Stalin blijft
de held van
de Sovjet
patriotten
Zeker weten
ZATERDAG 4 JUN11994
De dag van de geallieerde invasie in Normandië wordt dit
weekeinde groots gevierd. Britten, Amerikanen, Canadezen en
Polen zijn eregasten bij de vijftigste verjaardag van D-Day. De
Russen zullen goeddeels ontbreken. De patriotten uit de Grote
Vaderlandse Oorlog hechten veel meer waarde aan hun eigen
Overwinningsdag. Op 9 mei volgend jaar vieren zij de vijftigste
verjaardag van de socialistische overwinning op het fascistische
kwaad. Zij dulden geen kritiek op Vadertje Stalin, die jarenlang
tevergeefs bij de geallieerden aandrong op opening van het
Tweede Pront. Toch woont maandag in Normandië ook een
Russische kolonel de herdenkingsplechtigheden bij.
D-Day betekent weinig voor de Russen
HANSGELEUNSE»
chande. Schande. Een muse-
i urn voor de Grote Vaderlandse
Oorlog en de overwinnaar is
nergens te zien. Verraad is het aan onze lei
der, aan onze Stalin." De woedende bejaarde
in de marmeren hal van het gloednieuwe
museum aan de Moskouse Koetoezovski
Prospekt is, zo laat hij luid en duidelijk we
ten, een oorlogsveteraan. Hij is van de gene
ratie die de Tweede Wereldoorlog ziet als een
tweestrijd tussen goed, de socialistische Sov
jets, en kwaad, de fascistische Duitsers.
De 9de mei, Ruslands( Overwinningsdag,
brengt duizenden van deze veteranen, de
borst bedekt met socialistische medailles
voor trouwe dienst en betoonde dapperheid,
op straat. Het is de Russische D-Day. De do
den worden herdacht. Maar eerst en vooral
wordt de overwinning gevierd.
De 9de mei is voor deze generatie ook de
dag van het nationale trauma geworden. Ze
is ervan overtuigd dat nazi-Duitsland door de
samengebalde kracht van Sovjet-volk en Ro
de Leger op de knieën is gedwongen. Maar
het verlies van de Koude Oorlog maakt het
zoet van de overwinning bitter.
Vijftig jaar na WO II bestaat de glorieuze
Sovjetunie niet meer. Vadertje Stalin is van
zijn voetstuk gehaald, Duitsland een Europe
se supermacht geworden. En Rusland, arm
Rusland, moet bij het Westen, inclusief het
verslagen Duitsland, om hulp aankloppen.
Wie zou in dit vernederde Rusland stil wil
len staan bij een hoogtijdag van de voormali
ge westerse geallieerden? Voor 6 juni, hun D-
Day, is in de Russische beleving van de oor
logshistorie geen plaats ingeruimd. Dat was
onder het socialisme al zo, het is daarna niet
veranderd.
Tweede front
Zo ongeveer stond het in de geschiedenis
boeken en de militaire handboeken: de wes
terse geallieerden wachtten zeer lang met de
opening van het Tweede Front. Dit was een
weloverwogen politiek om de Sovjetunie te
laten doodbloeden in de strijd tegen de na
zi's. Uiteindelijk was het de heroïsche strijd
van het Rode Leger, die Hitier vernietigende
klappen toebracht en de westerse geallieer
den in staat stelde het verzwakte Duitse leger
in Normandië aan te pakken.
Is het een wonder dat in het reusachtige
Museum voor de Grote Patriottische Oorlog
geen milimeter ruimte aan D-Day wordt be
steed? De directeur, gepensioneerd generaal
Leonid Kotljar, schrijft dat toe aan het tijdelij
ke karakter van de openingstentoonstelling.
Volgend jaar, als Rusland zich opmaakt voor
de viering van vijftig jaar bevrijding, zal er
niet alleen een honderd meter hoog monu
ment in de vorm van een bajonet zijn verre
zen, maar is er ook een permanente expositie
die, verzekert Kotljar, een 'objectieve kijk op
de geschiedenis' zal bieden.
Kotljar laat er geen twijfel over bestaan wat
hij met 'objectief bedoelt. Het Russische volk
heeft zwaar, zeer zwaar geleden in de Twee
de Wereldoorlog. Maar de opmerking dat
misschien wel het meest dramatische is dat
een deel van dé nu officieel 27 miljoen oor
logsslachtoffers voor de verantwoordelijkheid
van dictator Stalin komt, leidt tot woedend
gefrons van zijn borstelige wenkbrauwen.
Stalin werkte. Wie niet werkt, maakt geen
fouten. Dus maakte Stalin fouten. U noemt
dat misdaden? Dat is uw opvatting. Mij vertel
je geen sprookjes, ik heb Stalin persoonlijk
gezien, ik heb die tijd zelf meegemaakt."
Inktzwarte kant
Het is die inktzwarte kant van hun eigen oor
logsverleden die Russen, zeker als ze de zes
tig jaar zijn gepasseerd en zeker tegenover
buitenlanders, het liefst negeren. Dat Stalin
in 1939 een pact met de duivel aanging met
als oogmerk de verdeling van Europa, dat hij
Hiller-Duitsland van grondstoffen voorzag,
dat hij zijn eigen Rode Leger ernstig verzwak
te door zuiveringen die dertigduizend officie
ren het leven kostten, dat hij aan het eind
van de Tweede Wereldoorlog een miljoen
Russische krijgsgevangenen en dwangarbei
ders wegens 'lafheid' in Siberische kampen
liet elimineren, dat zijn drama's waar buiten
staanders zich niet mee moeten bemoeien.
Maar ook de bezoekers van Kotljars muse
um leren daarover heel weinig. Evenmin krij
gen ze jodensterren te zien of leren ze over
de deportaties en de vernietiging van joden
in de nazi-concentratiekampen. De oorlog is
immers de geschiedenis van het Russische
lijden en de Russische overwinning. De tij
den zijn alleen zo veranderd dat Kotljar, het
mag uit de woedende kreten van de gefrus
treerde veteraan blijken, niet de ruimte heeft
gekregen om Stalin voor die overwinning te
eren in zijn museum.
Het zal dan ook geen verbazing wekken
dat Kotljar maar één kant ziet van de ontwik
kelingen in Europa na D-Day, de definitieve
ommekeer in de oorlog. „Wij bevrijdden Eu
ropa", zegt hij. Dat die bevrijding van het na
zi-juk uiteindelijk voor Oost-Europa neer
kwam op een 45 jaar durende Sovjet-bezet
ting, wil er bij hem niet in. „Wij brachten
juist de democratie naar die landen", is zijn
overtuiging. „Ik heb zelf als kapitein meege
vochten voor de bevrijding van Hongarije."
Respectvol
Het Russisch patriottisme wordt gekoesterd
zoals de Sovjet-propaganda decennia-lang
Russische oorlogsveteranen willen over Stalin nog steeds geen kwaad woord horen. In het Bevrijdingspark in Moskou i:
herinnering aan de Grote Patriottische Oorlog. Kinderen gebruiken de tanks die buiten staan opgesteld als klimrek.
predikte. Het maakt dat Russen, president
Boris Jeltsin voorop, niets kunnen en willen
begrijpen van westerse terughoudendheid
om hoogtijdagen uit de jongste historie geza
menlijk met de Russen te vieren. Jeltsin op 9
mei: „Overwinningsdag was misschien wel
de gelukkigste dag van de twintigste
Het waren de moedige soldaten van het Rode
Leger die de wereld dit geluk schonken. Nie
mand mag vergeten dat Rusland een respect
volle behandeling verdient.
De vorige week naar Rusland teruggekeer
de dissident Solzjenitsyn schreef in zijn Goe
lag Archipel dat er voor Rusland geen
komst-zou zijn als het niet totaal zou afreke
nen met het communisme. Dat is nooit echt
gebeurd en dat toont zich het scherpst in de
sentimenten en beschouwingen rond de
Tweede Wereldoorlog.
Toch zijn er sprankjes hoop, die de jongere
generaties Russen uitzicht bieden op een
meer objectieve kijk op de jongste geschiede
Kolonel Nikonov.
nis. Je vindt ze in de 'historici-discussie' en in
het onderwijs waar leraren de obligate ge
schiedenisboeken terzijde leggen. En op een
plaats waar je ze het minst zou verwachten:
het Museum voor de Sovjet-strijdkrachten,
logischerwijs gelegen aan de Straat van het
Sovjet-leger in noordelijk Moskou.
Van de 25 zalen van dit ook al immense
museum zijn er negen gewijd aan de Grote
Vaderlandse Oorlog. In één daarvan prijkt
welgeteld één vitrine met wat foto's van de
Normandische D-Day. De tekst in een van de
fotoboeken geeft waarschijnlijk de reden aan:
„Zeventig procent van alle landstrijdkrachten
van Duitsers en hun bondgenoten vocht aan
het belangrijkste front, dat in het Oosten.
Daar werden uiteindelijk 607 Duitse divisies
vernietigd. Op de andere fronten, waar de
Amerikanen en Britten vochten, werden 176
divisies verslagen.
Verstopt op de laatste bladzijde van dat
zelfde boek is een klein staatje opgenomen,
waaruit moet blijken dat de westerse gealli
eerden de Sovjets een beetje de helpende
hand hebben toegestoken tijdens de oorlog.
De Britse en Amerikaanse hulpprogramma's
brachten onder meer 14.795 vliegtuigen en
7.056 tanks naar de Sovjets. Er wordt meteen
bij vermeld dat dit slechts '3 procent van de
eigen wapenproduktie was'.
„Dit zijn niet de meest actuele cijfers, we
wachten nog op nieuwe", zegt de begelei
dende suppooste trouwhartig, als ik opmerk
dat er volgens westerse opgaven heel wat
meer oorlogsmaterieel naar de Sovjets is ge
gaan.
Twee jaar geleden is een kleine onopval
lende zaal in het souterrain gewijd aan de
opruiming die Stalin vlak voor de oorlog
hield in het leger (de bewijzen van het Hitler-
Stalinpact liggen er, eveneens onopvallend
uitgestald in fotoboeken).
Samenwerking
Een totaal-plaatje van de oorlog zit er ook
hier niet in. Tóch is kolonel Aleksandr Nikon
ov, directeur van het museum, de absolute
tegenhanger van zijn collega Kotljar. Hij ver
telt zich persoonlijk te hebben ingezet voor
samenwerking met het Normandische Me
morial-museum. Hijzelf is dit weekeinde
aanwezig bij de herdenkingen in Normandië
en Memorial stuurt materiaal over D-Day dat
in het Moskouse museum zal worden ten
toongesteld.
Vorig jaar was Nikonov voor het eerst zelf
op de historische plek in Normandië. „Ik rea
liseerde me daar dat ik bij lange na niet de
volledige waarheid wist over het Tweede
Front. Laat ik het zo zeggen: het lijkt erop dat
wij de bijdrage van de geallieerden aan het
beëindigen van de oorlog altijd hebben ge
minimaliseerd."
Nikonov is gaan zwemmen om persoonlijk
te kunnen vaststellen hoe moeilijk de om
standigheden in 1944 voor de geallieerden
waren. „Die invasie was absoluut een massa
le, gecompliceerde operatie. Toen ik er zwom
was het een beetje stormachtig, net zoals op
D-Day. Ik ontdekte al snel en pijnlijk dat de
bodem bezaaid was met scherpe rotsblokken
en stenen. En dan praat ik nog niet over de
immense verdedigingslinies die de Duiters er
hadden opgebouwd. Die ervaringen maakte
een einde aan mijn simplistische opvattingen
over D-Day."
Maar ook Nikonov waagt zich nog steeds
af waarom het zo lang duurde voor de gealli
eerde leiders toegaven aan de smeekbeden
van Stalin om dat Tweede Front te openen.
Eind 1943 had het Rode Leger tweederde van
de bezette Sovjet-gebieden bevrijd. En in juni
1944, een jaar dat in de Sovjet-geschiedenis
geboekstaafd staat als het 'Jaar van de Tien
Slagen', drong het Rode Leger de Duitsers al
zover westwaarts terug dat de weg naar War
schau openlag.
Het lijdt geen twijfel dat die geweldige in
spanning, die de Duitsers immense verliezen
toebracht, het Tweede Front en het succes
van de invasie mogelijk maakte. „Wie weet
wat er was gebeurd als we de Duiters niet
hadden verslagen bij Stalingrad", zegt Nikon
ov. „Wie weet hoeveel langer de oorlog dan
had geduurd..."
Maar anders dan bij Kotljar verleiden dit
soort conclusies Nikonov niet tot een zoge
naamd genuanceerde beoordeling van Stalin.
„Het is voor mij heel moeilijk om zo iemand
een bevrijder te noemen. Hij is in de eerste
plaats een dictator, een man die persoonlijk
verantwoordelijk is voor de dood van miljoe
nen Sovjet-
Bittere ervaring
D-Day opende voor beide geallieerde mach
ten de weg naar Berlijn. En, uiteindelijk, de
bittere ervaring voor volkeren die bevrijd
werden van de nazi's en onderworpen aan
Sovjet-dictatuur. Nikonov zucht. „Ja. Mijn
persoonlijke standpunt is, dat wij, net zoals
de. geallieerden dat deden, een deel van
Duitsland bezet hadden moeten houden. Uit
alle andere landen hadden we ons meteen
moeten terugtrekken. Ik zeg dat nu, toen
werd dat anders gezien. Maar het was fout,
het bracht ons uiteindelijk in de situatie
waarin we ons nu bevinden."
We nemen afscheid na een, historisch ge
zien, idealistische ontboezeming van Nikon
ov. Voor veel Sovjet-veteranen moet die als
een vloek klinken. „Weet je, als we hier het
Stalin-socialisme niet hadden gehad, maar
een soortgelijk democratisch systeem als bij
jullie, was er niet zoveel onderling wantrou
wen geweest. Dan was Hitier waarschijnlijk
nooit over de Duitse grenzen gekomen. Hoe
veel mensenlevens had dat niet kunnen spa-
Onze Taal
Wat 'weten' is, weet iedereen. Je
weet hoe oud je bent, je weet hoe
veel tenen je hebt en zo nog dui
zend dingen meer. Weten is dat je
iets in je hoofd hebt wat klopt met
de feiten. Want als iemand in z'n
hoofd heeft dat Madrid de hoofd
stad is van Portugal, dan zeggen we:
nee, je weet het niet, je vergist je,
het klopt niet. Toch komen we soms
voor rare dingen te staan.
Laten we eens een eigenwijze man in ge
dachte nemen. Bijvoorbeeld Nico ge
naamd. Eigenwijze mannen heten meestal
Nico. Nico heeft wel eens een boekje gele
zen van Mellie Uyldert. Daar heeft hij onder
andere uit opgestoken, dat het eten van
walnoten het denkvermogen vergroot. Nico
eet sindsdien veel walnoten en vindt dat
zijn denkvermogen daardoor aanzienlijk is
toegenomen, boven het alleszins respecta
bele niveau dat hij van nature al bezat. Het
verband tussen het een en het ander, tussen
walnoten en denkvermogen, is voor Nico
evident. De walnoot vertoont namelijk niet
alleen aan de buitenkant een treffende gelij
kenis met een schedeldak, ook van binnen
is de walnoot als het ware een kleine kopie
van 's mensen hersenen. Je kunt wel zien
dat walnoten goed zijn voor de hersenen.
Nico eet minstens twee kilo per week. De
vrouw van Nico vindt het maar onzin en
zijn huisarts laat hem in de waan omdat
walnoten voor zover bekend geen kwaad
kunnen.
Laten we vervolgens eens aannemen dat
recent wetenschappelijk onderzoek naar de
chemische samenstelling van walnoten uit
wijst dat walnoten inderdaad een stimule
rende werking hebben op de hersenen. Ni
co leest erover in de wetenschapsbijlage
van de Volkskrant. Hij draaft met de krant
onder z'n arm naar zijn vrouw en roept: 'Zie
je wel, ik heb het al lang gezegd, ik wist het
wel, walnoten stimuleren de denkkracht.'
Nu komen we op een moeilijk punt.
Heeft Nico gelijk? Ik bedoel: wist hij het
echt eerder? Het valt niet te ontkennen dat
Nico, in het voetspoor van Mellie Uyldert,
reeds lang voor de scheikundige ontdek
king, van mening was en ook gezegd heeft,
dat walnoten een gunstige uitwerking heb
ben op het denkvermogen. Maar WIST hij
het ook echt eerder? Mag het WETEN ge
noemd worden?
Als we vasthouden aan de definitie van
weten, dat je iets in je hoofd hebt wat
klopt met de feiten, dan WIST Nico dat wal
noten goed zijn voor de hersenen. Aanvan
kelijk wisten alleen Nico en Mellie Uyldert
het, maar sinds kort weten de scheikundi
gen het ook.
Ik heb daar moeite mee. En menigeen zal
hier dan ook zeggen dat Nico het niet wist,
maar alleen geloofde. Er zijn twee manieren
om er tegenin te gaan. Je kunt in de eerste
plaats stellen dat het feit van die heilzame
walnoten pas een feit werd toen het door de
wetenschappers ontdekt werd. Een feit is
pas een feit als het geconstateerd wordt. Op
die manier KON Nico's opinie nog niet
kloppen met een feit omdat er simpelweg
nog geen feit was.
Zelf zou ik liever een andere definitie kie
zen voor 'weten'. Volgens mij is het voor
'weten' niet genoeg dat het klopt met de fei
ten, maar het moet ook op de een of andere
manier aantoonbaar zijn. Ik weet dat ik tien
tenen heb, vijf aan elke voet, niet omdat
Mellie Uyldert of wie dan ook het zegt,
maar omdat ik het zelf kan controleren. Iets
weten betekent dan niet alleen een klop
pende gedachte hebben, maar ook: zonodig
kan ik het bewijzen. Wie dat wil, mag mijn
tenen komen natellen, maar niet allemaal
tegelijk en niet onder etenstijd.
En wie niet van mij wil aannemen dat Ma
drid de hoofdstad van Spanje is, die kan
het in de Bosaüas nazoeken. 'Fïa,' zal Nico
zeggen, 'en wat is het verschil tussen de
Bosatlas en een boek van Mellie Uyldert?
Dat van Madrid heb je ook maar uit een
boekje!' Dat is waar. Maar in 't uiterste ge
val zouden we samen erheen kunnen gaan
en het ter plekke vragen aan de bevoegde
instanties.
Volgens mij is Nico als de winnaar in een
loterij, die vooraf vol vertrouwen kan zijn
maar alleen achteraf pas kan WETEN dat er
op zijn nummer een prijs viel.
En dan te bedenken dat ik eigenlijk iets
wilde schrijven over 'geloven'. Dat bewaren
we dan tot een volgende keer.