'Het spel gespeeld?
Zo gaat dat dus niet'
mm
ran
Feiten &Meningen
Aparte minister
werkgelegenheid
en midden-
en kleinbedrijf
Bill Clinton driftig
en besluiteloos baasje
Duitsers en Fransen hebben hun hand overspeeld
WOENSDAG 8 JUN11994
Als de voortekenen niet bedriegen dan lijkt
het er op dat er binnenkort een paars kabi
net aantreedt. Als meer feiten bekend zijn
over de personele samenstelling van het ka
binet en natuurlijk het programma dan
kom ik daar zeker op terug. Voor het mo
ment wil ik mij beperken tot het op tafel
leggen van maar één wens bij de onderhan
delaars van de nieuw te vormen regering.
Die wens luidt kort en krachtig: stel een mi
nister aan voor werkgelegenheid èn het
midden- en kleinbedrijf.
Ruim twintig jaar werkgelegenheidsbe
leid hebben we nu achter de rug en het re
sultaat is geenszins bemoedigend. Er is van
alles geprobeerd om banen te scheppen en
het wdl maar niet lukken. De conclusie moet
kennelijk zijn dat banen niet te scheppen
zijn. Het begrip al
leen duidt op een
zekere overmoed.
Scheppen is immers
in onze cultuur
overgelaten aan het
opperwezen en dat
blijkt niet voor niks
te zijn.
Waar we wel iets
aan kunnen doen, is
aan de voorwaarden
waaronder groei
PIM FORTUYN Van de werkgele-
medewerker genheid kan gedij
en. We kunnen iets
doen aan het terugdringen van premies en
belastingen op de lonen, opdat de brutolo
nen omlaag kunnen en zo werk goedkoper
wordt. We kunnen de loonconcurrentie in
zetten over de volle breedte, zodat we de
concurrentie aankunnen met landen waar
ingenieurs en ander hooggeschoold perso
neel zoveel goedkoper zijn.
We kunnen iets doen aan het regelwoud
dat Nederland in een ijzeren greep houdt
en ondernemen zo moeilijk maakt. We
kunnen iets doen aan de overleg-economie
die te veel de gevestigde belangen be
schermt en de buitenstaanders buiten
boord tracht te houden. Meer in het alge
meen kunnen we iets doen aan de mentali
teit die altijd de oplossing zoekt bij een an
der in plaats van bij onszelf. De politiek kan
ons daarin voorgaan en ons helpen al die
overtollige ballast overboord te zetten.
Van links tot rechts is men het er over
eens dat het midden- en kleinbedrijf de
kurk is waarop onze economie drijft en dat
niet alleen, het vormt ook de basis voor on
ze werkgelegenheid en vooral de groei daar
van. Een snel in omvang toenemend mid
den- en kleinbedrijf betekent een zeer snel
le groei van de werkgelegenheid.
In die tak van bedrijvigheid vertaalt eco
nomische groei zich vrijwel onmiddellijk in
extra banen zonder dat we ze scheppen.
Die banen volgen gewoon de toename van
economische bedrijvigheid. We zullen het
daarbij vooral moeten hebben van 'nieuwe'
bedrijvigheid in produktie en diensten.
Die bedrijvigheid en daarmee de werkge
legenheid groeit als kool, indien we de kos
ten voor arbeid drastisch omlaag weten te
brengen. Niet met een paar procentjes,
maar met tien, twintig procent tegelijker
tijd. Als we dat aandurven hebben we bin
nen één kabinetsperiode volledige werkge
legenheid nagenoeg gerealiseerd.
Dat doet natuurlijk wel even pijn. Ieder
die kan werken, moet dan weer werken.
Veel verzorgingsarrangementen waaraan
ondernemers, werknemers en uitkeringsge
rechtigden gewend zijn geraakt bestaan dan
niet meer of slechts nog in sterk afgeslankte
vorm. Daar tegenover staat dat eenieder die
daartoe in staat is, weer in de gelegenheid is
om in zijn of haar kosten van levensonder
houd te voorzien. In kort bestek komt de
keuze neer op óf doorgaan in de huidige
neerwaartse spiraal óf een diepe duik ne
men en weer boven komen drijven.
Ik kies voor dat laatste. We brengen dat
doel een stuk dichterbij, indien we het
werkgelegenheidsbeleid weghalen uit de
banenschepperige sfeer van het departe
ment van Sociale Zaken en het combineren
met een stimuleringsbeleid voor het mid
den- en kleinbedrijf. We werken dan econo
misch èn sociaal dezelfde kant op en zoals
u weet werkt dat een stuk prettiger. Nemen
we het belang van de werkgelegenheids
groei serieus en menen we dat die groei
vooral zal moeten worden gerealiseerd door
het midden- en kleinbedrijf, dan verdient
een dergelijk majeur beleidsdoel tenminste
een minister!
Lubbers geeft strijd om Brusselse topfunctie niet op
Ruud Lubbers is met zijn campagne voor het voorzitterschap van de Europese Commissie in
zwaar weer terecht gekomen. Zijn Belgische collega Dehaene is de gedoodverfde favoriet voor de
hoge post in Brussel, maar de demissionaire premier piekert er niet over de handdoek in de ring
te werpen. Integendeel. Europa maakt een vergissing als de Belg op 24 juni wordt uitverkozen,
meent hij. In het uiterste geval kan Nederland nog een veto uitspreken. Een getergde kandidaat in
de aanval.
Ruud Lubbers denkt er niet over zijn kandidatuur voor Brussel in te trekken.
Eind april, ongeveer een week voor de Nederland
se kamerverkiezingen, had Lubbers al een flauw
voorgevoel: de race om het voorzitterschap van de
Europese Commissie kon wel eens een horden
loop worden. „Ik bevroedde dat inderdaad. Ik wist
dat Dehaene ook belangstelling voor die functie
had. Toen ik mezelf op 3 mei officieel kandidaat
stelde, hield ik er rekening mee dat niet onmiddel
lijk in Europa een sfeer zou ontstaan van: 'Lubbers
heeft zijn vinger opgestoken, dat is mooi, daar zijn
we dan mee klaar".
Lubbers zat er niet ver naast. De afgelopen weken
brokkelde de aanvankelijke steun voor zijn kandi
datuur in snel tempo af. Mitterrand en Kohl kozen
voor Dehaene, Gonzalez voor Sutherland. Voor
een discrete terugtocht uit de op het oog hopeloze
strijd voelt Lubbers echter niets. „Dat advies heb
ik de afgelopen dagen ook niet gekregen", tekent
hij aan. „Verschillende Europese regeringsleiders
hebben mij juist op het hart gedrukt: zeg, je blijft
toch wel in de race? Ik stel vast dat de Nederland
se regering mij kandidaat heeft gesteld en daar
ook aan vast wil houden".
De boodschap is duidelijk. Lubbers voelt er niets
voor de handdoek in de ring te werpen, maar
bokst graag nog een paar rondjes door. Na het
Frans-Duitse handjeklap in Mulhouse reageerde
hij geprikkeld. Het kan toch niet zo zijn dat twee
Europese lidstaten samen de benoeming van de
voorzitter van de Europese Commissie voorko
ken? Mogen de kleinere Europese landen ook nog
een woordje meespreken?
VOORKEUR
De afgelopen dagen stelde Lubbers deze vragen
rechtstreeks aan het Elysée in Parijs en het Kanz-
leramt in Bonn. Klopte het dat Mitterrand en Kohl
inderdaad de kandidatuur van Dehaene steunen?
Het antwoord was niet echt geruststellend. Zorg
vuldig formulerend: „Mitterrand en Kohl zijn
voorzichtig met hun contact in Mulhouse omge
gaan. Dat neemt niet weg dat de indruk werd ge
wekt van: wij regelen het voorzitterschap van de
Commissie samen, het spel is gespeeld. Welnu, zo
gaat dat dus niet. Ook in andere landen proef ik
opluchting dat iemand dat eens hardop zegt. En ik
durf de stelling aan: de aanvankelijke voorkeur bij
andere lidstaten wees niet naar Dehaene maar
meer naar mij
De twaalf Europese regeringsleiders willen eind
deze maand op het Griekse eiland Corfu de knoop
doorhakken. Hoewel er behalve Lubbers en
Dehaene nóg twee kandidaten in de race zijn
(Leon Brittan en Peter Sutherland) bereidt de pre
mier zich voor op een spannende wedstrijd Ne-
derland-België.
Nederland heeft volgens Lubbers een belangrijke
troef in handen. „Het kabinet heeft er in een brief
aan alle Europese regeringsleiders op gewezen dat
wij, anders dan België, nog nooit het voorzitter
schap van de Europese Commissie hebben ver
vuld. Dat is een zwaar argument: wij zijn aan de
beurt. De baan moet naar Nederland gaan, tenzij
er hele goede en zwaarwegende argumenten wor
den aangevoerd. Ik heb ze nog niet gehoord".
Het klinkt als een vericapt dreigement dat Neder
land een spaak in het wiel zal steken wanneer
Lubbers de begeerde functie niet krijgt. Per slot
van rekening heeft elke lidstaat binnen de Unie
een veto-recht over de benoeming van de nieuwe
Commissievoorzitter. Overweegt Lubbers soms
dat machtswoord op Corfu te spreken? Hij sluit
het niet bij voorbaat uit: „Dit is niet'het moment
daarmee te dreigen. Ik voel er als concensus-man
niets voor de zaak negatief te benaderen. Het gaat
juist om open en reëel overleg. Maar u hoort me
ook niet het omgekeerde beweren, namelijk dat
Nederland beslist géén gebruik van het veto-recht
zalmaken".
De voorkeur van Kohl en Mitterrand voor Dehae
ne heeft veel te maken met de gedachte dat België
wat dichter tegen de 'as' Parijs-Bonn aanzit, denkt
Lubbers. „Hij hoeft bij wijze van spreken maar
één straatje verder te lopen om zaken te doen in
Brussel. Maar dat mag geen beslissend argument
zijn. En men mag Dehaene ook niet als een kandi
daat namens de Benelux naar voren schuiven. Wij
verstevigen onze positie: Nederland heeft zijn ei
gen kandidaat en houdt daar ook aan vast".
Lubbers bestrijdt dat de nederlaag van zijn eigen
CDA bij de kamerverkiezingen en de recente strui
kelpartijen van het demissionaire kabinet een
handicap vormen bij de campagne voor de hoog
ste post in Brussel. Fel: „Ik heb het CDA niet in
ontreddering achtergelaten, kom zeg: zo ken ik er
nog wel een paar. Onzin! De vraag is wel gerezen
waarom ik mij niet eerder gekandideerd heb. Het
antwoord is vrij simpel: ik vond dat ik de Neder
foto's gpd
landse verkiezingen af moest wachten".
Lubbers noemt de verkiezingen die deze week
voor het Europees Parlement worden gehouden
wèl belangrijk voor zijn kandidatuur. Een dramati
sche stembusuitslag voor het CDA zou er zelfs toe
kunnen leiden dat hij zich uit de race terugtrekt, al
vindt Lubbers het te vroeg om daarover te specu
leren. „Een lage opkomst en een slechts score
voor het CDA zouden voor mij natuurlijk demoti
verend zijn. Dat weeg ik zeker mee. Het is bepa
lend voor de stevigheid waarmee ik het gevecht op
weg naar Corfu aanga. Wanneer het CDA slecht
uit de bus komt, word je toch iets lauwer".
SAMENWERKING
Lubbers ziet zichzelf als een 'politieke kandidaat'
voor de Brusselse topbaan en presenteert, zoals
het bij dat soort functies hoort, zelfs een beknopt
soort verkiezingsprogramma. „Ikzou mij geen
kandidaat hebben gesteld en zou de baan ook niet
begeren'wanneer het alleen maar zou gaan om de
klassieke samenwerking binnen Europa", zegt hij.
De economische en monetaire samenwerking, de
punten en komma's van het Europese landbouw
beleid of de steun aan zwakke regio's, het is alle
maal uiterst belangrijk. Maar de premier wil méér
zijn dan de 'sobere en zuinige' beheerder van de
Brusselse vetpotten. Hij wil graag werk maken van
de nu nog onderbelichte paragrafen in hét Ver
drag van Maastricht.
Met deze opvattingen, zo meent de premier, on
derscheidt hij zichzelf nadrukkelijk van Dehaene,
die veel meer als een commissievoorzitter 'van de
oude stempel' zou opereren. „We moeten daar
openhartig en precies in zijn. Wanneer we een
Commissievoorzitter zoeken die als een goed
teamleider de klassieke taken van de EU coördi
neert, dan past Jean-Luc Dehaene binnen dat pro
fiel. Mijn inzet zal meer politiek en diplomatiek
zijn. De vraag die de collega-regeringsleiders moe
ten beantwoorden, is of ze vinden dat we er aan
toe zijn dat iemand die al lang minister-president
is en dus voluit politicus deze baan gaat be
kleden. Is dat een voordeel, of een sprong te ver?".
DEN HAAG PAUL KOOPMAN
Chaos in het Witte Huis
Y PETER DE VRIES
De besluitvorming in het Witte
Huis is chaotisch, adviseurs van
Bill Clinton liggen geregeld met
elkaar overhoop en de president
zelf valt nogal eens ten prooi
aan heftige driftbuien. Hij is ie
mand die eindeloos discussi
eert, geen beslissingen neemt
maar ook niet wil delegeren.
Hillary Clinton blijkt meer en
meer te functioneren als chef
staf van het Witte Huis. Vooral
in het eerste jaar waren er grote
meningsverschillen over het
economische beleid.
Dat beeld komt tevoorschijn uit
het deze week verschenen boek
The Agenda: Inside the White
House van de journalist Bob
Woodward. Deze heeft een jaar
lang de totstandkoming van
Clintons economische beleid
gevolgd en gesproken met tien
tallen betrokkenen, onder wie
de president zelf. Daaruit blijkt
dat de chaos in het Witte Huis
Clintons besluitvorming het
eerste jaar zwaar heeft gehin
derd.
Clinton blijkt zich geregeld zeer
kwaad te maken als de zaken
weer eens niet lopen zoals hij
wil. Hij loopt dan rood aan,
slaat met zijn vuist op tafel en
schreeuw! tegen iedereen. Zijn
naaste adviseur, George Stepha-
nopoulos, noemt die woede-
uitbarstingen The Wave. Toen
tijdens de verkiezingscampagne
een medewerker het publiek bij
hem weghield, riep een rood
aangelopen Clinton „Ik wil hem
dood, dood. Ik wil dat-ie een
aframmeling krijgt".
Volgens Woodward die in
1973 samen met Carl Berstein
het Watergate-schandaal ont
hulde en daarna een reeks ge
zaghebbende boeken over het
politieke proces in Washington
schreef heeft Clinton de eer
ste tijd vooral onder sterke in
vloed gestaan van voorzitter
Alan Greenspan van de Federal
Reserve, de centrale bank. Die
zou Clinton tot veel meer bezui
nigingen hebben aangezet dan
hij eigenlijk wilde.
Greenspan zou hem vorig jaar
hebben overgehaald het begro
tingstekort verder te verminde
ren, zodat hij de rente verlagen
kon. Gevolg was dat Clinton een
aantal van zijn campagnebelof
ten over nieuwe investeringen
en het scheppen van werkgele-
genheid door de overheid, in de
ijskast heeft moeten zetten.
Woordvoerders van Clinton
hebben de beweringen uit het
boek al van de hand gewezen.
Clinton maakte zich later bij
zonder kwaad dat hij zijn plan
nen niet kon uitvoeren en
maatregelen moest nemen die
eerder Republikeins dan Demo
cratisch waren. „Ik heb verdom
me geen Democratische begro
ting tot 1996. Geen investerin
gen, niets van dat waar ik cam
pagne voor gevoerd heb."
Achter de schermen speelde
zich bovendien een machts
strijd onder Clintons adviseurs
af. Terwijl zijn ecorlomische ad
viseurs pleitten voor meer be
zuinigingen, kreeg hij tegenge
stelde adviezen van vier buiten-
staanders, die hem in de verkie
zingscampagne hadden gehol-
pen.
Dit kwartet James Carville,
Paul Begala, Mandy Grunwald
en Stanley Greenberg heeft
geen functie binnen het Witte
Huis, maar bleef Clinton besto
ken met memo's over het beleid
dat hij volgens hen moest voe
ren. Zij vonden dat Clinton door
toe te geven aan de economen
zijn verkiezingsbeloften ver
kwanselde. De ruzies tussen de
adviseurs liepen soms zo hoog
op dat Hillary Rodham Clinton
tussenbeide moest komen. Vol
gens Woodward is zij doortas
tender en beslister dan haar
echtgenoot. De chef-staf van
het Witte Huis, Thomas 'Mack'
McLarty, is kennelijk niet in
staat orde te houden. Na weer
een ruzie riep Hillary eens uit
dat het 'paniektijd' in het Witte
Huis was.
WASHINGTON HANS DE BRUUN
CORRESPONDENT
Bill en (Hillary Clinton: Hillary is doortastender en beslister dan haar
echtgenoot. foto reuter sean ramsay
De strijd om de opvolging van Jacques
Delors als voorzitter van de Europese
Commissie lijkt in een impasse te gera
ken, waardoor een beslissing wellicht
pas na de Europese top op Corfu (24-25
juni) kan worden geforceerd. Dat menen
althans diplomaten en Europese ambte
naren in Brussel.
De kansen van de Belgische premier
Jean-Luc Dehaene, de favoriet van de
Franse president Mitterrand en de Duit
se bondskanselier Kohl, lijken te keren.
Zijn tegenstanders, waaronder de demis
sionaire Nederlandse premier Lubbers,
rukken op.
De Spaanse premier Gonzalez die
eerder een fervent voorstander was van
Lubbqrs zou dinsdag bij een bezoek
aan Kohl hebben gezegd dat zijn voor-
keur uitgaat naar Peter Sutherland. De
Ier is vertrekkend voorzitter van de
GATT, de organisatie die de wereldhan
del in goede banen moet leiden.
Volgens zegslieden in Bonn en Brussel
heeft de met veel bombarie ingezette
lancering van Dehaene als de gemeen
schappelijke Frans-Duitse kandidaat
averechts gewerkt. Deze strategie viel
niet goed bij de kleinere EU-lidstaten en
Lubbers greep zijn kans om zich op
nieuw te profileren.
Zoals een functionaris opmerkte: „Ze
zijn te zeker van hun zaak. Ze kunnen
niet zomaar hun zin doordrijven. Juist
wie sterk is, moet voorzichtig te werk
gaan." Zelfs binnen het Duitse kamp
knaagt een vermoeden dat de zaak ver
keerd is aangepakt. Een Duitse ambte
naar opperde: „We zijn weinig construc
tief te werk gegaan." Kohl en Mitterrand
leken er bij voorbaat al van uit te gaan
dat hun kandidaat zou winnen.
De Siiddeutsche Zeiting, die vorige week
nog meldde dat Lubbers kansloos was,
schrijft nu dat Kohl door in te zetten op
Deheane met voorbijgaan aan de Neder
landse premier de Duitse politieke be
langen en zelfs de Europese integratie
schaadt.
Op Corfu wordt Dehaene waarschijnlijk
door acht landen gesteund, maar Groot-
Brittannië, Nederland, Spanje, Italië en
misschien ook Griekenland steunen an
dere kandidaten. Een beslissing kan dan
worden uitgesteld tot een nieuwe mini-
top of tot een ontmoeting van ministers
van buitenlandse zaken in september in
Duitsland.
Als Dehaene de baan in Corfu niet direct
krijgt, zal het volgens diplomaten moei
lijk voor hem worden om door te vech
ten. Dit zou kunnen worden uitgelegd
als een klap in het gezicht van zijn Belgi
sche regering, die later dit jaar algemene
verkiezingen moet bevechten.
Bovendien zou hij ernstig gezichtsverlies
lijden als hij de baan in tweede instantie
alsnog zou mislopen. Dehaene moet
zichzelf nog officieel kandidaat stellen en
zou zich zelfs vóór de top op Corfu nog
kunnen terugtrekken, aldus bronnen in
België.
Lubbers heeft daarentegen al aangekon
digd dat hij de nationale politiek defini
tief verlaat en als er op Corfu geen defi
nitieve beslissing valt 'heeft Lubbers de
omstandigheden mee', aldus een voor
aanstaande diplomaat. Als Frankrijk of
Duitsland weigeren Dehaene te laten
vallen en als Lubbers weigert zijn kandi
datuur in te trekken, ontstaat er een pat
stelling, waarvan de twee andere, nu be
kende, kandidaten Peter Sutherland
en de EU-commissaris en voormalige
Britse conservatieve minister Sir Leon
Brittan op hun beurt weer kunnen
profiteren.
Alles kan ook nog afhangen van de invul
ling van de belangrijkste posities in de
Europese Commissie, die in ja
nuari wordt geïnstalleerd. Frankrijk zou
zich misschien kunnen laten overhalen
een andere kandidaat dan Dehaene te
steunen, mits daar wat tegenover staat
een van de zwaardere portefeuilles in
de Commissie bijvoorbeeld, zoals die
van mededinging of industrie. Algemeen
wordt aangenomen dat Brittan voorna
melijk uit is op uitbreiding van zijn be
voegdheden op het gebied van het bui
tenlandse handelsbeleid van de EU.
Sommige functionarissen hebben gehint
dat er wellicht meningsverschillen zijn
tussen het Duitse ministerie van buiten
landse zaken en het kabinet van bonds
kanselier Kohl over hoe de kwestie rond
de opvolging van Delors moet worden
aangepakt. Volgens een regeringsfunc
tionaris in Bonn prefereert een 'duidelij
ke meerderheid' buiten Kohls eigen ka
binet Lubbers boven Dehaene. Velen
menen dat zowel Lubbers als Dehaene
als vertegenwoordigers van kleine
landen die met hart en ziel Europa zijn
toegedaan uitstekende kandidaten
zijn.
ANDREW MARSHALL/STEVE CRAWSHAW
VERTALING: MARGREET HESLINGA