman twee Jaguars ter waarde van 52.000 gulden met een ongedekte cheque hebben losgepraat. Hij ontkende, maar kreeg toch zeven maanden gevangenisstraf. De verbittering was zo groot dat de Nieuwvenneper het grootschaliger ging aanpakken. Hij zag hoe het in de zakenwereld werkte en ontwik kelde een 'fmgerspitzen' gevoel voor 'waar het grote geld' viel te halen. Hij handelde onder meer in opalen, goud, auto's en zwarte en valse dol lars. Miljoenen guldens werden de inzet van praktijken en projecten (in binnen- en buitenland), die het daglicht niet konden verdragen. Tussen '77 en '81 tilde hij banken en particulieren voor ruim 7,5 miljoen gul den. Vaak ontsprong hij de justitiële dans. Maar in '81 werd hij in Bel gië wegens zwendelpraktijken tot drie jaar cel veroordeeld. De meeste aandacht kreeg Olivier toen hij - weer op vrije voeten - in Parijs werd ge arresteerd. Hij bleek notaris Slis-Stroom, die overigens'later zelf ook werd veroordeeld en uit haar ambt werd gezet, drie miljoen lichter te hebben gemaakt. De rectiter veroordeelde hem tot vier jaar. Dank zij zijn raadsman mr. Max Moszkovicz kwam Olivier beduidend eerdpr vrij. In mei '86 belandde hij opnieuw, nu voor zes maanden, achter de tra lies. Ditmaal wegens oplichting van een vrouw uit Aerdenhout. Sinds dien kwam hij niet meer met justitie in aanraking. Tot een paar jaar ge leden. Maar nu in dienst van de overheid: als geheim agent. 'Heer' Olivier. Tegenwoordig in dienst van de Staat der Nederlanden... 'Ik kijk nog altijd hoe ver ik kan gaan' FOTO UNITED PHOTOS DE BOER POPPE DE BOER In de begin jaren '80 werd Ari Olivier ontmaskerd als het brein achtereen reeks van geruchtmakende fraudezaken. De 'grootste gentleman- oplichter van Europa' werd voor diverse affaires bij elkaar tot acht jaar cel veroordeeld. Van die straf zat hij 42 maanden en 5 dagen uit. Lange tijd is het stil geweest rondom 'Heer' Olivier. Maar stil zitten doet de 55-jarige Nieuwvenneper nooit. Sinds kort opereert hij in de voor hem hoogst ongebruikelijke rol als geheim agent. Binnenkort gaat hij ook nog meewerken aan een TV-produktie van Veronica over corruptie en fraude. ,,Ik heb tips genoeg. WIM BANK. AD HEESBEEN Ergens mrddenin het interview plant een agent zijn ronkende mo- ter naast het tafeltje op het buiten terras van het Heemsteedse landgoed Groe- nendaal. Zonder de andere gesprekspartners een blik waardig te gunnen richt hij zich di rect tot Ari Olivier, alsof hij hem als zijn scha duw heeft gevolgd. 'Die auto daar', wijst hij op een peperdure Daimler, die onder een paar bomen staat ge stald, 'die wagen is toch van u?' Olivier knikt bevestigend. 'Weet u niet', gaat de politieman verder, 'dat er vakken zijn om uw auto in te plaat sen?'. 'Ja', blijft Olivier vriendelijk. 'Maar ik par keer 'm al jaren op die plek. Mag van Hein, de eigenaar van het restaurant. Maar ik wij 'm best wegzetten hoor!'. 'Graag', antwoordt de agent en rijdt ter gend langzaam weg. AJs Olivier het klusje heeft geklaard en weer aanschuift, zegt-ie stoïcijns „Dit is het enige conflict dat ik soms hog met de politie heb." De voormalige meester-oplichter heeft de lachers op zijn hand. „Wie had ooit kunnen denken dat het zover zou komen?", leest hij de gedachten van zijn toehoorders. „Heer Olivier, die samenwerkt met justitie en politie om criminelen in de val te lokken. Ach, het kan verkeren. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik liever geld en goederen lever dan daders." De Nieuwvenneper zit er ontspannen bij. Wisselt een Spa-tje af met een biertje. Vertelt schaamteloos over zijn besmette verleden, praat over miljoenen alsof het appels en pe ren zijn en doorspekt zijn verhalen met lu dieke en ongeloofwaardige anekdotes. Soms reageert hij nukkig of grimmig op vragen, die hem herinneren aan zijn duistere handel en wandel van jaren terug. Maar meestal ver schijnt er een grote grijns op het brede gelaat als hij met conclusies wordt geconfronteerd. „Ik moet voorzichtig zijn. U begint me aardig door te krijgen, geloof ik." Olivier voelt zich zichtbaar als een vis in het water in het media-gezelschap. Om woorden zit hij nooit verlegen en van publici teit kan hij intens genieten. Ooit verstrekte hij vanuit de gevangenis De Koepel in Haar lem een spraakmakend TV-interview aan gossip-journalist Henk van der Meijden. Hij kreeg er landelijke bekendheid door. Een dag nadat hij de cel-deur definitief achter zich dichtsloeg, organiseerde hij voor de happy few een uitbundig feest met veel champagne en kaviaar. Hij werkte mee aan talkshows en gaf gastcolleges.op de School van de journa listiek in Utrecht en aan de Erasmus Univer siteit in Rotterdam. In totaal verschenen drie boeken over hem. Het laatste: SA 14 NL, Heer Olivier als geheim agent - van de hand van Haarlemmer Bert Voskuil, verslaggever van Nieuwe Revu - kwam een paar weken gele den op de markt. Dat geeft een gedetailleerd beeld van het werk dat Olivier tegenwoordig doet. In het waargebeurde verhaal is hij de spil in een breed opgezette operatie van BVD, CID en cle Amerikaanse douane om de drugsmaffia de grootste financiële klap in de geschiedenis toe te brengen. Daarbij moest een van de machtigste witwassers in de we reld, een drugsbaron uit Aruba, in de val wor den gelokt. Olivier gebruikte al zijn kennis en contacten uit zijn roemruchte carrière om de man twee miljard dollar afhandig te maken. Dat geld zou hij aan de autoriteiten toespe len. De hele transactie mislukte echter, waar door Olivier zijn toelage - zestig miljoen gul den - misliep. Nauwelijks veranderd Op het eerste gezicht is Olivier nauwelijks veranderd. De 'provinciale' charmeur van weleer (inmiddels 55) ziet er met zijn indruk wekkende postuur (1.90'm) nog steeds goed en verzorgd uit. Geen maatkostuum deze ochtend vanwege de verstikkende warmte, maar zomerse kledij. Het gebruinde gezicht, het fr^ie polshorloge en de blauwkleurige ringen met briljantjes aan de linkerpink en de rechtervinger verraden een onbezorgd be- Binnen handbereikt ligt een draagbare te lefoon met geheim Zwitsers nummer. Het apparaat rinkelt slechts eenmaal. Een zakelij ke transactie, zo blijkt. Want in de wonderlij ke wereld van valse en schone schijn is voor de 'failliete' veelvoudig miljonair uit Nieuw Vennep altijd wel 'wat te doen'. Behalve als het gaat om wapens, geweld en drugs. „Te gevaarlijk", heeft hij altijd gevonden. „Er valt in die handel veel te verdienen, maar er gaan ook veel levens verloren." „Trouwens", vergelijkt hij de scene met vroeger, „in de tijd dat ik grappen uithaalde, werd er minder op elkaar geschoten. Het is nu veel harder geworden. Waarom? Omdat buitenlanders de overhand hebben gekregen in de Nederlandse onderwereld. Steeds meer voormalige Joegoslaven maken de dienst uit. Ze komen onder het mom van asielzoeker binnen en infilteren in de criminele wereld om zwart geld wit te wassen." Olivier zocht in het recente verleden zijn slachtoffers vooral in zakencircuits. Daarbij hanteerde hij het principe: 'als ik de boel niet oplicht dan doet een ander het wel^. „Ik zeg altijd: iedereen is te koop, alleen de prijs ver schilt. Je ziet corruptie overal om je heen, in het groot en in het klein. Uit pure hebzucht worden de grenzen van de wet en het fatsoen heel gemakkelijk overschreden. Ik schat dat dertig procent van onze samenleving echt eerlijk is. Zeventig procent doet alles. Van be lastingfraude. het oplichten van de vakantie verzekering, het opkopen van gestolen goe deren tot het stelen van sigaren op recepties. In de zakenwereld, in de politiek, bij justitie en politie is het niet anders. Vooral mensen die hoog op het paard zitten. Ze doen - net als ik vroeger - zaken, die moreel op. of over het randje van het toelaatbare lopen. Maar ze wijzen nog steeds naar mij. Het is prima dat er recht is. Als ik me aan de regels moet hou den dan geldt dat toch zeker ook voor de mensen, die zijn aangesteld om dat recht te handhaven." Voorbeelden daarvan heeft hij genoeg. Zelf kocht hij - met succes - tweemaal een officier van justitie om. Met politiefunctionarissen, registeraccountants en notarissen is het in zijn ogen van hetzelfde laken een pak. „Ze hebben allemaal boter op hun hoofd. Neem zo'n Konhals Altes, voormalig minister van Justitie. Was zelf ooit betrokken bij een olie schandaal en die Slavenburg-affaire. Uitgere kend van hem mocht ik de bajes niet uit om één dagje naar Den Haag te gaan teneinde mijn rechtenstudie af te ronden." Olivier zag hoe menigeen een graantje uit de ruif meepikte en ging hetzelfde doen,. „Er wordt wel eens gezegd: misdaad loont niet. Maar dat spreekwoord is niet uitgevonden door de man of vrouw die in deze wereld ac tief is. Als iemand mij vertelde dat hij via slinkse wegen een miljoen gulden winst had gemaakt, wilde ik aantonen dat ik twee mil joen kon pakken. Want ik was toch altijd slimmer. Daardoor raakte mijn normbesef zoek. Maar gewetensbezwaren, nee die had ik toen niet. Daarvoor was geld te belangrijk voor me. Ik was altijd bang dat ik er weinig van zou hebben. Natuurlijk had ik kunnen gaan studeren, een goede baan kunnen zoe ken en een leuk pensioen kunnen opbou wen. Maar daarmee had ik lang niet bereikt wat ik nu heb kunnen rausjen." Bij wet is het hem nu verboden zaken te doen. „Officieel doe ik niets, maar toch leef ik bovenmodaal", klinkt het raadselachtig. „Hoe dat kan? Ach, vroeger was ik goed voor mijn vrienden. Nu zijn zij het voor mij. De handel blijft gewoon op mijn reputatie afko men. Ze benaderen me omdat ze de kennis ontberen en de contacten niet hebben om een probleem zelf op te lossen. Als ik het leuk vind en er zin in heb, help ik ze." 'Groot grijs circuit' Voor het geld hoeft hij geen streken meer uit te halen. Toch kruipt kennelijk het bloed waar het niet gaan kan. Hij opereert in wat hij noemt 'een groot grijs circuit'. Gebruik makend van 'legale sluizen' om buiten het wakende oog van allerlei instanties de ei gen portemonnaie te spekken, bankrekenin gen op een andere naam te openen, verwor ven onroerend goed in binnen-en buitenland te behouden en fiscale heffingen te ontlopen. „Elk jaar valt er bij mij zo'n blauwe brief in de bus. Afgelopen jaar was de aanslag 1.978.000 gulden. Maar ja, die stuur ik ge woon door naar de curator, want ik ben tien jaar geleden failliet verklaard", grinnikt hij. Het is Ari Olivier ten voeten uit: slim, sluw, volgens sommigen zelfs briljant en vooral charmant. Een grootmeester, die enkele zet ten vooruit denkt. En voor alles een oplossing weet. Ook wanneer bij voorbeeld geen enkele maatschappij voor hem een ziektekostenver zekering wil afsluiten. „Ik zit veel in het bui tenland, dus heb ik in België een permante reisverzekering afgesloten. Voor negenene gentig gulden ben je klaar." Na een korte adempauze: „Nee, ik vind mezelf niet buitensporig intelligent. Zij het dat ik me in de gevangenis dank zij veel vrije tijd en een gratis studiebeurs van de overheid aardig heb kunnen bijscholen. Ik weet wat mijn kwaliteiten en tekortkomingen zijn. Daar werk ik mee. Mijn gave is geld ver dienen. Ik zie de gaten en daar snijd ik op in. Als ik ruik dat het interessant is, duik ik er als een tijger bovenop en laat het dan ook niet meer los." Verongelijkt Die vastberadenheid bezorgde hem de naam 'hard en meedogenloos' te zijn. Gedupeer den, rechters, advocaten en andere justitiële vertegenwoordigers noemden hem: 'een kei harde ritselaar in rooie ruggen', 'een ordinai re misdadiger', erj 'een arrogante, zelfvoldane en niets ontziende persoonlijkheid'. De Nieuwvenneper wordt er nog dagelijks mee geconfronteerd. „Voor de buitenwereld ben en blijf ik de meester-oplichter", gromt hij verongelijkt. „Maar tien jaar na dato be gint me dat zo langzamerhand de keel uit te hangen. Ik heb mijn straf gehad en uitgeze ten. Daar zeur ik niet over. Laten anderer^ mij dan ook niet voortdurend confronteren met het beeld van vroeger. Ik heb heus geen sup portersvereniging nodig. En heb evenmin de behoefte aan randdebielen, die de duim om hoog steken en zeggen hoe slim ik ben. Ik wil gewoon Ari Olivier zijn. Dat lukt echter niet in dit klootjesland. Als je een keer je neus flink hebt gestoten, ben je exit. Ik leef zoals ik leef, ook al benadert dat niet altijd de hoogste graad van perfectie. Ik teer in elk geval niet op de zak van de gemeenschap en heb er ook nooit een beroep op gedaan. Natuurlijk was ik vroeger een boef. Maar nu niet meer. Ik ben eerlijker geworden, zij het dat ik nog al tijd kijk hoe ver ik kan gaan. Het blijft voor mij een spel. In dat opzicht ben ik niet veran derd. In tegendeel. Ik regel mijn zaakjes al leen beter dan in het verleden. Achteraf ge zien had ik dat eerder moeten doen. Wat me nu wordt aangeboden is lucratiever dan wat ik vroeger heb gedaan." En ook minder kostbaar. Want Olivier hield zich vroeger graag op in de schijnwereld van glitter en glamour, dure auto's, kapitale villa's en mooie vrouwen. Hij haalde, wat hij nu noemt, kwajongensstreken uit 'om er graag bij te horen'. „Op die leeftijd, zo rond de der tig", memoreert hij, „koppel je geld aan een bepaalde status. Dat had ik zat. Kon gaan en staan waar ik wilde. Niets was gek genoeg. Beetje uitdagen en provoceren. In een Rolls Royce rijden, flink uitgaan, gokken in casi no's. Ik voelde me echt het baasje. Zag er bo vendien goed uit en leefde er maar een beetje op los. Ook met vrouwen. Wat kon mij het schelen als het over ging. Als terugkijk zeg ik: wat een kwal was ik toen." Vier huwelijken gingen kapot, voordat hij rust vond bij zijn huidige Poolse levenspart ner, Goshia. „Door mijn gedrag heb ik mezelf toch in de vingers gesneden", realiseert hij zich. „Ik mag mijn zoon Boris niet meer zien. Hij is nu 21. Ik moet van anderen horen hoe hij er uit ziet, dat hij in Hillegom woont en hoe het met hem gaat. Daar heb ik veel ver driet van. Aanvankelijk was er tot zijn vierde jaar een omgangsregeling. Haalde ik hem op met mijn Rolls Royce, vond-ie prachtig. Hij kreeg niet één, maar tien T-shits tegelijk en mocht in de speelgoedwinkel uitzoeken wat- ie wilde. Zijn moeder vond dat ik hem te veel verwende. Ik voel me niet te groot om dat te erkennen. Maar ze heeft hem te veel qpge- voed met verhalen over mijn wilde tijd, zodat die jongen een eenzijdig beeld van me kreeg. Dat heb ik niet verdiend. Ik ben niet meer zoals vroeger. Ik hoop dat hij ooit weer con tact met me zoekt." De wilde jaren liggen inmiddels ver achter hem. „Ik ben rustiger en milder geworden", zegt hij. „Al besef ik dat je zoiets makkelijk kunt zeggen als je je zakken goed hebt ge vuld. Gooi het geld niet meer over de balk. Ik geniet meer van het leven dan vroeger. Wil ook niet weg uit Nieuw Vennep. Ik heb wel een dure auto, maar woon in een normaal rijtjeshuis. Noem het maar een stukje psy chologie om een bepaald imago buiten de deur te houden. Ik hoef geen rietgedekte villa in Laren. Heb ik ooit gehad. Maar dat heeft in zo'n buurt ook nadelen. Toen ik een voor ruitje van mijn deur liet vervangen, schreef een roddelblad dat mijn woning kogelvrij werd gemaakt. Nee, laat mij maar lekker hier tussen de boertjes zitten. Toen ik zeven jaar geleden in dit dorp kwam wonen, werd ik ui teraard gewantrouwd. Langzamerhand is er een perfecte relatie met de buren en de om geving gegroeid. Bij de plaatselijke juwelier loop ik zo naar binnen en krijg ik probleem loos sieraden op zicht mee. Vroeger deed il zulke dingen niet. Uit angst dat het verkeert zou worden opgevat." Geheim agent Te rustig moet het echter voor Olivier ooi niet worden. Vandaar dat hij tegenwoordij als dubbelagent voor de Nederlandse over heid 'geheime' missies uitvoert. Voor de Bin nenlandse Veiligheids Dienst en Centrale In lichtingen Dienst is hij de ideale man om cri minele netwerken bloot te leggen. „Deze in stanties hebben mensen zoals ik keihard no dig. Ik heb de kennis en de contacten. Maai ook het avontuur en de spanning spreken me aan. Bovendien is het op deze manier moge lijk te laten zien dat er een andere kant zil aan heer Olivier." Een aantal operaties heeft hij al achter de rug. Maar echt efficient wordt er bij deze in stanties niet altijd gewerkt, vindt hij. Wal ontbreekt, zijn in zijn ogen een behoorlijk budget en goed personeel. „In dit land laai de overheid zich bestelen. Onnodig. Ik zou zeggen: Nederlandse Staat, investeer een hall' miljoen in opsporingsapparaten. Dat betaali zich vanzelf terug wanneer zo'n onderneme ning slaagt. Het zou de schatkist miljoenen guldens extra opleveren. Hoeven ze ook niel meer zo moeilijk te doen over die AOW. Maai het gebeurt niet. Ik heb meegemaakt dat be paalde projecten niet konden doorgaan om dat rechercheurs zich beriepen op ATV-da- gen of vrije uren. Dat gelóóf je toch niet...?! Over sommige dingen heb ik me helemaal verbaasd. Er zijn politiemensen die in de cri minele wereld proberen te infilteren, maar direct al door de mand vallen. Komen ze in dure kostuums van Tip de Bruin aankakken, maar dragen er de verkeerde schoenen bij of hebben een Rollex-horloge om hun pols met een valse briljant erin. Amateurs mag je niet inzetten in dit soort zaken. Op zo'n manier zijn en blijven justitie en politie vier slagen achterop de criminele wereld." Bang voor een afrekening of een wraakac tie uit de voor hem zo bekende hoek is hi| niet. „Vroeger wel, nu niet meer", merkt hij op. „Ik heb zo mijn contacten. Bovendien lig gen er goede afspraken met de politie. Ze waarschuwen me wel als het nodig is. Dan knijp ik er even tussenuit. Natuurlijk heb ik zelf ook mijn maatregelen genomen. Ik laat: me geen gewillig slachtoffer worden. Ik kijk heus wel uit." De pretoogjes verraden dat hij van zijn nieuwe rol geniet. De slotvraag of hij ergens spijt van heeft, beantwoordt hij diplomatiek: „Ik ben nergens trots op. Het leven is gelopen zoals het is gegaan. Er valt niets terug te draaien. Ik heb gezorgd dat ik zorgeloos door het leven kan. De behoefte nog iets groots te verrichten is er eigenlijk niet. Ja, misschien minister van Financiën worden. Niet vanwe ge het salaris, maar om te laten zien dat het ook heel anders kan. Ik heb wel eens gezegd: laat me twee weken op een belastingkantoor, werken. Dan zal ik de mensen aanwijzen die de fiscus tillen en de inspecteurs er bij vertel-1 len hoe ze het doen. Als schatkistbewaarder Van Nederland zou ik ook zo handelen. Kan ik de Staat echt miljoenen bezorgen." i 'tw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 24