'Ik zoek een verklaring voor menselijk gedrag' 'Een kwestie van drammen en toeval' Rtv show 'Ik kan niet kiezen' WOENSDAG 6 JULI 1994 Paul Jambers, maker van TV-programma 's zonder poespas Simon van der Ben, manusje van alles De journalist als vedette, zij het tegen wil en dank. Paul Jambers heeft Vlaanderen persoonlijk gespleten in af schuw en genegenheid. Want menéér Jambers laat Vlaanderen op televisie zien hoe Vlaanderen is. Gedreven houdt hij het volk een omstreden spiegel voor, de spiegel van het leven zelf. ,,Ik denk niet dat dat voyeuristisch is." BRUSSEL. TON DE JONG Producer-journalist staat er op zijn kaartje. Paul Jambers is in feite niets minder dan de patron, de baas van Jambers IV Produc tions Zijn mensen fladderen over de trappen van deze Brus selse villa, lopen lukraak allerlei deuren binnen, plegen veel tele foontjes en staren langdurig naar beeldschermen. Het zijn Jambers-adepten. De patron rekent op ze, zegt hij. En hij houdt ook een beetje van ze. Ze vormen mede het bedrijf- Jambers, de firma die er nu al drie jaar in slaagt 25 documen taires van 45 minuten per tele visieseizoen af te leveren. De Vlaamse commerciële omroep VTM zendt vanaf september een nieuwe reeks uit, de afleve ringen 75 tot en met 100, één per week, en dan zit zo onge veer half Vlaanderen weer voor de buis. Het programma draagt sim pelweg zijn naam, Jambers, en het zou ook niet anders kunnen zijn. Hij doet vijf tot tien inter views op een draaidag, schrijft teksten, spreekt commentaar in en houdt er de supervisie over - creatief én zakelijk. „Het blijft natuurlijk belas tend, vooral voor mij, omdat ik mij voortdurend van het ene onderwerp in het andere moet storten, maar ik denk dat de ploeg nu aardig op elkaar inge speeld is. Er is weinig verloop, de mensen voelen zich goed, hier. Het blijft een hele opgave om te doen, maar het is moge lijk" Opvallend Iedere Vlaming kent zijn naam, zijn stoppelige kop, zijn zachte stem. Soms noemen ze hem liefkozend-amicaal 'Paul' ('Pol'), maar vaak ook - zonder cynis me, eerder uit respect - 'me néér' Jambers. Het hangt er maar van af hoe men hem toe genegen is en wat hij in beeld probeert te brengen, welk ver haal hij dit keer weer wenst te vertellen. Het zijn de feiten: „Ie dereen kent mij. Je voelt, als je die wereld binnenstapt, dat de mensen toch een beetje staan te wachten om mij te ontmoeten. Daar doe je niets aan, maar het werkt goed." Opvallende thema-reportages maakte hij, zoals de afgelopen twee jaar in Nederland ook bij RTL4 te zien was. Gangsters in Vlaanderen. Burenruzies. Men sen met exotische huisdieren. Ferrari-rijders. Psychoten. Strip- tease-danseressen. Mongool tjes. Tieners, die over 'de eerste keer' vertelden. Niemand kan het zo mooi zeggen als Jambers: „Nathalie deed het voor het eerst op camping Dallas in Blankenberge." Televisie voor de onderbuik, recht op het doel af, zonder poespas. Desnoods met driftig zwenkende camera. Wat Jam bers doet is doorgaans zó direct, dat zijn aanpak hem in Vlaan deren voor een journalist /televisiemaker een onwezenlijke reputatie heeft be zorgd. Je bejubelt de man of je walgt van hem, een middenweg schijnt er niet te zijn. Het is de prijs van zijn succes: „Op dit ogenblik is het voor mij een beetje een last om te dra gen, het vedette-zijn. Aan de ene kant is het de erkenning van mijn werk, dus ben ik daar tevreden over. Ik vind het goed dat de mensen mij erkennen. Ze spreken mij aan en hebben er een mening over: Jambers dit-of-dat. Ze zijn allemaal ge neigd om te willen discussiëren over het programma, dus dat is voor mij een genoegen, dat is een goede zaak. .Anderzijds is er de onophoudelijke aandacht voor zijn persoon. Jambers, de journalistieke wervelwind, de kroniekschrijver van Vlaande- rens alledag, is sinds jaar en dag voer voor de hongerige Vlaamse media. Er is oneindig veel over hem gesproken en geschreven, en nog houdt het niet op. Een verslaggever van dagblad Het Volk is juist de deur uit. Het lij dend voorwerp, de vragen moe: „Ik begrijp niet wat mensen in Vlaanderen nog bezielt om mij te komen interviewen, ik begrijp het echt niet." „Ik bèn geen vedette, hè, ik ben een vedette gewórden. Ik zit inmiddels 25 jaar in televisie. Voor een journalist ben ik een heel grote vedette, dat weet ik, ja, maar ik bedoel: ik ben niet bekend geworden omdat ik met m'n kop op televisie kom, hè. Ik ben reportagemaker geweest, jarenlang, zónder met m'n kop op televisie te komen. Ik ben ve dette geworden doordat de re portages die ik maakte, succes hadden. De reportages die ik vroeger op de BRT maakte, had den onmiskenbaar succes. Daardoor ben ik 'zelfstandig producent kunnen worden. Aangepast In die vrije hoedanigheid heeft hij zichzelf aan VTM verplicht tot eind '96 een enorme stapel van die documentaires te ma ken. Dat vereiste, toen hij er ruim drie jaar geleden aan be gon, een aangepaste manier van werken. Jambers heeft nu vijf teams rondlopen, die zich steeds op één onderwerp stor ten. Die teams (met een regis seur en een researcher) berei den het dossier voor, zoeken de gesprekspartners en doen al het Paul Jambers: „Wanneer je niet sterk in je schoenen staat, ben je zo ontmaskerd." produktiewerk. Daar hebben ze steeds vijf weken de tijd voor. Aan het eind van die vijf weken komt de patron om de inter views te voeren en de zaak in beeld af te ronden. „Alléén zou ik dit soort pro gramma's nooit kunnen maken. Wanneer een medewerker van mij aan een dossier werkt, kan hij daarin veel verder gaan dan wanneer ik daar persoonlijk mee bezig moest gaan. Iemand is daar zes weken lang 100 pro cent mee bezig en moet zich van andere dingen niets aan hoeven trekken. Daarom heb ben we researchers en regisseurs ook samengebracht. Daar komt bij dat als u zelf op zoek moet naar getuigen, mensen moet overtuigen mee te werken, een dossier moet uitspitten, dat u zelf al een verleden in zo'n on derwerp hebt op het moment datje de betrokkene voor de ca mera moet interviewen. De spanning van het moment be staat dan niet meer. Ik herinner me heel goed dat ik vroeger, wanneer ik iemand ging inter viewen, dat ik altijd teleurge steld was omdat de mensen buiten het interview veel boei ender waren dan ten tijde van. Ik was dan altijd gefrustreerd, omdat er niet uitkwam wat ik vóór de opnamen gevonden had." „Gesprekken gaan bij mij ook nooit volgens een vragenlijst, dat wil ik niet. Zo blijft het ten minste spannend. Ik kèn het dossier, ik wéét waarover het gaat, en ik begin het gesprek zonder voorbereiding. Ik wil ook vooraf niet met de betrok kenen praten, om te voorkomen dat ze hun verhaal twee keer moeten doen. Dus: een gesprek begint, en dan zeggen ze: wat gaat u me vragen? En dat weet ik dan nog niet. Het vraagge sprek is voor mij altijd spon taan. Ik probeer de geïnterview de zelf aan te voelen, af te tasten, en dan zien we wel waar we naartoe gaan. Heel veel ge sprekken nemen een onver wachte wending. Een extreem voorbeeld deed zich voor in een aflevering over burenruzies, waarbij Jambers twee buren filmde die met el kaar in de clinch lagen over een duivenplatje. Eén van de buren wond zich over op, dat hij voor het oog van de camera plotseling in een stoel zeeg en deed het voorkomen of hij ter plekke een hartaanval kreeg. Jambers: „De camera man draaide door, maar ik rea geerde tamelijk paniekerig, want ik dacht: Die man gaat doodvallen voor de camera, dit is het einde van mijn program- Voyeuristisch Verre van dat. Vanuit Brussel werkt Jambers TV Productions inmiddels volop aan die volgen de reeks. Er valt in Vlaanderen nog genoeg te ontginnen. De patron kondigt afleveringen over hoerenlopers, fotomodel len en impotente mannen aan. Hoe hoog is het voyeuristische gehalte van zijn onderwerpen? „Och, ik weet niet of ze appel leren aan het voyeuristische in de mens. Van alle onderwerpen die we gedaan hebben zijn ook wetenschappelijke studies ge maakt. Ik wil het menselijk ge drag bestuderen en doorgron den, als televisiemaker. Ik zoek een verklaring van dat mense lijk gedrag. Ik aanvaard niet meteen dat dat voyeuristisch is. Het intrigeert mij, om het ge drag van mensen te verklaren. Het intrigeert mij, om te weten te komen hoe jonge mensen met seks omgaan, met name de eerste keer. Want ik moest een beeld ophangen van hoe de jongeren van vandaag met seks omgaan. Maar we hebben óók iets gedaan met oude mensen en seks, hè. Er zijn in Nederland óók televisieprogramma's over de eerste keer. Ik probeer ge woon het gedrag van mensen te verklaren, uit te leggen, te ob serveren, te registeren. Dat heeft natuurlijk altijd wel iets voyeuristisch, dat binnenkijken in de wereld van een ander, maar tegelijkertijd is het een spiegel voor de mensen zelf. Want wanneer ik een beeld op hang van de eerste keer, dan gaan heel veel mensen zich daarin herkennen. Ze praten er met hun kinderen over, of er gaat een discussie op gang ko men over dat onderwerp." Die persoonlijke drang tot ob servatie heeft Jambers wel een deel van zijn vrijheid gekost. In Vlaanderen kan hij niet meer gerust op café, zoals hij vroeger gewend was te doen. Omdat de bezoekers steevast iets achter zijn aanwezigheid zoeken of hem prompt aanklampen. De mensen begonnen hèm voort durend te observeren en die last komt hem als ondraaglijk voor: „Tenzij voor een mooie vrouw." Ergo heeft hij zich stilaan uit de wereld teruggetrokken, zoals hij zelf zegt. „Een natuurlijke re flex." Praten doet hij nog louter over de aard en inhoud van zijn werk, heeft hij zich voorgeno men. Dat dwingt hem steeds opnieuw over zijn werk na te denken en gemotiveerd te blij ven. Een punt van eer, en bo vendien: „Wanneer je niet sterk in je schoenen staat, ben je zó ontmaskerd." De 34-jarige Amsterdammer Si mon van der Ben is dit seizoen de assistent van Jack van Gelder bij de TROS-spektakelshow Te land, ter zee in de lucht. Van der Ben moet met de microfoon achter de pechvogels aan die met hun fraaie voertuigen in het water zijn gevallen. De in terviewer noemt zijn nieuwe werk geen erebaan, maar is wel zeer verheugd te kunneii sa menwerken met Jack van Gel der. Van der Ben begon zijn jour nalistieke loopbaan bij Radio Stad Amsterdam. Hij werkte er tien jaar als verslaggever/pro grammamaker. „Dat was in de tijd van de krakersrellen, toen Stan van Houcke en Peter van Ingen er nog werkten. Een leuke tijd. Radio Noord-Holland is een stuk professioneler, maar ook wel vlakker dan Radio Stad." In combinatie met zijn vaste baan besloot hij in 1987 activi teiten te ontplooien als camera- n geluidsman van ca- Mark de Blok (o.a. van Diamant). Via het bureau Signum krijgt hij opdrachten. Het maakt hem weinig uit, wie zijn opdrachtgever is, al is Van der Ben van oordeel dat maken van bedrijfsfilms een hogere graad van kwaliteit vergt dan wat de Hilversumse omroepen verlangen. „Het verbaast me weieens wat er allemaal op tele visie komt, ook veel dingen waarmee je bij een bedrijf niet hoeft aan te komen." Bijzondere ervaring Een bijzondere ervaring was voor Van der Ben zijn werk bij Dutch Dream TVProdukties van Jef Rademakers, die hem 1991 een jaartje in dienst nam. Hij was samensteller van vijf afleve ringen van Postema op pad en hij was als tekstschrijver/mede presentator nauw betrokken bij Medialand, de geflopte Neder landse tegenhanger van Spitting Image. De laatste tijd is Simon van der Ben in touw voor Tele- hij de Exotisch koken en Exotisch ko ken met kruiden presenteerde, i Hij is kennelijk van alle mark- i ten thuis. „Zo zou je het kunnen j zien, maar in werkelijk ben ik iemand die niet kan kiezen", is zijn commentaar. „Ik heb nooit echt aan carrièreplanning ge daan." Als freelancer pakt hij de klus sen die hem persoonlijk aan staan. „Hoewel het freelance- bestaan natuurlijk ook wel een schijnvrijheid is. Je kunt je moeilijk veroorloven opdrach ten te laten schieten, omdat je daar toch van afhankelijk bent." In Te land, ter zee in de lucht speelt hij het onervaren hulpje van centrale presentator Van Gelder. Ter ontgroening moet hij bij aanvang van de eerste af levering in Grouw (uitzending 11 juli) uit de kerktoren sprin gen, waarbij zijn val uiteraard wordt gebroken door het vang net van de brandweer. „Ik spring zelf niet hoor; het is een pop die naar beneden valt." Oorspronkelijke vragen Zodra Jack van Gelder de deel nemers heeft voorgesteld, is het de taak van Simon van der Ben om hen in het water 'op te van gen'. „Eerst gaan de duikers er op af. Die moeten zorgen dat al le mensen boven het waterop pervlak komen, voordat ik de microfoon mag gaan richten. Het is dan natuurlijk de kunst om oorspronkelijke vragen te stellen en niet: wat ging er door u heen? In feite borduur ik voort op de gesprekjes die Jack op het podium heeft." De opnamen liggen enige tijd stil omdajt Van Gelder in ver band met het wereldkampioen schap voetbal in de Verenigde Staten is. Samenwerking met Van Gelder is voor Van der Ben een bijzondere belevenis. „Ik heb veel respect voor de en thousiaste manier waarop hij al die beelden aan elkaar praat. Er zijn maar weinigen die dat' zo kunnen." (Eerste uitzending 11 juli, Ne derland 2, 20,14 uur) Simon van der Ben: „Ik heb nooit aan carrièreplanning gedaan." Liesbeth List doorbreekt stilte met CD AMSTERDAM GPD Liesbeth List: „Als je niet hoog scoort, kom je niet meer op televisie." ARCHIEFFOTO LEX VAN ROSSEN Als betrof het haar eerste CD, wordt binnen kort haar eerstvolgende fonografische pro- duktie op de markt afgezet onder de titel Liesbeth List. Simpeler kan niet. Lang geleden trou wens dat ze in de platenstudio verscheen. In 1982 ver scheen haar laatste LP: Voor vanavond en daarna. En toen werd het nogal stil rond La List. Natuurlijk, ze fi gureerde op z'n tijd in toneelstukken en in films. En het is ook waar dat ze met een soloprogramma door het land toerde. Maar de tragiek daarvan was dat een en ander slechts door een select publiek werd opge merkt. „Je komt daarmee niet op de televisie en meestal is de reactie na verloop van tijd: goh, doe jij nog wel eens iets? En daar ga je weer: uitleggen dat je nog wel degelijk meedraait." Maar platen maakte ze pok niet meer. Nederland blijkt niet zuinig op z'n talent, het is al zo vaak gezegd. Des te vervelender is het voor een artiest om het aan den lijve te ondervinden. Maar helemaal in het ver geetboek is ze nooit geraakt, dat bleek onlangs nog. Een kwestie van blijven drammen, zegt ze. En een beetje mazzel toch ook. Het geluk werd haar bezorgd door een vriend. Hij was een paar jaar geleden naar een concert van Frank Boeijen geweest. Prachtig had hij dat gevonden. En dat niet alleen, het bezoek aan dat bewuste concert had hem ook op een idee gebracht. „Hij vond dat Frank Boeijen eigenlijk voor mij nummers zou moeten schrijven. Dat zei die vriend tegen mij. En dat niet al leen, hij stapte tevens op Frank af. En wat zei Frank? Dat hij het een eer zou vinden!" Liesbeth List wist niet wat ze hoorde. Want ze vindt Boeijen een grote in het vak. „Ik had dat hem ooit wil len laten weten. Ik heb dat wel vaker, als ik onder de indruk ben van de prestaties van een collega. Dan neem ik me voor om een brief te schrijven, maar ver volgens komt het er niet van. Maar toen ik hoorde dat hij voor mij wilde schrijven dacht ik: nu zal ik hem meteen laten weten wat een eer ik het op mijn beurt vind. Ik heb hem gebeld en hij zei: ik wil niet alleen nummers voor u schrijven, ik vind dat we een CD moeten maken. Kwetsbaar talent In die periode gebeurde nog iets anders. List maakte tijdens een vraaggesprek voor de radio van de gelegen heid gebruik om haar gal te spuien over de weinige zorg die Nederland besteedt aan kwetsbaar talent. „Ik had daarvoor al veel redenen, maar de directe aanlei ding was dat Frank en ik al bij platenmaatschappijen hadden lopen leuren met ons idee en nul op het rekest hadden gekregen. Ik gaf een voorbeeld: in de uitgeve rij-wereld is het nog steeds goed gebruik dat uit de op brengst van bestsellers fondsen worden vrijgemaakt om jonge auteurs een kans te geven. Dat is in de pla- tenwereld al lang niet meer zo. 't Is wel ooit zo ge- weest.-Bij Phonogram werd een deel van de kassucces sen van bijvoorbeeld De Havenzangers gebruikt om wat toen Het Lied heette kans op ontplooiing te ge- Na die bewuste uitzending werd List gebeld. „Een oude rot in het vak beweerde: dat is nóg zo, hoor. Ik zei: nee hoor. Hij zei: wel hoor en ik zal het je bewijzen ook. Een dag later kreeg ik de nieuwe directeur van So ny aan de lijn. Hij had gehoord dat ik weer een plaat wilde maken, een CD dus in dit geval. Nou, ik was van harte welkom. Toen hij hoorde dat het een idee van Frank Boeijen was, werd hij helemaal wild enthou siast." Maar daarmee was de zaak nog niet beklonken. Ge heel onverwacht claimde Frank Boeijen uitstel. „Ik kan nu niet, zei hij. En ik dacht: daar gaan we weer. Maar ik had te vroeg gesomberd. Nu begrijp ik het wel: Frank was met een eigen CD bezig. Hij maakt daar voor drie maanden vrij waarin hij z'n aandacht op niets anders richt dan waarmee hij bezig is. Na die pe riode zijn wij aan de slag gegaan en toen bestond er niets anders in de wereld dan onze produktie. Ik heb hem ook m'n excuses aangeboden: Frank, ik heb heel slecht over je gedacht, neem me niet kwalijk. Die aan vankelijk reactie had ook te maken met het feit dat je onderhand alleen maar rekent op teleurstellingen. Ik bedoel: op een gegeven moment mag je op grond van een langzaam gegroeide overtuiging concluderen dat je op een bepaald gebied talent hebt. Dat je ook een behoorlijke staat van dienst hebt. Wanneer je vervol gens naar je eigen idee volgens dezelfde lijnen verder gaat en de dingen mislukken tóch, dan is dat een hard gelag. Je begrijpt het ook niet. Maar wanneer iets uit eindelijk wel lukt, is dat heel mooi om mee te maken. Maar begrijpen doe ik het dan evenmin. Je gaat naar verklaringen zoeken en de enige verklaring die ik er voor kan geven is: toeval." Bundeling van talent Het zijn bepaald niet de minste componisten en tekst schrijvers die het materiaal voor haar CD leverden. Be halve van Boeijen staan er ook werken op van Maarten Peters, Herman van Veen, Rob Crispijn, Boudewijn de Groot en Stef Bos. Een bundeling van talent, kortom. „Ik wist natuurlijk al lang dat er heel veel talent rond liep. Stef Bos, Raymond van het Groenewoud, Johan Verminnen en Jan ten Hoopen, om er maar een paar te noemen. Maar het nare is: als publiek herken je dat gene wat die mensen doen heel moeilijk als een stro ming." Vroeger, in de tijd dat ze haar hoogtijdagen beleefde, vterd het wat dat betreft de de buitenwereld gemakke lijker gemaakt. In die periode werden artiesten te pas en te onpas voor TV-programma's gevraagd. Maar het veranderde TV-aanbod heeft volgens haar een kente ring veroorzaakt. „Als het niet hoog scoort, kom je niet meer op de televisie. Ik weet wel: de tijden veranderen, maar ik constateer vervlakking. Waarom horen we bij voorbeeld nooit meer iets van Conny Stuart? Ze hoeft niet op te treden, maar ze zou wel met respect kunnen worden behandeld en men zou haar kunnen vragen haar mening te geven. Ze zou in de gelegenheid moe ten worden gesteld om jonge mensen de dingen door te geven, die ze in haar leven heeft geleerd. De wereld van de klassieke muziek kent masterclasses, in de bal letwereld worden succesvolle dansers adviseurs of choreograaf. Maar in de wereld van het lied lijkt het wel of traditie niet telt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 10