WlTERKRANT 'Vroeger moest je vechten voor een plaatsje' 'Als ze mijn boot jatten ga ik kapot' Gewenning is het enige dat echt helpt tegen zeeziekte Brugwachter verlangt naar een nachtvorstje VISWATER Tussen de Zijl en de Does loopt langs de gemeente Leiderdorp de Dwarswetering, ook wel Dwarswatering genoemd. Het is een fraai stukje viswater al is er door de steeds voortgaande wo ningbouw in de directe omge ving veel van het landelijke ka rakter verloren gegaan. Voor deel is echter dat een groot deel van het water vanaf de oevers bevisbaar is. Leiderdorp heeft er voor de gehandicapte visser zelfs een speciale vissteiger aan gelegd die bereikbaar is vanaf de Grotiuslaan. Voor de vangst van brasem en blei kan ik u het gedeelte dat ligt tussen De Bloemerd en de Persant Snoepweg aanbevelen. Langs die kant van de oever loopt slechts een fietspad zodat u er rustig zit. De beschikbare ruimte tussen fietspad en water is op de meeste plaatsen ruim voldoende. Bovendien vormt het rijkelijk aanwezige riet een prachtige natuurlijke camoufla ge. Op de open plekken kunt u uw visplateau of zitmand ge makkelijk kwijt. In de Dwarswetering huizen grote scholen brasems. Heeft u eenmaal zo'n school naar uw voerstek weten te lokken, voer dan geregeld een paar handjes voer bij want met hun 'stofzui- gerbekken' kunnen ze heel wat aan. Persoonlijk vis ik het liefst op de brasem met de vaste hen gel. En dan geef ik de voorkeur aan een wat langere, ranke glas vezelpen die net zinkend is uit- gelood. Karakteristiek bij een dergelijke uitloding is de fraaie opsteker die zich voltrekt wanneer de brasem tijdens het azen eerst schuin met de kop naar bene den over de bodem wroet en vervolgens weer horizontaal verder zwemt. Door het opgetil de lood verheft de pen zich vaak tot aan het drijflichaam uit het water. Je kunt dan aanslaan, maar ook even wachten tot de pen schuin wegzeilt. Als aas gebruik ik de traditione le bruine of witte vlok. Trek tus sen duim en wijsvinger een flin ke pluk brood uit een vers broodje, vouw dat om de haak en druk het licht aan zodat het niet direct losweekt. Het mag gerust een fors stuk zijn want - zoals gememoreerd - de bra sem heeft een uitstulpbare bek. bram van leeuwen Regionale verwachting voor zaterdag 23 juli 28 graden Noordoost 2-3 boot van het Leidsch Dag en zijn bemanning neemt met een bezoek aan afscheid van Alphen den Rijn. Morgen wordt gezet naar Woubrugge. tips heeft voor de beman ning kan bellen naar het specia le telefoonnummer op de re dactie van het Leidsch Dagblad: 071-356401 of rechtstreeks met de schipper aan boord: 06- 52801476. 2 joonderdag 21 juli, Oude Rijn. yVaar ik al twee weken bang voor ben, is gebeurd. Het buis water is mijn collega-schipper naar het hoofd gestegen. De doorgaans zo nuchtere boeren zoon uit Zwaanshoek laat in zijn logboek van gisteren verge el v noegd weten dat hij zich onder- weg te goed doet aan kreeften- nR soep, zich verlustigt aan vrou- 'welijke redacteuren in bikini en zich laat fêteren door de overige opvarenden en Lenie van de be- ve! dnjfskantine. Het is juist dat beeld dat we de. afgelopen veertien dagen zorg vuldig hebben proberen te ver mijden. Met een aaneenschake ling van misverstanden die het verlies van schip en bemanning tot gevolg hadden kunnen heb ben, is in deze logboeken zorg vuldig de mythe opgebouwd dat het waarachtig niet meevalt om zo'n bootje te besturen. (Geluk kig hebben we meer verstand van verhaaltjes tikken.) Een project als dit heeft name- av lijk zijn gevaarlijke kanten. La- 1 s ten we als voorbeeld de abon nee nemen die op een dag als vandaag acht uur lang in een smoorhete fabriekshal varkens heeft staan uitbenen. Zo'n man (of vrouw) komt uitgeput thuis, om vervolgens te lezen dat een clubje redacteuren van zijn lijf- s 2 blad al twee weken spelevaart 4 met een plezierjachtje en enkele uren daarvoor zijn kwartaal- B 7 abonnement van 85,55 gulden op een zonovergoten terras heeft omgezet in kreeftensoep. Dat levert geen tevreden inge zonden brieven op. Zo'n logboekje van gisteren kan dan ook heel anders. Vandaag heb ik met dezelfde bemanning als mijn collega-schipper geva ren. Dat meisje van die bikini moest bij elke aanlegplaats van boord om te plassen. De redac teur die gisteren nog zo fluitend de koffie inschonk heeft in wer kelijkheid al dagen last van zon- ne-allergie. Hij zit zodanig on der de bulten en zweren dat hij alleen de kant op mag als er een lid van de bemanning met een bel voor hem uit loopt. De jon geman die in het eerste verhaal genoeglijk een schijfje meloen in zijn mond steekt, is in werke lijkheid een stagiair, doet een universitaire studie journalistiek en komt uit Groningen. Die heeft dus alles tegen. En dan Lenie van de bedrijfs kantine. Dat ze de broodjes met liefde smeert, wil ik graag aan nemen. Het is een goed mens. Maar ze heeft me in een vlaag van openhartigheid ook gemeld dat ze daarvoor beleg gebruikt dat bijna over de datum is. Het is ook een praktisch mens. Van de vijftien broodjes waren er vandaag acht met kaas en zeven met spikkeltjesworst. Zo zie je maar. Vanwege het weer moeten we aan boord alle maal een zonnebril opzetten. Maar dat hoeft niet per se een roze te zijn. dick van der plas LOGBOEK Nieuw zandstrand moet meer recreanten naar stille Zegerplas lokken VRIJDAG 22 JULI 1994 Dagjesmensen tonen maar wei nig belangstelling voor het Al- phense recreatiegebied Zeger plas. Om toch meer toeristen te trekken, wil de gemeente vol gend jaar een zandstrandje op spuiten aan de zuidzijde van het meer, aan de kant van WindsurfverenigingZegerplas. Volgens de Alphense wethouder H. Habermehl is het echter ook weer niet de bedoeling om mas sa's recreanten naar de Zeger plas te lokken. „Dit gebied is natuurterrein en dat trekt toch een andere doelgroep dan bij voorbeeld de Reeuwijkse Plas sen. Met een ooievaarsstation en bijvoorbeeld een heempad is dit meer een plaats voor wande laars en fietsers die de rust op zoeken." Dat bleek gisteren ook. Het uit gestrekte, rimpelloze meer weerspiegelt met gouden vonken de zonnestralen. Een handjevol roeibootjes, een geel scheepje aan de steiger en wat zonaanbidders op de grasvel den. Hoewel het gisteren vol gens de spaarzame voorbijgan gers wel 'extreem rustig' was, wordt duidelijk dat de Zegerplas geen echte publiekstrekker is. De kersverse Alphense familie - het gezin trok onlangs de deur van zijn Haagse woning defini tief achter zich dicht - Van den Berg begrijpt het niet. „Wij vin den het hier fantastisch. Dit is toch een eindeloos meer", zegt mevrouw J. van den Berg. „Wat ons aantrekt, is de rust in dit ge bied. Maar ik heb de indruk dat de Alphenaar hier niet komt." Volgens een medewerker van Aan het Aarkanaal letten de recreanten op eikaars bezittingen In Oude Ade gingen dieven heen met een buitenboordmotor. In Roelofarendsveen was het niet anders. En het jolletje dat in de Zegerplas in Alphen lag, was plotseling ver dwenen. Niet zomaar weggevaren met de eigenaar, maar ook meegesleurd door een dief. Niemand die er iets van had gemerkt. Ook de honderden recreanten niet, die hun bootjes in het vlakbij gelegen Aarkanaal aaneen hebben geregen tot een schier ein deloze ketting. Ze halen hun schouders op als wordt gevraagd naar het voorval. Er is er niet een die bang is zelf bezoek te krijgen van botendieven of inbrekers. Zijn hun bootjes dan zo.goed beveiligd? „Nee, dat is niet mogelijk, zegt een man die we maar Willem zullen noemen. Nét als alle anderen wil hij niet met zijn echte naam in de krant. En zeker niet met de naam van zijn boot. Ook dieven lezen kranten. „Als we weggaan doen we de voordeur op slot. Meer niet. Net zoals we het thuis altijd doenf Maar een buitenboordmotor, hoe moetje die nou beschermen? Willem zou het niet weten. Hij wijst op het stalen dak van zijn boot en zegt dat schepen met linnen kap pen veel inbraakgevoeliger zijn. „Als de in brekers een mes bij zich hebben, snijden ze die kap zo open. Maar ach, als ze binnen willen komen, komen ze toch wel binnen. En al heb je de contactsleuteltjes uit het slot gehaald, dan nog weten ze de boot wel aan de gang te krijgen. Weet je, je kunt nog het best de buren vragen om op te letten als je weg bent'' En ze zijn ook aanwezig daar bij het Aarka naal, de oplettende buren. Henny uit Am sterdam bijvoorbeeld. „Een paai' dagen ge leden zag ik iemand neuzen. Hij liep heel langzaam en bekeek elke boot vanuit zijn ooghoeken. Ik heb hem maar even gevolgd. Nou, ik geloof dat hij dat op een gegeven moment in de gaten had, want hij ging in eens gewoon lopen en zei goedemorgen te gen me'' „De politie heb ik maar niet gewaarschuwd. Ik heb hem immers nergens op kunnen be trappen. Bovendien, wat voor een signale ment had ik dan moeten geven? Hij droeg sportkleding, maar dat draagt iedereen met dit weer. Nou ja, er is niks gebeurd. Meestal gebeurt hier niks. De meeste mensen letten hier wel op eikaars spullen. Solidariteit hè. Veel mensen die hier liggen, hebben het niet zo breed. Die hebben jarenlang moeten sparen voor hun bootje. Ik ken er die bijna niet meer varen. Want als ze een zware mo tor hebt, vaar je een liter of zeven per uuj» weg. Kost een tientje. Dan wordt het al gauw te duuri' Meer dan opletten is niet mogelijk, meent Henny. „Beveiligen kun je toch niet. Ja, je kunt de contactsleuteltjes meenemen. En wij hebben nog een extra slot aan de onder kant vgn de deur7 Vriendin Cora heeft nog een tip. „Je moet alle spulletjes die je buiten hebt staan binnen zetten als je weggaat. Wat los staat is zo meegepakt:' „Maakt niet zo veel uif, zegt Henny weer. „Ze kunnen toch een raam inslaan. Het is net als thuis. Ook daar komen ze binnen, al heb je pen- sloten op je ramen:' Cora laat zich echter niet zo gauw uit het veld slaan. „We varen al zo lang. En ons is nog nooit wat gebeurd. Als ik met de fiets naar het winkelcentrum ga, kan die ook ge jat worden. Dat weet je nou eenmaal, crimi naliteit is overal. Al is een boot natuurlijk wel meer waard dan een fiets. Als ze mijn boot jatten, ga ik kapot." Dat vindt Sam uit Leiden ook. Zijn scheepje is zijn lust en zijn leven. Maar dat scheepje heeft al wel geregeld bezoek gehad van die ven. „In Leiden zelf. Daar hebben ze ge woon een paar keer de deur ingetrapt. Maar hier in het Aarkanaal ben ik er minder bang voor. Hier liggen zo veel boten en zijn er zo veel mensen die opletten. Wat zou je er ver der tegen moeten doen? Tegen diefstal van de boot haal ik de bobine er nog wel eens uit. In Leiden dan, hier niet. Dat is me te veel van het goede om dat steeds te doen. Ik blijf nu gewoon bij de boot als mijn vrouw boodschappen gaat doen. En ik heb hier twee honden die onmiddellijk beginnen te blaffen als er iemand in de buurt komt." Zelfs op de binnenwateren kan het soms behoorlijk tekeer gaan. Een stevige bries veroor zaakt al schuimkoppen op het Braassemermeer. Niks voor mensen die zeeziek worden dus. We legden de vraag waar door zeeziekte eigenlijk wordt veroorzaakt maar eens voor aan een deskundige. Een oor arts van het AZL, want het heeft alles te maken met het evenwichtsorgaan. Onze deskundige wil niet met naam en toenaam in de krant. „Want dan gaat iedereen me bellen hoe zeeziekte kan wor den voorkomen en dat is ei genlijk niet mogelijk." „Zeeziekte,", zo legt hij uit, „komt door tegenstrijdige in formatie in de orgaansyste men. Als je gewoon op straat wandelt, kunnen je ogen hun positie in de ruimte bepalen. Dan is er niks aan de hand. De evenwichtsorganen worden door bewegingen geprikkeld. Let maar eens op als je in een trein stilstaat op een station en een trein op het spoor naast je gaat rijden. Dan krijg je even een gewaarwording alsof je ei gen trein in beweging komt." „Ook de zintuigen in gewrich ten en spieren maken dat je weet van je been of je arm hoe die zich houden. Als al die in formatie niet met elkaar strookt, zoals bijvoorbeeld op hoge golven, dan onstaat er een soort duizeligheid, in het ergste geval ontaardend in zeeziekte." „Echt voorkomen kun je het niet, al zijn er pillen en pleis ters die er een beetje tegen helpen. Die verdoven je licht, waardoor de prikkels minder zijn. Eigenlijk is het enige mid del gewenning: veel varen, veel in een auto zitten en veel draaien. Kunstrijdsters maken duizelingwekkende pirouettes en hebben nergens last van. Een gewoon mens zou al van duizeligheid tegen de grond zijn gesmakt. Maar kunstrijd sters hebben het al zo veel en zo vaak gedaan dat ze er geen last van hebben." Zijn naam in de krant? Wil-ie niet. Krijgt hij vast gesodemieter met z'n baas. Want eigenlijk mag hij niets zeggen, de brug wachter op de Alphense brug over de Oude Rijn. Vooral niks over chagrijnige, wachtende au tomobilisten. En wat die alle maal naar zijn kop slingeren. Dat er af en toe een middelvin ger uit een autoraam komt, wil hij nog wel kwijt. En dat er slechts zelden een kwaaie gast z'n brugwachtershuisje inloopt. Dus wel eens? Hij wringt z'n mond in een cynisch lachje: „Zelden. Dat is toch genoeg?" Het is de drukste brug in Zuid- Holland. Alles wat vanaf Gouda richting Schiphol vaart, moet onder zijn brug door. 's Zomers gaat hij zo'n negentig keer per dag open, dan passeren er drie honderd boten. In de winter, zonder de pleziervaart, is dat wat minder. Maar per jaar opent de brug zich toch zeker voor ruim veertigduizend bo ten. Elke keer duurt dat een paar minuten. En al die auto mobilisten en fietsers maar wachten. De bel gaat. Het duurt nog ze ker dertig tellen voordat hij de eerste slagbomen laat dalen. Een oud vrouwtje neemt d'r poedeltje in haar armen en trekt een sprintje om de overkant nog te halen. Veel mensen op straat: zomermarkt in Alphen. „Zeker twintig mensen zijn door rood gelopen", zegt de brugwachter. Langzaam maakt de brug zich los van de weg. Voetgangers wachten, hangend over de slagbomen. Z'n collega komt binnen, aflossing van de wacht: „Tijd voor een nacht vorstje, niet?" Daar wordt hij toch zó moe van, hij kan allang komen! De Al batros V ligt op vijftig meter af stand. De brugwachter hangt uit het raam en wenkt. Maar het schip begint pas te varen als de brug helemaal open is en het rode licht boven het groene au tomatisch uit gaat. Alle schip pers van de bootjes steken hun hand op. Bedankt, hè. Niets geen schelden omdat het zolang duurt. Ook geen middel vingers. Geen auto's vandaag vanwege de markt, dat scheelt. Maar door de week, 's ochtends, als de mensen de trein naar hun werk nog moeten halen, dan is dat wel anders. „Gaan ze om één over weg als ze die van vijf over moeten hebben", schudt de brugwachter z'n hoofd. Dan hebben ze er flink de pest in als ze even moeten wachten. En dan? Weer dat lachje. Hij zegt niets. Alleen dat er in de buurt wel eens een brugwachter is af gerost. Alleen maar omdat de brug even open stond. roelf reinders bestemming: Alphen en Woubrugge AGENDA Honderden recreanten hebben hun bootjes in het Aarkanaal aaneengeregen tot een schier eindeloze ketting. snackbar Sabroso is die indruk juist. Hij denkt dat het schan daal rond de vuilstort in de Coupépolder het recreatiege bied nog steeds parten speelt. „Toen ik hier als kind kwam, moest ik vechten voor een plaatsje voor mijn handdoek. De laatste jaren is het hier aan zienlijk rustiger. Het water trekt in elk geval nauwelijks zwem mers. Het verhaal van de Cou pépolder schrikt de mensen toch af, denk ik dan. Ze kiezen eerder voor de Nieuwkoopse Plassen of de Braassem." Ook de serveerster van Pavil joen Amigo denkt dat sommige mensen het schandaal nog niet zijn vergeten. „Er zullen best mensen zijn die er voor wegblij ven. Maar als het water hier niet goed is, neem ik aan dat de ge meente er wel borden zou plaatsten. Bovendien zwemt er zat vis in. Ik ga er ook altijd zwemmen, hoor. En ik geef nog altijd geen licht." Volgens de serveerster valt het wel mee met de rust rond de Zegerplas. „In de weekeinden kan het hier stervensdruk zijn. Maar inderdaad, door de week stelt het weinig voor. Dan zijn er vaak alleen de vaste klanten die in de namiddag of in de avond even langs komen. Maar ik ge loof ook dat veel mensen op va kantie naar het buitenland zijn gegaan vanwege het slechte weer van vorig jaar. In elk geval zou het gebied rond de Zegerplas best wat meer 'toeters en bellen' kunnen krij gen, is de mening van enkele ondervraagde recreanten. „Er valt hier weinig te beleven", is De Zegerplas in Alphen aan den Rijn is geen echte publiekstrekker meer. foto ben de bruyn een veel gehoorde klacht. Met I badpak van de zon. Zij zou I maar nooit langer dan een paar I r niet^oed van haar rug tegen een boom geniet graag een toilet in de buurt heb- uurtjes. Want als je elke keer brenda filippo de Alphense M. van der Zwan in ben. „Ik ben hier regelmatig, een kopje koffie moet drinken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 11