ZATE
RDAG
S
B
IJ VOEG
S
E
L
Een hopeloze opdracht
■I I
n het vluchtelingenkamp Munigi, bij
de Zaïrese grensplaats Goma, is het
verschil tussen een ejnstig zieke pa-
ïn een dode Hutu bijna niet te zien.
luizenden verzwakte vluchtelingen liggen zij
in zij op zwart vulkanisch gesteente, terwijl
lijden aan cholera, een ziekte die ze niet
:unnen overwinnen. Geluidloos sterven ze.
jjkendragers stappen tussen de vluchtelin-
;en en kijken of iemand al is overleden, of
iog ademt. Overal liggen de vochtige plekken
■an de ontlasting die ze niet meer binnen
tinnen houden, of braaksel.
De hoeveelheid lijken rond de medische
[enten is zo groot dat hulpverleners er niet
Hoor kunnen om stervende vluchtelingen te
helpen. „Wat moeten wij doen? Er op gaan
^taan?", roept woordvoerder Isabelle Pardigu
Van de medische hulporganisatie Artsen zon-
aer Grenzen vertwijfeld. „Ze sterven als vlie
gen."
„Dit is een hopeloze opdracht", zegt Jac-
nues de Milliano, directeur van Artsen zon
etter Grenzen Nederland, die op bezoek is in
"Stoma. „Je kunt de mensen niet afschrijven.
Vlleen zullen we ze niet allemaal kunnen red-
fa len. Daarvoor is het vluchtelingenprobleem
e groot, te overweldigend." Eerder vertelde
;en andere, overwerkte hulpverlener: „Hier-
'oor hebben we geen oplossing. Dit is te
nassaal, een grote vloedgolf zonder einde."
'je hulpverleners proberen desondanks met
pe moed der wanhoop het hoofd te bieden
ian de snel om zich heen grijpende epide-
nieën die de meer dan een miljoen gevluch-
e Rwandezen rond Goma treffen.
Cholera
irgens in de massa ligt een moeder met twee
anderen. Zij is al dood, maar'de kinderen
usten nog tegen haar aan. Haar baby ligt op
iterven, de andere houdt niet begrijpend de
ïand van zijn moeder nog vast. Even verder-
)p rolt een man zijn hoofd achterover en be-
iveegt niet meer. Elk uur sterven tientallen
lutu's in Munigi aan cholera.
Een massagraf is hun laatste rustplaats. Er
geen plaats op het kerkhof, want dat wordt
tevolkt door de levenden die elders in de
itad geen plekje hebben kunnen vinden. De
27-jarige Jacqueline Nyirakabanza stierf don
derdagmorgen onopgemerkt op de begraaf
plaats. Zes mannen die op een meter van
laar de nacht doorbrachten, rolden haar li-
:haam 's ochtends in een matje en brachten
taar naar het massagraf.
,Ze was ziek toen we hier aankwamen, ze
moest overgeven en had diarree", zegt haar
neef Karimera Nyirakabanza. Als een soort
Eerbetoon zet hij zijn bruine vilten hoed op
zijn hoofd en gooit een handje grijze aarde
over haar lichaam, terwijl in een tijdsbestek
van twintig minuten zes andere lijken wor
den aangevoerd.
Een van de lijkenhalers is de 36-jarige Ier
Kevin Noon die voor de hulporganisatie Goal
werkt. Hij heeft al honderden lichamen uit
het kamp en omgeving weggehaald en in
achtwagens gelegd. De stoffelijke over
ZATERDAG 23 JUL11994
Met de moed der wanhoop zijn hulpverleners aan het werk in het
vluchtelingenkamp Munigi. Daar, op de grens tussen Rwanda en Zaïre, slaan
epidemieën genadeloos duizenden en duizenden mensen neer.
De doden liggen in massagraven. Niet op het kerkhof, want daar wonen de
vluchtelingen die elders in de stad geen plekje konden vinden....
schotten verdwijnen in het massagraf en
worden met chloor besprenkeld. Hij zegt
'mechanisch' en 'zonder emoties' de lijken
op te halen. „Ik wil er niet aan denken wat
hier gebeurt. De werkelijkheid gaat mijn fan
tasie te boven. De emoties komen pas 's
avonds. Dan huil ik in mijn slaap." Noon
pakt even later de arm van een man die dood
lijkt. „Oh, hij leeft nog. Nou, die halen we la
ter wel op."
Noon is verbijsterd over de snelheid waar
mee de ziekte om zich heen heeft gegrepen.
„Woensdag was er nog niks aan de hand,
maar donderdag sloeg de cholera ineens toe.
Van de ene op de andere dag zitten we met
honderden doden en stervenden."
Toch was de cholera voorspeld. De hon
derdduizenden verzwakte vluchtelingen had
den immers gebrek aan alles. Vooral aan
eten, goede sanitaire voorzieningen en
schoon drinkwater. De hulporganisaties ho
pen de komende dagen tientallen tonnen
aan medicijnen en vloeistoffen voor infusen
te kunnen invoeren. Maar de tijd dringt, want
elk uur groeit het dodental. Cholera wordt
verspreid door water dat door uitwerpselen is
besmet. De Hoge Commissaris voor de
Vluchtelingen van de Verenigde Naties heeft
hulp gevraagd om 60.000 latrines te installe
ren en de vluchtelingen van schoon water te
voorzien, maatregelen waarmee de epidemie
mogelijk onder controle kan worden ge
bracht.
.Buiten zinnen
Op de begraafplaats heeft Dafrose Kabutum-
wa haar kleine kookpot op een kruis gezet
om hem daar, na de afwas,' te laten drogen.
Een meter verderop plast haar zoon Nzema-
na over een graf.
De almaar verslechterende omstandighe
den drijven de vluchtelingen tot wanhoop.
„Hoe bedoelt u, dat ik het water moet koken?
vraagt Dafrose aan een verslaggever. „Ziet
u niet dat we hier hoe dan ook allemaal zul
len sterven?"
Anderen raken door de ellende hun zinnen
kwijt. Een naakte vrouw rent over de weg,
scheldend op de apathische vluchtelingen-
massa, niet te stuiten door elf lijken die haar
de weg versperren. Een man die doden in
een massagraf dumpt, gooit schaterend zijn
hoofd achterover als hij het lichaam van een
jongetje precies midden in de kuil heeft ge
mikt.
Bij de begraafplaats ontstaat een file van
vrachtwagens met lijken. „Dit gaat al de hele
middag zo door. In elke vrachtwagen liggen
zo'n veertig mensen", zegt een Franse sol
daat. De Fransen en lokale medewerkers,
met mondkapjes, gooien de doden met een
boog in het massagraf. Ze klagen dat de lij
ken zo stinken. Op de rand van een van de
vrachtwagens ligt een gruwelijk verminkt li
chaam. De huid is rood gebarsten.,De Franse
soldaten hebben er geen zin in en laten het
opruimen over aan de medewerkers.
De Franse strijdkrachten die vorige maand
voor een hulpverleningsmissie zijn aangeko
men, hebben de door hen opgezette protec-
tiezone in het zuidwesten van Rwanda moe
ten laten voor wat die was om de helpende
hand te bieden bij de vluchtelingen-chaos in
het Zaïrese grensgebied.
De nog niet bezweken vluchtelingen bren
gen hun dagen door in de stekende rook van
kookvuurtjes en het stof dat woi;dt opgewor
pen dpor de massale mensentrek. Zij hebben
zakdoeken en sjaaltjes om neus en mond ge
bonden om de stank van lijken en uitwerpse
len weg te houden. De meesten staan in de
rij langs de zes kilometer lange weg naar het
meer Kivu, om jerrycans te vullen met ver
vuild, slijmerig water.
Ieder voor zich
Op de weg wordt een Hutu geslagen door
twee Zaïrese soldaten. Hij wil zijn horloge
niet afgeven. Ze slaan hem tegen een hek en
trekken aan zijn arm en broekriem. Even kij
ken er mensen om, maar niemand helpt. Het
is ieder voor zich en God voor ons allen in
Goma.
Volgens het Hoge Commissariaat voor de
Vluchtelingen van de Verenigde Naties, Unh-
cr, hebben behalve de anderhalf miljoen
vluchtelingen rond Goma, ook 200.000
Rwandezen in Bukavu aan het Kivumeer en
nog 200.000 in het iets zuidelijker gelegen
Uvira, hulp nodig. In Burundi is het aantal
Hutu-vluchtelingen inmiddels verdubbeld
tot 200.000. Tanzania heeft 460.000 vluchte
lingen op zijn grondgebied en Uganda onge-
veer 10.000.
Hoewel de nieuwe regering van Rwanda
begin deze week zei dat onschuldige Hutu's
niets hebben te vrezen van de Tutsi-rebellen
die de Hutu-regering hebben verdreven, wei
geren de Hutu's naar hun land terug te keren.
„Ze zeggen dat we hen hebben vermoord, en
dat betekent dat zij ons zullen vermoorden.
Dat is hoe het werkt, wat ze ook mogen zeg
gen", zegt Ujeneza Blondine, die zijn kamp
heeft opgeslagen op het kerkhof van Goma,
een stuk grond met een paar grafstenen en
zwarte en witte ijzeren kruizen.
Dm voedsel smeken
de ogen en een lege
Een teke-
tiend beeld van het
leed onder de vluch
telingen. FOTO REUTER
13] CORINNE DUFKA
S2SB="4|
Een Rwandees jongetje beschermt zich tegen de ondraaglijke luchten op een van de dodenakkers in Goma.
'Ze sterven als vliegen'
Franse militairen inspecteren een zending hulpgoederen op het vliegveld van Goma.