Olierampen en chronische vervuiling Natuur Milieu Gedumpt bij vogelasiel DINSDAG 21JUNI1994 21 EINDREDACTIE: PETER WOLFSBERGEN Olierampen spreken tot de verbeelding. Rijen dode vogels en be smeurde zeehondjes op het strand brengen een schok teweeg. Toch zijn de eerste dagen na een olielozing voor bioloog Martin Scholten van TNO Den Helder van minder betekenis dan wat er daarna ge beurt. „De vraag is niet hoe snel de olie afbreekt, of hoe groot de scha de van de eerste dagen is. Hoe snel herstelt het eco-systeem zich? Daar gaat het om." Schipbreuken van olietankers zijn ernstig, maar de sluipende vervuiling door lozingen op zee is wellicht nog gevaarlij ker, zo meent Scholten. NATUURLIJK Greenpeace ziet nieuw bewijs opwarmen aarde De milieu-organisatie Greenpeace heeft gewaarschuwd dat het wit worden van koraalriffen in de Stille Oceaan, als gevolg van watertemperaturen die hoger zijn dan normaal, kunnen wijzen op een weersverandering op aarde. Er zou verband bestaan tussen het opbleken en satellietfoto's die ongewone 'hete plekken' laten zien in de Stille Oceaan. Langdurige blootstelling aan hogere watertemperaturen doodt vaak het koraal, waarna slechts een wit skelet overblijft. Koraaldeskundige Hoegh-Guldberg vond tijdens een door Greenpeace georganiseerde tocht uit dat het ver schijnsel zich voordeed rond het kleine Tahitiaanse ei land Moorea. Duikers hebben het ook gezien rond Ta hiti zelf. Zij noemden het rif glanzend wit. Volgens Greenpeace kan uit foto's van het Amerikaans Nationaal Ofeanografisch en Atmosferisch Instituut worden opgemaakt dat ook koraalriffen in Fiji, de Co- okeilanden, Tonga en Vanuatu zijn aangetast. Weten schappers meldden het fenomeen ook bij Amerikaans Samoa. „Het opbleken van het koraal zou een teken kunnen zijn voor het steeds warmer worden van de aarde door steeds verder toenemende concentraties door de mens geproduceerde gassen in de atmosfeer, het zogenoem de broeikaseffect," aldus Greenpeace-woordvoerder Pene Lefale. Koraal gedijt het beste bij temperaturen van 28 graden celsius. Als het langere tijd wordt blootgesteld aan tem peraturen die twee of drie graden hoger liggen, sterft het binnen twee tot drie maanden. Volgens Hoegh- Guldberg was de watertemperatuur rond Moorea tot op 25 meter diepte ongeveer 30 graden: „Er is direct ver band tussen thermische afwijkingen die blijken uit sa- tellietgegevens en gebieden die opbleken. Dit werd op dramatische wijze tweqmaal eerder aangetoond: in 1991 en 1987." In 1571 vaardigde hertog Albrecht de Grootmoedige, een gebod uit waarin het verboden werd nog langer jacht op vossen te maken. De vos is de natuurlijke ver delger van veldmuizen. De genoemde verordeningen waren beslist niet eenmalig. Herhaalde malen daarna werd de jacht op vossen verboden. Nauwkeurige waar nemingen toen zeker niet minder dan nu hadden geleerd dat veldmuizenplagen met een zekere regel maat terugkeren. In 1648 kwam in Beieren daarom een wet tot stand, waarin bepaald werd dat na een jaar met weinig veldmuizen in de drie eerstvolgende jaren geen vos gedood mocht worden. Dus toen reeds inzicht en begrip voor de natuurlijke regelmaat in de natuur ter instandhouding van het evenwicht! We weten thans veel meer bijzonderheden van de leef wijze van de veldmuis. Het is moeilijk een dier uit de vrije natuur te noemen, dat zo goed bestudeerd is als de veldmuis. Het dier verbergt praktisch geen enkel ge heim. Veldmuizen, zoals wij die kennen, komen in bijna heel Europa voor. Ze houden zich bij voorkeur op in bermen van wegen en spoordijken, kortom op plaatsen waar hoog opstaande grassoorten en andere kruiden voor voedsel zorgen. Overdag zien wij ze niet veel. Hun acti viteiten plegen ze in de nacht. Ze zoeken dan hun voedsel, bestaande uit plantaardige delen als zaden, knollen, wortels en eventueel schors van bomen. Hun woonverblijf ligt onder het maaiveld. Enkele deci meters onder de grond graven ze een kogelrond nest, dat bekleed wordt met een dikke wand van kort afgebe ten gedroogd gras. Het nest heeft verschillende uitgan gen, pijpen, die onderling met elkaar verbonden zijn. Maar... daar in de grond zijn ze niet geheel beveiligd voor de vos, de wezel en de hermelijn. En bovengronds staat bij uilen, buizerden en torenvalken de veldmuis op het menu. Zó werken dieren samen om het even wicht in de natuur te bewaren. Ook de veldmuizen hebben, evenals zoveel andere diersoorten, een eigen zelfregulerende factor in hun be staan. In de eerste plaats worden veldmuizen in de vrije natuur niet ouder dan twee jaar. Maar in die twee jaar is dan ook intens gewerkt aan het behoud van de soort! Een moederveldmuis brengt in die twee jaar gemiddeld vijf a zes keer jongen ter wereld. Per worp worden tus sen de drie en zeven nakomelingen geboren. Tel uitje winst! Aanvankelijk zijn de jongen naakt en blind. Met tien dagen zijn ze behaard en kunnen zien. Na nog enkele dagen gaan ze zelf op voedsel uit, met drie weken zijn ze geheel zelfstandig. En ze zijn dan ook al gereed om zich voort te planten. Laboratorium-onderzoek heeft uitgewezen dat een veldmuisjong van het vrou welijk geslacht, nog maar tien dagen oud zijnde en slechts vijf gram wegende, al een vergrote baarmoeder heeft. Twee weken oud zijnde worden ze al door oude re mannetjes bevrucht. Drie weken later, de moeder is dan dus vijf weken oud, worden de eerste jongen gebo ren. In de zoogdierenwereld is zoiets een unicum. U ziet het, de bovengenoemde roofdieren^ouden de re gulatie niet aan kunnen, ware het niet dat er een zelfre gulerende factor aanwezig is. Wanneer het aantal veld muizen onvoorstelbaar groot wordt na enige tijd, dan loopt de vruchtbaarheid van de vrouwtjes terug. Het is een hormonaal verschijnsel dat vaker in de dierenwe reld voorkomt. Psychologisch wordt deze situatie onder de noemer 'stress' gebracht. Gewas, door de mens gezaaid of geplant, valt ook onder het werkterrein van de veldmuis. Wat gebeurt er als de regplatie door de natuurlijke 'arbeiders' niet verricht kan worden, omdat de mens ze als 'schadelijk wild' ver wijdert? In dat geval probeert de mens een plaag te voorkomen met behulp van mechanische en chemi sche middelen, waarvan de schadelijke gevolgen nader hand groot zijn. Dat is dan zijn 'labora'. Welke beteke nis heeft zijn 'ora' dan? Veldmuizen houden zich bij voorkeur op in bermen van wegen en spoordijken. foto pr voor op te vangen vogels. Volgens kenners is het dier 10 jaar oud en gezond. Ringslangen komen voor in waterrijke gebieden, maar boven het Noordzeekanaal zijn ze zeld zaam. De dieren leven van vissen en kikkers. Door de aan leg van wegen en woonwijken krijgen ringslangen een steeds kleiner leefgebied. Er wordt landelijk onderzoek ge houden om trekbeweging en leeftijden van ringslangen vast te kunnen stellen. foto martijn de jonce Hoe snel herstelt het eco-systeem zich? MIDWOUD Deze ringslang van een meter lengte werd onlangs gedumpt bij vogelasiel De Bonte Piet in het West- friese Midwoud. De slang bevond zich in een zak en werd zonder nader bericht aangetroffen in de kist die bestemd is Martin Scholten van TNO Den Helder heeft een lijst van de twintig ernstigste olierampen. Leg je daarnaast een lijstje met herstelperioden, dan blijkt dat de hoeveelheid olie die in zee stroomt slechts een deel van het verhaal is. De tot de verbeelding sprekende ramp met de Exxon Valdez bij Alaska kon slechts met moeite in Scholtens top twintig terecht komen. Nu viel de hoeveelheid olie, die uit de Exxon Valdez stroomde (35.000 ton) re latief gezien wel wat mee. Veel belangrij ker is evenwel dat het eco-systeem zich in ongeveer drie jaar herstelde. Ter ver gelijking: de Amoco Cadiz, die in 1978 op de kust van Bretagne liep, verloor 225.000 ton olie. Het herstel van het eco systeem nam ruim zes jaar in beslag. De Torrey Canyon, die in 1967 125.000 ton olie op de Engelse kust verloor, zorgde voor veel grotere schade. Het duurde ze ker tien jaar eer het milieu zich weer enigszins had hersteld. De directe schade na de ramp bij Alas ka was wel heel groot. Bijna 40.000 vo gels legden het loodje en dat is meer dan bij welke ramp in de geschiedenis dan ook. Maar liefst 1500 kilometer kust raakte vervuild en ook dat is een record. Scholten: „Het was zeker een fikse aan tasting van het milieu in zo'n natuurrijk gebied. Die grote schade werd groten deels veroorzaakt door incompetentie van de overheden. Pas na een week be gon het opruimwerk en dan is het vol strekt nutteloos." Toen men pas in de zomer begon met de echte schoonmaak, maakte dat de si tuatie volgens Scholten alleen maar er ger. Het biologische herstel werd zelfs vertraagd. „De kust van Alaska is een on gerept natuurgebied. Vanuit de directe omgeving kon herstel optreden. Dat was een grote voordeel. De Amoco Cadiz strandde in een geïsoleerde baai. Vanuit de directe omgeving kon veel minder goed herstel optreden. Bij de Torrey Ca nyon was dat nog ernstiger." Uit het herstel van kleinere ongevallen blijkt, zoals in 1982 met de Katina bij Scheveningen (1600 ton), dat een gema tigd klimaat als het onze voordelen biedt. De flora en fauna zijn er ingesteld op verliezen in de winter en herstel in de zomer. Daardoor is de herstelperiode na olievervuiling ook kort. Waddenzee Je zou uit Scholtens verhaal kunnen af leiden, dat een ramp in natuurrijke ge bieden eigenlijk niet zo ernstig is. De schade is mede afhankelijk van de soor ten flora en fauna die er leven. „Een ramp in de Waddenzee zou immense schade veroorzaken. Over het herstel moeten we niet te dramatisch doen. Er ger is, dat elke dag dat de Waddenzee niet functioneert als broedgebied, ramp zalig is." Toch is een ramp in een tropisch ge bied ernstiger, vanwege de onregelmati ge voortplanting van de fauna. Een ko raalrif groeit over perioden van tientallen jaren. In gematigder streken hebben die ren veel meer nakomelingen om de kli maatschommelingen op te vangen. Een koraalrif is daarom veel kwetsbaarder dan de Waddenzee. De Perzische Golf is ondanks de gunstige berichten van vlak na de Golfoorlog, nog altijd een woestijn op de zeebodem. In Den Helder doet TNO onderzoek naar het herstel na een olieramp. Dat herstel verloopt in fasen. Sommige die ren profiteren van het wegvallen van concurrenten. De opportunisten in de fauna hebben het goed na een olieramp. De oogst aan dode vogels na het zoveelste 'olierampje'. Bioloog Martin Scholten: „Er bestaat geen ongevaarlijke olie." te is natuurlijk indammen en opruimen met olieschermen en opzuigapparatuur. Dat is vaak niet zo snel mogelijk. Daar om gebruikt men soms dispergeermid- delen, die de olie in druppeltjes uiteen doen vallen, waarop de olie naar de bo dem zinkt. In kustwateren, zo meent Scholten, is dat alleen maar nadelig. In Nederland gebeurt het dan ook niet meer. Soms kan het niet anders. Bij de ramp met de Brear bij Schotland hielp het wel, omdat de drijvende olie een gevaar vormde voor het leven op het land. Wel zijn de olieconcentraties er in het water nog steeds hoog. Een andere oplossing die sommige oliebestrijders bepleiten, is het in brand steken. Brandkoek Dat is zo'n beetje het stomste wat je kunt doen, aldus Scholten. Zou je dat op bij voorbeeld de Wadden doen, dan zit je met een giftige brandkoek op de bodem. Zo is het ook gegaan in de Perzische Golf, waar de brandende olie veel meer schade heeft aangericht, dan eerst werd gedacht. Het heil dat vooral Amerikanen ver wachten van bestrijding met afbrekende bacteriën, ontmoet slechts scepsis bij Schol ten. „Het is onzin te denken, dat er strengen bacteriën zijn die de verschil lende verbindingen waaruit olie bestaat kunnen afbreken. De komende twee jaar zullen wij verschillende van die bacte riën op effectiviteit toetsen." Overigens is het focussen op rampen ook niet alles. Jaarlijks belandt er 50.000 ton olie in de Noordzee ten gevolge van illegale lozingen. Deze chronische ver vuiling is moeilijker aan te pakken. De prijzen voor transport zijn laag, de tank ers varen met weinig bemanning onder vreemde vlag en dan gaat er nog wel eens iets fout. De vraag rest, of olie nu zo gevaarlijk is omdat het giftig is. Scholten: „Alle com ponenten van olie zijn giftig, als je ze vergelijkt met olie als totaal. Het gevaar van olie heeft dan ook weinig te maken met de giftigheid. Het probleem is dat het 'smeurt'. Het verendek van een vogel dat met olie vervuilt is, isoleert niet meer. Kieuwen van vissen raken ver stopt. De vettigheid van olie is het pro bleem". Dat werpt ook een nieuw licht op lo zing van plantaardige oliën. Volgens de TNO'er is die net zo gevaarlijk als andere olie. „Er is geen duidelijk verschil tussen oliën, of het nu gaat om plantaardige of synthetische olie, ruwe of geraffineerde. Het opvreten van olie door dieren is nauwelijks een probleem. Het zit hem puur in de kleverige vettigheid." Bacteriën, plankton, maar ook de haring floreren al snel weer. Garnalen worden bijvoorbeeld door het eco-systeem krap gehouden. Na een olieverontreiniging eten de larven zich ongans aan het vele plankton en komen garnalen massaal veel voor. Scholten: „Dan roepen vooral de gar- nalenvissers dat er herstel is. Het is slechts een teken dat het eco-systeem zich aan het herstellen is. Volledig her stel is de terugkeer van de originele flora en fauna. Als het natuurlijk evenwicht weer terug is, zullen de opportunisten in aantal afnemen. Dat is een kwestie van tijd en vaak is het moeilijk vast te stellen, wanneer volledig herstel is opgetreden. Soms komt een deel van de originele flo ra en fauna niet terug. Ik denk dat er sprake is van herstel, als er weer even wicht is. Dat mag best een ander even wicht zijn, dan voor de ramp." Alle aandacht voor het herstel maakte de directe bestrijding van de gevolgen van een olieramp niet overbodig. Hoe minder olie in het water, hoe sneller het herstel. De eerste drie dagen na de lozing zijn daarbij het belangrijkst. Daarna maakt het niet zo veel meer uit. Het bes- foto cpd Loodvrije benzine heeft gunstig effect DEN HAAG ANP De beperking van het loodgehalte in benzi ne blijkt te werken. Sinds de introductie van loodvrije autobrandstof begin jaren zeven tig zijn de loodconcentraties in de lucht op het noordelijk halfrond aanzienlijk gedaald. De belasting van de atmosfeer met dit me taal is nu ongeveer een achtste van die van twee decennia terug. Onderzoekinstellingen in Duitsland, Frank rijk en België hebben dit kunnen opmaken uit monsters van de dikke sneeuwlagen op Groenland, waarop het lood in de loop der jaren vanuit de lucht is neergedaald. De jongste sneeuw bevat veel minder hoeveel heden van het metaal dan de dieper liggen de lagen. Ook de toenemende inspanningen van ver schillende landen om de uitstoot van cad mium en zink door industrieën te vermin deren, hebben effect. De 'ijskast' van Groenland laat zien dat de uitstoot van de ze metalen sinds 1967 met 60 procent is ge daald. De twee stoffen komen vrij bij het verstoken van fossiele brandstoffen, de fa bricage van staal en ijzer en de verbranding van afval. De wetenschappers, die samenwerken in het Europese milieuproject Eurocore, boor den enkele jaren geleden diep in de ijslagen van Groenland. De monsters tot op 300 me ter van het oppervlak vertegenwoordigen een stuk geschiedenis van 1200 jaar. De 10.000 verzamelde stukken ijs en sneeuw werden in bevroren toestand in flessen be waard totdat ze werden geanalyseerd. Op die manier konden de medewerkers van de onderzoekinstituten vaststellen wat zich in de afgelopen twaalf eeuwen in de lucht heeft afgespeeld. De chemische 'vingeraf druk' van Groenland laat zien dat piekcon- centraties van chloride, fluoride en sulfaat in de atmosfeer veroorzaakt zijn door uit barstingen van de vulkanen Laki (IJsland) in 1783, Katmai (Alaska) in 1912 en Helka (IJs land) in 1947. De verschillende concentraties koolstof in de Groenlandse ijsmonsters geven even eens een stukje geschiedenis weer. In de periode vóór de industriële revolutie waren vooral bosbranden en het verstoken van resten van landbouwgewassen verantwoor delijk voor de belasting van de atmosfeer met deze stof. Duidelijk is te zien dat het gebruik van steenkool in de eerste decennia van deze eeuw sterk toenam. Later werd deze brand- stof in toenemende mate vervangen door olie. De meest recente sneeuwmonsters to nen aan dat het gehalte aan koolstof in de lucht aan het stijgen is, volgens de onder zoekers waarschijnlijk als gevolg van het groeiend verbruik van olie. Dood derde bever ook nog raadsel LEEUWARDEN Ook in het natuurpark Lelystad is dezer da gen een bever dood in een perk aangetrof fen. Het dier komt uit hetzelfde nest als de twee bevers die deze week om zijn geko men in het Leeuwarder otterpark Aqualutra. Alle kadavers worden onderzocht in de uni versiteitskliniek voor gezelschapsdieren in Utrecht. De doodsoorzaak is nog een raad sel. Medewerkers van de Utrechtse kliniek spraken het vermoeden uit van vergiftiging door het eten van de Amerikaanse vogel kers. Daar zijn echter geen sporen van in het beverpark gevonden. De derde bever in Aqualutra, ook een broertje, maakt het goed. Mens manipuleert tomaat 'Flavr-Savr' GRONINGEN KEES WIESE Binnenkort komen tomaten op de markt, waarvan de erfelijke eigenschappen door de mens zijn gemanipuleerd. In de Vere nigde Staten heeft de consument er al kennis mee kunnen maken. De tomaat heet 'Flavr-Savr' en kan langer aan de plant rijpen zonder zacht te worden, om dat het enzym dat de celwand afbreekt wordt onderdrukt door een gen, dat door de mens is ingebracht. De Amerikaanse onderzoeker Matthew Kramer van het bedrijf Calgene Fresh Inc. legde afgelo pen weekeinde op een symposium in Wageningen uit welke stappen zijn on dernomen om deze tomaat - als eerste 'transgene' tuinbouwprodukt - in de Amerikaanse winkels te krijgen. De tomaat is een door moleculair biolo gen, die zich met de erfelijkheid bezig houden, geliefd modelgewas voor funda menteel en toegepast onderzoek. Het er felijk materiaal van de tomaat bevindt zich in twaalf niet al te grote chromoso men en bevat een in verhouding hoog percentage (80) aan functioneel DNA. Andere planten bevatten veelal meer ballast: DNA dat geen functie lijkt te heb ben. De moleculair biologen zijn er in middels in geslaagd een belangrijk deel van de naar schatting vijftigduizend tot honderdduizend genen van de tomaat in kaart te brengen. Deze informatie wordt ingevoerd in de Solgenedatabank, die ook gegevens be vat over andere nachtschadeachtigen, zoals de aardappel. Via een internationa le computernetwerk kan deze databank wereldwijd worden geraadpleegd. Bin nen vijf jaar zullen vrijwel alle genen, die belangrijk zijn voor de kwaliteit van de tomaat en zijn resistentie tegen schim mel en bacterieinfecties, zijn gelokali seerd en geïsoleerd, zo verwachten de deelnemers aan het symposium. Zij be studeren ook de erfelijke aspecten van de rijping en de smaak van tomaten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 21