Een vleesgeworden strip Dwangmatigheid ZATERDAG 16 JULM 994 Fred en buurman Barney op pad. The Flintstones. Van links naar rechts Betty (gespeeld door Rosie O'Donnell), Barney (Rick Mo- ranis), Fred (John Goodman) en Wilma (Elizabeth Perkins). The Flintstones als speelfilm. Yabba-Dabba-Doo Rond de jaarwisseling was Steven Spielberg respectabel gekleed, intelligent bebrildop rondreis door Europa ter promotie van Schindler's List. Het nieuwe imago paste bij de serieuze speelfilm. Het was Spielbergs bijdrage aan de poging nieuwe generaties bewust te maken van de verschrikkingen van de holocaust. De nieuwe Spielberg viel in de smaak; in Hollywood streek hij eind maart eindelijk zijn felbegeerde Oscars op. Toch had Steven op dat moment al weer als producent de gebruikelijke commerciële flau wekul aan zijn hoofd: de verfilming van de cartoonstrip 'The Flintstones'als speelfilm. Komende week beleeft het resultaat zijn première in 'Nederland. De stripwerkelijkheid, een stap verder dan Roger Rabbit. JOHN OOMKES De filmcritici zullen het wel weer niks vinden, maar bij het zien van The Flintstones heb ik onbekommerd in de kreukels gelegen van het lachen om de dialogen die puntiger en scherper zijn dan de Smalltalk in de talkshows van David Letter man en Jay Leno, zoals ze tegenwoordig iedere avond in de Nederlandse huiskamer te zien zijn. Het is een perfec te familiefilm, zonder enige pretentie anders dan te ver maken. Fred komt thuis van een avondje bowlen met de ande re leden van zijn loge. Hij loopt op kousevoeten door het huis om niemand wakker te maken, maar komt ten val. Als hij bijkomt van de klap, ziet hij de hatelijke tronie van zijn schoonmoeder, Pearl Slaghoople. In haar herkennen we het wat pafferige gelaat van ene Elizabeth Taylor. Slaghoople vindt haar schoonzoon toch al een dweil en laat geen gelegenheid onverlet om hem dat nog 'ns dui delijk te maken. Wilma Flintstone grijpt in: „Moeder! Fred! Jullie zouden je moeten schamen!" Schoonmoeder Pearl: „Ik heb er mijn handen aan vol om me over hem te schamen." Fred: „Je hebt je handen alleen al vol als je in je nek krabt." Wilma: „Hou op, jullie allebei! Moeder, Fred is een lief hebbende echtgenote en een goede kostwinnaar." Pearl: „Oh ja? Echt? Wat heeft 't jou anders opgeleverd dan zijn schaduw?" THE FLINTSTONES zijn al jaren een succes omdat de verhaallijn zo geruststellend is. Al in de Steentijd hadden kerels ruw van bolster, blank van pit het aan de broek met schoonmama. De onderliggende waarheid als een koe: er is niets nieuws onder de zon. Het bijbelboek Prediker maakt ons dat wijs, maar de tekenfilms die Bill Hanna en Joseph Barbera vanaf 30 september 1960 met grote frequentie produceerden rond het prehistorische echtpaar Fred en Wilma Flintstone en hun buren, Bamey en Betty Rubble, lieten ons dat ook daadwerkelijk zien. De 160 afleveringen die zich in Bedrock City afspelen worden nog ieder jaar in meer dan tachtig landen einde loos op TV herhaald. The Flintstones vervelen nooit omdat ons eigen men selijk falen, onze eigen grote en kleine gevoelens, model staan voor de scenariootjes over jaloezie, afgunst, groot heidswaanzin en edelmoedigheid die de levens van de fa milies Flintstone en Rubble bepalen. Ja, Fred wil graag een grotere auto, Barney wil ook graag een zoon, de ar beiders in de steengroeve willen hogerop komen, het ka pitalisme is van oudere datum dan het Marxisme. Van daar dat we vanaf 1960 The Flintstones beschouwen als een onderdeel van ons collectieve geheugen even her kenbaar als de aanslag op Kennedy of de landing op de DE VERFILMING van stripverhalen of tekenfilms is niets nieuws in Hollywood, dat een grote en continue be hoefte heeft aan goede scenario's, maar uit angst voor de grote risco's waarmee filmprodukties tegenwoordig om geven zijn steeds vaker kiest voor risicoloze re-makes. Su perman is tegenwoordig een TV-serie, Batman marcheert iedere twee jaar larger tlian life over het witte doek, Roger Rabbitt met zijn vermenging van getekende en gefilmde werkelijkheid was een succes. En de animaties van Dis ney vormen nu nog de basis voor een machtige produk- tiemaatschappij, die niet alleen in de bios of op de home- video-markt maar ook met pretparken onze werkelijk heid bijkleurt. BEDROCK CITY, het stenen tijdperkplaatsje dat de woonplaats van The Flintstones voorstelt in de tekenfilms van Hanna en Barbera, bestaat inmiddels ook in werke lijkheid. Het is opgetrokken in een tijdelijk niet gebruikte steengroeve in Sun Valley, vlakbij de ruige Vasquez Rocks, iets ten noorden van Los Angeles. Daar werd on der leiding van regisseur Brian Levant (bekend van 'Beethoven' en TV-series als 'Happy Days' en 'Mork Mindy') vorig jaar enkele maanden gedraaid. Spielberg alias Spielrock in deze film zorgde voor de produktie door poppen in te huren van Jim Henson (The Muppets) en special effects van Industrial Light Magic a raison van een slordige 85 miljoen gulden. Een speelfilm kun je The Flintstones eigenlijk niet noe men. Het is een vleesgeworden strip, een cartoon op le vensgrootte. John Goodman, zo fantastisch op dreef in Barton Fink, overtreft zijn echtgenotenrollen in de TV-se rie Roseanna en zet Fred Flintstone in al zijn ijdelheid en grootmoedigheid neer. Gek op Wilma (Elizabeth Perkins), buurman Bamey (Rick Moranis, bekend van Honey I sh runk the Kids') en buurvrouw Betty (Rosie O'Donnell, be kend van 'Sleepless in Seattle'). De details zijn fantastisch getroffen. Kyle MacLachlan, fameus als FBI-agent Dale Cooper in David Lynch' TV- serie 'Twin Peaks', speelt een rigoreus frauderende jonge zakenman. De wulpse Halle Berry diens fraai vormgege ven secretaresse Miss Sharon Stone Twee tweelingen van vijf spelen de kids Pebbles en Bamm-bamm. Het prachtige bandje The B-52's maakt zijn opwachting als The BC-52's Maar het mooiste bewijs dat type-casting heel veel vermag, wordt geleverd door de oude diva Eliza beth Taylor in te huren als de wraakzuchtige schoonma ma Pearl Slaghoople. La Liz maakt van haar korte optre den een succesnummer. Met koninklijke arrogantie speelt ze bijna iedereen van het doek. Dat kan ze ook, want van Fred staat de mimiek vast, van Liz absoluut niet. TWEEHONDERD miljoen gulden heeft The Flintstones inmiddels opgeleverd. Wedden dat Steven Spielrock bij dat soort bedragen net zo opspringt als Fred Flintstone, luttele seconden in de lucht blijft hangen, en er een kei hard Yabba-Dabba-Doo uitperst? Denkwijzer U hebt net alles, inclusief uw gezin, in de auto gestouwd en bent nog maar nauwelijks om de hoek van uw straat of de eerste vakantiedwanggedachte slaat al toe: ,,ls de voordeur wel goed dicht getrokken?". Nog geen honderd meter verder voegt nummer twee zich daarbij.' „Is Ifet koffiezet-apparaat wel uitgezet?". Voor u goed en wel het dorp uit bent, zijn u alle ramen, deuren, kranen en apparaten al door het hoofd gegaan en zit u de voor- en nadelen van het hardop uitspreken van uw twij fels af te wegen. Dikke kans dat er minstens een paar zijn waar geen van de inzittenden voldoende gerust stelling voor te bieden heeft. Ge zien het sombere vooruitzicht van honderden kilometers kom mervolle gedachten, valt u terug op een inmiddels ook al jaren beproefd ritueel: „Jongens, we moeten nog heel even terug want volgens mij zijn we vergeten om....". Protest, gezworen verkla ringen dat alles in orde is, drei gende taal als 'lekker om zo je vakantie te beginnen...', het haalt allemaal niets uit. Voor u staat één ding als een paal boven wa ter: er moet nog een keer gecon troleerd worden! Overigens, als het inderdaad bij één keer blijft, is er weinig re den tot ongerustheid over uw psychische constellatie. De meeste mensen hebben af en toe de neiging om te controleren of de deur op slot is, en het gas wel uit gedaan is, ook al weten ze dat ze die handelingen verricht heb ben. Maar ondanks het feit dat ze het tot op zekere hoogte raar van zichzelf vinden, is er iets in hen dat zegt dat ze toch nog een keer moeten controleren, just to make sure. Normale dwangmatigheid kan zich overigens ook in andere dingen manifesteren. De meeste mensen hebben een of meer da gelijkse rituelen - zoals een och tend- of een huisschoonmaak-ri- tueel - waarin dingen een vaste volgorde hebben. Als zo'n ritueel om een of andere reden onder broken wordt, ontstaat er meestal een gevoel van onbeha gen. Ook overkomt het de mees ten van ons weieens dat als we met iets belangrijks bezig zijn - een belastingformulier invullen, contract opstellen, presentatie voorbereiden, bureau opruimen, cadeau voor iemand uitzoeken - we zo kunnen opgaan in allerlei details en voorbereidingen, dat we het doel waar het om gaat, of het overzicht uit het oog verlie zen. Meestal zijn dit toestanden die weer snel voorbijgaan. We zien op een gegeven moment in hoe pietepeuterig we bezig zijn, lachen om onszelf, halen onze schouders op, relativeren de boel en gaan over tot de hogere orde van de dag. Maar zelfs als we een bepaalde dwangmatigheid heb ben en houden (ik heb een ken nis die op zijn vakantie-route al tijd de telefoonpalen moet tellen en een ander die zijn vergader stukken altijd precies recht voor zich moet hebben liggen waarbij zijn overhemdknoopjes de mid dellijn vormen) hebben we meestal ook flexibiliteit en 'ik- sterkte' genoeg om zo'n dwang- neiging geen overheersende plaats in ons leven te laten inne men. Zoals de 'telefoonpaal'- kennis het zo treffend zei: „Nou ja, als dat de ergste afwijking is waar ik me zorgen over moet maken...". Maar voor een aantal mensen, naar schatting zo'n twee tot drie procent van de Nederlandse bevolking (wat neerkomt op een kleine half miljoen mensen), zijn dwanggedachten en dwanghan delingen het ergste dat hen in hun leven is overkomen. Ze heb ben zo'n sterke drang tot orde nen en controleren dat spontane gedachten, gevoelens en hande lingen praktisch onmogelijk zijn geworden, hoeveel logisch den ken en relativeren ze er ook te genaan gooien. We spreken in zo'n geval van een obsessief-com- pulsieve stoornis (OCS) waarvan de voornaamste kenmerken zijn: het optreden van dwanggedach ten (obsessies) en/of dwanghan delingen (compulsies) op een zo danige manier dat ze ernstige overlast veroorzaken en tenmin ste een uur, en vaak vele uren, per dag in beslag nemen. Ze ver storen in ernstige mate het dage lijks leven, werk, sociale activitei ten en relaties met anderen. Een voorbeeld van een obsessie is dat van een man die dagelijks vele malen eenzelfde aantal reken sommen correct in zijn hoofd moest uitvoeren (11 x 11,12 x 12 enzovoorts tot 23 x 23) om te voorkomen dat zijn in het bui tenland wonende broer iets ergs zou overkomen. Deze man, en dat geldt voor vrijwel alle men sen die aan OCS lijden, beleefde zijn obsessie als zinloos of irra tioneel, maar was toch niet in staat het te laten, onder meer vanwege de angst die opkwam als hij dat probeerde. Voor dwanghandelingen of compul sies, zoals urenlang schoonma ken of handenwassen na aanra king van iets dat mogelijk vuil of bacteriën bevat zoals de deur knop van een hoteltoilet, geldt precies hetzelfde. De persoon in kwestie beleeft het dwanggedrag als absurd, maar kan het vanwe ge de angst die anders opkomt, toch niet laten. De meest voorkomende dwan- grituelen zijn: A) Schoonma ken/wassen; sommige mensen met OCS kunnen soms 5 tot 10 uur onder de douche staan. B) Herhalen; bijvoorbeeld het steeds weer hardop moeten uit spreken van de naam van een broer of zus uit angst dat deze anders een ziekte overkomt. Q Controleren; zoals talloze keren het bed uitgaan om te checken of de ramen wel goed dicht zitten. D) Vermijden; het steeds ontlo pen van bepaalde prikkels of ob jecten, zoals de schappen in su permarkten waar chocoladere pen liggen. E) Uiterst precies zijn; alles mag alleen maar op een bepaalde manier op een be paalde plaats op het bureau ge legd worden en liggen. Een voor de handliggend ken merk van mensen met OCS is daarom, dat ze vaak (veel te) langzaam zijn: taken komen niet op tijd af omdat ze veel te lang over allerlei details of voorberei dingen doen. Daardoor komen ze vaak ook te laat op hun werk en op sociale bijeenkomsten. Een ander kenmerk is dat ze een zeer sterke neiging tot twijfelen hebben. Die twijfelzucht, zoals het wel genoemd wordt, leidt er toe dat ze anderen, zoals part ners, voortdurend om geruststel ling vragen. Maar de verstrekte geruststelling houdt het meestal niet lang - vaak niet langer dan een paar seconden. De druk die het constant vragen om gerust stelling op een relatie kan leggen, is niet zelden zo groot dat de re latie daaronder bezwijkt. OCS kondigt zich vaak zo rond het begin van de volwassenheid (rond het 21ste levensjaar) dui delijk aan en doet zich vaker voor bij beter gesitueerden en hoger opgeleiden. Vermoedelijk vanwege de eerder genoemde kenmerken van OCS, blijven veel lijders hun hele leven vrijgezel, of raken gescheiden en hebben vaak geen full-time (hebben ze te weinig tijd voor) maar een part time baanEr zijn aanwijzingen dat een aanzienlijk deel van de mensen met OCS, voor die in alle hevigheid losbarstte, al duidelijke trekken van een zogenaamde dwangmatige persoonlijkheid vertoonden. De voornaamste kenmerken van een dergelijke persoon zijn (naast twijfelzucht, het in beslag genomenen worden door details, regels, schema's en het last hebben van dwangge dachten als 'ik moet de tegels tel len als ik op straat loop'): 1) Overdreven voorzichtigheid. 2) Zo perfectionistisch zijn dat het afmaken van dingen daardoor in het gedrang komt. 3) Zozeer ge richt zijn op het 'nut' van dingen dat dat ten koste gaat van levens- plezier en relaties'met anderen. 4) Overdreven gewetensvol en moralistisch zijn, altijd maar in de weer met hoe het hoort. 5) In flexibiliteit en stijfkoppigheid. 6) Er voortdurend op staan dat an deren zich helemaal naar zijn- /haar manier van doen en den ken richten, of pertinent weige ren dingen aan anderen over te laten. Op de vraag of er thera peutisch iets te doen is aan OCS, is het antwoord duidelijk: ja. Aangetoond is, dat gedragsthe rapie de klachten sterk kan verminderen, hoewel veel pa tiënten na afloop niet volledig 'klachtenvrij' zijn. Ook behande ling met medicamenten, met na me antidepressiva, kan helpen. Dat laatste waarschijnlijk vooral omdat, begrijpelijk, OCS tot de pressie kan leiden, waardoor op zijn beurt de OCS weer versterkt wordt. Kortom: waar dwangma tigheid het scheppen is van een gevangenis uitje vrijheid, kan behandeling de celdeur wijd open zetten. RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie John Goodman als Fred Flintstone. Hij zet de stripfiguur neer in al zijn ijdelheid en grootmoedigheid. FOTO'S •UIP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 29