Beeldentuin is een aanwinst seal verder weg fan de dansvloer 'Ik fotografeer armoede, geen ellende' Cultuur Kunst Luchtig orgelspel Marie-Claire Alain Vervuild zalmroze tapijt weg uit Muziektheater )penluchttheater omgetoverd ti Tsjechovs 'Kersentuin' tERDAG 16 JUL11994 ef z4l: „Om mezelf niet te gaan herhalen moest ik eerst weer normaal 'in8 in leven." foto rob verhorst slaat} <-7 CHEF ANNEMIEK RUYGROK. 071 -356471PLV -CHEF JAN RIJSDAM. 071-356472 STERDAM LOUIS DU MOULIN 'ekft il is zich er al van bewust dat spe-veel heeft uit te leggen. Eerst mistgeroepen worden tot dé Brit- |k®. pop-ontdekking van 1991, 'reevolgens drie jaar lang onder- 30iken en dan terugkomen met ^deji loodzware single, zijnde muzikaal gebed voor hen sterven. Niet bepaald de lest voor de hand liggende zo ag van zaken, erkent de rijzi- Londenaar. „Althans voor Voor mij is er nooit andere weg dan die ik ge- een men heb in beeld geweest. t M|l wel komen omdat ik ervoor 'Lo& om verder te gaan als het rve reotype popidool." <otstijn tweede album 'Seal' is tdi^i meet af aan vooral een po injg geweest om afstand te ne- van het mega-succes dat m vanaf zijn solo-debuut- an igle 'Crazy' tot benauwens heeft omringd. Vandaar zijn zienbarende breuk (in eerste itantie) met producer Trevor )m en zijn verkenning van het idioklimaat aan de -Ameri- anse westkust, een trip die andeweg zou ontaarden in a| n 'eindeloze vakantie'. 3 „Het leven daar beviel me zo ed dat ik aan schrijven niet ekwam. Ik stond ook droog, lor je eerste plaat heb je je he- ooi, leven de tijd, maar voor de jvolger moet je toch vooral jtten uit de ervaringen erna. 354jn mezelf niet te gaan herha- 1 moest ik dus eerst weer nor aal gaan leven. Ik heb me los weekt van de muziekscène tar, ben verliefd geworden en in met m'n vriendin naar exico gegaan, waar ik vele aanden heb gezeten. Later jb ik in Los Angeles de rellen Begemaakt, nog een dubbele ngontsteking opgelopen, zag op Sunset Boulevard iemand 1 ior mijn neus neerschieten en fb ik met m'n Range Rover i'n smak gemaakt dat ik af en e nog niet kan geloven dat ik Qelp wagen levend heb verlaten, is daarna kreeg ik eindelijk het Ivoel dat ik weer iets te mel- inhad." Seal (31) dacht eerst in Nick een perfecte producer (vonden te hebben, maar vam na weken experimente el toch tot een andere conclu- Hoog huisvlijtgehalte en stoelen met de slappe lach in Voorschoten: In Voorschoten zijn twee exposities met twee verschillen de temperaturen. De warmte is blijven hangen onder de hanebalken van het Ambachts- en Baljuwhuis waar werk van Zuidhollandse beeldhouwers te zien is. In de tuin van de openbare bibliotheek waait een koel briesje boompluis op rond de beelden van Voorschotense kun stenaars. Het zijn twee heel verschillende tentoonstellin gen die één ding duidelijk maken: beelden moeten vaker naar buiten. Die ongewone omgeving plus de 'extraatjes' die moeder natuur ongevraagd toevoegt, brengt leven in verstilde objecten. schaal. De materialen verrassen. Een trits aan elkaar geregen moertjes blijkt van een kleurrij ke schoonheid te zijn die een enkel moertje niet doet vermoe den. Van bamboe maakte Tine ke van Ede een fragiele con structie met daarin kleinere bamboestukjes aan nylondra den. Volgens de beschrijving zou het muziek moeten maken bij 'elk zuchtje wind'. Dat kwam er niet uit. Want hoe ik ook heen en weer liep en wapperde met mijn notitieblok, ik hoorde alleen de planken vloer kraken onder mijn bewegingen. Christine Linaris-Coridou gaat gebukt over straat. Wat ze daar vond, heeft ze op textiel genaaid. In 'Touwtjes' heeft ze de oogst van op het strand aan gespoelde stukken touw ver werkt. Het heeft een hoog huis vlijtgehalte. Spannender is 'Ka lender', zes doeken op kleur volgenaaid met vondsten van de straat. De collages van een ring, rietjes, ballonnetjes, stuk jes papier, patatvorkjes met het straatyuil er nog op, prijskaart jes en elastiekjes maken VOORSCHOTEN LETTY STAM In het Ambachts- en Baljuwhuis is onder de titel 'materiaal met ruimte' heel divers werk bijeen gebracht van negen kunste naars die 'beeldhouwen' met traditionele en minder gebrui kelijke materialen als rubber, textiel of krantenpulp. Beatrijs Schweitzer maakt geheimzinni ge en vooral stoere objecten die bijna prehistorisch aandoen. In een titelloos stuk is een ge groefd marmeren elips in een staal met leren constructie ge vat. Volgens Schweitzer een voorwaardelijk schild. Een an der werk is 'Tantalus'. Een pun tige steen hangt als een druppel boven een groter stuk steen met een holte. Een stalen construc tie voorkomt dat de twee ooit bij elkaar komen. Paulus Maria gebruikt materi alen uit de bouw. Van koperen scharnieren heeft hij een in el kaar draaiende spiraal gemaakt. Substitute III bestaat uit raam- kruizen en moertjes. Het lijkt het geraamte van een New Yorkse wolkenkrabber op De windroos van Peter van Loon. nieuwsgierig naar hun geschie denis voordat ze in de goot be landden. Waar komt dat oranje plastic zeesterretje vandaan? En waarom is snoepgoed zo vaak foto loekzuyderduin verpakt in goud? Petra van der Meijden heeft de rommelige binnenplaats bij de bibliotheek herschapen in een prachtige expositieruimte. De nieuwe 'galerie' is in vier verschillende niveaus bijna ge heel betegeld met hier daar een lapje tuin. Het bankje bij de im posante linde geeft rondom zicht op het werk van zes kun stenaars uit Voorschoten. Renée Steenbrink put inspiratie uit de natuur. Haar 'spirit of de wind' van wilgentenen, veren, groen uitgeslagen koperen buizen en stenen aan touwen doet sterk denken aan een Indiaanse scep ter. Tineke Porck toont de pracht en kracht van eenvoud. Ze heeft een roestvrijstalen cirkel door midden gezaagd en daar een vierkant tussen gelast. Dat vier kant verbindt en scheidt de twee halve cirkels. De opge droogde regendruppels en de mier die over het glimmende ijzer loopt, geven het object een extra dimensie. Eelkjen Kloos maakte van gips op kippegaas drie stoelen op ruwhouten vlon dertjes. Volgens de titel dansen de meubels. Vanaf de bank lijkt het eerder dat de stoelen de slappe lach hebben en van pret met hun poten trappelen. Ook hier heeft moeder natuur het beeld weer een extraatje mee gegeven. Zandkorrels liggen op de overgang van zitting en rug leuning. Materiaal met ruimte in het Ambachts- en Baljuwhuis is tot 15 augustus dagelijks te zien van 14.00 uur en 17.00 uur. Buiten Beeld in de tuin is tot 1 oktober te bezichtigen tijdens de openingsuren van de biblio theek. sie. Met de veel beroemdere (en duurdere) Steve Lillywhite (be kend van Ultravox tot U2) als nieuwe vertrouwensman leek hij aanvankelijk beter uit de voeten te kunnen, totdat hij na het opnemen van 'bijna vijf songs' ook hem moest vertellen dat hij niet tevreden was. Nog voordat Seal zelf dacht aan een hereniging met Trevor Hom belde deze hem op. „Hij was ook in L.A. bezig en vroeg of ik in een nummer van Wendy Lisa een bepaalde passage voor mijn rekening kon nemen. Vanzelfsprekend wilde ik dat wel, waarna het leed al snel ge leden was. Want in die korte tijd dat Trevor me onder handen nam voelde ik me meer zanger dan ik me in tijden had gevoeld. Al die voorafgaande investe ringen in tijd, geld en mens kracht zijn volgens de man met het zwaar getekende gezicht ze ker niet verspild geweest. „Ik denk niet dat we zo goed voor de dag waren gekomen als Tre vor en ik meteen samen aan de slag waren gegaan. In dat geval was mijn inbreng ongetwijfeld minder geweest. Nu hebben we veelal op basis van gelijkwaar digheid samengewerkt, waar door ik dit album meer dan het vorige als het mijne beschouw." Ingetogener, donkerder, me- lancholieker staat er op de stempels die 'Seal-heeft meege kregen. Dat betekent dus verder weg van de dansvloer, waar hij zich ooit in dienst van Adamski (hitsingle 'Killer', 1990) uit de anonimiteit zong. „Kan zijn, maar het is natuurlijk de vraag of ik daar wel thuishoorde," al dus Seal, die in Californië zijn dreadlocks heeft ingeruild voor een coupe Philishave. „In een vorige levensfase kon ik er wellicht wel m'n ei kwijt, nu niet meer. Maar dat wil nog niet zeggen dat ik ook zwartgal- liger ben geworden, zoals intus sen volop wordt beweerd. Want hoe zou ik nou somber kunnen zijn als ik de luxe ken dat ik al mijn eigen problemen van, me af kan zingen? Dat is wat ik met deze plaat toch vooral heb ge daan. Voor mij is het maken er van een regelrechte therapie ge weest. Daarom is dit album al bijvoorbaat een succes." MUZIEK RECENSIE LI DY VAN DER SPEK Internationale Orgelserie 1994. Marie-Claire Alain op het Van den Heu velorgel. Gehoord 15 juli in de Nieuwe Kerk te Katwijk aan Zee. Onder het motto 'de aanhouder wint' is het de Stichting Orgel comité Nieuwe Kerk na tien jaar gelukt Marie-Claire Alain uit Parijs naar Katwijk te lokken. Dochter van een organist en zuster van de jonge, in 1940 ge sneuvelde organist/componist Jehan Alain, is het redelijk voor spelbaar dat ook zij het vak in ging. Met eerste prijzen voor improvisatie, harmonieleer, contrapunt en fuga kwam zij van het Parijse Conservatorium. Door haar briljant en intens spel weet zij al jaren over de he le wereld de orgelliefhebber te boeien. Alain opende het concert met" Pange Lingua, een driedelig werk van Nicolas Grigny (1671-1703), organist in de Notre Dame in zijn geboorte plaats Reims. Voor Grigny een werk met weinig versieringen en 'gentillesses', waarin de ge- puncteerde ritmes weinig alert gespeeld werden en de fuga wat plakkerig bleef. Noch de Varia ties op een kerstliedje, noch die op een thema van Clément Jan- nequin (1936) van Jehan Alain gaven mij het gevoel dat er een wereldberoemd artiest hoog achter het orgel schuilging. Pas in de 'Pièce d'orgue' in G-dur van J.S. Bach kwam er iets in haar spel wat de Franse vertol ker verraadde: luchtig, bijna vluchtig maar heel virtuoos spel, helemaal niet Duits. In het koraal 'Schmücke dich, O liebe Seele' kreeg Alain het instru ment echt onder controle. Ook in Franck's 'Prélude, fugue et variation' viel deze fijnzinnige registratie op. Tot slot speelde Alain als een waar eerbetoon twee werken van haar broer Jehan. Bezonken en doordacht weerklonk de tere melodie van het postlude ge volgd door een reeks van sterke en spanningsvolle smeekbeden. Permanente hoop voedt fotograaf Sebastiao Salgado AMSTERDAM GPD Duizenden vierkante meters zalmroze tapijt uit het Amster damse Muziektheater verdwij nen deze week in vuilcontai ners die buiten de cultuurtem pel aan de oevers van de Am- stel staan. De zalmroze kleur was de persoonlijke keus van architect Cees Dam. Al meteen na de oplevering van het Mu ziektheater in 1986 werden de eerste vieze voetstappen en brandgaatjes van uitgetrapte sigaretten zichtbaar. Menige bezoeker heeft zich sindsdien geërgerd aan het steeds groei ende aantal grijze vlekken en de donkerbruine putjes in het tapijt op de zo fraaie combina tie van trappen en balkons. Er komt nu een donkerblauw ta pijt met een glasvezelpatroon dat oplicht bij speciale belich ting. Voor de vloer bij de druk bezochte bars op de balkons is gekozen voor makkelijk te on derhouden marmoleum. Het leggen neemt een aantal we ken in beslag en is in elk geval klaar voor de start van het nieuwe uitgaansseizoen begin september. rtSTERDAM GPD en zij op haar beurt is verliefd op zijn bewondering. Zoals ge woonlijk bij Tsjechov leidt ook dit verhaal naar een onvermij delijk dramatisch slot. Ljoebow doet niets om het landgoed te redden en vertrekt opnieuw naar Parijs. Lopachin laat de kersentuin van het landgoed omhakken om daar zomerhuis jes neer te zetten. Nettie Blanken speelt de rol van Ljoebow; voor Lopachin te kent de vaste Amsterdamse Bos-acteur Geert Lageveen. Do- rine Niezing (Suusje uit de tele visieserie 'In de Vlaamsche Pot') maakt in de rol van Ljoebows dochter Anja haar toneelde buut. «De voorstelling is tot en met 27 augustus te zien. Bij twijfelachtige weersomstandig heden kan vanaf 18.00 uur wor den gebeld naar nummer 020- 6433286. 45ët Openluchttheater in het Bos wordt deze >mer omgetoverd in 'De Ker- ptuin', het landgoed van Ljoe- )w Andrejevna en haar broer ajew uit Tsjechovs gelijknami- 30,toneelstuk. 'De Kersentuin' is nieuwe produktie van regis- iur Frances Sanders en haar 2Q leatergroep Het Amsterdamse 'Ós. Het gratis openluchtspek- kel in juli en augustus trekt arlijks bijna 30.000 belangstel- nden. Het verhaal begint m,et de te- e igkeer van de berooide Ljoe- 3w naar 'De Kersentuin' na in mislukt avontuur in Parijs, et landgoed zal na de zomer ig |j opbod worden verkocht om B schulden die zij en haar re roer Gajew hebben gemaakt te linnen betalen. Aspirant-koper Dpacfcin is verliefd op Ljoebow PARUS DOMINIQUE ELSHOUT De bezoeker mag het meteen weten; zes abcessen zitten er onder zijn linkerarm en hij heeft waarschijnlijk malaria. Onbe schroomd doet de vermaarde Braziliaanse fotograaf Sebastiao Salgado verslag van zijn ge zondheidstoestand. De open heid is tekenend voor de manier waarop hij zijn reportages maakt. Er moet wederzijds ver trouwen zijn, anders kan hij niet werken. Drukke gebaren, heldere, priemende blauwe ogen, verha len met tal van zijwegen, tus senzinnen, uitweidingen. Aan niets is deze ochtend te merken dat de Braziliaanse meester tot zes uur in de morgen in de weer is geweest. Een gedreven, vrien delijke man, gezegend met een onblusbaar optimisme en ge voel voor het leven. Acht maan den per jaar is hij van huis. Ei genlijk heeft hij geen tijd voor interviews. Salgado gaat ver om zijn doel te bereiken. Moet hij ergens vier maanden blijven om de best mogelijke foto's te maken, dan blijft hij vier maanden. Dat le vert ontroerende documenten op. Beelden voor de eeuwig heid. Een van die documenten is tot en met 21 augustus te zien in het Nederlands Foto Instituut in Rotterdam. 'Workers', is de titel. Een eerbetoon aan hand arbeiders uit de hele wereld. Salgado reisde ervoor naar een fietsenfabriek in China, de scheepswerven van Gdansk, to nijnvissers op Sicilië, theeplan tages in Ruanda, scheepsslope- rijen in Bangladesh, de goud mijnen van Serra Pelada in Bra zilië en nog veel meer. Uit de 45.-000 contactafdrukken die de Braziliaan maakte gedurende de zes jaar dat zijn project duurde, koos hij de 350 foto's die in Rotterdam hangen. Overal legt Salgado vlot con tact met de mensen wier leven hij in beeld wil brengen. Noem het maar zijn Braziliaanse in borst. „Een Braziliaan is erg open. Als je hem een uur kent weet je alles over zijn familie, zijn verleden, zijn toekomst." Coal Mining, Dhanbad, India 1989. Zo gaat ook Salgado te werk, al tijd in zijn eentje. Met andere journalisten trekt hij zo min mogelijk op, want dat leidt al leen maar af. „Ik moet één wor den met de groep waarbij ik op bezoek ben. Ik vertel over mijn kinderen, vraag hoe het met hün kinderen gaat, wat ze eten, van welke'soort muskieten ze last hebben. Mijn zorgen en problemen wil ik met hen de len. Dat gaat niet als ik iemand anders bij me heb." Die werkwijze resulteert in fo to's waaruit respect spreekt, waarin de menselijke waardig heid centraal staat. „Ik probeer tot een ideologische identifica tie te komen met de mensen die ik fotografeer. Jk heb vaak te maken met armen, maar ik fo cus niet op hun ellende. De na druk ligt op hun cultuur, hun wijsheid en levenservaring. Niet ik maak de foto, maar de men sen voor de camera." Salgado, econoom van huis uit, begon per toeval te fotogra feren toen zijn vrouw eens met een cameraatje thuis kwam. Hij raakte in de ban, gaf zijn baan eraan en wijdt sindsdien zijn le ven aan het vastleggen van een tijdsgewricht. Dat gaat verder dan feitelijke, klinische registra tie. De foto's zijn geen doel, ze zijn een uitdrukkingsmiddel ge worden voor een man met een missie. De wereld moet beter, vrediger, harmonieuzer. Salgado's foto's dragen daar aan bij, hij weet het bijna zeker. Ze brengen discussies op gang over de verdeling van de wel vaart, over zinloos geweld, over onmenselijk lijden door toedoen van machthebbers zonder scrupules. Salgado is waar ook ter we reld consequent op zoek naar deze positieve instelling en hij vindt haar ook, dwingt dat af. Armoede, gebrek en geweld staan niet per definitie gelijk aan menselijke misère. Saam horigheid kan veel pijn verzach ten. Wat dat betreft is de zoge heten Derde Wereld er volgens Salgado minder slecht aan toe dan het ontwikkelde Westen. In Parijs kent hij zijn buurman niet eens. Individualisering tast de foto sebastiao salcado wortels van het bestaan aan, want de mens is geboren om in groepsverband te leven. „Jullie mogen in Nederland best trots zijn op je prachtige nationale inkomen, maar het heeft geen waarde. Dan is Bangladesh, een van de armste landen van de wereld, er beter aan toe. Er is heel mooi licht, prachtige muziek, de mensen vertellen elkaar verhalen over hun geschiedenis, er is een rijke cultuur. De bevolking is arm maar waardig. Mensen leven samen. Dat groepsidee probeer ik met mijn foto's te benadruk ken. Ik fotografeer armoede, maar geen ellende. Eenzaam heid, dat is voor mij de echte el lende". Het Leidse oorlogsmonument is misschien wel het vredigste standbeeld dat je in deze stad kunt vinden. Behalve tijdens de jaarlijkse herdenking op 4 mei valt er nooit iets te beleven. De enige instantie die zich geregeld met het monument bemoeit, is de plantsoenendienst. Slaapverwekkend saai is het beeld. Een lompe, dikke meid op een grijze sokkel, om de va derlandse nagedachtenis aan de Wereldoorlog wakker te hou den. De reuzin lijkt voort te schrijden, recht tegen een stevi ge bries in, onderwijl peinzend over haar schouder blikkend, in haar hand een ontluikende bloesemtak. Om nog enige spanning in het beeld te bren gen heeft de beeldhouwer de reuzin haar borsten laten ont bloten. Maar de preutsere Lei- denaar mag niet voor het hoofd worden gestoten, dus dat is nauwelijks zichtbaar. Oorlogsmonumenten, ze beho ren tot de categorie 'onvermij delijk en onverwoestbaar'. Er is geen stad, geen dorp, geen ge hucht zonder zijn eigen exem plaar. En allemaal zijn ze even klef en even nadrukkelijk van symboliek. Zelden worden ze beklad. Als het al gebeurd spreekt de hele gemeenschap schande en wordt er gezorgd dat de smetten zo spoedig mo gelijk verwijderd worden. Lo gisch, geen wonder. Met hen die vielen voor het vaderland mag niet gespot worden, na tuurlijk. Net als overal lijkt het ook in Leiden of iedereen de absolute lulligheid en obligate symboliek van het plaatselijke oorlogsmo nument zonder enig bezwaar accepteert. Zelfs de meest door gewinterde graffity-spuiters lo pen nog met een grote boog om het gedenkteken heen. De eni gen die het beeld vrijelijk mo gen bevuilen, zijn de duiven. De vrede is gerechtigd op de oorlog te schijten, zou je kunnen zeg gen. Dat de oorlog op zijn beurt ook schijt heeft aan de vrede, blijkt op die andere plek in de stad. Jawel, inderdaad, dat armzalige hoekje op de Garenmarkt, waar goedwillende burgers hebben geprobeerd een gedenkteken voor de vrede op te richten. De lotgevallen van het vredesmo- nument zijn genoegzaam be kend: ze staan diametraal te genover die van het oorlogsmo nument. Terwijl het oorlogsmo nument al decennia lang een onbetwistbare functie uitoefent en daarom met rust gelaten wordt, daar tast men over het nut van het vredesmonument volledig in het duister. En dus zijn de vandalen er niet weg te branden. Die hebben een fijne neus voor dat soort dingen. Zoals het oorlogsmonument tot vreedzaamheid maant en rust uitstraalt, zo noodt het vredes- (geen grap) die de bedenkers van het beeld er wekelijks had den willen organiseren is het om mij onbekende reden nooit gekomen. Daarentegen heeft een gemeenteraadslid van de partij die Leiden weer gezellig groen wil maken al opgeroepen de plek voortaan met videoca mera's te bewaken. Videobewa king, welja, gezellig. Waarom niet gelijk ook wat prikkeldraad eromheen? Ach, het beste wat je voor het vredesmonument kunt hopen is, dat het maar weer gauw oor log wordt. Valt er op die plek tenminste iets te gedenken. Mijn persoonlijke tip: laat de vandalen lekker hun gang gaan. Een beter beeld van de wede dan een vernield beeld kun je niet bedenken. Een echte door denker. ONNO SCHILSTRA Martinez Move wint Spaans Jazzconcours AMSTERDAM GPD Het jazzkwartet Martinez Move is winnaar geworden van het Internationale Jazzconcours van Gexto in Bilbao, Spanje. De jury roemde de formatie om de pro fessionaliteit, het hoge niveau van samenspelen en het plezier in muziekmaken. De prijs be staat uit een geldbedrag van 7000 gulden en het uitbrengen van een live-cd met de opna men die tijdens het concours zijn gemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 15