Mode kent geen genade voor softies
Sportief met jeans als basis
Mode
Laagjesmode
leer en corduroy
Van kolensjouwers-jasje
tot tot houthakkershemd
o
.INDERDAG 28 JULI 1994
Herenkleding voor winter 94/95 stoer, mannelijk en warm
softies kunnen het voorlopig wel vergeten. De 'stoertjes' zijn aan
Althans, in de mode. De herenkleding voor herfst en winter
/'95 is in een paar woorden samen te vatten: ruig, mannelijk en
itiek. En toch is het geen mode voor typische Schwarzenegger-
inen. Eerder voor de sportman, de natuurliefhebber, de vakman
niet terugschrikt voor een beetje zware arbeid. Comfortabel,
rm en met een natuurlijke, wat nonchalante uitstraling,
t modebeeld maakt daarmee geen ommezwaai van 180 graden
vergelijking met voorgaande seizoenen. Het nieuws zit 'm voor-
melijk in de details. En juist daarin valt die verschuiving naar een
t stoerder uiterlijk op. De kleding maakt over het algemeen de
indruk dat ze tegen een stootje kan. Zware, ruige stoffen winnen bij
voorbeeld terrein, met als koplopers leer en suède. Terwijl de stevi
ge ritsen, grote knopen, drukknoopsluitingen, teddyvoeringen en
namaakbontkragen de indruk wekken dat het hele leven zich bui
tenshuis afspeelt. Niet zo verwonderlijk dan ook dat de belangrijk
ste modethema's zijn geprojecteerd tegen de achtergrond van wat
onherbergzame oorden: het Ierse platteland, een winters bergland
schap en de grauwe fabriekscomplexen van de zware industrie.
Plaatsen waar de avontuurlijke geest zich thuisvoelt, maar ook
plaatsen waar het op 'overleven' aankomt.
KITTY VAN GERVEN
De meeste raakvlakken met de eco-look heeft de typisch Britse
country-stijl. Een thema, geïnspireerd op het leven in de
woeste natuur, waar de barre weersomstandheden hoge eisen
stellen aan de outdoor-kleding.
Misschien wat conventioneel, maar toch heel authentiek zijn
de Ierse visserstruien met hoge col en kabeldessins, de wax-
jassen, Monty-coats met borgvoering en gewatteerde parka's
of leren jacks met een gebreid boordje. Lichtgetailleerde geruite colberts met
een simpele twee- of drieknoopssluiting middenvoor (bij voorkeur met voet-
balknopen) en suède, leren of ribcord applicaties op ellebogen, kraag en zak-
kleppen horen in dit beeld helemaal thuis. Net zoals hemden met button-
downkragen van geruwde flanel of corduroy en soepel vallende bandplooi-
broeken met rechte pijpen.
Onmisbaar is het gilet, zowel hooggesloten als met een wat lagere hals en soms
met een reverskraagje. Het overhemd wordt in deze trend steeds vaker vervan
gen door een coltrui, turtleneck-trui of poloshirt met opvallend grote knopen.
Leer, suède en corduroy zijn belangrijke alternatieven voor de vele soorten ha
rige tweed die in dit thema overheersen.
Bij de breisels gaat her vooral om grove varianten met een duidelijke opper
vlaktestructuur. Ze nemen steeds vaker de plaats in van geweven kleding. Zo
rukken de ongestructureerde gebreide jasjes of outdoor-vesten, de twinsets en
spencers sterk op, evenals leren jasjes met gebreide mouwen.
De kleuren: alle tinten van het herfstbos met de nadruk op mosterd- en maïs-
geelschakeringen, groenen en (rood)bruintinten naast een overvloed aan neu
trale kleuren als ecru, ivoor, zand, beige en vanille. De ruiten laten alle andere
dessins ver achter zich.
Couturiers doen het allemaal in het extreme.
Laag over laag betekent voor Pierre Balmain
dat over een pantalon in schotse ruit een soort
kilt wordt gedragen. foto cpd
Meer nog dan in de overige
thema's wordt de 'sports
wear' gekenmerkt door het
laagjes-effect. Zagen we
dit enkele seizoenen gele
den al opkomen, komende
winter is het één en al
laagjesmode wat de klok slaat. Dit betekent
dat een overhemd in principe niet in de
broek maar er overheen wordt gedragen,
met daarover weer een korter vestje. Hoe
meer lagen hoe beter.
De echt modieuze man zal er dan ook niet
voor terugschrikken om over een poloshirt
of coltrui een loshangend hemd te dragen
met daarop een vestje of losse hes en een
jasje. Of een fleecejack met daarover een
spijker-vestje en een gewatteerd jack. Dikke
sjaals, gebreide handshoenen en mutsen of
ouderwetse petten vervolmaken het beeld.
Het leven in de vrije natuur, daarop is de wintermode helemaal afgestemd.
foto cpd
k de overhemden hebben de winter iets stoers. Vlnr een flannelshirt in Viyella-
je, een katoeneoverhemd in een gewassen Vichy-ruit en een gewassen cham-
y-hemd met ingeweven visgraatmotief. foto van oils.
iserstruien met een bijpassende muts uit de
llectie van Dr Martens. foto pr.
Scheepvaart, hoogovens, steenkoolmijnen, metaalbedrijven. De
zware industrie vormt de sfeerbepalende achtergrond voor het
tweede belangrijke thema in de mannenmode: de ruige werk-
manslook, die een hommage lijkt te brengen een de zware ar
beid, weggelegd voor jongens 'die wat in de mouwen heb
ben'.
Typische uniformtrekjes (zelfs militaire) zijn er niet
vreemd aan. De nadruk ligt in dit thema vooral op het praktische en func
tionele aspect van de kleding. Ze moet in de eerste plaats warm zijn,
maar ook comfortabel in het dragen en veel ruimte bieden voor bijvoor
beeld gereedschappen.
Voor dit thema is teruggegrepen op allerlei bekende kledingvormen, die
eens verbonden waren met specifieke beroepsgroepen: het kolensjou
wers-jasje bij voorbeeld, de caban met twee rijen knopen, het zee
mansjasje, de schipperstrui met rits, het pilotenjack met teddy kraag, de
werkmansbroek met zakken op de pijpen, het militaire survival-
jack, cowboyjassen, houthakkershemden. Solide kleding
die omgeven lijkt door de geur van olie en eerlijk zweet
en het geluid van werkplaats of havencomplex.
Hoewel eenvoud het sleutelwoord is in dit thema,
staat de kleding toch bol van de details. Zo zijn er veel
koordsluitingen en dubbele sluitingen met ritsen en
metalen drukknopen, doorgestikte zakken, balgzak-
ken, leren biezen en opvallende metalen ritsen
in truien.
Dat beeld zet zich ook voort in de meer
formele kleding. Colberts bij voorbeeld
hebben in dit thema een dubbele
sluiting met zes knopen of juist een
hoge sluiting middenvoor met
vier knopen en een korte re-
verskraag. Dikwijls worden
jasjes of vesten ook gesloten
met een rits. Datzelfde
geldt voor de (leren) gi
lets, die niet zelden zijn
gevoerd met teddy of na
maakbont.
Het colbert, dat in dit
genre terugkeert in een
corduroy-uitvoering,
wordt naar de achter
grond geschoven door de
bonneterrie; dikke, grove
truien met een handgebrei
de optiek, voornamelijk in
melé's en met een afhangen
de col, maar ook vesten en
losse hessen.
De kleuren onderstrepen het ka
rakter van de kleding: voorname
lijk grauwe, sombere en afgewas
sen tinten met de nadruk op grijs
en zwart. Ook de stoffen maken
de indruk al een tijd mee te
gaan: gewassen canvas en de-
nim-kwaliteiten, geruwde en
vervilte woltypen, soepel leer
en suède.
Dessins komen weing voor, of het moeten de faux-uni's, visgraatmotieven,
Pince-de-Gallesruiten en krijtstrepen zijn. Nieuw zijn de dessins die de indruk
wekken of de kleermaker is vergeten de rijgdraad uit de kleding te halen. Der
gelijke dessins komen we vooral tegen op tamelijk geconstrueerde jasjes.
Orignele werkmanskleding en
moderne variaties daarop geven
de wintermode een stoer gezicht.
foto cpd.
Engelse country-stijl, een beetje conventio-
sl maar opnieuw heel actueelfoto cpd
uitensporten als snowboarding en
mountainbiking drukken komen
de winter hun stempel op de jpn-
ge mode. Een modebeeld als een
bonte lappendeken, waarin zowel
grunge-trekjes zijn te herkennen
als allerlei ethnische en folkloristi
sche invloeden en elementen uit de sportwereld.
Een uiterst ongecompliceerd, relaxed mode
beeld voor de jonge man, die conventies aan z'r
laars lapt.
Van een duidelijke lijn is geen sprake. Integen
deel zelfs, de kleding moet juist de indruk wek
ken of de afzonderlijke onderdelen met grote
onverschilligheid bij elkaar zijn gegraaid. Ver
schillende vormen, kleuren en dessins kun
nen dan ook naar ieders goeddunken wor
den gemixt.
De basis wordt gevormd door de
jeans-kleding, traditioneel van
vormgeving en kleurstelling,
maar met hier en daar ook een
nieuw gezicht. Zo gaat het
overbekende ongevoerde
spijkerjasje komende winter
vergezeld van een gewat
teerde variant en becon
curreren spijkerbroeken
van soepele gewassen
materialen de authentie
ke stugge jeans.
De spijkerbroeken,
maar ook joggingbroe
ken, worden gecombi-
neerd met lange out-
door-shirts (overhem
den van een dikke
kwaliteit, soms zelfs
met een gewatteerde
voering), poloshirts of
truien met bijpassende
vesten en losvallende
hessen, gilets - zowel lan
ge als korte -, survival -
jacks, bodywarmers en ge-
watteerde jacks. De enige
'must' is het fleece-jack, dat
eigenlijk in geen enkele gar
derobe mag ontbreken.
Ook voor dit thema geldt: ge
wassen kleuren, voorname
lijk vaalrood, paars, groen,
bruin, indigo-blauw en
zwart, met hier en wat vro
lijker uitschieters als geel en
oranje. Bij de dessins draait
het vooral om ethnische
prints, die uit alle delen van de
wereld lijken te komen, van
Noorse motieven tot Zuid-
Amerikaanse dekendes
sins, ruiten, patchwork-
en bloemmotieven,
doorgaans verwerkt in
strepen.
Zachte en stevige
materialen gaan
hand in hand:
veel denim en
canvas, maar
ook soepele
breisels en su-
perzachte
fleece-mate-
rialen.
Met z'n stoere kabeltrui en stevige broek kan de man tegen een stootje.
werkman in z'n zondagse pak.
foto charly's company