Ingrijpen in Rwanda dient vooral Parij s Feiten &Meningen Geweeklaag politici over WAO hypocriet 'Poging Kok zal stranden op mitsen en maren van partijen' Gesplitst aftrekken premie op koopwoning kan gunstig uitpakken ZATERDAG 9 JUL11994 De krokodilletranen biggelden weer van de wangen der politici toen de Nationale com missie chronisch zieken langs kwam met bonsai-boompjes plus een rapport over de scherpe kanten van de WAO-herkeuringen. Nadat het GAK al eerder bekendmaakte dat bijna de helft van de herkeurde WAO'ers met geen of een (veel) lagere uitkering naar huis gaat, kwam met dat rapport de rauwe sociale werkelijkheid achter die fraaie cij fers. De werkelijkheid van mensen die door de nieuwe WAO-regels uiteindelijk bijna onontkoombaar in de bijstand belanden en daar de rest van hun leven in zullen blijven. Want in de rat-rcice van de economie zit geen werkgever te wachten op werknemers die niet voor minstens 110 procent kunnen meekomen. Het treurige aan de vertoning deze week bij de overhandiging van het rapport waren de reacties van de politieke partijen: Och jee, wat is het toch allemaal erg. Dat had den we toch niet gedacht. En uiteraard klonk ook de roep om een onderzoek, die onweerstaanbare toverformule waarmee de illusie wordt gewekt dat er nog wat gaat ge beuren ook. Is politiek-Den Haag werkelijk overvallen door de effecten van de nieuwe WAO-re gels? Welnee. Bijna een halfjaar voordat de nieuwe regels vorig jaar september van kracht werden, legde de Arnhemse GMD (de instantie die de arbeidsongeschiktheid vaststelt) de kamerleden een dag lang haar fijn uit wat de effecten van de nieuwe regel geving zouden zijn. Ook toen waren het 'ach' en 'wee' niet van de lucht, maar nie mand deed iets. Alleen de PvdA zei na een jaar nog een keer naar de nieuwe regels te willen kijken. Maar Karin Adelmund, die daaraan deze week herinnerde, weet natuurlijk ook heel goed dat het bij kijken zal blijven. De PvdA is immers de enige van de vier grote partij en die voorlopig de zwaar gehavende WAO niet nog verder wil uitkleden. CDA, WD en D66 willen elk op hun eigen manier de te gels nog verder aanscherpen, zo blijkt bij de coalitiebesprekingen. Dat de regels weer worden versoepeld omdat ze te hard zou den uitpakken, zoals bijvoorbeeld Groen linkser Rosenmöller suggereerde, is een volslagen illusie. De WAO was, als opvolger van de aloude Invaliditeitswet, oorspronkelijk bedoeld voor mensen die echt niet meer konden werken. Door de WAO echter jarenlang te gebruiken als WW-met-gouden-randje, lie pen de kosten zo hoog op dat harde maat regelen onontkoombaar waren. Al wordt in de commotie wel wat al te makkelijk verge ten dat ook onder de nieuwe regels meer dan de helft van de herkeurden zijn uitke ring houdt en dat de helft van de mensen na een jaar ziekte een WAO-uitkering krijgt. Bij die andere helft vallen echter harde klappen, vooral bij de herkeurden. Wie na een jaar ziekte geen WAO krijgt, kan im mers nog alles op alles zetten om bij zijn oude werkgever in dienst te blijven. Maar wie na jaren WAO bij de herkeuring plotse ling wordt goedgekeurd, heeft geen werkge ver op wie hij of zij kan 'terugvallen'. Als de WAO niet jarenlang eensgezind was mis bruikt door werkgevers en bonden als smeerolie bij saneringen terwijl de politiek de andere kant op keek (zoals de commis- sie-Buurmeijer vorig jaar constateerde bij de parlementaire enquete naar de sociale zekerheid), dan was dat stuwmeer van ar beidsgeschikte arbeidsongeschikten nooit ontstaan. Als de politiek eerder zijn verantwoorde lijkheid had genomen, was veel mensen de ellende bespaard gebleven waarin ze nu be landen. In de jaren tachtig kwamen er meer dan een half miljoen banen bij. Als toen strenger de hand was gehouden aan de keuringsregels, was allicht een flink aantal van die banen terechtgekomen bij de men sen die toen op het punt stonden in de WAO te verdwijnen. In feite krijgt deze groep nu met terugwerkende kracht de re kening gepresenteerd voor de politieke lankmoedigheid van toen. Dat uitgerekend diezelfde politiek daar over deze week krokodilletranen plengde, is ronduit hypocriet. SJ AAK SMAKMAN De poging van de koningin om de patstelling in de for matie te doorbreken door PvdA-leider Kok een regeer- program te laten schrijven, zal op niets uitlopen. De vier grote fracties zullen het programma met vele 'mit sen en maren' omkleden, omdat zij precies willen we ten aan welke partijen zij zich binden. Dat voorspelt de Nijmeegse hoogleraar parlementai re geschiedenis Maas en vooraanstaand CDA'er in een reactie op de opdracht van informateur Kok. Volgens Maas is het een illusie om te denken dat een ontwerp- regeerakkoord puur cijfermatig kan zijn. „Zo'n pro gramma is altijd politiek", aldus Maas. Een exact gelijke situatie kan Maas zich niet herin neren, elke formatie schrijft volgens hem zijn eigen ge schiedenis. Bijzonder aan deze situatie is volgens Maas dat het CDA, de partij in het centrum van de macht, niet langer zo groot is dat zijn onmogelijk bui ten de regering kan blijven. De fomiatie in deze fase lijkt volgens de hoogleraar tot nu toe nog het meest op die in 1963 door KVP'er Romme, die na zeventig dagen leidde tot het kabinet Marijnen (KVP, ARP, CHU en WD). Romme schreef een bouwstenenprogramma dat door alle vier de par tijen werd onderschreven. De formatie eindigde volgens Maas echter trauma tisch. De PvdA, die tijdens de formatie de meeste con- sessies had gedaan, kwam uiteindelijk buitenspel te staan doordat formateur De Kort (KVP) koos voor de WD, die een doorbraak had geforceerd. Maas voorspelt dat ook de huidige formatiepoging niet bevredigend zal eindigen, omdat de vier partijen ervoor zullen waken om te veel consessies te doen. De partijleiders laten volgens hem de puur electorale overwegingen prevaleren. „Zij leunen steeds verder achterover en verschuilen zich achter oneigenlijke ar gumenten om geen keuzes te hoeven maken. We kun nen ons zo langzamerhand scharen in het rijtje van landen als België en Italië", meent Maas. Daar duren formaties ook lang. Toch heeft Maas ook begrip voor de partijen. „Ze lo pen op eieren en dat is niet zo raar", vindt hij. De kie zer loopt tegenwoordig gemakkelijk over naar een an dere partij. „De partijen zijn terecht benauwd dat zij over vier jaar vijftien zetels verliezen." De hoogleraar ziet als enige oplossing terug te keren naar het districtenstelsel dat Nederland ook voor 1917 kende. „De partijen moeten in zo'n stelsel voor de ver kiezingen één gezamenlijk programma vaststellen. Dat verplicht hen tot een duidelijke keuze en de kie zers weten ook waar ze aan toe zijn als ze op een be paalde partij stemmen." Met dat stelsel voor ogen noemt Maas de keuze van de koningin voor de PvdA-leider in deze fase van de formatie een 'zeer opmerkelijke stap'. Het was volgens hem logischer geweest als zij daarmee de formatie was begonnen. Direct na de verkiezingen de leider van de grootste partij formateur maken, met de opdracht co alitiegenoten te kiezen, was volgens hem de goede weg geweest. In deze fase heeft de koningin met haar keuze voor Kok volgens Maas zowel het advies van de vorige in-' formateur Tjeenk Willink genegeerd (die gezien de blokkades voor een paarse en een centrum-rechtse coalitie een WD-informateur suggereerde) als de wens van het CDA (dat voor centrum-rechts opteeri de). Maas vraagt zich daarbij af 'met welk recht het advies van het CDA is genegeerd'. Maas betreurt het verder dat de formaties van1 kabinetten in Nederland steeds verder weg raken van. de open democratische weg. „Het is in 1959 begonnen toen KVP'er Beel niet beschikbaar was als formateur. Daarom werd een informateur benoemd. Maar we drijven steeds verder weg. Voor de informateurs wer ken we nu al met een soort pre-informateurs. En ook die komen er niet "uit, dat is de kiezers niet meer uit te leggen", aldus Maas. In de diplomatie bestaan geen vrienden, alleen belangen. Dat is een universeel erkend prin cipe. Zo bestaan er ook geen humanitaire motieven, maar slechts belangen op de lange termijn. En dus, vraagt ieder een zich af, wat is dan de reden dat Frankrijk troepen heeft ge stuurd naar Rwanda? Met na me omdat de winnende kant in het conflict de rebellen van het Rwandees Patriottisch Front (RPF) fel tegen de in terventie was. Het antwoord ligt in de relatie die Frankrijk onderhoudt met zijn voormali ge kolonies in Afrika, die inge wikkeld is en moeilijk te begrij pen. 'n mt aflPP -*v Een Franse legionair houdt een oogje in het zeil buiten het Rwandese plaatsje Gikongoro. foto pascal guyot THE INDEPENDENT De Franse tricolore werd in 1960 weliswaar overal in 'Frans Afrika' gestreken, maar de Franse ambtenaren vertrokken niet. Tot voor kort hadden bijna alle voor malige Franse gebiedsdelen wel een hoge Franse amb tenaar binnen ieder belangrijk ministerie. Dat heette samenwerking, maar betekende in de prak- ktijk dat Frankrijk zijn invloed behield als het al geen controle kon worden genoemd in zestien Afrikaanse landen. In sommige gevallen werd een Frans ambte naar een éminence grise of vertrouweling van de presi dent, die alles controleerde van de begroting tot zijn persoonlijke veiligheid. Terwijl de nieuwe leiders van voormalige Britse ge biedsdelen hun zelfstandigheid benadrukten via een anti-koloniale, anti-Britse houding, waren presidenten als Leopold Senghor van Senegal of Félix Houphouet- Boigny van Ivoorkust er net zo trots op dat ze Frans wa ren als Afrikaan. Zelfs nu nog praten Afrikanen uit Franstalige landen over Parijs als hun tweede thuis. Daarom kan men op straat in Abidjan en Dakar verse baguettes (stokbroden) en Le Monde kopen, en spreken veel Afrikanen daar bijna accentloos Frans. BASES Frankrijk onderhoudt volledig ingerichte militaire bases in de Centraal Afrikaanse Republiek en Djibouti, en el ders, zoals in Tsjaad, kleinere eenheden. Parijs deinst er niet voor terug die in te zetten voor de behartiging van zijn plaatselijke belangen of de bescherming van een bevriende regering. In 1990, bijvoorbeeld, stuurde Frankrijk para's naar Rwanda, ogenschijnlijk om bui tenlanders te beschermen, maar in feite om de Hutu- regering te steunen, en het RPF, te keren. Maar wat is er nu voor Frankrijk in Rwanda te halen? Een deel van het antwoord heeft te maken met taal en cultuur. Engels is de belangrijkste taal waarin over de hele wereld wordt gecommuniceerd een verschijnsel dat Britten zelf nauwelijks in de gaten hebben, laat staan dat het ze wat kan schelen. Maar Fransen geven veel om hun taal, en hun regering besteedt veel van de 'hulp' aan ontwikkelingslanden aan de verspreiding en ondersteuning van de Franse taal en cultuur. In welke mate is de Franse interventie in Rwanda, wellicht on derbewust, opgewekt door het feit dat de oprukkende rebellen, van wie de meesten in ballingschap in Ugan da zijn opgegroeid, beter Engels spreken dan Frans? WERELDRIJK Terwijl het Britse rijk in Afrika een mengeling was van koloniën en protectoraten, die stuk voor stuk en prag matisch via traditionele plaatselijke stelsels werden ge regeerd, was het Franse rijk in Afrika gebaseerd op een groots concept van een 'buitenlands' Frankrijk. Dat werd volgens de universele voorschriften van de Franse wet vanuit Parijs bestuurd. De Britten wilden hun onderdanen in hun wereldrijk leren lezen en schrijven, christenen van ze maken, mis schien soldaten of cricketers maar geen Engelsen. Frankrijk daarentegen streefde er naar om, onder Fran se leiding en met een Franse opvoeding, de inwoners van haar gebiedsdelen mettertijd volledige Franse staatsburgers te laten worden. Tegenwoordig staan de voormalige Franse koloniën nog dicht bij Frankrijk. Ze stemmen bijvoorbeeld in de vergaderingen van de Verenigde Naties mee met Frankrijk, dat in ruil daarvoor royaal is met hulp en mi litaire steun inclusief vaak persoonlijke steun voor de president en zijn gezin. Frankrijk is loyaal tegenover zijn bondgenoten in Afri ka. Zelfs dictators als Mobutu Sese Seko van Zaïre, Mar tin Bongo van Gabon en Gnassingbé Eyadéma van Togo, die niet bepaald bekend staan om hun verdien sten op het gebied van de mensenrechten of democra tie, worden geholpen. Bij bezoeken aan Parijs vinden ze altijd een gewillig oor op het Elysée. MITTERRAND Afrika is altijd het privé-domein geweest van het Franse staatshoofd. De Franse presidenten hebben zich per soonlijk met Afrika bemoeid, en spraken de Afrikaanse staatshoofden door de telefoon met hun voornaam aan. President Frangois Mitterrand stelde zijn zoon, Christophe, aan als het hoofd van zijn Afrika-bureau. In Afrika stond hij bekend als 'Papa m 'a dit' (Papa heeft me gezegd). In ruil voor deze ruime aandacht gaven Afrikaanse presidenten Franse politici en Franse poli tieke partijen, en schonken privileges aan Franse be drijven, die in Afrika weinig anders opereren dan als -v verlengstuk van de Franse buitenlandse politiek. Tot voor kort werden de kosten van deze nauwe vriend schappen gedragen door de Franse schatkist, die zich' ook garant stelde voor de Communauté Financière Afri- caine (CFA). Daarmee werd de munt van 14 Afrikaanse' landen, de zogenoemde CFA-franc, tot begin januari' van dit jaar op de been gehouden. Toen werd de CFA- - franc op aandringen van het Internationale Monetaire Fonds drastisch gedevalueerd, al bleef de band met de Franse franc bestaan. v Tegelijkertijd begonnen ambtenaren van het Franse^* y ministerie van buitenlandse zaken te praten over een meer pragmatische benadering van Afrika, er de na-t druk op leggend dat die relatie 'minder persoonlijk' moeten zijn. Er werd gezocht naar een manier om het persoonlijk optreden van Mitterrand te beperken. De tegenstribbelende president, die zijn pregoratieven niet wil opgeven, wilde zijn Afrikaanse vrienden met een groots gebaar laten zien dat Frankrijk nog steeds een imperiale rol kan spelen. Mitterrand koos daarvoor Rwanda. Maar, en daar waren de Amerikanen in Soma lië ook al achter gekomen, soms verzinkt het grootse gebaar in een onverklaarbaar en onontwarbaar LONDEN RICHARD DOWDEN VERTALING: LUUTJE NIEMANTSVERDRIET TOM JANSSEN BELASTING BELICHT Als gevolg van een uitspraak van de Ho ge Raad moeten gehuwde eigenaren van een premiewoning voortaan hun jaar lijkse premie in de meeste gevallen ge splitst opgeven bij de aangifte inkom stenbelasting. Dit kan in bepaalde geval len een leuk financieel voordeeltje ople veren, maar in sommige gevallen kan het ook nadelig uitpakken. DE VOORDELEN Het voordeel doet zich vooral voor als men enerzijds in gemeenschap van goe deren is getrouwd en anderzijds reeds voor of op de datum van de eerste bewo ning Van het huis gehuwd was. De heer de Vries, de belastingbetaler die van de Hoge Raad gelijk kreeg en dus voor een precedent heeft gezorgd, was dit dan ook. Zijn subsidie van 3.600 gulden per jaar wilde hij gesplitst aangeven, zijn vrouw en hij gaven dus beiden 1.800 op. Het voordeel is dat als mevrouw de Vries inclusief premie een inkomen van onder de 5.925 gulden (de belastingvrije som van 1994) heeft, zij haar belastingvrije som nog steeds kan overdragen aan haar man. Die mag dan meer aftrekken en hoeft dus ook minder belasting te beta len. De premie van 1.800 gulden bij de vrouw blijft echter onbelast vanwege de zoge noemde invorderingsvrijstelling waar door ze onbelast tot een mille of negen kan bijverdienen. Als ze maar niet in loondienst is. Dat levert in dit geval een voordeel van bijna 700 op, want opgeteld bij het inkomen van De Vries zelf had er belasting over moeten worden betaald. Bij mensen die op huwelijkse voorwaar den zijn getrouwd, ligt het anders. Die mogen de premie alleen gesplitst opge ven wanneer ze beiden voor de helft ei genaar van de woning zijn, hetgeen niet altijd het geval is. DE NADELEN Zoals de staatssecretaris van financiën zelf ook al voor de Hoge Raad aangaf, kan de splitsing voor bepaalde echtparen ook nadelig uitpakken. Dit is het geval als het inkomen van de minstverdienen- de door de bijtelling van de helft van de premie boven de belastingvrije som van 5.925 gulden uitkomt. Ook in zo'n geval speelt de genoemde invorderingsvrijstel ling een rol. In dit geval kan de belasting vrije som van de vrouw niet meer wor den gebruikt bij het drukken van het be lastbaar inkomen van de man. Dit kan ongunstig uitpakken. Laten we als voorbeeld de heer De Vries nemen, de belastingbetaler van zo net. Stel dat zijn vrouw, die als Alphahulp er jaarlijks vijf mille bijklust door bijtelling van de helft van de premie een inkomen van in totaal meer dan 5.925 krijgt. De premie is ingevolge de invorderingsvrijstelling bij mevrouw de Vries nog steeds onbe last. Dat levert haar ook nog steeds een voordeel van ten minste 700 op. Het nadeel zit er in dat zij haar belas tingvrije som nu niet meer aan haar man kan overdragen. Dat betekent voor hem een nadeel van minstens 2.300 omdat hij nu niet de beschikking heeft over een dubbele belastingvrije voet. Het echtpaar gaat er dan 2300 min 700 is per saldo 1.600 gulden op achteruit. Een ander nadeel van de gesplitste aan gifte is dat de zogenaamde 'incidentele hertoets' van het ministerie (VROM) in atie niet meer mogelijk is. toe werd de subsidie voor een premiekoopwoning tussentijds verhoogd wanneer één van de twee partners mini maal één kalenderjaar geen inkomen had. Omdat door de gesplitste aangifte - de niet-verdienende echtgenote altijd een inkomen heeft de helft van de premie kan aan deze voorwaarde piet meer worden voldaan en is de incidente le hertoets dus feitelijk onmogelijk ge worden. De Vereniging Eigen Huis (VËÏTf heeft inmiddels het ministerie van VROM verzocht om dit probleem op te lossen. Ook heeft de VEH naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad een in formatiemap in elkaar gezet met daarin allerlei informatie over de gewijzigde subsidie-aangifte. Zo staat er onder meer in wat van geval tot geval de mogelijkhe den zijn om in de belastingaangifte van 1992 en 1993 alsnog de premie gesplitst aan te geven. Belangstellenden kunnen de informa tiemap bestellen door vijf gulden over te maken op gironummer2665588 tn.v. Vereniging Eigen Huis, onder vermel ding van Informatiemap Gewijzigde Subsidie-aangifte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2